← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 193/2004 van 24 november 2004 Rolnummer 3078 In zake
: de vordering tot schorsing van artikel 5 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 7 mei 2004 « houdende
wijziging van het Elektriciteitsdecreet van 17 juli Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts
en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 193/2004 van 24 november 2004 Rolnummer 3078 In zake : de vordering tot schorsing van artikel 5 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 7 mei 2004 « houdende wijziging van het Elektriciteitsdecreet van 17 juli Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...) | Extrait de l'arrêt n° 193/2004 du 24 novembre 2004 Numéro du rôle : 3078 En cause : la demande de suspension de l'article 5 du décret de la Région flamande du 7 mai 2004 « modifiant le décret sur l'Electricité du 17 juillet 2000, en ce qui La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R.(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 193/2004 van 24 november 2004 | Extrait de l'arrêt n° 193/2004 du 24 novembre 2004 |
Rolnummer 3078 | Numéro du rôle : 3078 |
In zake : de vordering tot schorsing van artikel 5 van het decreet van | En cause : la demande de suspension de l'article 5 du décret de la |
het Vlaamse Gewest van 7 mei 2004 « houdende wijziging van het | Région flamande du 7 mai 2004 « modifiant le décret sur l'Electricité |
Elektriciteitsdecreet van 17 juli 2000, wat betreft het | du 17 juillet 2000, en ce qui concerne le système des certificats |
groenestroomcertificatensysteem, en tot interpretatie van artikel 37, | d'électricité écologique, et portant interprétation de l'article 37, § |
§ 2, van ditzelfde decreet », ingesteld door de opdrachthoudende | 2, du même décret », introduite par l'association chargée de mission |
vereniging IVEKA en anderen. | IVEKA et autres. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters | composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. |
P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. | Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, |
Snappe, J.-P. Moerman en E. Derycke, bijgestaan door de griffier L. | J.-P. Moerman et E. Derycke, assistée du greffier L. Potoms, présidée |
Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, | par le président A. Arts, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de vordering en rechtspleging | I. Objet de la demande et procédure |
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 7 september | Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 7 |
2004 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 8 | septembre 2004 et parvenue au greffe le 8 septembre 2004, une demande |
september 2004, is een vordering tot schorsing ingesteld van artikel 5 | de suspension de l'article 5 du décret de la Région flamande du 7 mai |
van het decreet van het Vlaamse Gewest van 7 mei 2004 « houdende | |
wijziging van het Elektriciteitsdecreet van 17 juli 2000, wat betreft | 2004 « modifiant le décret sur l'Electricité du 17 juillet 2000, en ce |
het groenestroomcertificatensysteem, en tot interpretatie van artikel | qui concerne le système des certificats d'électricité écologique, et |
37, § 2, van ditzelfde decreet » (bekendgemaakt in het Belgisch | portant interprétation de l'article 37, § 2, du même décret » (publié |
Staatsblad van 8 juni 2004), door de opdrachthoudende vereniging | au Moniteur belge du 8 juin 2004) ont été introduits par l'association |
IVEKA, met maatschappelijke zetel te 2390 Westmalle, Antwerpsesteenweg | chargée de mission IVEKA, dont le siège social est établi à 2390 |
246, de opdrachthoudende vereniging INTERGEM, met maatschappelijke | Westmalle, Antwerpsesteenweg 246, l'association chargée de mission |
zetel te 9200 Dendermonde, Franz Courtensstraat 11, de | INTERGEM, dont le siège social est établi à 9200 Termonde, Franz |
Courtensstraat 11, l'association chargée de mission IMEWO, dont le | |
opdrachthoudende vereniging IMEWO, met maatschappelijke zetel te 9900 | siège social est établi à 9900 Eeklo, Markt 34, la s.c.r.l. GASELWEST, |
Eeklo, Markt 34, de c.v.b.a. GASELWEST, met maatschappelijke zetel te | |
8800 Roeselare, stadhuis, de c.v.b.a. INTERMOSANE, met | dont le siège social est établi à 8800 Roulers, Hôtel de ville, la |
maatschappelijke zetel te 4000 Luik, place du Marché 2, de | s.c.r.l. INTERMOSANE, dont le siège social est établi à 4000 Liège, |
opdrachthoudende vereniging IVERLEK, met maatschappelijke zetel te | place du Marché 2, l'association chargée de mission IVERLEK, dont le |
3012 Wilsele-Leuven, Aarschotsesteenweg 58, de opdrachthoudende | siège social est établi à 3012 Wilsele-Louvain, Aarschotsesteenweg 58, |
l'association chargée de mission IMEA, dont le siège social est établi | |
vereniging IMEA, met maatschappelijke zetel te 2000 Antwerpen, Grote | à 2000 Anvers, Grote Markt, et la s.c.r.l. SIBELGAZ, dont le siège |
Markt, en de c.v.b.a. SIBELGAS, met maatschappelijke zetel te 1210 | social est établi à 1210 Saint-Josse-ten-Noode, Hôtel communal. |
Sint-Joost-ten-Node, gemeentehuis. | |
Bij hetzelfde verzoekschrift vorderen de verzoekende partijen eveneens | Par la même requête, les parties requérantes demandent également |
de vernietiging van dezelfde decretale bepaling. | l'annulation de la même disposition décrétale. |
(...) | (...) |
II. In rechte | II. En droit |
(...) | (...) |
Situering van de bestreden bepaling | Contexte de la disposition attaquée |
B.1. Het decreet van het Vlaamse Gewest van 17 juli 2000 houdende de | B.1. Le décret de la Région flamande du 17 juillet 2000 relatif à |
organisatie van de elektriciteitsmarkt (hierna : | l'organisation du marché de l'électricité (ci-après : le décret sur |
elektriciteitsdecreet) heeft ter bevordering van het gebruik van | l'électricité) a instauré un système de certificats d'électricité |
hernieuwbare energiebronnen een systeem van groenestroomcertificaten ingesteld. Een groenestroomcertificaat is een overdraagbaar immaterieel goed dat aantoont dat een producent in een bepaald jaar een bepaalde hoeveelheid elektriciteit heeft opgewekt door gebruik te maken van hernieuwbare energiebronnen. B.2. De verzoekende partijen zijn distributienetbeheerders die gedurende bepaalde tijd onderworpen waren aan de verplichting tot het voorleggen van groenestroomcertificaten. Bij gebrek aan voldoende capaciteit inzake groene stroom konden de verzoekende partijen evenwel niet aan die verplichting voldoen. | verte destiné à encourager l'utilisation de sources d'énergie renouvelables. Un certificat d'électricité verte est un bien immatériel cessible faisant apparaître qu'un producteur a produit, au cours d'une année déterminée, une quantité déterminée d'électricité en faisant usage de sources d'énergie renouvelables. B.2. Les parties requérantes sont des gestionnaires d'un réseau de distribution qui ont été soumises pendant un certain temps à l'obligation de produire des certificats d'électricité verte. Par manque de capacité suffisante en matière d'électricité verte, les parties requérantes n'ont toutefois pas pu satisfaire à cette obligation. |
B.3. Artikel 37 van het elektriciteitsdecreet bepaalt : | B.3. L'article 37 du décret sur l'électricité énonce : |
« § 1. Onverminderd de andere door dit decreet of in een | « § 1er. Sans préjudice des autres mesures prévues par le présent |
uitvoeringsbesluit ervan bepaalde maatregelen, kan de reguleringsinstantie elke in het Vlaamse Gewest gevestigde natuurlijke of rechtspersoon verplichten tot naleving van specifieke bepalingen van dit decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan binnen de door haar bepaalde termijn. Indien deze natuurlijke persoon of rechtspersoon bij het verstrijken van deze termijn in gebreke blijft, kan de reguleringsinstantie, op voorwaarde dat deze natuurlijke of rechtspersoon werd gehoord of naar behoren werd opgeroepen, een administratieve geldboete opleggen. Deze administratieve geldboete mag, per kalenderdag, niet lager zijn dan duizend tweehonderd vijftig euro, noch hoger zijn dan honderdduizend euro, noch, in totaal, hoger zijn dan twee miljoen euro | décret ou l'une [lire : l'un] de ses arrêtés d'exécution, l'autorité de régulation peut enjoindre à toute personne physique ou morale établie en Région flamande de se conformer aux dispositions spécifiques du présent décret ou de ses arrêtés d'exécution dans le délai qu'elle détermine. Si cette personne reste en défaut à l'expiration du délai, l'autorité de régulation peut, la personne entendue ou dûment convoquée, lui infliger une amende administrative. L'amende ne peut être, par jour calendaire [lire : par jour calendrier], inférieure de [lire : à] mille deux cent cinquante euros ni supérieure à cent mille euros, ni, au total, supérieure à deux |
of 3 procent van de omzet die de betrokken persoon heeft gerealiseerd | millions d'euros ou 3 pour cent du chiffre d'affaires que la personne |
op de Vlaamse elektriciteitsmarkt tijdens het laatste afgelopen | en cause a réalisé sur le marché flamand de l'électricité au cours du |
boekjaar, indien dit laatste bedrag hoger is. | dernier exercice clôturé, si ce dernier montant est supérieur. |
Strafvervolging in de zin van artikel 36 sluit administratieve | La poursuite criminelle dans le sens de l'article 36 exclut [lire : |
geldboete uit, voor wat betreft de vervolgde feiten, ook wanneer de | Les poursuites pénales au sens de l'article 36 excluent] l'amende |
administrative, pour ce qui concerne les faits poursuivis, même si la | |
vervolging tot vrijspraak heeft geleid. | poursuite a [lire : les poursuites ont] abouti à un acquittement. |
§ 2. Onverminderd § 1, bedraagt het bedrag van de administratieve | § 2. Sans préjudice du § 2 [lire 1er], le tarif de l'amende |
geldboete voor een overtreding van artikel 23, § 1, 75 euro per | administrative pour une infraction à l'article 23, § 1er, est de 75 |
ontbrekend certificaat op 31 maart 2003 en 100 euro per ontbrekend | euros par certificat manquant le 31 mars 2003 et de 100 euros par |
certificaat op 31 maart 2004. Vanaf 31 maart 2005 wordt de boete | certificat manquant le 31 mars 2004. A partir du 31 mars 2005, |
bepaald op 125 euro per ontbrekend certificaat. | l'amende est portée à 125 euros par certificat manquant. |
[...] » | [...] » |
B.4. Overeenkomstig artikel 37, § 2, besliste de Vlaamse | B.4. Conformément à l'article 37, § 2, l'« Autorité de régulation |
flamande pour le marché de l'électricité et du gaz » (« Vlaamse | |
Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt (hierna : | Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt » ci-après : |
VREG) de verzoekende partijen een administratieve boete op te leggen | VREG) a décidé d'infliger aux parties requérantes une amende |
van 75 euro per ontbrekend groenestroomcertificaat, namelijk in totaal | administrative de 75 euros par certificat d'électricité verte |
ongeveer 8,5 miljoen euro. De VREG was van oordeel dat de voormelde | manquant, soit, au total, quelque 8,5 millions d'euros. La VREG |
bepaling haar ter zake geen appreciatieruimte verleent. | estimait que la disposition précitée ne lui laissait pas de liberté |
d'appréciation en l'espèce. | |
De verzoekende partijen hebben de beslissing van de VREG aangevochten | Les parties requérantes ont attaqué la décision de la VREG devant le |
voor de Raad van State en de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel. | Conseil d'Etat et devant le Tribunal de première instance de |
Zij zijn van oordeel dat artikel 37, § 2, van het | Bruxelles. Elles estiment que l'article 37, § 2, du décret sur |
elektriciteitsdecreet de uit artikel 37, § 1, afgeleide discretionaire | l'électricité n'affecte pas le pouvoir discrétionnaire de la VREG, |
bevoegdheid van de VREG om al dan niet een boete op te leggen | déduit de l'article 37, § 1er, d'infliger ou non une amende. L'article |
onaangetast laat. Artikel 37, § 2, zou enkel het bedrag van de boete | 37, § 2, fixerait uniquement le montant de l'amende en cas de |
bepalen voor het niet-naleven van de verplichting een bepaalde | manquement à l'obligation de produire un certain nombre de certificats |
hoeveelheid groenestroomcertificaten voor te leggen. De voormelde | d'électricité verte. Les juridictions précitées n'ont pas encore |
rechtscolleges hebben nog geen uitspraak gedaan. | statué. |
B.5. De thans bestreden bepaling luidt : | B.5. La disposition présentement attaquée porte : |
« In artikel 37, § 2, van hetzelfde decreet wordt het woord ' | « A l'article 37, § 2, du même décret, les mots ' sans préjudice du ' |
onverminderd ' uitgelegd als volgt : ' met uitsluiting van '. » | sont expliqués [lire : doivent s'entendre] comme suit : ' à l'exclusion du '. » |
In tegenstelling tot wat de Vlaamse Regering ter terechtzitting heeft | Contrairement à ce qu'a soutenu le Gouvernement flamand à l'audience, |
aangevoerd, doen de verzoekende partijen blijken van het vereiste | les parties requérantes justifient de l'intérêt requis à l'annulation |
belang bij de vernietiging van een bepaling op grond waarvan aan hen | d'une disposition en vertu de laquelle elles se sont vu infliger des |
geldboeten worden opgelegd voor een totaalbedrag van ongeveer 8,5 | amendes dont le montant total s'élève à quelque 8,5 millions d'euros. |
miljoen euro. Ook de exceptie die is afgeleid uit het gebrek aan | L'exception déduite du défaut de capacité d'ester en justice ne permet |
procesbevoegdheid stelt het Hof, na het onderzoek van de door de | pas non plus à la Cour de conclure à l'irrecevabilité de la demande, à |
verzoekende partijen voorgelegde stukken in het kader van de vordering | l'issue de l'examen des pièces déposées par les parties requérantes |
tot schorsing, niet ertoe in staat tot de niet-ontvankelijkheid van de | dans le cadre de la demande de suspension. |
vordering te besluiten. | |
Grondvoorwaarden van de vordering tot schorsing | Conditions de fond de la demande de suspension |
B.6. Naar luid van artikel 20, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari | B.6. Aux termes de l'article 20, 1°, de la loi spéciale du 6 janvier |
1989 op het Arbitragehof dient aan twee grondvoorwaarden te zijn | 1989 sur la Cour d'arbitrage, deux conditions de fond doivent être |
voldaan opdat tot schorsing kan worden besloten : | remplies pour que la suspension puisse être décidée : |
- de middelen die worden aangevoerd moeten ernstig zijn; | - des moyens sérieux doivent être invoqués; |
- de onmiddellijke uitvoering van de bestreden maatregel moet een | - l'exécution immédiate de la règle attaquée doit risquer de causer un |
moeilijk te herstellen ernstig nadeel kunnen berokkenen. | préjudice grave difficilement réparable. |
Het ernstig middel mag niet worden verward met het gegrond middel. | Le moyen sérieux ne se confond pas avec le moyen fondé. Pour qu'un |
Opdat een middel als ernstig wordt beschouwd in de zin van artikel 20, | moyen soit considéré comme sérieux au sens de l'article 20, 1°, de la |
1°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989, volstaat het niet dat | loi spéciale du 6 janvier 1989, il ne suffit pas qu'il ne soit pas |
het kennelijk niet ongegrond is in de zin van artikel 72, maar moet | manifestement non fondé au sens de l'article 72, mais il faut aussi |
het ook gegrond lijken na een eerste onderzoek van de gegevens | qu'il revête une apparence de fondement au terme d'un premier examen |
waarover het Hof beschikt in dit stadium van de procedure. | des éléments dont la Cour dispose à ce stade de la procédure. |
Wat het ernstig karakter van het middel betreft | En ce qui concerne le caractère sérieux du moyen |
B.7. Het enige middel is afgeleid uit een schending van de artikelen | |
10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel | B.7. Le moyen unique est pris d'une violation des articles 10 et 11 de |
6.1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het principe van de scheiding der machten. De verzoekende partijen voeren aan dat de bestreden bepaling geen interpretatieve bepaling is maar een retroactieve bepaling die ertoe strekt de uitkomst van hangende rechtsgedingen te beïnvloeden. B.8.1. Het behoort tot het wezen van een interpretatieve wet dat zij terugwerkt tot op de datum van inwerkingtreding van de wetsbepalingen die zij interpreteert. Een interpretatieve wet is immers een wet die een wetsbepaling die betekenis geeft die zij, volgens de wetgever, reeds bij de aanneming ervan zou moeten hebben gekregen. B.8.2. De niet-retroactiviteit van wetten is een waarborg ter voorkoming van rechtsonzekerheid. Die waarborg vereist dat de inhoud van het recht voorzienbaar en toegankelijk is, zodat eenieder in redelijke mate de gevolgen van een bepaalde handeling kan voorzien op het tijdstip dat die handeling wordt verricht. Die waarborg zou niet kunnen worden omzeild door het enkele feit dat een wet met terugwerkende kracht als een interpretatieve wet zou worden voorgesteld. Het Hof zou zich dus niet ervan kunnen ontslaan te onderzoeken of een als interpretatief gekwalificeerde wet bestaanbaar | la Constitution, lus ou non en combinaison avec l'article 6.1 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec le principe de la séparation des pouvoirs. Les parties requérantes font valoir que la disposition attaquée n'est pas une disposition interprétative mais une disposition rétroactive visant à influencer l'issue de procédures pendantes. B.8.1. C'est le propre d'une loi interprétative de sortir ses effets à la date d'entrée en vigueur des dispositions législatives qu'elle interprète. Une loi interprétative est, en effet, celle qui donne à une disposition législative le sens qu'elle aurait dû recevoir dès son adoption. B.8.2. La non-rétroactivité des lois est une garantie ayant pour but de prévenir l'insécurité juridique. Cette garantie exige que le contenu du droit soit prévisible et accessible, de sorte que chacun puisse prévoir, à un degré raisonnable, les conséquences d'un acte déterminé au moment où cet acte se réalise. Cette garantie ne pourrait être éludée par le seul fait qu'une loi ayant un effet rétroactif serait présentée comme une loi interprétative. La Cour ne pourrait donc se dispenser d'examiner si une loi qualifiée d'interprétative est |
is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution. |
B.8.3. Onder voorbehoud van de in het strafrecht van toepassing zijnde | B.8.3. Sous réserve des règles applicables en droit pénal et du |
regels en van de eerbied voor de in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissingen, is de terugwerkende kracht die het gevolg is van een interpretatieve wetsbepaling gerechtvaardigd in zoverre de geïnterpreteerde bepaling vanaf haar oorsprong redelijkerwijze niet anders kon worden begrepen dan is aangegeven in de interpretatieve bepaling. B.8.4. Wanneer dit niet het geval is, is de zogenoemde interpretatieve bepaling in werkelijkheid een zuiver retroactieve bepaling. Bijgevolg kan de terugwerkende kracht ervan enkel worden verantwoord wanneer zij onontbeerlijk is voor de verwezenlijking van een doelstelling van algemeen belang, zoals de goede werking of de continuïteit van de openbare dienst. Indien blijkt dat de terugwerkende kracht bovendien tot gevolg heeft dat de afloop van gerechtelijke procedures in een welbepaalde zin wordt beïnvloed of dat rechtscolleges verhinderd worden zich uit te spreken over een aanhangig gemaakte rechtsvraag, vergt de aard van het in het geding zijnde beginsel dat uitzonderlijke omstandigheden een verantwoording bieden voor het optreden van de wetgever, dat ten nadele van een categorie van burgers inbreuk maakt op de jurisdictionele waarborgen die aan allen worden geboden. | respect des décisions de justice passées en force de chose jugée, l'effet rétroactif qui s'attache à une disposition législative interprétative est justifié lorsque la disposition interprétée ne pouvait, dès l'origine, être raisonnablement comprise autrement que de la manière indiquée dans la disposition interprétative. B.8.4. Si tel n'est pas le cas, la disposition dite interprétative est en réalité une disposition rétroactive pure et simple. Par conséquent, sa rétroactivité ne peut se justifier que lorsqu'elle est indispensable pour réaliser un objectif d'intérêt général, tel que le bon fonctionnement ou la continuité du service public. S'il s'avère que la rétroactivité a en outre pour effet d'influencer dans un sens déterminé l'issue de procédures judiciaires ou d'empêcher les juridictions de se prononcer sur une question de droit dont elles sont saisies, la nature du principe en cause exige que des circonstances exceptionnelles justifient cette intervention du législateur qui porte atteinte, au détriment d'une catégorie de citoyens, aux garanties juridictionnelles offertes à tous. |
B.9. In de parlementaire voorbereiding van het oorspronkelijke artikel | B.9. Les travaux préparatoires de l'article 37, § 2, originaire, du |
37, § 2, van het elektriciteitsdecreet van 17 juli 2000 wordt de | décret sur l'électricité du 17 juillet 2000 définissent comme suit son |
bedoeling ervan als volgt omschreven : | objet : |
« Artikel 37, § 2, regelt de oplegging van een administratieve | « L'article 37, § 2, règle l'infliction d'une amende administrative, |
geldboete, waarbij geen enkele appreciatiebevoegdheid wordt gegeven | étant entendu qu'aucun pouvoir d'appréciation n'est conféré à |
aan de overheid, aangezien de hoogte van de geldboete en de manier | l'autorité puisque la hauteur de l'amende et la manière dont celle-ci |
waarop deze wordt berekend, expliciet in het decreet wordt vermeld. | est calculée sont mentionnées explicitement dans le décret. Ce |
Zodoende werd geen beroepsprocedure voorzien en staat beroep open bij | |
de Raad van State, die deze beslissing dan al dan niet kan | faisant, il n'a pas été prévu de procédure d'appel et un recours est |
vernietigen. In voorkomend geval kan de opschorting van de maatregel | ouvert auprès du Conseil d'Etat, qui peut éventuellement annuler cette |
worden gevorderd. » (Parl. St., Vlaams Parlement, 1999-2000, nr. | décision. Le cas échéant, la suspension de la mesure peut être |
285/1, p. 29) | demandée. » (Doc., Parlement flamand, 1999-2000, n° 285/1, p. 29) |
B.10. De bestreden bepaling interpreteert het woord « onverminderd » | B.10. La disposition attaquée interprète les termes « sans préjudice |
in artikel 37, § 2, van het elektriciteitsdecreet als « met | du » figurant à l'article 37, § 2, du décret sur l'électricité dans le |
uitsluiting van ». De ware betekenis van « onverminderd », die | sens de « à l'exclusion du ». Or, la véritable signification de « sans |
gemeengoed is in juridische teksten, is evenwel « zonder afbreuk te | préjudice de », commune aux textes juridiques, est « sans porter |
doen aan ». De zin van een wetsbepaling kan niet worden omgebogen door verklaringen die aan de aanneming ervan zijn voorafgegaan, te laten voorgaan op de duidelijke tekst van die bepaling. Het Hof kan enkel vaststellen dat de bestreden bepaling aan de geïnterpreteerde bepaling een draagwijdte geeft die het tegenovergestelde inhoudt van haar oorspronkelijke betekenis, ook al stemt de nieuwe draagwijdte overeen met de oorspronkelijke bedoeling van de decreetgever, bedoeling die evenwel niet tot uitdrukking was gebracht in de tekst zelf van artikel 37, § 2, en daarmee zelfs in tegenspraak was. Zij lijkt derhalve, na het beknopte onderzoek waartoe een vordering tot schorsing noopt, redelijkerwijze niet als een interpretatieve bepaling te kunnen worden beschouwd. Het zou overigens bevreemden indien hetzelfde woord in de paragrafen 1 en 2 van hetzelfde artikel 37 een verschillende betekenis zou hebben. | atteinte à ». Le sens d'une disposition législative ne peut être infléchi en faisant prévaloir sur le texte clair de cette disposition des déclarations qui ont précédé son adoption. La Cour ne peut que constater que la disposition entreprise donne à la disposition interprétée une portée qui implique le contraire de sa signification originaire, même si la nouvelle portée est conforme à l'intention originaire du législateur décrétal, intention qui n'avait toutefois pas été restituée dans le texte de l'article 37, § 2, et qui était même en contradiction avec celui-ci. Cette disposition semble donc, à l'issue de l'examen succinct requis par une demande de suspension, ne pas pouvoir être raisonnablement considérée comme une disposition interprétative. Il serait du reste surprenant que le même mot ait une signification différente au paragraphe 1er et au paragraphe 2 du même article 37. |
B.11. De bestreden bepaling wordt door de decreetgever als volgt | B.11. La disposition critiquée est justifiée comme suit par le |
verantwoord : | législateur décrétal : |
« Wanneer de VREG over geen gebonden bevoegdheid zou beschikken om al | « Si la VREG disposait d'une compétence non liée pour infliger ou non |
of niet een administratieve geldboete op te leggen, dan zou dat de | une amende administrative, la sécurité juridique s'en trouverait |
rechtszekerheid verminderen, zou de efficiëntie van het systeem, | amoindrie, l'efficacité du système, indispensable en raison de |
noodzakelijk vanuit de opgenomen internationale verplichting, en aldus | l'obligation contractée sur le plan international, et, partant, |
de doelstelling van het decreet ondermijnd worden en zou de stimulans | l'objectif du décret en seraient ébranlés et l'incitation à produire |
tot de productie van groene stroom op de helling komen te staan. | de l'énergie verte serait remise en question. |
Dit zou geheel ingaan tegen de wil van de decreetgever en het opzet | Ceci irait totalement à l'encontre de la volonté du législateur |
van het groenstroomcertificatensysteem zoals opgenomen in het | décrétal et du but du système des certificats d'électricité verte |
Elektriciteitsdecreet. » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2003-2004, nr. | prévu dans le décret sur l'électricité. » (Doc., Parlement flamand, |
2188/1, p. 9) | 2003-2004, n° 2188/1, p. 9). |
B.12. De parlementaire voorbereiding geeft geen blijk van | B.12. Les travaux préparatoires n'indiquent aucune circonstance |
uitzonderlijke omstandigheden die kunnen verantwoorden dat ten nadele | exceptionnelle susceptible de justifier qu'il soit porté atteinte, au |
van een categorie van burgers inbreuk wordt gemaakt op de | préjudice d'une catégorie de citoyens, aux garanties juridictionnelles |
jurisdictionele waarborgen die aan allen worden geboden. Te dezen kan | offertes à tous. En l'espèce, l'intention de rectifier une |
de intentie om een onnauwkeurigheid in de redactie van de | inexactitude dans la rédaction de la disposition originaire ne saurait |
oorspronkelijke bepaling recht te zetten niet als een dergelijke | être considérée, comme une circonstance exceptionnelle de ce type. |
uitzonderlijke omstandigheid gelden. | |
De appreciatiebevoegdheid die het oorspronkelijke artikel 37, § 2, aan | Au demeurant, le pouvoir d'appréciation que l'article 37, § 2, |
de VREG verleende, hield voor laatstgenoemde overigens geen vrijbrief | originaire conférait à la VREG ne donnait pas à celle-ci un |
in om overtredingen van artikel 23, § 1, ongestraft te laten. Zij | blanc-seing pour laisser impunies des infractions à l'article 23, § 1er. |
maakte het mogelijk om binnen de grenzen van het systeem van | Il lui permettait uniquement de tenir compte de données concrètes, |
groenestroomcertificaten, ingesteld door het decreet, met concrete | dans les limites du système des certificats d'électricité verte |
gegevens rekening te houden. | instauré par le décret. |
B.13. In zoverre de bestreden bepaling terugwerkende kracht heeft | B.13. En tant que la disposition attaquée a un effet rétroactif sans |
zonder dat uitzonderlijke omstandigheden zulks verantwoorden, lijkt | que des circonstances exceptionnelles le justifient, elle paraît |
zij onbestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Het | incompatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution. Le moyen |
middel is ernstig. | est sérieux. |
Wat het moeilijk te herstellen ernstig nadeel betreft | En ce qui concerne le préjudice grave difficilement réparable |
B.14. Een schorsing door het Hof moet kunnen voorkomen dat voor de | B.14. Une suspension par la Cour doit permettre d'éviter qu'un |
verzoekende partijen door de onmiddellijke toepassing van de bestreden norm een ernstig nadeel zou ontstaan dat bij een eventuele vernietiging niet of nog moeilijk zou kunnen worden hersteld. B.15. Om aan te tonen dat de bestreden bepaling hun een moeilijk te herstellen ernstig nadeel dreigt te berokkenen, voeren de verzoekende partijen aan dat de burgerlijke rechter bij wie zij een vordering hebben ingediend de interpretatieve bepaling in beginsel dient toe te passen en dat hij hun vordering naar alle waarschijnlijkheid ongegrond zal verklaren. De verzoekende partijen zouden daardoor een aanleg verliezen. B.16. Het Hof herinnert eraan dat het bevoegd is om bij wijze van prejudiciële beslissing uitspraak te doen op vragen omtrent de schending door een wettelijke norm van, onder andere, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Indien een vraag te dien aanzien wordt opgeworpen voor een rechtscollege, dan moet dat rechtscollege in beginsel het Hof verzoeken op die vraag uitspraak te doen (artikel 26 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof). B.17. Evenwel doet te dezen de vertraging die een prejudiciële procedure onvermijdelijk tot gevolg heeft een situatie van rechtsonzekerheid ontstaan die, gelet op de inmenging van de decreetgever in hangende rechtsgedingen en op de in het geding zijnde belangen, als een ernstig nadeel moet worden beschouwd dat niet door een eventueel vernietigingsarrest zal worden hersteld. B.18. Uit hetgeen voorafgaat, vloeit voort dat aan de twee in B.6 bepaalde voorwaarden is voldaan. Om die redenen, | préjudice grave résulte pour le requérant de l'application immédiate de la norme entreprise, préjudice qui ne pourrait être réparé ou qui pourrait difficilement être réparé par l'effet d'une annulation éventuelle. B.15. Pour démontrer que la disposition critiquée risque de leur causer un préjudice grave difficilement réparable, les parties requérantes font valoir que le juge civil devant lequel elles ont intenté une action doit en principe appliquer la disposition interprétative et qu'il déclarera vraisemblablement leur action non fondée. Les parties requérantes perdraient de ce fait un degré de juridiction. B.16. La Cour rappelle qu'elle est compétente pour statuer, à titre préjudiciel, sur les questions relatives à la violation par une norme législative, entre autres, des articles 10 et 11 de la Constitution. Lorsqu'une telle question est soulevée devant une juridiction, celle-ci doit en principe demander à la Cour de statuer sur cette question (article 26 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage). B.17. Toutefois, le retard qu'entraîne inévitablement une procédure préjudicielle fait naître, en l'espèce, une situation d'insécurité juridique qui, eu égard à l'intervention du législateur décrétal dans des affaires pendantes et aux intérêts en cause, doit être considérée comme un préjudice grave qui ne sera pas réparé par un éventuel arrêt d'annulation. B.18. Il découle de ce qui précède qu'il est satisfait aux deux conditions énoncées en B.6. Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
schorst de tenuitvoerlegging van artikel 5 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 7 mei 2004 « houdende wijziging van het Elektriciteitsdecreet van 17 juli 2000, wat betreft het groenestroomcertificatensysteem, en tot interpretatie van artikel 37, § 2, van ditzelfde decreet », in zoverre het van toepassing is op de kalenderjaren voorafgaand aan 2004. Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 24 november 2004. De griffier, L. Potoms. De voorzitter, | suspend l'exécution de l'article 5 du décret de la Région flamande du 7 mai 2004 « modifiant le décret sur l'Electricité du 17 juillet 2000, en ce qui concerne le système des certificats d'électricité écologique, et portant interprétation de l'article 37, § 2, du même décret », en tant qu'il s'applique aux années civiles antérieures à l'année 2004. Ainsi prononcé en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 24 novembre 2004. Le greffier, L. Potoms. Le président, |
A. Arts. | A. Arts. |