Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 161/2003 van 10 december 2003 Rolnummer 2580 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 46 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, gesteld door de Rechtbank van Koophandel te Brussel. Het Arbitra samengesteld uit rechter P. Martens, waarnemend voorzitter, en voorzitter A. Arts, en de rechters M(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 161/2003 van 10 december 2003 Rolnummer 2580 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 46 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, gesteld door de Rechtbank van Koophandel te Brussel. Het Arbitra samengesteld uit rechter P. Martens, waarnemend voorzitter, en voorzitter A. Arts, en de rechters M(...) Extrait de l'arrêt n° 161/2003 du 10 décembre 2003 Numéro du rôle : 2580 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 46 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, posées par le Tribunal de commerce de Bruxelles. La C composée du juge P. Martens, faisant fonction de président, et du président A. Arts, et des juges M(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Uittreksel uit arrest nr. 161/2003 van 10 december 2003 Extrait de l'arrêt n° 161/2003 du 10 décembre 2003
Rolnummer 2580 Numéro du rôle : 2580
In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 46 van de En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 46 de la
faillissementswet van 8 augustus 1997, gesteld door de Rechtbank van loi du 8 août 1997 sur les faillites, posées par le Tribunal de
Koophandel te Brussel. commerce de Bruxelles.
Het Arbitragehof, La Cour d'arbitrage,
samengesteld uit rechter P. Martens, waarnemend voorzitter, en composée du juge P. Martens, faisant fonction de président, et du
voorzitter A. Arts, en de rechters M. Bossuyt, E. De Groot, A. Alen, président A. Arts, et des juges M. Bossuyt, E. De Groot, A. Alen,
J.-P. Snappe en J.-P. Moerman, bijgestaan door de griffier P.-Y. J.-P. Snappe et J.-P. Moerman, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux,
Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter P. Martens, présidée par le juge P. Martens,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging I. Objet des questions préjudicielles et procédure
Bij vonnis van 28 november 2002 in zake J.-P. Vander Borght en R. Par jugement du 28 novembre 2002 en cause de J.-P. Vander Borght et R.
Parijs en de b.v.b.a. Courtfield Belgium tegen de n.v. Interbrew Parijs et de la s.p.r.l. Courtfield Belgium contre la s.a. Interbrew
Belgium en L. Segers, waarvan de expeditie ter griffie van het Belgium et L. Segers, dont l'expédition est parvenue au greffe de la
Arbitragehof is ingekomen op 9 december 2002, heeft de Rechtbank van Cour d'arbitrage le 9 décembre 2002, le Tribunal de commerce de
Koophandel te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : Bruxelles a posé les questions préjudicielles suivantes :
« 1. Schendt artikel 46 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, « 1. L'article 46 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites,
in die zin geïnterpreteerd dat het een curator toestaat af te wijken
van de wet van 30 april 1951 op de handelshuurovereenkomsten, waarbij interprété comme autorisant un curateur à déroger à la loi du 30 avril
de bij die wet bepaalde voorwaarden om een einde te kunnen maken aan 1951 sur les baux commerciaux en ne respectant pas les conditions
de huurovereenkomst die de gefailleerde aan de huurder bindt, niet fixées par cette loi pour pouvoir mettre fin au bail qui lie le failli
worden nageleefd, al dan niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? au preneur, viole-t-il ou non les articles 10 et 11 de la Constitution
2. Schendt artikel 46 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, in ? 2. L'article 46 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, interprété
die zin geïnterpreteerd dat het de uitgezette huurder zou verbieden de en ce qu'il interdirait au preneur évincé de réclamer paiement au
betaling van een vergoeding wegens uitzetting te vorderen van de curateur qualitate qua d'une indemnité d'éviction telle que prévue par
curator qualitate qua, zoals bepaald in artikel 25 van de wet van 30 l'article 25 de la loi du 30 avril 1951, viole-t-il ou non les
april 1951, al dan niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? » articles 10 et 11 de la Constitution ? »
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. Artikel 46 van de faillissementswet van 8 augustus 1997 bepaalt : B.1. L'article 46 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites dispose :
« Na hun ambtsaanvaarding beslissen de curators onverwijld of zij de « Dès leur entrée en fonctions, les curateurs décident sans délai
overeenkomsten die gesloten zijn voor de datum van het vonnis van faillietverklaring en waaraan door dat vonnis geen einde wordt gemaakt, al dan niet verder uitvoeren. De partij die de overeenkomst met de gefailleerde heeft gesloten, kan de curators aanmanen om die beslissing binnen vijftien dagen te nemen. Indien geen verlenging van termijn is overeengekomen of indien de curators geen beslissing nemen, wordt de overeenkomst geacht door toedoen van de curators te zijn verbroken vanaf het verstrijken van deze termijn; de schuldvordering van de schade die eventueel verschuldigd zou zijn aan de medecontractant wegens de niet-uitvoering, wordt opgenomen in de boedel. s'ils poursuivent l'exécution des contrats conclus avant la date du jugement déclaratif de la faillite et auxquels ce jugement ne met pas fin. La partie qui a contracté avec le failli peut mettre les curateurs en demeure de prendre cette décision dans les quinze jours. Si aucune prorogation de délai n'est convenue ou si les curateurs ne prennent pas de décision, le contrat est présumé être résilié par les curateurs dès l'expiration de ce délai; la créance de dommages et intérêts éventuellement dus au co-contractant du fait de l'inexécution entre dans la masse.
Indien de curators beslissen de overeenkomst uit te voeren, heeft de Lorsque les curateurs décident d'exécuter le contrat, le
medecontractant recht, ten laste van de boedel, op de uitvoering van co-contractant a droit, à charge de la masse, à l'exécution de cet
de verbintenis in zoverre zij betrekking heeft op prestaties geleverd engagement dans la mesure où celui-ci a trait à des prestations
na het faillissement. » effectuées après la faillite. »
Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag Quant à la première question préjudicielle
B.2. De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over de B.2. Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de cette
bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 10 en 11 van de disposition avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce
Grondwet, in zoverre zij het een curator mogelijk maakt af te wijken
van de wet van 30 april 1951 op de handelshuurovereenkomsten zonder qu'elle autorise un curateur à déroger à la loi du 30 avril 1951 sur
naleving van de bij die wet vastgestelde voorwaarden om een einde te les baux commerciaux en ne respectant pas les conditions fixées par
kunnen maken aan de huurovereenkomst die de gefailleerde aan de cette loi pour pouvoir mettre fin au bail qui lie le failli au
huurder bindt. preneur.
B.3. Uit de parlementaire voorbereiding van de faillissementswet van 8 B.3. Il ressort des travaux préparatoires de la loi du 8 août 1997 sur
augustus 1997 blijkt dat de wetgever heeft beoogd « inzonderheid de les faillites que le législateur a voulu « mieux concilier les
belangen [af te wegen] van de schuldeisers, van de overheid, van de intérêts des créanciers, des pouvoirs publics, des travailleurs et du
werknemers en van de gefailleerde zelf » (Parl. St., Kamer, 1991-1992, failli lui-même » (Doc. parl., Chambre, 1991-1992, no 631/1, p. 1). Il
nr. 631/1, p. 1). Zijn zorg bestond erin « op een evenwichtige wijze s'est soucié de tenir « compte, de manière équilibrée, des intérêts
rekening [te houden] met de gecombineerde belangen van de gefailleerde combinés de la personne du failli, des créanciers, des travailleurs et
zelf, van de schuldeisers, de werknemers en de economie in [haar] de l'économie dans son ensemble » et d'assurer un règlement humain qui
geheel » en voor een menselijke regeling te zorgen die de rechten van respecte les droits de toutes les parties intéressées (ibid., no
alle betrokken partijen eerbiedigt (ibid., nr. 631/13, p. 29). 631/13, p. 29).
In verband met de behandeling van de lopende overeenkomsten heeft hij Concernant le sort des contrats en cours, il a voulu confier au
de curator de bevoegdheid willen verlenen om te beslissen of hij al curateur le pouvoir de décider s'il exécute ou non le contrat, « faute
dan niet de overeenkomst uitvoert; « zou hij dit niet kunnen doen, dan de quoi certains créanciers pourraient obtenir plus de la faillite que
zouden bepaalde schuldeisers meer rechten kunnen laten gelden
tegenover de boedel dan andere en zou het gelijkheidsbeginsel d'autres, ce qui violerait le principe de l'égalité » (ibid., no
doorkruist worden » (ibid., nr. 631/1, p. 23). 631/1, p. 23).
B.4. Door alle overeenkomsten te beogen, met inbegrip van die welke B.4. En visant tous les contrats, y compris ceux qui sont régis par la
bij de wet van 30 april 1951 op de handelshuurovereenkomsten worden geregeld, neemt de wetgever een maatregel die relevant is ten opzichte van de nagestreefde doelstelling, die erin bestaat de gelijkheid van de schuldeisers te verzekeren en dus sommige schuldeisers ten opzichte van andere niet te bevoordelen. Indien de curatoren zouden worden verplicht in alle omstandigheden handelshuurovereenkomsten verder te zetten, zouden de andere schuldeisers van het faillissement kunnen worden benadeeld doordat een realisatie van onroerend goed bezwaard met een lopende handelshuurovereenkomst nadeliger kan zijn voor de boedel. De specificiteit van een faillissement die de gelijke behandeling van schuldeisers dient te verzekeren verantwoordt naar redelijkheid het verschil in behandeling tussen twee categorieën van huurders van een handelshuurovereenkomst naargelang de verhuurder met wie zij die overeenkomst hebben gesloten al dan niet handelaar is. B.5. De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag B.6. De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met de artikelen loi du 30 avril 1951 sur les baux commerciaux, le législateur prend une mesure pertinente au regard de l'objectif poursuivi, qui est d'assurer l'égalité des créanciers, donc de ne pas favoriser certains créanciers par rapport à d'autres. Si les curateurs étaient obligés en toutes circonstances de poursuivre les contrats de bail commercial, les autres créanciers de la faillite pourraient être préjudiciés en ce que la réalisation d'un bien immobilier grevé d'un bail commercial en cours peut être préjudiciable pour la masse. La spécificité d'une faillite qui doit assurer le traitement égal des créanciers justifie raisonnablement la différence de traitement entre deux catégories de preneurs d'un bail commercial, selon que le bailleur avec lequel ils ont contracté est commerçant ou non. B.5. La première question préjudicielle appelle une réponse négative. Quant à la deuxième question préjudicielle B.6. Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de la
10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij de uitgezette huurder zou disposition en cause avec les articles 10 et 11 de la Constitution en
verbieden de betaling van een vergoeding wegens uitzetting te vorderen ce qu'elle interdirait au preneur évincé de réclamer paiement au
van de curator qualitate qua, zoals bepaald in artikel 25 van de wet curateur qualitate qua d'une indemnité d'éviction prévue par l'article
van 30 april 1951. 25 de la loi du 30 avril 1951.
B.7. De in het geding zijnde bepaling verbiedt de uitgezette medecontractant niet aanspraak te maken op de betaling van een vergoeding, overeenkomstig de ter zake geldende regels. Die schuldvordering volgt weliswaar de wet van de samenloop. Die oplossing is echter in overeenstemming met de regel van de gelijkheid van de schuldeisers en creëert derhalve geen onverantwoord verschil in behandeling. B.8. De tweede prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof B.7. La disposition en cause n'interdit pas au cocontractant évincé de prétendre au paiement d'une indemnité, conformément aux règles applicables en la matière. Il est vrai que cette créance suit la loi du concours. Mais cette solution est conforme à la règle de l'égalité des créanciers et ne crée donc pas de différence de traitement injustifiée. B.8. La deuxième question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 46 van de faillissementswet van 8 augustus 1997 schendt de L'article 46 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites ne viole pas
artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. les articles 10 et 11 de la Constitution.
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 10 december 2003. la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 10 décembre 2003.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
De wnd. voorzitter, Le président f.f.,
P. Martens. P. Martens.
^