Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 Rolnummer 2847 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 394 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vóór de wijziging ervan bij de wet van 4 mei 1999, gesteld door het Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. Fran(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 Rolnummer 2847 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 394 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vóór de wijziging ervan bij de wet van 4 mei 1999, gesteld door het Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. Fran(...) Extrait de l'arrêt n° 57/2004 du 24 mars 2004 Numéro du rôle : 2847 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 394 du Code des impôts sur les revenus 1992, avant sa modification par la loi du 4 mai 1999, posée par la Cour d'a La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. François, P(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Uittreksel uit arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 Extrait de l'arrêt n° 57/2004 du 24 mars 2004
Rolnummer 2847 Numéro du rôle : 2847
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 394 van het En cause : la question préjudicielle relative à l'article 394 du Code
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vóór de wijziging ervan bij
de wet van 4 mei 1999, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel. des impôts sur les revenus 1992, avant sa modification par la loi du 4
mai 1999, posée par la Cour d'appel de Bruxelles.
Het Arbitragehof, La Cour d'arbitrage,
samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L.
L. François, P. Martens, M. Bossuyt, A. Alen en J.-P. Moerman, François, P. Martens, M. Bossuyt, A. Alen et J.-P. Moerman, assistée
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag I. Objet de la question préjudicielle
Bij arrest van 12 november 2003 in zake de Belgische Staat tegen R. Par arrêt du 12 novembre 2003 en cause de l'Etat belge contre R. Van
Van Remoortere, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof Remoortere, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour
is ingekomen op 27 november 2003, heeft het Hof van Beroep te Brussel d'arbitrage le 27 novembre 2003, la Cour d'appel de Bruxelles a posé
de volgende prejudiciële vraag gesteld : la question préjudicielle suivante :
« Dient in het licht van de fiscale behandeling van feitelijk « A la lumière, d'une part, du traitement fiscal des conjoints séparés
gescheiden echtgenoten, zoals bepaald in art. 128, eerste lid, 2° en de fait, prévu à l'article 128, alinéa 1er, 2°, et alinéa 2, du C.I.R.
tweede lid W.I.B./92 (vóór de wijziging door de wet van 4/5/1999, B.S. 1992 (avant sa modification par la loi du 4 mai 1999, Moniteur belge
4/6/1999), en in het licht van art. 366 W.I.B. (vóór de wijziging door du 4 juin 1999) et, d'autre part, de l'article 366 du C.I.R. 1992
(avant sa modification par la loi du 15 mars 1999, Moniteur belge du
de wet van 15/3/1999, B.S. 27/3/1999) als een schending van het 27 mars 1999), faut-il considérer comme une violation du principe
gelijkheidsbeginsel uit de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde d'égalité contenu aux articles 10 et 11 de la Constitution coordonnée,
Grondwet, in samenhang met art. 6 EVRM, beschouwd te worden : het en combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des droits
bepaalde in art. 394 W.I.B./92 (vóór de wijziging door de wet van de l'homme : le prescrit de l'article 394 du C.I.R. 1992 (avant sa
4/5/1999, B.S. 4/6/1999) waar deze wetsbepaling voorschrijft dat elk modification par la loi du 4 mai 1999, Moniteur belge du 4 juin 1999),
gedeelte van de belasting in verband met onderscheiden inkomsten van en tant que cette disposition législative prévoit que chacune des
de echtgenoten mag worden vervolgd op al de eigen en de quotités de l'impôt afférentes aux revenus respectifs des conjoints
gemeenschappelijke goederen van beide echtgenoten, ongeacht het peut être recouvrée sur tous les biens propres et sur les biens
aangenomen huwelijksvermogensstelsel, zonder onderscheid tussen communs des deux conjoints, quel que soit le régime matrimonial
samenwonende en feitelijk gescheiden echtgenoten, terwijl, wanneer dit adopté, sans distinction entre conjoints cohabitants et conjoints
stelsel van invordering toegepast wordt op de belasting berekend voor séparés de fait, alors que lorsque ce régime de recouvrement est
samenwonende echtgenoten, die het voorwerp uitmaken van een appliqué à l'impôt calculé pour des conjoints cohabitants qui font
gezamenlijke inkohiering, beiden een recht van bezwaar hebben en l'objet d'un enrôlement commun, ceux-ci ont tous deux un droit de
toegang tot de rechter om de wettelijkheid van de belasting te réclamation et d'accès au juge afin de contrôler la légalité de
toetsen, en daarentegen, een feitelijk gescheiden echtgenoot die voor
de vestiging van de belasting wordt behandeld als alleenstaande, met l'impôt et que, par contre, un conjoint séparé de fait qui est traité
een afzonderlijke inkohiering, ten aanzien van de belasting comme un isolé pour l'établissement de l'impôt, avec un enrôlement
ingekohierd op naam van de andere echtgenoot, geen recht van bezwaar distinct par rapport à l'impôt enrôlé au nom de l'autre conjoint, n'a
heeft en geen toegang tot de rechter om de wettelijkheid van deze pas de droit de réclamation ni d'accès au juge aux fins de contrôler
belasting te toetsen, en toch gehouden is tot betalen van deze la légalité de cet impôt et est malgré tout tenu à payer cette dette
belastingschuld, ingevolge de toepassing van het zelfde stelsel van d'impôt par suite de l'application du même régime de recouvrement que
invordering als voor de samenwonende echtgenoten ? » pour les conjoints cohabitants ? »
(...) (...)
II. In rechte II. En droit
(...) (...)
B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 394, § 1, van B.1.1. La question préjudicielle porte sur l'article 394, § 1er, du
het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (W.I.B. 1992) dat, in de Code des impôts sur les revenus 1992 (C.I.R. 1992), qui disposait,
versie die van toepassing is op de feiten van de zaak, dat wil zeggen, dans sa version applicable aux faits de l'espèce, c'est-à-dire avant
vóór de wijziging ervan bij de wet van 4 mei 1999, bepaalde : sa modification par la loi du 4 mai 1999 :
« Elk gedeelte van de belasting in verband met de onderscheiden « Chacune des quotités de l'impôt afférentes aux revenus respectifs
inkomsten van de echtgenoten alsook de voorheffing ingekohierd op naam des conjoints ainsi que le précompte enrôlé au nom de l'un d'eux
van één van hen, mag ongeacht het aangenomen huwelijksvermogensstelsel peuvent, quel que soit le régime matrimonial, être recouvrés sur tous
worden vervolgd op al de eigen en de gemeenschappelijke goederen van les biens propres et sur les biens communs des deux conjoints.
beide echtgenoten.
Het gedeelte van de belasting in verband met de inkomsten van één van Toutefois, la quotité de l'impôt afférente aux revenus de l'un des
de echtgenoten, die hem eigen zijn op grond van zijn
huwelijksvermogensstelsel, alsook de roerende voorheffing en de conjoints qui lui sont propres en vertu de son régime matrimonial
bedrijfsvoorheffing, ingekohierd op naam van één van hen, mogen ainsi que le précompte mobilier et le précompte professionnel enrôlés
evenwel niet worden vervolgd op de eigen goederen van de andere au nom de l'un d'eux ne peuvent être recouvrés sur les biens propres
echtgenoot wanneer deze laatste aantoont : de l'autre conjoint lorsque celui-ci peut établir :
1° dat hij ze bezat vóór het huwelijk; 1° qu'il les possédait avant le mariage;
2° of dat zij voortkomen van een erfenis of van een schenking door een 2° ou qu'ils proviennent d'une succession ou d'une donation faite par
andere persoon dan zijn echtgenoot; une personne autre que son conjoint;
3° of dat hij ze heeft verworven door middel van fondsen die 3° ou qu'il les a acquis au moyen de fonds provenant de la réalisation
voortkomen van de realisatie van dergelijke goederen; de semblables biens;
4° of dat hij ze heeft verkregen met inkomsten die eigen zijn op grond 4° ou qu'il les a acquis au moyen de revenus qui lui sont propres en
van zijn huwelijksvermogenstelsel. » vertu de son régime matrimonial. »
B.1.2. Die bepaling wordt in samenhang gelezen met artikel 366 van het B.1.2. Cette disposition est combinée avec l'article 366 du C.I.R.
W.I.B. 1992, dat, vóór de wijziging ervan bij artikel 24 van de wet 1992 qui disposait, avant sa modification par l'article 24 de la loi
van 15 maart 1999, bepaalde : du 15 mars 1999 :
« De belastingplichtige kan tegen het bedrag van de te zijnen name « Le redevable peut se pourvoir en réclamation, par écrit, contre le
gevestigde aanslag, opcentiemen, verhogingen en boeten inbegrepen, montant de l'imposition établie à sa charge, y compris tous
schriftelijk bezwaar indienen bij de directeur der belastingen van de additionnels, accroissements et amendes, auprès du directeur des
provincie of het gewest in wiens ambtsgebied de aanslag, de verhoging contributions de la province ou de la région dans le ressort de
en de boete zijn gevestigd. » laquelle l'imposition, l'accroissement et l'amende ont été établis. »
B.1.3. Krachtens artikel 126 van het W.I.B. 1992 wordt de aanslag B.1.3. En vertu de l'article 126 du C.I.R. 1992, la cotisation est
gevestigd op naam van beide echtgenoten. Op grond van artikel 128, établie au nom des deux conjoints. L'article 128, alinéa 1er, 2°, et
eerste lid, 2°, en tweede lid, van het W.I.B. 1992 worden gehuwde alinéa 2, du C.I.R. 1992 prévoit toutefois qu'à partir de l'année qui
personen vanaf het jaar na dat waarin de feitelijke scheiding heeft suit celle au cours de laquelle une séparation de fait est intervenue,
plaatsgevonden, evenwel niet als echtgenoten maar als alleenstaanden les personnes mariées sont considérées non comme des conjoints mais
aangemerkt voor zover de scheiding in het belastbare tijdperk niet comme des isolés pour autant que la séparation soit effective durant
ongedaan is gemaakt, en worden twee afzonderlijke aanslagen gevestigd. toute la période imposable, deux impositions distinctes étant alors établies.
B.2. De prejudiciële vraag heeft betrekking op het verschil in B.2. La question préjudicielle porte sur la différence de traitement
behandeling dat uit die bepalingen voortvloeit tussen de feitelijk qui découle de ces dispositions entre les conjoints séparés de fait et
gescheiden echtgenoten en de niet feitelijk gescheiden echtgenoten. De les conjoints qui ne sont pas séparés de fait. La combinaison de ces
combinatie van die bepalingen heeft immers tot gevolg dat, ondanks de dispositions a en effet pour conséquence que bien que des impositions
afzonderlijk gevestigde aanslag, de feitelijk gescheiden echtgenoten, distinctes soient établies, les conjoints séparés de fait demeurent
zoals samenwonende echtgenoten, hoofdelijk gehouden blijven tot de tenus solidairement au paiement de la dette fiscale, comme les
betaling van de belastingschuld. Aangezien artikel 366 van het W.I.B. conjoints vivant ensemble. Or, l'article 366 du C.I.R. 1992, avant sa
1992, vóór de wijziging ervan bij de wet van 15 maart 1999, enkel de « belastingplichtige » bedoelde, was het voor de echtgenoot die niet in het kohier vermeld stond, evenwel niet mogelijk bezwaar in te dienen tegen de aanslag gevestigd op naam van de andere echtgenoot. De niet in het kohier vermelde echtgenoot was derhalve definitief een belasting verschuldigd die was ingekohierd op naam van een derde zonder dat hij enige mogelijkheid had om de aanslag te betwisten, in tegenstelling met de niet feitelijk gescheiden echtgenoot die in het kohier wordt vermeld en dus de op naam van de echtgenoten ingekohierde aanslag kan betwisten. B.3. Uit de parlementaire voorbereiding van de bepaling die aan de toetsing van het Hof wordt voorgelegd, blijkt dat de wetgever een modification par la loi du 15 mars 1999, ne visant que « le redevable », il ne permettait pas au conjoint non porté au rôle de réclamer contre l'imposition établie au nom de l'autre conjoint. Le conjoint non porté au rôle était dès lors tenu définitivement d'une dette d'impôt enrôlée au nom d'un tiers sans qu'il ait aucune possibilité de contester l'imposition, contrairement au conjoint non séparé qui est porté au rôle et peut donc contester l'imposition enrôlée au nom des époux. B.3. Il apparaît des travaux préparatoires de la disposition soumise au contrôle de la Cour que le législateur a voulu maintenir une
bepaling heeft willen handhaven, die afwijkt van het gemeen recht, met disposition, dérogatoire au droit commun, dont le but est « d'écarter
de bedoeling « een gemakkelijk realiseerbare fraude inzake invordering une fraude facilement réalisable en matière de recouvrement de l'impôt
van belastingen te beletten » (Parl. St., Kamer, 1980-1981, nr. 716/8, » (Doc. parl., Chambre, 1980-1981, n° 716/8, p. 57). Le législateur
p. 57). De wetgever heeft in het bijzonder elke mogelijkheid tot
heimelijke verstandhouding tussen de echtgenoten ten nadele van de voulait plus particulièrement éviter toute possibilité de collusion
Schatkist willen vermijden. Uit de parlementaire voorbereiding vloeit entre les époux au détriment du Trésor. Il ressort également des
tevens voort dat de wetgever met die maatregel wilde dat de rechten travaux préparatoires que le législateur voulait par cette mesure que
van de Schatkist op dezelfde wijze zouden worden gegarandeerd ten les droits du Trésor soient garantis de la même manière à l'égard des
aanzien van de echtgenoten, ongeacht of hun huwelijksstelsel een époux, que leur régime matrimonial soit un régime de communauté ou un
stelsel van gemeenschap of van scheiding van goederen is (ibid. ). régime de séparation de biens (ibid. ).
B.4. Aangezien de opbrengst van de belasting wordt aangewend voor B.4. Le produit de l'impôt étant affecté à des dépenses publiques qui
overheidsuitgaven die gericht zijn op het algemeen belang, moet worden visent à la satisfaction de l'intérêt général, il doit être admis que
aangenomen dat de procedure van invordering mag afwijken van de regels la procédure de recouvrement puisse déroger aux règles du droit commun
van het gemeen recht, voor zover die afwijking bestaanbaar is met de pour autant que cette dérogation soit compatible avec les articles 10
artikelen 10 en 11 van de Grondwet. et 11 de la Constitution.
B.5. Artikel 394, § 1, van het W.I.B. 1992, dat de invordering toestaat van elk gedeelte van de belasting met betrekking tot de onderscheiden inkomsten van de echtgenoten op de eigen goederen van de beide echtgenoten, is een relevante maatregel ten aanzien van de door de wetgever nagestreefde doelstelling : de mogelijkheid vermijden van een heimelijke verstandhouding tussen echtgenoten, die ook aanwezig kan zijn wanneer zij feitelijk gescheiden zijn. De feitelijke scheiding van echtgenoten heeft in geen enkel opzicht een weerslag op de gevolgen van hun huwelijksvermogensstelsel : de maatregelen die zij zouden hebben genomen om het vermogen van één van hen tegen vervolgingen veilig te stellen, zouden aan de fiscus kunnen worden B.5. L'article 394, § 1er, du C.I.R. 1992, qui permet le recouvrement de chacune des quotités de l'impôt afférentes aux revenus respectifs des conjoints sur les biens propres des deux conjoints, est une mesure pertinente au regard du but poursuivi par le législateur : éviter toute possibilité de collusion entre époux, qui peut exister même en cas de séparation de fait. La séparation de fait des époux n'affecte en rien les effets de leur régime matrimonial : les mesures qu'ils auraient prises pour mettre le patrimoine de l'un d'eux à l'abri des
tegengeworpen. De wetgever heeft dus, zonder het gelijkheidsbeginsel poursuites pourraient être opposées au fisc. Le législateur a donc pu,
te schenden, zich ervan kunnen onthouden af te wijken van de regel van sans violer le principe d'égalité, s'abstenir de déroger à la règle de
artikel 394, § 1, van het W.I.B. 1992 ten voordele van feitelijk l'article 394, § 1er, du C.I.R. 1992 au profit des conjoints séparés
gescheiden echtgenoten, omdat een dergelijke scheiding de de fait puisque cette séparation ne modifie pas la situation juridique
rechtstoestand van hun goederen niet wijzigt.
B.6. Overigens is het aangewende middel om de doelstelling te bereiken de leurs biens.
niet onevenredig, aangezien het voor de echtgenoot van de B.6. Par ailleurs, le moyen utilisé pour atteindre l'objectif n'est
belastingschuldige overeenkomstig het tweede lid van artikel 394, § 1, pas disproportionné, l'alinéa 2 de l'article 394, § 1er, du C.I.R.
van het W.I.B. 1992 mogelijk was te ontsnappen aan een invordering van 1992 permettant au conjoint du redevable d'échapper à un recouvrement
de belasting op de eigen goederen, indien hij aantoont dat hij zich in de l'impôt sur ses biens propres s'il démontre qu'il se trouve dans
une des quatre hypothèses énumérées par cette disposition. En outre,
een van de vier in die bepaling opgesomde gevallen bevindt. Bovendien, si la séparation de fait aboutit à un divorce, il peut, en règle, être
indien de feitelijke scheiding uitloopt op een echtscheiding, kan in tenu compte de la dette d'impôt acquittée par le conjoint du redevable
de regel rekening worden gehouden met de door de echtgenoot van de lors de la liquidation du régime matrimonial.
belastingschuldige betaalde belastingschuld bij de vereffening van het B.7. En ce qu'il permet à l'administration fiscale de recouvrer la
huwelijksvermogensstelsel. dette d'impôt sur les biens des deux conjoints, même lorsque ceux-ci
B.7. Doordat artikel 394, § 1, van het W.I.B. 1992 de sont séparés de fait, l'article 394, § 1er, du C.I.R. 1992 ne viole
belastingadministratie toestaat de belastingschuld te verhalen op de
goederen van de beide echtgenoten, zelfs wanneer die feitelijk
gescheiden zijn, schendt het de artikelen 10 en 11 van de Grondwet pas les articles 10 et 11 de la Constitution.
niet. B.8. Door ingevolge de toepassing van de regels betreffende de B.8. Par contre, en visant uniquement le « redevable », par suite de
inkohiering de feitelijk gescheiden echtgenoot uit te sluiten uit het
begrip « belastingplichtige » in artikel 366 van het W.I.B. 1992, l'application des règles relatives à l'enrôlement, l'article 366 du
wordt daarentegen aan die echtgenoot het fundamenteel recht van C.I.R. 1992 prive le conjoint séparé de fait, en matière d'impôts sur
verdediging inzake inkomstenbelastingen ontzegd, terwijl dat recht, op
basis van dezelfde regels, is gewaarborgd aan de samenwonende les revenus, du droit fondamental de se défendre alors que ce droit
echtgenoot. De feitelijk gescheiden echtgenoot beschikt dan ook over est garanti, sur la base des mêmes règles, aux conjoints vivant
geen enkel rechtsmiddel om de belasting te betwisten die ten name van ensemble. Le conjoint séparé de fait ne dispose dès lors d'aucun
de andere echtgenoot is gevestigd en tot betaling waarvan hij gehouden recours lui permettant de contester l'impôt établi au nom de l'autre
zou kunnen zijn. conjoint et au paiement duquel il pourrait être tenu.
B.9. De zorg om fictieve scheidingen te ontmoedigen met als doel de B.9. Le souci de décourager les séparations fictives dans le but
belasting te vermijden, kan niet verantwoorden dat wordt afgeweken van d'éviter l'impôt ne peut justifier qu'il soit dérogé au droit
het fundamenteel recht om voor een rechtsinstantie de gegrondheid van fondamental de contester devant une juridiction le bien-fondé d'une
een schuld te betwisten, zelfs als het een belastingschuld betreft en dette, même s'il s'agit d'une dette fiscale et que le débiteur est
de schuldenaar krachtens een bij wet ingevoerde hoofdelijkheid tenu de la payer en vertu d'une solidarité établie par la loi.
gehouden is tot betaling ervan.
B.10. Artikel 366 van het W.I.B. 1992 schendt artikel 10 van de B.10. L'article 366 du C.I.R. 1992 viole l'article 10 de la
Grondwet in zoverre die bepaling het recht om bezwaar in te dienen Constitution en tant qu'il n'accorde le droit de se pourvoir en
tegen een belastingaanslag slechts toekent aan de belastingplichtige réclamation contre une imposition qu'au seul redevable au nom duquel
ten name van wie de aanslag gevestigd is, met uitsluiting van de la cotisation est établie, à l'exclusion du conjoint séparé de fait au
feitelijk gescheiden echtgenoot ten name van wie de aanslag niet nom duquel cette cotisation n'est pas établie, alors que ce dernier,
gevestigd is, terwijl die echtgenoot, op grond van artikel 394 van het sur la base de l'article 394 du C.I.R. 1992, est tenu de payer la
W.I.B. 1992 gehouden is tot de belastingschuld die ten name van de dette fiscale établie au nom de l'autre conjoint.
andere echtgenoot is gevestigd.
B.11. Wanneer het Hof de schending heeft vastgesteld van de artikelen
10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk gelezen, dient niet meer te B.11. Lorsque la Cour a constaté la violation des articles 10 et 11 de
worden onderzocht of, zoals in de prejudiciële vraag is vervat, die la Constitution, lus isolément, il n'y a plus lieu d'examiner si,
comme l'implique la question préjudicielle, ces dispositions
grondwettelijke bepalingen in samenhang gelezen met artikel 6 van het constitutionnelles, lues en combinaison avec l'article 6 de la
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, zijn geschonden en Convention européenne des droits de l'homme, sont violées ni de
daarbij na te gaan of de bepalingen van dat artikel van het voornoemde vérifier à cet égard si les dispositions de cet article de ladite
Verdrag te dezen van toepassing zijn. Convention sont applicables en l'espèce.
B.12. Er dient te worden opgemerkt dat artikel 366 van het W.I.B. B.12. Il convient d'observer que l'article 366 du C.I.R. 1992 a été
1992, ingevolge het arrest nr. 39/96 van het Hof waarin de in B.10 modifié, à la suite de l'arrêt n° 39/96 de la Cour qui avait constaté
beschreven ongrondwettigheid werd vastgesteld, is gewijzigd bij l'inconstitutionnalité décrite en B.10, par l'article 24 de la loi du
artikel 24 van de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van 15 mars 1999 relative au contentieux en matière fiscale. Cette
fiscale geschillen. Die bepaling wijzigt artikel 366 van het W.I.B. disposition modifie l'article 366 du C.I.R. 1992, qui se lit désormais
1992, dat voortaan als volgt luidt : comme suit :
« De belastingschuldige, alsmede zijn echtgenoot op wiens goederen de « Le redevable, ainsi que son conjoint sur les biens duquel
l'imposition est mise en recouvrement, peut se pourvoir en
aanslag wordt ingevorderd, kan tegen het bedrag van de gevestigde réclamation, par écrit, contre le montant de l'imposition établie, y
aanslag, opcentiemen, verhogingen en boeten inbegrepen, schriftelijk compris tous additionnels, accroissements et amendes, auprès du
bezwaar indienen bij de directeur der belastingen in wiens ambtsgebied directeur des contributions dans le ressort duquel l'imposition,
de aanslag, de verhoging en de boete zijn gevestigd. » l'accroissement et l'amende ont été établis. »
Krachtens artikel 97, tweede lid, van dezelfde wet is die bepaling in
werking getreden vanaf de bekendmaking van de wet, dat wil zeggen op En vertu de l'article 97, alinéa 2, de la même loi, cette disposition
27 maart 1999. est entrée en vigueur dès la publication de la loi, c'est-à-dire le 27
B.13. Het komt het verwijzende rechtscollege toe te onderzoeken of, te mars 1999. B.13. Il appartient à la juridiction a quo d'examiner si, en l'espèce,
dezen, de appellante het voordeel van die nieuwe bepaling heeft l'appelante a bénéficié de cette nouvelle disposition ou si elle s'est
genoten ofwel of op haar de vroegere regeling werd toegepast, die door vu appliquer le régime antérieur, jugé discriminatoire par la Cour.
het Hof discriminerend werd geacht.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
- Artikel 394, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 - L'article 394, § 1er, du Code des impôts sur les revenus 1992 ne
schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution.
- Artikel 366 van hetzelfde Wetboek, vóór de wijziging ervan bij - L'article 366 du même Code, avant sa modification par l'article 24
artikel 24 van de wet van 15 maart 1999, schendt de artikelen 10 en 11 de la loi du 15 mars 1999, viole les articles 10 et 11 de la
van de Grondwet, in zoverre die bepaling het recht om bezwaar in te
dienen tegen een belastingaanslag slechts toekent aan de Constitution en tant qu'il n'accorde le droit de se pourvoir en
belastingplichtige ten name van wie de aanslag gevestigd is, met réclamation contre une imposition qu'au seul redevable au nom duquel
uitsluiting van de feitelijk gescheiden echtgenoot ten name van wie de la cotisation a été établie, à l'exclusion du conjoint séparé de fait
aanslag niet gevestigd is, terwijl laatstgenoemde, op grond van au nom duquel cette cotisation n'est pas établie, alors que ce
artikel 394 van hetzelfde Wetboek, gehouden is tot de belastingschuld dernier, sur la base de l'article 394 du même Code, est tenu de payer
die ten name van de andere echtgenoot is gevestigd. la dette fiscale établie au nom de l'autre conjoint.
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 24 maart 2004. la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 24 mars 2004.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, Le président,
A. Arts. A. Arts.
^