← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 92/2004 van 19 mei 2004 Rolnummer 2771 In zake : de prejudiciële
vraag over artikel 4 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met
een handicap, gesteld door de Arbeidsrechtbank Het Arbitragehof, samengesteld
uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters L. Fran(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 92/2004 van 19 mei 2004 Rolnummer 2771 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap, gesteld door de Arbeidsrechtbank Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters L. Fran(...) | Extrait de l'arrêt n° 92/2004 du 19 mai 2004 Numéro du rôle : 2771 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 4 de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux personnes handicapées, posée par le Tribunal du travai La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L. François, P(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 92/2004 van 19 mei 2004 | Extrait de l'arrêt n° 92/2004 du 19 mai 2004 |
Rolnummer 2771 | Numéro du rôle : 2771 |
In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4 van de wet van 27 | En cause : la question préjudicielle concernant l'article 4 de la loi |
februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een | du 27 février 1987 relative aux allocations aux personnes handicapées, |
handicap, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Brussel. | posée par le Tribunal du travail de Bruxelles. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters | composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L. |
L. François, P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. | François, P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. |
Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman en E. Derycke, | Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman et E. Derycke, assistée |
bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, | du greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij vonnis van 8 juli 2003 in zake M. Jovanovski tegen de Belgische | Par jugement du 8 juillet 2003 en cause de M. Jovanovski contre l'Etat |
Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is | belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage |
ingekomen op 12 augustus 2003, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de | le 12 août 2003, le Tribunal du travail de Bruxelles a posé la |
volgende prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 4 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de | « L'article 4 de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations |
tegemoetkomingen aan personen met een handicap de artikelen 10 en 11 | aux handicapés viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, |
van de Grondwet, afzonderlijk gelezen of in samenhang met de artikelen | lus seuls ou conjointement avec les articles 191 de la Constitution, |
191 van de Grondwet, 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van | 14 de la Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme et |
de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november | des libertés fondamentales du 4 novembre 1950 et 1er du Protocole |
1950 en 1 van het Aanvullend Protocol van 20 maart 1952, doordat het | additionnel du 20 mars 1952, en ce qu'il exclut du bénéfice des |
de vreemdeling die wettig in België verblijft maar die niet door die | allocations aux handicapés, du seul fait de sa nationalité, l'étranger |
bepaling wordt beoogd louter wegens zijn nationaliteit uitsluit van | qui séjourne légalement en Belgique mais n'est pas visé par cette |
het voordeel van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap, | disposition, alors que ses besoins d'assistance, d'autonomie et |
terwijl zijn behoefte aan begeleiding, zelfredzaamheid en integratie | d'intégration sont comparables à ceux des personnes visées par cette |
vergelijkbaar is met die van de personen die door die bepaling worden | disposition et qu'il est susceptible, comme ces dernières, de |
beoogd en hij net zoals die laatsten onder dezelfde voorwaarden in | bénéficier dans les mêmes conditions d'avantages sociaux et fiscaux |
aanmerking komt voor sociale en fiscale voordelen die door zijn | |
handicap gerechtvaardigd zijn ? » | justifiés par son handicap ? » |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. De verwijzende rechter stelt het Hof een vraag over artikel 4 van | B.1. Le juge a quo interroge la Cour à propos de l'article 4 de la loi |
de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan | du 27 février 1987 relative aux allocations aux personnes handicapées, |
personen met een handicap, zoals van toepassing na de wijzigingen die | tel qu'il était applicable après les modifications apportées par la |
werden aangebracht bij de wet van 20 juli 1991 houdende sociale en | loi du 20 juillet 1991 portant des dispositions sociales et diverses |
diverse bepalingen en bij de wet van 22 februari 1998 houdende sociale bepalingen. | et par la loi du 22 février 1998 portant des dispositions sociales. |
Vóór de wijziging ervan bij de programmawet (I) van 24 december 2002 | Avant sa modification par la loi-programme (I) du 24 décembre 2002, |
luidde dat artikel als volgt : | cet article énonçait : |
« § 1. Hij die op een tegemoetkoming aanspraak maakt moet zijn | « § 1er. Celui qui prétend à une allocation doit avoir sa résidence |
werkelijke verblijfplaats in België hebben en tot één van de volgende | réelle en Belgique et appartenir à une des catégories de personnes |
categorieën van personen behoren : | suivantes : |
1° de personen die Belg zijn; | 1° les personnes qui sont Belges; |
2° de personen die vallen onder de toepassing van de Verordening | 2° les personnes qui tombent sous l'application du Règlement (C.E.E.) |
(E.E.G.) nr. 1408/71 van 14 juni 1971 van de Raad van Europese | n° 1408/71 du 14 juin 1971 du Conseil des Communautés européennes |
Gemeenschappen betreffende de toepassing van de | relatif à l'application des régimes de sécurité sociale aux |
sociale-zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen alsmede op | travailleurs salariés, aux travailleurs non salariés ainsi qu'aux |
gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen; | membres de leur famille, qui se déplacent à l'intérieur de la |
3° de staatlozen die onder de toepassing vallen van het Verdrag | Communauté; 3° les apatrides qui tombent sous l'application de la Convention |
betreffende de status van staatlozen, ondertekend te New York op 28 | relative au statut des apatrides, signée à New York le 28 septembre |
september 1954 en goedgekeurd door de wet van 12 mei 1960; | 1954 et approuvée par la loi du 12 mai 1960; |
4° de vluchtelingen bedoeld in artikel 49 van de wet van 15 december | 4° les réfugiés visés à l'article 49 de la loi du 15 décembre 1980 sur |
1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de | l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des |
vestiging en de verwijdering van vreemdelingen; | étrangers; |
5° de personen die niet tot één van de in 1° tot 4° bepaalde | 5° les personnes qui n'appartiennent pas à une des catégories définies |
categorieën behoren, op voorwaarde dat zij tot 21 jaar genoten hebben | aux 1° à 4°, à condition qu'elles aient bénéficié jusqu'à l'âge de 21 |
van de verhoging van de kinderbijslag voorzien in artikel 47, § 1, van | ans de la majoration de l'allocation familiale prévue à l'article 47, |
de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor | § 1er, des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour |
loonarbeiders en in artikel 20, § 2, van het koninklijk besluit van 8 | travailleurs salariés et à l'article 20, § 2, de l'arrêté royal du 8 |
april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de | avril 1976 établissant le régime des prestations familiales en faveur |
zelfstandigen. | des travailleurs indépendants. |
Voor de toepassing van deze wet wordt de persoon met onbepaalde | Pour l'application de la présente loi, la personne de nationalité |
nationaliteit gelijkgesteld met de staatloze. | indéterminée est assimilée à l'apatride. |
§ 2. De Koning kan, bij in Ministerraad overlegd besluit, de | § 2. Le Roi peut, par arrêté délibéré en Conseil des ministres, |
toepassing van deze wet, onder de door Hem gestelde voorwaarden, | étendre l'application de la présente loi, dans les conditions fixées |
uitbreiden tot andere categorieën van personen dan deze beoogd in de | par Lui, à d'autres catégories de personnes que celles visées au |
eerste paragraaf, die hun werkelijke verblijfplaats in België hebben. | paragraphe 1er qui ont leur résidence réelle en Belgique. |
§ 3. De Koning bepaalt, bij in Ministerraad overlegd besluit, wat voor | § 3. Le Roi détermine, par arrêté délibéré en Conseil des ministres, |
de toepassing van deze wet onder werkelijke verblijfplaats moet worden | ce qu'il faut entendre par résidence réelle pour l'application de la |
verstaan. » | présente loi. » |
B.2. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid van | B.2. La question préjudicielle porte sur la compatibilité de cette |
die bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in | disposition avec les articles 10 et 11 de la Constitution, lus |
samenhang gelezen met artikel 191 ervan, met artikel 14 van het | isolément ou en combinaison avec son article 191, avec l'article 14 de |
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en met artikel 1 van het | la Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 1er |
Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag. | du Premier Protocole additionnel à cette Convention. |
B.3. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing en de formulering | B.3. Il ressort de la motivation de la décision de renvoi et du |
van de prejudiciële vraag blijkt dat het Hof een vraag wordt gesteld | libellé de la question préjudicielle que la Cour est interrogée sur la |
over het verschil in behandeling dat bij de in het geding zijnde | différence de traitement que la disposition en cause établit entre |
bepaling zou worden ingevoerd tussen twee groepen van personen met een | |
handicap die wettig in België verblijven : enerzijds, de vreemdelingen | deux groupes de personnes handicapées qui séjournent légalement en |
die niet behoren tot een van de categorieën die in de in het geding | Belgique : d'une part, celles qui, de nationalité étrangère, |
zijnde bepaling zijn opgesomd en die zich bovendien niet kunnen | n'appartiennent pas à l'une des catégories énumérées dans la |
beroepen op een internationale overeenkomst tussen de Europese | |
Gemeenschap of België en de Staat waarvan zij onderdaan zijn, teneinde | disposition en cause et qui, en outre, ne peuvent se prévaloir, en vue |
de tegemoetkomingen bedoeld in artikel 4 van de wet van 27 februari 1987 te verkrijgen; anderzijds, de personen die behoren tot een van de vijf categorieën die in de in het geding zijnde bepaling worden beoogd. De vreemdelingen van de eerste groep kunnen, in tegenstelling tot de Belgen en de vreemdelingen van de tweede groep, de voormelde tegemoetkomingen niet genieten, terwijl de behoefte aan begeleiding, zelfredzaamheid en integratie van beide groepen vergelijkbaar is en beide groepen onder dezelfde voorwaarden in aanmerking zouden komen voor sociale en fiscale voordelen die door hun handicap gerechtvaardigd zijn. De prejudiciële vraag heeft dus alleen betrekking op de eerste | d'obtenir les allocations visées à l'article 4 de la loi du 27 février 1987, d'une convention internationale liant la Communauté européenne ou la Belgique à l'Etat dont elles sont ressortissantes; et, d'autre part, les personnes appartenant à l'une des cinq catégories visées dans la disposition en cause. Les étrangers du premier groupe ne peuvent, à la différence des Belges et des étrangers du second groupe, bénéficier des allocations précitées, alors que les besoins d'assistance, d'autonomie et d'intégration des uns et des autres sont comparables et que les uns et les autres seraient susceptibles de bénéficier, dans les mêmes conditions, d'avantages sociaux et fiscaux justifiés par leur handicap. La question préjudicielle porte donc uniquement sur le premier |
paragraaf van artikel 4. | paragraphe de l'article 4. |
B.4.1. Artikel 191 van de Grondwet bepaalt : | B.4.1. L'article 191 de la Constitution dispose : |
« Iedere vreemdeling die zich op het grondgebied van België bevindt, | « Tout étranger qui se trouve sur le territoire de la Belgique jouit |
geniet de bescherming verleend aan personen en aan goederen, behoudens | de la protection accordée aux personnes et aux biens, sauf les |
de bij de wet gestelde uitzonderingen. » | exceptions établies par la loi. » |
B.4.2. Op grond van die bepaling kan een verschil in behandeling dat | B.4.2. En vertu de cette disposition, une différence de traitement qui |
een vreemdeling benadeelt alleen bij een wettelijke norm worden | défavorise un étranger ne peut être établie que par une norme |
ingevoerd. Die bepaling heeft niet tot doel de wetgever ertoe te | législative. Cette disposition n'a pas pour objet d'habiliter le |
machtigen, wanneer hij een dergelijk verschil in het leven roept, zich | législateur à se dispenser, lorsqu'il établit une telle différence, |
eraan te onttrekken de in de Grondwet verankerde fundamentele | d'avoir égard aux principes fondamentaux consacrés par la |
beginselen in acht te nemen. Uit artikel 191 vloeit dus geenszins | Constitution. Il ne découle donc en aucune façon de l'article 191 que |
voort dat de wetgever, wanneer hij een verschil in behandeling ten | le législateur puisse, lorsqu'il établit une différence de traitement |
nadele van vreemdelingen invoert, niet erover moet waken dat dit | au détriment d'étrangers, ne pas veiller à ce que cette différence ne |
verschil niet discriminerend is, ongeacht de aard van de in het geding | soit pas discriminatoire, quelle que soit la nature des principes en |
zijnde beginselen. | cause. |
B.5. Tot de rechten en vrijheden die door de artikelen 10 en 11 van de | B.5. Parmi les droits et libertés garantis par les articles 10 et 11 |
Grondwet worden gewaarborgd, behoren de rechten en vrijheden die | de la Constitution figurent les droits et libertés résultant de |
voortvloeien uit internationale verdragsbepalingen die België binden. | dispositions conventionnelles internationales qui lient la Belgique. |
Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag | L'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention |
voor de Rechten van de Mens bepaalt : « Alle natuurlijke of rechtspersonen hebben recht op het ongestoord genot van hun eigendom. Niemand zal van zijn eigendom worden beroofd behalve in het algemeen belang en met inachtneming van de voorwaarden neergelegd in de wet en in de algemene beginselen van het internationaal recht. De voorgaande bepalingen zullen echter op geen enkele wijze het recht aantasten dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij noodzakelijk oordeelt om toezicht uit te oefenen op het gebruik van eigendom in overeenstemming met het algemeen belang of om de betaling van belastingen of andere heffingen en boeten te verzekeren. » | européenne des droits de l'homme énonce : « Toute personne physique ou morale a droit au respect de ses biens. Nul ne peut être privé de sa propriété que pour cause d'utilité publique et dans les conditions prévues par la loi et les principes généraux du droit international. Les dispositions précédentes ne portent pas atteinte au droit que possèdent les Etats de mettre en vigueur les lois qu'ils jugent nécessaires pour réglementer l'usage des biens conformément à l'intérêt général ou pour assurer le paiement des impôts ou d'autres contributions ou des amendes. » |
B.6. Luidens de artikelen 1 en 2 van de wet van 27 februari 1987 | B.6. Aux termes des articles 1er et 2 de la loi du 27 février 1987, |
kunnen personen met een handicap drie types van tegemoetkoming krijgen | les personnes handicapées peuvent se voir accorder trois types |
: de inkomensvervangende tegemoetkoming, die wordt toegekend aan | d'allocation : l'allocation de remplacement de revenus, accordée à |
diegene die in principe 21 tot 65 jaar oud is, wiens lichamelijke of | celui, âgé en principe de 21 à 65 ans, dont l'état physique ou |
psychische toestand zijn verdienvermogen heeft verminderd; de | psychique a réduit la capacité de gain; l'allocation d'intégration, |
integratietegemoetkoming, die wordt toegekend aan de persoon die in | |
principe 21 tot 65 jaar oud is, bij wie een gebrek aan of een | accordée au handicapé, âgé en principe de 21 à 65 ans, dont le manque |
vermindering van zelfredzaamheid is vastgesteld; de tegemoetkoming | d'autonomie ou l'autonomie réduite sont établis; l'allocation pour |
voor hulp aan bejaarden, die in principe wordt toegekend aan de | l'aide aux personnes âgées, accordée, en principe, à la personne d'au |
gehandicapte die ten minste 65 jaar oud is en bij wie een gebrek aan | moins 65 ans dont le manque ou la réduction d'autonomie est établi. |
of een vermindering van zelfredzaamheid is vastgesteld. | |
Die tegemoetkomingen vormen een financiële hulp waarvan het bedrag | Ces allocations constituent une aide financière, dont le montant doit |
prioritair de bestaanszekerheid van de minstbedeelden moet waarborgen | garantir en priorité la sécurité d'existence des moins favorisés (Doc. |
(Parl. St., Kamer, 1985-1986, nr. 448-1, p. 2). Het bedrag van de | parl., Chambre, 1985-1986, n° 448-1, p. 2). Le montant de l'allocation |
inkomensvervangende tegemoetkoming verschilt naar gelang van de | |
gezinssituatie van de rechthebbende en was, wat de in het geding | de remplacement de revenus varie en fonction de la situation familiale |
zijnde periode betreft die aan de verwijzende rechter is voorgelegd, | du bénéficiaire et était, pour la période litigieuse soumise au juge a |
ten minste gelijk aan het bedrag van het bestaansminimum dat in een | quo, au moins égal au montant du minimum de moyens d'existence accordé |
soortgelijke situatie wordt toegekend (artikel 6, § 2). Het bedrag van | dans des situations similaires (article 6, § 2). Le montant de |
de integratietegemoetkoming en van de tegemoetkoming voor hulp aan | l'allocation d'intégration et de l'allocation pour l'aide aux |
bejaarden was een vast bedrag dat varieerde volgens de graad van | personnes âgées était un montant forfaitaire variant selon le degré |
zelfredzaamheid van de rechthebbende (artikel 6, § 3). | d'autonomie du bénéficiaire (article 6, § 3). |
Het bedrag van die tegemoetkomingen wordt vastgesteld rekening houdend | |
met het inkomen van de rechthebbende, met dat van zijn echtgenoot of | Le montant de ces allocations est fixé en tenant compte du revenu du |
van de persoon met wie hij een huishouden vormt (artikel 7). De | bénéficiaire, de celui de son conjoint ou de la personne avec laquelle |
uitgaven die voortvloeien uit de toepassing van die wet vallen ten | il forme un ménage (article 7). Les dépenses découlant de cette loi |
laste van de Staat (artikel 22). | sont à charge de l'Etat (article 22). |
B.7. De in het geding zijnde tegemoetkomingen, die oorspronkelijk bij | B.7. L'octroi des allocations en cause, limité à l'origine par |
artikel 4 van de wet van 27 februari 1987 beperkt waren tot de Belgen, | l'article 4 de la loi du 27 février 1987 aux Belges, aux réfugiés, aux |
de vluchtelingen, de staatlozen en de personen van onbepaalde | apatrides et aux personnes de nationalité indéterminée, a été étendu |
nationaliteit, zijn bij de wet van 20 juli 1991 uitgebreid tot twee | par la loi du 20 juillet 1991 à deux catégories supplémentaires de |
bijkomende categorieën van vreemdelingen, namelijk de « personen die | personnes étrangères, à savoir les « personnes qui tombent sous |
vallen onder de toepassing van de verordening (E.E.G.) nr. 1408/71 van | l'application du Règlement (C.E.E.) n° 1408/71 du 14 juin 1971 » et |
14 juni 1971 » en de personen « die tot 21 jaar genoten hebben van de | les personnes qui ont « bénéficié jusqu'à l'âge de 21 ans de la |
verhoging van de kinderbijslag voorzien in artikel 47, § 1, van de | majoration de l'allocation familiale prévue à l'article 47, § 1er, des |
samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders | lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour |
». Bij de wet van 22 februari 1998 heeft de wetgever vervolgens het | travailleurs salariés ». Par la loi du 22 février 1998, le législateur |
voordeel van de in het geding zijnde tegemoetkomingen uitgebreid tot | a ensuite étendu le bénéfice des allocations en cause aux personnes |
de personen die een soortgelijke verhoging hebben genoten waarin de | ayant bénéficié d'une majoration similaire prévue par le régime des |
regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen | prestations familiales en faveur des travailleurs indépendants. |
voorziet. De geleidelijke uitbreiding van het personele toepassingsgebied van | L'extension progressive du champ d'application personnel du régime des |
het stelsel van tegemoetkomingen aan personen met een handicap werd | allocations aux personnes handicapées s'est faite dans une triple |
vanuit een drievoudig perspectief doorgevoerd : voldoen aan de | perspective : satisfaire aux exigences nées des engagements |
vereisten die voortvloeien uit de internationale verbintenissen van | internationaux de la Belgique; maintenir un certain parallélisme avec |
België; gelijke tred houden met het stelsel van het bestaansminimum en | le régime du minimum de moyens d'existence et celui du revenu garanti |
met dat van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden; vermijden dat de | aux personnes âgées; et éviter de rompre la prise en considération par |
handicap van kinderen van vreemdelingen, die wegens hun handicap verhoogde kinderbijslag hebben genoten, niet langer door de overheid in aanmerking wordt genomen. B.8. De in de prejudiciële vraag beoogde vreemdelingen met een handicap aan wie het recht op tegemoetkomingen wordt geweigerd, kunnen zich niet beroepen op bepalingen van internationaal recht die van België zouden eisen dat ze op dezelfde wijze als de Belgische onderdanen worden behandeld. B.9. Wat de in het geding zijnde periode voor de verwijzende rechter betreft, was het gewaarborgd inkomen voor bejaarden bij de wet van 1 april 1969 voorbehouden aan de Belgen, de personen op wie de voormelde | les autorités publiques du handicap d'enfants étrangers ayant bénéficié d'allocations familiales majorées en raison de leur handicap. B.8. Les personnes handicapées étrangères visées dans la question préjudicielle à qui le droit aux allocations est refusé ne peuvent se prévaloir de dispositions de droit international exigeant de la Belgique qu'elle les traite à l'égal des ressortissants belges. B.9. En ce qui concerne la période litigieuse devant le juge a quo, le revenu garanti aux personnes âgées était réservé, par la loi du 1er avril 1969, aux Belges, aux personnes à qui s'appliquent le règlement |
verordening (E.E.G.) nr. 1408/71 van 14 juni 1971 van toepassing is, | (CEE) n° 1408/71 du 14 juin 1971 précité, aux apatrides et aux |
de staatlozen en vluchtelingen bedoeld in artikel 4 van de wet van 27 | réfugiés visés à l'article 4 de la loi du 27 février 1987, aux « |
februari 1987, de « onderdanen van een land waarmee België terzake een | ressortissants d'un pays avec lequel la Belgique a conclu en la |
wederkerigheidsovereenkomst afgesloten heeft of het bestaan van een | matière une convention de réciprocité ou a reconnu l'existence d'une |
feitelijke wederkerigheid erkend heeft », en de « personen van | réciprocité de fait », ainsi qu'aux « personnes de nationalité |
buitenlandse nationaliteit op voorwaarde dat ten gunste van deze | étrangère à la condition qu'un droit à une pension de retraite ou de |
laatsten een recht op een rust- of overlevingspensioen van werknemer | survie de travailleur salarié ou de travailleur indépendant soit |
of zelfstandige in België werd geopend » (artikel 1, § 2, van de wet | ouvert en Belgique en leur faveur » (article 1er, § 2, de la loi du 1er |
van 1 april 1969, gewijzigd bij de voormelde wet van 20 juli 1991). | avril 1969, modifié par la loi du 20 juillet 1991 précitée). Le |
minimum de moyens d'existence était, quant à lui, réservé par la loi | |
Het bestaansminimum was bij de wet van 7 augustus 1974 tot instelling | du 7 août 1974 « instituant le droit à un minimum de moyens |
van het recht op een bestaansminimum voorbehouden aan de Belgen, | |
waarbij de Koning niettemin het personele toepassingsgebied van die | d'existence » aux seuls Belges, le Roi ayant néanmoins étendu le champ |
wet heeft uitgebreid tot de personen die het voordeel genieten van de | d'application personnel de cette loi aux personnes bénéficiant du |
toepassing van de verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 | règlement (CEE) n° 1612/68 du Conseil du 15 octobre 1968 relatif à la |
oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de | libre circulation des travailleurs à l'intérieur de la Communauté, |
Gemeenschap, en tot de staatlozen en vluchtelingen bedoeld in artikel 4 van de wet van 27 februari 1987. | ainsi qu'aux apatrides et aux réfugiés visés à l'article 4 de la loi |
B.10. Bovendien dient eraan te worden herinnerd dat op grond van | |
artikel 4, § 2, van de wet van 27 februari 1987, de Koning het | du 27 février 1987. |
voordeel van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap kan | B.10. Il y a lieu en outre de rappeler que l'article 4, § 2, de la loi |
du 27 février 1987 permet au Roi d'étendre le bénéfice des allocations | |
uitbreiden tot de categorieën van personen die Hij aanwijst. | aux personnes handicapées aux catégories de personnes qu'Il désigne. |
B.11.1. Net zoals hij had gedaan voor de andere twee residuaire en | B.11.1. Comme il l'avait fait pour les deux autres régimes résiduaires |
niet-contributieve socialezekerheidsstelsels, vermocht de wetgever de toekenning van tegemoetkomingen aan personen met een handicap afhankelijk te stellen van een voldoende band met België en bijgevolg het voordeel van de tegemoetkomingen voor te behouden aan de Belgen, aan sommige categorieën van vreemdelingen die krachtens internationale overeenkomsten die bindend zijn voor België op dezelfde wijze als de Belgische onderdanen moeten worden behandeld, of aan andere vreemdelingen die wegens hun handicap een verhoging van de kinderbijslag hebben kunnen genieten tot de leeftijd vanaf wanneer het recht op de tegemoetkomingen bedoeld in de in het geding zijnde bepaling in principe wordt geopend. De vreemdelingen die geen recht hebben op de tegemoetkomingen aan | et non contributifs de la sécurité sociale, le législateur pouvait subordonner l'octroi des allocations aux personnes handicapées à l'existence d'un lien suffisant avec la Belgique et réserver, par conséquent, le bénéfice des allocations aux Belges, à certaines catégories d'étrangers que des conventions internationales liant la Belgique imposent de traiter de la même manière que les ressortissants belges, ou à d'autres étrangers qui ont, en raison de leur handicap, pu bénéficier d'une majoration d'allocations familiales jusqu'à l'âge à partir duquel est, en principe, ouvert le droit aux allocations visées par la disposition en cause. Les étrangers qui n'ont pas droit aux allocations aux personnes |
personen met een handicap, van wie sprake is in B.3 en die behoeftig | handicapées et dont il est question au B.3 et qui se trouvent dans le |
zijn of onvoldoende middelen van bestaan hebben, hebben krachtens | besoin ou dont les moyens d'existence sont insuffisants ont droit à |
artikel 1 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn recht op maatschappelijke dienstverlening. Deze heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Elke persoon heeft in principe recht erop, ongeacht de nationaliteit, en dus ook vreemdelingen die op legale wijze op het grondgebied verblijven. De bijzondere behoeften die een handicap meebrengt vormen één van de elementen die de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in aanmerking nemen wanneer om hun tegemoetkoming wordt verzocht. B.11.2. De thans voorliggende zaak vertoont uit dat oogpunt een | l'aide sociale, en vertu de l'article 1er de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'action sociale. L'aide sociale a pour but de permettre à chacun de mener une vie conforme à la dignité humaine. Toute personne y a droit en principe, sans égard à la nationalité, et donc aussi les étrangers qui séjournent légalement sur le territoire. Les besoins particuliers liés à un handicap sont des éléments que les centres publics d'action sociale prennent en considération lorsque leur intervention est sollicitée. B.11.2. L'affaire à l'examen présente, sur ce point, une différence |
belangrijk verschil met de zaak Koua Poirrez t/ Frankrijk waarover het | importante par rapport à l'affaire Koua Poirrez c. France sur laquelle |
Europees Hof voor de Rechten van de Mens bij arrest van 30 september 2003 heeft geoordeeld. Die zaak had eveneens betrekking op een wettig in het land verblijvende vreemdeling aan wie een tegemoetkoming voor hulp aan personen met een handicap werd geweigerd wegens zijn nationaliteit. In tegenstelling tot de verzoeker in die zaak, kan de in B.3 bedoelde vreemdeling die geen tegemoetkomingen aan personen met een handicap kan genieten, in voorkomend geval aanspraak maken op maatschappelijke dienstverlening waarbij rekening wordt gehouden met zijn handicap. B.12. Rekening houdend met de elementen die voorafgaan, was het in B.3 beschreven verschil in behandeling, wat de betrokken periode betreft, niet kennelijk onverantwoord. De toetsing aan de andere bepalingen vermeld in de prejudiciële vraag leidt niet tot een andere conclusie. B.13. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof | la Cour européenne des droits de l'homme a statué par un arrêt du 30 septembre 2003. Celle-ci concernait aussi un étranger en séjour légal à qui une allocation d'aide aux personnes handicapées était refusée en raison de sa nationalité. Contrairement au requérant de cette affaire, l'étranger privé d'allocations aux personnes handicapées dont il est question au B.3 peut, le cas échéant, revendiquer le bénéfice d'une aide sociale qui prend son handicap en considération. B.12. Compte tenu des éléments qui précèdent, la différence de traitement décrite en B.3 n'était pas manifestement injustifiée pour la période concernée. Le contrôle au regard des autres dispositions mentionnées dans la question préjudicielle ne conduit pas à une autre conclusion. B.13. La question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 4 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de | L'article 4 de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux |
tegemoetkomingen aan personen met een handicap, in de versie ervan die | personnes handicapées, dans sa version antérieure à la loi-programme |
voorafgaat aan de programmawet (I) van 24 december 2002, schendt niet | (I) du 24 décembre 2002, ne viole pas les articles 10 et 11 de la |
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang | Constitution, lus isolément ou en combinaison avec son article 191, |
gelezen met artikel 191 ervan, met artikel 14 van het Europees Verdrag | avec l'article 14 de la Convention européenne des droits de l'homme et |
voor de Rechten van de Mens en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend | avec l'article 1er du Premier Protocole additionnel à cette |
Protocol bij dat Verdrag. | Convention. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 19 mei 2004. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 19 mai 2004. |
De griffier, | Le greffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Melchior. | M. Melchior. |