← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 75/2004 van 5 mei 2004 Rolnummer 2760 In zake : de prejudiciële
vraag betreffende artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek, zoals hersteld bij de wet van 4 mei 1999
tot invoering van de strafrechtelijke verantw Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts
en M. Melchior, en de rechters L. Fran(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 75/2004 van 5 mei 2004 Rolnummer 2760 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek, zoals hersteld bij de wet van 4 mei 1999 tot invoering van de strafrechtelijke verantw Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. Fran(...) | Extrait de l'arrêt n° 75/2004 du 5 mai 2004 Numéro du rôle : 2760 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 5, alinéa 2, du Code pénal, tel qu'il a été rétabli par la loi du 4 mai 1999 instaurant la responsabilité pénale de La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. François, P(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 75/2004 van 5 mei 2004 | Extrait de l'arrêt n° 75/2004 du 5 mai 2004 |
Rolnummer 2760 | Numéro du rôle : 2760 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 5, tweede lid, van | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 5, alinéa 2, |
het Strafwetboek, zoals hersteld bij de wet van 4 mei 1999 tot | du Code pénal, tel qu'il a été rétabli par la loi du 4 mai 1999 |
invoering van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van | instaurant la responsabilité pénale des personnes morales, posée par |
rechtspersonen, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Gent. | le Tribunal de première instance de Gand. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters | composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. |
L. François, P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. | François, P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. |
Lavrysen, J.-P. Moerman en E. Derycke, bijgestaan door de griffier L. | Lavrysen, J.-P. Moerman et E. Derycke, assistée du greffier L. Potoms, |
Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, | présidée par le président A. Arts, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij vonnis van 26 juni 2003 in zake het openbaar ministerie tegen L. | Par jugement du 26 juin 2003 en cause du ministère public contre L. |
Latré en G. Latré, waarvan de expeditie ter griffie van het | Latré et G. Latré, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour |
Arbitragehof is ingekomen op 7 juli 2003, heeft de Rechtbank van | d'arbitrage le 7 juillet 2003, le Tribunal de première instance de |
eerste aanleg te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Gand a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek, zoals opnieuw | « L'article 5, alinéa 2, du Code pénal, réinséré par la loi du 4 mai |
ingevoegd bij wet van 4 mei 1999 tot invoering van de strafrechtelijke | 1999 instaurant la responsabilité pénale des personnes morales, |
verantwoordelijkheid van rechtspersonen, de artikelen 10 en 11 van de | viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il |
Grondwet doordat het een strafuitsluitingsgrond invoert voor de | instaure une cause de justification pour la personne physique qui |
natuurlijke persoon die een misdrijf pleegt in het kader van de | commet une infraction dans le cadre de l'activité (lire : |
activiteit (lees intrinsiek verband met doel, de waarneming van zijn | intrinsèquement liée à la réalisation de son objet ou à la défense de |
belangen, voor rekening) van een rechtspersoon, terwijl dit niet het | ses intérêts, pour le compte) d'une personne morale, alors que ce |
geval is voor de natuurlijke persoon die hetzelfde misdrijf pleegt in | n'est pas le cas de la personne physique qui commet la même infraction |
het kader van de activiteit (lees intrinsiek verband met doel, de | dans le cadre de l'activité (lire : intrinsèquement liée à la |
waarneming van zijn belangen, voor rekening) van een natuurlijke | réalisation de son objet ou à la défense de ses intérêts, pour le |
persoon ? » | compte) d'une personne physique ? » |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. De prejudiciële vraag betreft artikel 5, tweede lid, van het | B.1. La question préjudicielle porte sur l'article 5, alinéa 2, du |
Strafwetboek, zoals hersteld bij artikel 2 van de wet van 4 mei 1999 | Code pénal, tel qu'il a été rétabli par l'article 2 de la loi du 4 mai |
tot invoering van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van | 1999 instaurant la responsabilité pénale des personnes morales, qui |
rechtspersonen, dat luidt : | énonce : |
« Een rechtspersoon is strafrechtelijk verantwoordelijk voor | « Toute personne morale est pénalement responsable des infractions qui |
misdrijven die hetzij een intrinsiek verband hebben met de | sont intrinsèquement liées à la réalisation de son objet ou à la |
verwezenlijking van zijn doel of de waarneming van zijn belangen, of | défense de ses intérêts, ou de celles dont les faits concrets |
die, naar blijkt uit de concrete omstandigheden, voor zijn rekening, | démontrent qu'elles ont été commises pour son compte. |
zijn gepleegd. Wanneer de rechtspersoon verantwoordelijk gesteld wordt uitsluitend | Lorsque la responsabilité de la personne morale est engagée |
wegens het optreden van een geïdentificeerde natuurlijke persoon, kan | exclusivement en raison de l'intervention d'une personne physique |
enkel degene die de zwaarste fout heeft begaan worden veroordeeld. | identifiée, seule la personne qui a commis la faute la plus grave peut |
Indien de geïdentificeerde natuurlijke persoon de fout wetens en | être condamnée. Si la personne physique identifiée a commis la faute |
willens heeft gepleegd kan hij samen met de verantwoordelijke | sciemment et volontairement, elle peut être condamnée en même temps |
rechtspersoon worden veroordeeld. | que la personne morale responsable. |
Met rechtspersonen worden gelijkgesteld : | Sont assimilées à des personnes morales : |
1° tijdelijke verenigingen en verenigingen bij wijze van deelneming; 2° vennootschappen bedoeld in artikel 2, derde lid, van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen, alsook handelsvennootschappen in oprichting; 3° burgerlijke vennootschappen die niet de vorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen. Voor de toepassing van dit artikel kunnen niet als strafrechtelijk verantwoordelijke rechtspersoon worden beschouwd : de federale staat, de gewesten, de gemeenschappen, de provincies, de Brusselse agglomeratie, de gemeenten, de binnengemeentelijke territoriale organen, de Franse Gemeenschapscommissie, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. » | 1° les associations momentanées et les associations en participation; 2° les sociétés visées à l'article 2, alinéa 3, des lois coordonnées sur les sociétés commerciales, ainsi que les sociétés commerciales en formation; 3° les sociétés civiles qui n'ont pas pris la forme d'une société commerciale. Ne peuvent pas être considérées comme des personnes morales responsables pénalement pour l'application du présent article : l'Etat fédéral, les régions, les communautés, les provinces, l'agglomération bruxelloise, les communes, les organes territoriaux intra-communaux, la Commission communautaire française, la Commission communautaire flamande, la Commission communautaire commune et les centres publics d'aide sociale. » |
B.2. Artikel 5 van het Strafwetboek, hersteld bij de wet van 4 mei | B.2. L'article 5 du Code pénal, rétabli par la loi du 4 mai 1999, a |
1999, heeft een eigen strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de | instauré une responsabilité pénale propre des personnes morales, |
rechtspersoon ingevoerd, onderscheiden en autonoom ten opzichte van | autonome et distincte de celle des personnes physiques qui ont agi |
die van de natuurlijke personen die voor de rechtspersoon hebben | pour la personne morale ou qui ont omis de le faire. Auparavant, une |
gehandeld of dit hebben nagelaten. Voordien kon een rechtspersoon niet | personne morale ne pouvait pas, en tant que telle, être pénalement |
als dusdanig strafrechtelijk worden vervolgd. Een misdrijf waarvoor | poursuivie. Une infraction pour laquelle une personne morale aurait pu |
een rechtspersoon verantwoordelijk zou kunnen worden geacht, werd aan | être tenue pour responsable était imputée à des personnes physiques |
welbepaalde natuurlijke personen aangerekend. | déterminées. |
B.3. De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of artikel | B.3. Le juge a quo demande à la Cour si l'article 5, alinéa 2, du Code |
5, tweede lid, van het Strafwetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt doordat het een strafuitsluitingsgrond invoert voor een door zowel een natuurlijke persoon als een rechtspersoon gepleegd misdrijf voor wie van hen beiden de minst zware fout heeft begaan voor zover het misdrijf door de natuurlijke persoon uit onachtzaamheid is gepleegd, terwijl een dergelijke strafuitsluitingsgrond niet kan worden aangevoerd door een natuurlijke persoon die hetzelfde onopzettelijke misdrijf heeft gepleegd als een andere natuurlijke persoon. Terwijl aldus in het tweede geval samenloop van strafrechtelijke aansprakelijkheden mogelijk is, is dit in het eerste geval uitgesloten. B.4. Volgens de Ministerraad kunnen de regels aangaande de cumulatie van strafrechtelijke verantwoordelijkheid van een rechtspersoon en een natuurlijke persoon niet worden vergeleken met die inzake natuurlijke personen onderling, daar de wetgever een bijzonder systeem van strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen heeft uitgewerkt dat aan een eigen logica beantwoordt, onderscheiden van de | pénal viole les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il instaure une cause d'excuse absolutoire pour une infraction commise tant par une personne physique que par une personne morale pour celle des deux personnes qui a commis la faute la moins grave, pour autant que la personne physique ait commis l'infraction par négligence, tandis qu'une telle cause d'excuse absolutoire ne peut être invoquée par une personne physique qui a commis la même infraction involontaire qu'une autre personne physique. Si, dans la seconde hypothèse, le cumul des responsabilités pénales est possible, il est exclu dans la première hypothèse. B.4. Selon le Conseil des ministres, les règles relatives au cumul de la responsabilité pénale d'une personne morale et d'une personne physique ne peuvent être comparées aux règles relatives au cumul de la responsabilité pénale des personnes physiques entre elles, étant donné que le législateur a élaboré un système particulier de responsabilité pénale des personnes morales répondant à une logique propre, distinct |
logica van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van natuurlijke personen. | de la logique de la responsabilité pénale des personnes physiques. |
De in het geding zijnde regeling betreft de toerekening van misdrijven | Le régime litigieux porte sur l'imputabilité d'infractions en cas de |
bij een samenloop van strafrechtelijke verantwoordelijkheden tussen de natuurlijke persoon en de rechtspersoon, die in beginsel beiden schuldbekwaam worden geacht. Die regeling is bijgevolg vergelijkbaar met de toerekening van misdrijven bij een samenloop van daders die allen de hoedanigheid van natuurlijke persoon hebben. De exceptie wordt verworpen. B.5. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. B.6.1. Volgens de memorie van toelichting regelt de in het geding | cumul de responsabilités pénales entre la personne physique et la personne morale, considérées toutes deux comme capables de commettre une faute. Cette règle est dès lors comparable à l'imputation d'infractions en cas de cumul d'auteurs qui ont tous cette qualité de personne physique. L'exception est rejetée. B.5. Les règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination n'excluent pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. B.6.1. Selon l'exposé des motifs, la disposition en cause règle la |
zijnde bepaling de verhouding tussen de aansprakelijkheid van de | relation entre la responsabilité de la personne morale et celle des |
rechtspersoon en die van natuurlijke personen voor dezelfde feiten : | personnes physiques pour les mêmes faits : |
« Het gehanteerde principe houdt in dat cumulatie van aansprakelijkheden in dat geval uitgesloten is, tenzij aangetoond kan worden dat het misdrijf ook aan de natuurlijke persoon zelf kan worden toegerekend, die manifest opzettelijk gehandeld heeft. In tegenstelling tot hetgeen de Raad van State in het advies lijkt te stellen, betreft de uitsluiting van cumulatie enkel de delicten gepleegd met nalatigheid als intentioneel element. Het uitgangspunt is derhalve de wettelijke kwalificatie van het misdrijf. Het voorstel beoogt aldus terug te komen op bepaalde rechtspraak die zeer ver ging in de toerekening van misdrijven aan leidinggevende | « Le principe retenu est celui de l'exclusion du cumul des responsabilités, sauf dans le cas où il peut être établi que l'infraction peut être imputée personnellement à une personne physique, qui aurait agi de manière intentionnelle. Contrairement à ce que le Conseil d'Etat semble affirmer dans son avis, l'exclusion du cumul des responsabilités ne concerne que les délits commis avec la négligence comme élément intentionnel. Le point de départ est par conséquent la qualification légale de l'infraction. La proposition entend ainsi revenir sur une certaine jurisprudence audacieuse dans l'imputation d'infractions aux personnes dirigeantes au sein de personnes morales en considérant que la preuve de |
personen binnen rechtspersonen door het misdrijf bewezen te achten op | l'infraction était présente sur la base de manquements de ces |
basis van tekortkomingen van deze personen, daar waar het misdrijf | personnes, dans des cas où l'incrimination requiert clairement |
duidelijk opzet vereist, of zelfs louter op basis van de positie van | l'intention, ou même en arrivant à une responsabilité pénale quasi |
de betrokkene binnen de rechtspersoon te komen tot een quasi | objective, seulement sur la base de la position de la personne |
objectieve strafrechtelijke aansprakelijkheid. | concernée au sein de la personne morale. |
Niettemin kan het niet zo zijn dat het voorstel een vrijbrief biedt | Néanmoins, la proposition ne peut être interprétée comme donnant carte |
voor personen die in het kader van de rechtspersoon strafbare | blanche aux personnes qui adoptent des comportements punissables dans |
gedragingen stellen. Zoals gezegd, kunnen ingeval van opzet, de | le cadre d'une personne morale. Comme cela a été dit plus haut, la |
rechtspersoon en de natuurlijke persoon samen als mededaders worden | personne morale et la personne physique peuvent être poursuivies et |
vervolgd en veroordeeld. Indien in hoofde van de natuurlijke persoon | condamnées ensemble comme coauteurs en cas de dol. Si l'élément moral |
enkel de schuldvorm van nalatigheid aanwezig is - wat vaak het geval | chez la personne physique est la négligence - ce qui sera souvent le |
zal zijn in het bijzonder strafrecht waar voor veel misdrijven geen | cas dans le droit pénal spécial où beaucoup d'incriminations ne |
opzet vereist is -, zal de rechter geval per geval moeten nagaan of de | requièrent pas le dol -, il appartiendra au juge de vérifier au cas |
verantwoordelijkheid van de rechtspersoon, dan wel van de natuurlijke | par cas laquelle de la responsabilité de la personne morale ou de la |
persoon het zwaarst moet doorwegen. » (Parl. St., Senaat, 1998-1999, | personne physique est déterminante. » (Doc. parl., Sénat, 1998-1999, |
nr. 1-1217/1, pp. 6 en 7) | n° 1-1217/1, pp. 6 et 7) |
Uit hetgeen voorafgaat blijkt dat het wetsontwerp het beginsel van | Il ressort de ce qui précède que le projet de loi entendait consacrer |
samenloop van verantwoordelijkheden wilde vastleggen maar alleen | le principe du cumul des responsabilités, mais uniquement lorsque |
wanneer het misdrijf aan een natuurlijke persoon zelf kan worden | l'infraction peut être imputée personnellement à une personne physique |
toegerekend die opzettelijk zou hebben gehandeld. | qui aurait agi de manière intentionnelle. |
Tijdens de parlementaire besprekingen werd staande gehouden dat men | Il a été soutenu, lors des travaux préparatoires, qu'il convient de |
een onderscheid moet maken tussen « maffiose » criminaliteit, die « | faire une distinction entre la criminalité « maffieuse », qui serait « |
veeleer [...] een opzettelijke criminaliteit [is] » en de « | plutôt une criminalité intentionnelle » et la criminalité « économique |
economische » criminaliteit, wanneer het een misdrijf met « | », lorsqu'il s'agit d'un délit de « négligence » (Doc. parl., Sénat, |
nalatigheid » betreft (Parl. St., Senaat, 1998-1999, nr. 1-1217/6, p. | 1998-1999, n° 1-1217/6, p. 21). |
21). B.6.2. Op de kritiek van een senator dat « het voorstel [...] de | B.6.2. A la critique d'un sénateur estimant que « la proposition |
gevaarlijke weg [lijkt] op te gaan van de ontheffing van | semble aller dangereusement dans le sens d'une levée de la |
verantwoordelijkheid van natuurlijke personen » (amendement nr. 11, | responsabilité des personnes physiques » (amendement n° 11, Doc. |
Parl. St., Senaat, 1998-1999, nr. 1-1217/2, p. 5, en de uiteenzetting | parl., Sénat, 1998-1999, n° 1-1217/2, p. 5 et exposé y relatif in Doc. |
hierbij in Parl. St., Senaat, 1998-1999, nr. 1-1217/6, pp. 31-50), | parl., Sénat, 1998-1999, n° 1-1217/6, pp. 31-50), le ministre a |
antwoordde de Minister dat | répondu que l'on ne peut |
« ze niet allebei veroordeeld kunnen worden, omdat hun | « les condamner tous les deux dans ce cas, parce qu'il y a une |
respectievelijke handelingen zo moeilijk te onderscheiden zijn dat | convergence telle entre leurs interventions respectives qu'admettre |
systematische cumulatie in deze gevallen onvermijdelijk tot dubbele | systématiquement le cumul dans ce genre d'hypothèse conduirait |
veroordelingen zou leiden terwijl er momenteel maar een mogelijk is ». | inévitablement à des doubles condamnations, là où, aujourd'hui, il n'y |
De Minister voegde eraan toe : | en a qu'une. » Le ministre ajouta : |
« De bedoeling is in deze gevallen de echte verantwoordelijke aan te | « Or, le but est de rechercher, dans ce genre d'hypothèse, le |
wijzen. » (Parl. St., Senaat, 1998-1999, nr. 1217/6, p. 42) | véritable responsable. » (Doc. parl., Sénat, 1998-1999, n° 1-1217/6, p. 42) |
Daarop werd een amendement ingediend (amendement nr. 19, Parl. St., | Un amendement fut alors déposé (amendement n° 19, Doc. parl., Sénat, |
Senaat, 1998-1999, nr. 1-1217/4) dat tot de uiteindelijke tekst van | 1998-1999, n° 1-1217/4) qui a mené au texte définitif de l'article 5, |
artikel 5, tweede lid, heeft geleid en waarbij de indiener aanvoerde : | alinéa 2, l'auteur ayant indiqué ce qui suit : |
« Dit artikel voert als nieuw element in dat de aansprakelijkheid van | « Cet article introduit comme nouvel élément l'implication de la |
de rechtspersoon wordt geïmpliceerd uitsluitend wegens de tussenkomst | responsabilité de la personne morale due exclusivement à |
van een geïdentificeerd natuurlijke persoon. Enkel in dat geval moet | l'intervention d'une personne physique identifiée. Ce n'est que dans |
de rechter een keuze maken. Bij deze keuze is de zwaarste fout het | ce cas précis que le juge doit faire un choix, en se basant sur le |
criterium. Beiden kunnen dus worden vervolgd, maar de rechter kan | critère de la faute la plus grave. On peut donc poursuivre les deux |
enkel degene veroordelen die de zwaarste fout heeft begaan, en voor | personnes, mais le juge ne peut condamner que celle qui a commis la |
zover de aansprakelijkheid van de rechtspersoon in het gedrang komt | faute la plus grave, et uniquement si la responsabilité de la personne |
ingevolge de uitsluitende tussenkomst van de geïdentificeerde | morale est engagée, exclusivement en raison de l'intervention de la |
natuurlijke persoon. | personne physique identifiée. |
Aldus wordt de casus beperkt waarbij de aansprakelijkheid van de | On délimite ainsi le cas où la responsabilité de la personne morale |
rechtspersoon in het gedrang komt - uitsluitend wegens de tussenkomst | est engagée - exclusivement en raison de l'intervention d'une personne |
van een natuurlijk persoon - en ten tweede wordt het criterium | physique - et on définit le critère, qui est que le juge doit |
bepaald, namelijk dat de rechter moet nagaan wie de zwaarste fout | déterminer qui a commis la faute la plus grave. » (Doc. parl., Sénat, |
heeft begaan. » (Parl. St., Senaat, 1998-1999, nr. 1-1217/6, p. 46) | 1998-1999, n° 1-1217/6, p. 46) |
B.6.3. Uit hetgeen voorafgaat blijkt dat een samenloop van | B.6.3. Il ressort de ce qui précède qu'un concours de responsabilités |
strafrechtelijke verantwoordelijkheden van de rechtspersoon en de | pénales de la personne morale et de la personne physique est en |
natuurlijke persoon in beginsel is uitgesloten (Parl. St., Kamer, | |
1998-1999, nr. 2093/5, p. 15). Op die wijze wilde de wetgever ingaan | principe exclu (Doc. parl., Chambre, 1998-1999, n° 2093/5, p. 15). Le |
tegen een rechtspraak die tot een quasi objectieve | législateur entendait ainsi contredire une jurisprudence qui menait à |
verantwoordelijkheid leidde door de bestuurders van de rechtspersonen te veroordelen voor inbreuken die ze materieel niet hadden gepleegd, maar aan wie de inbreuken ten laste werden gelegd vanwege de positie die ze bekleedden binnen de rechtspersoon. B.7. Doordat de in het geding zijnde maatregel ten aanzien van de personen die samen met een rechtspersoon een misdrijf uit onachtzaamheid hebben begaan, een strafuitsluitingsgrond in het leven roept, doet hij een verschil in behandeling ontstaan ten aanzien van de personen die samen met een andere persoon dan een rechtspersoon een misdrijf uit onachtzaamheid hebben begaan. B.8. Dat verschil in behandeling is niet zonder redelijke verantwoording gelet op de verschillen die er bestaan tussen de beide in B.7 beschreven situaties. Wanneer twee natuurlijke personen tegelijkertijd worden vervolgd wegens eenzelfde feit, moet de rechter in het licht van de omstandigheden van elke zaak onderzoeken of zij | une responsabilité quasi objective en condamnant des dirigeants de personnes morales pour des infractions qu'ils ne commettaient pas matériellement mais auxquels ces infractions étaient imputées en raison de la position qu'ils occupaient au sein de la personne morale. B.7. En ce qu'elle instaure une cause d'excuse absolutoire à l'égard des personnes qui ont commis une infraction involontaire en même temps qu'une personne morale, la mesure en cause fait naître une différence de traitement à l'égard des personnes qui ont commis une infraction involontaire en même temps qu'une personne autre qu'une personne morale. B.8. Cette différence de traitement n'est pas dénuée de justification raisonnable compte tenu des différences qui existent entre les deux situations décrites en B.7. Lorsque deux personnes physiques sont poursuivies simultanément en raison d'un même fait, le juge doit examiner, à la lumière des circonstances de chaque cause, si elles |
beiden schuldig zijn. Artikel 5, eerste lid, stelt daarentegen | sont toutes deux coupables. En revanche, l'article 5, alinéa 1er, rend |
automatisch de rechtspersoon aansprakelijk voor de nalatigheid die toe | la personne morale automatiquement responsable de la négligence |
te schrijven is aan de natuurlijke persoon die voor zijn rekening | imputable à la personne physique qui a agi pour son compte. Tenant |
heeft gehandeld. Rekening houdend met het feit dat een rechtspersoon | compte de ce qu'une personne morale n'agit jamais que par |
uitsluitend handelt door het optreden van een natuurlijke persoon, | l'intervention d'une personne physique, le législateur a pu estimer, |
vermocht de wetgever, om de in B.6.2 in herinnering gebrachte redenen, | pour les raisons rappelées en B.6.2, qu'il convenait, lorsque la |
te oordelen dat, wanneer de natuurlijke persoon wordt geïdentificeerd | personne physique est identifiée, afin d'éviter la condamnation |
en teneinde te vermijden dat de rechtspersoon en de natuurlijke | systématique de la personne morale et de la personne physique (Doc. |
persoon systematisch samen worden veroordeeld (Parl. St., Senaat, | |
1998-1999, nr. 1-1217/6, p. 38), de rechter ertoe diende te worden | parl., Sénat, 1998-1999, n° 1-1217/6, p. 38), d'inciter le juge à |
aangezet een afweging te maken tussen, enerzijds, het aspect fout van | mettre en balance la faute dans le chef d'une personne physique, d'une |
een natuurlijke persoon en, anderzijds, de verantwoordelijkheid van de | part, et la responsabilité de la personne morale, d'autre part (Doc. |
rechtspersoon (Parl. St., Kamer, 1998-1999, nr. 2093/5, p. 15) en hem | parl., Chambre, 1998-1999, n° 2093/5, p. 15), et de lui permettre de |
de mogelijkheid moest worden geboden geval per geval na te gaan welk | vérifier cas par cas si le comportement déterminant a été celui de la |
gedrag bepalend was, dat van de rechtspersoon, dan wel dat van de | personne morale ou celui de la personne physique (Doc. parl., Sénat, |
natuurlijke persoon. (Parl. St., Senaat, 1998-1999, nr. 1-1217/1, p. 6). | 1998-1999, n° 1-1217/1, p. 6). |
B.9. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.9. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 5, tweede lid, eerste zin, van het Strafwetboek, zoals | L'article 5, alinéa 2, première phrase, du Code pénal, tel qu'il a été |
hersteld bij de wet van 4 mei 1999 tot invoering van de | rétabli par la loi du 4 mai 1999 instaurant la responsabilité pénale |
strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen, schendt de | |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | des personnes morales, ne viole pas les articles 10 et 11 de la |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Constitution. Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 5 mei 2004. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 5 mai 2004. |
De griffier, | Le greffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
De voorzitter, | Le président, |
A. Arts. | A. Arts. |