← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 75/2003 van 28 mei 2003 Rolnummer : 2461 In zake : de
prejudiciële vraag betreffende artikel 1, § 1, van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van
het recht op een bestaansminimum, gesteld door de Arbeidsr Het Arbitragehof, samengesteld
uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. Fran(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 75/2003 van 28 mei 2003 Rolnummer : 2461 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1, § 1, van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, gesteld door de Arbeidsr Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. Fran(...) | Extrait de l'arrêt n° 75/2003 du 28 mai 2003 Numéro de rôle : 2461 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1 er , § 1 er , de la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'exist La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. François, P(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 75/2003 van 28 mei 2003 | Extrait de l'arrêt n° 75/2003 du 28 mai 2003 |
Rolnummer : 2461 | Numéro de rôle : 2461 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1, § 1, van de wet | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1er, § 1er, |
van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een | de la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens |
bestaansminimum, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Hasselt. | d'existence, posée par le Tribunal du travail de Hasselt. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters | composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. |
L. François, P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. | François, P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. |
Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman et E. Derycke, | Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman et E. Derycke, assistée |
bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, | du greffier L. Potoms, présidée par le président A. Arts, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij vonnis van 21 juni 2002 in zake Y. Seguer tegen het openbaar | Par jugement du 21 juin 2002 en cause de Y. Seguer contre le centre |
centrum voor maatschappelijk welzijn van Hasselt, waarvan de expeditie | public d'aide sociale de Hasselt, dont l'expédition est parvenue au |
ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 26 juni 2002, heeft | greffe de la Cour d'arbitrage le 26 juin 2002, le Tribunal du travail |
de Arbeidsrechtbank te Hasselt de volgende prejudiciële vraag gesteld : | de Hasselt a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt de wet tot instelling van het recht op bestaansminimum van 7 | « La loi sur le minimum de moyens d'existence du 7 août 1974 |
augustus 1974 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in voorkomend | viole-t-elle les articles 10 et 11 de la Constitution, le cas échéant |
geval samengelezen met artikel 26 van het Internationaal Verdrag | lus en combinaison avec l'article 26 du Pacte international relatif |
inzake burgerrechten en politieke rechten, artikel 14 van het Europees | aux droits civils et politiques, avec l'article 14 de la Convention |
Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele | européenne de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés |
vrijheden en artikel 1 van het Eerste Protocol, door in artikel 1, § | fondamentales et avec l'article 1er du Premier Protocole, en réservant |
1, het recht op het bestaansminimum voor te behouden aan iedere Belg, | à l'article 1er, § 1er, le droit au minimum de moyens d'existence à |
die zijn burgerlijke meerderjarigheid heeft bereikt, die zijn | tout Belge ayant atteint l'âge de la majorité civile, qui a sa |
werkelijke verblijfplaats in België heeft en die geen toereikende | résidence effective en Belgique et ne dispose pas de ressources |
bestaansmiddelen heeft, noch in staat is deze hetzij door eigen | suffisantes et n'est pas en mesure de se les procurer soit par ses |
inspanningen, hetzij op een andere manier te verwerven, terwijl | efforts personnels, soit par d'autres moyens, alors que les personnes |
personen die de Belgische nationaliteit niet bezitten en die niet tot | qui ne possèdent pas la nationalité belge et qui n'appartiennent pas à |
één van de uitgebreide categorieën in uitvoering van artikel 1, § 2, | l'une des catégories étendues en exécution de l'article 1er, § 2, de |
van de wet behoren, terwijl zij aan alle overige voorwaarden om | la loi, cependant qu'elles remplissent toutes les autres conditions |
aanspraak te maken op het bestaansminimum voldoen, van dit recht | pour prétendre au minimum de moyens d'existence, sont exclues de ce |
worden uitgesloten, eventueel in acht genomen dat zij in gelijke mate | droit, compte tenu éventuellement du fait qu'elles ont payé des impôts |
als de eigen nationale onderdanen belastingen hebben betaald en dus | dans une mesure égale à celle des ressortissants nationaux propres et |
hebben bijgedragen tot het financieren van deze uitkering ? » | qu'elles ont donc contribué au financement de ces allocations ? » |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. De prejudiciële vraag betreft artikel 1 van de wet van 7 augustus | B.1. La question préjudicielle concerne l'article 1er de la loi du 7 |
1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum (hierna « wet op het bestaansminimum » genoemd), dat luidt : « § 1. Iedere Belg, die zijn burgerlijke meerderjarigheid heeft bereikt, die zijn werkelijke verblijfplaats in België heeft en die geen toereikende bestaansmiddelen heeft, noch in staat is deze hetzij door eigen inspanningen, hetzij op een andere manier te verwerven, heeft recht op een bestaansminimum. De Koning bepaalt wat onder werkelijke verblijfplaats dient verstaan te worden. Hetzelfde recht wordt verleend aan de minderjarigen ontvoogd door huwelijk, alsmede aan de ongehuwden met één of meer kinderen ten laste. § 2. De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit, de toepassing van deze wet uitbreiden, onder de door Hem bepaalde voorwaarden, tot andere categorieën van minderjarigen en tot personen die de Belgische nationaliteit niet bezitten. Voor de toepassing van deze wet wordt de persoon van onbepaalde | août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence (ci-après « loi relative au minimex »), lequel est libellé comme suit : « § 1er. Tout Belge ayant atteint l'âge de la majorité civile, qui a sa résidence effective en Belgique et ne dispose pas de ressources suffisantes et n'est pas en mesure de se les procurer soit par ses efforts personnels, soit par d'autres moyens, a droit à un minimum de moyens d'existence. Le Roi détermine ce qu'il faut entendre par résidence effective. Le même droit est reconnu aux mineurs émancipés par mariage, ainsi qu'aux célibataires, ayant la charge d'un ou plusieurs enfants. § 2. Le Roi peut, par arrêté délibéré en Conseil des Ministres, étendre l'application de la présente loi, dans les conditions fixées par Lui, à d'autres catégories de mineurs, ainsi qu'à des personnes ne possédant pas la nationalité belge. Pour l'application de la présente loi, la personne de nationalité |
nationaliteit gelijkgesteld met de staatloze. » | indéterminée est assimilée à l'apatride. » |
Artikel 1 van het koninklijk besluit van 27 maart 1987 houdende | L'article 1er de l'arrêté royal du 27 mars 1987 « étendant le champ |
uitbreiding van het toepassingsgebied van de wet van 7 augustus 1974 | d'application de la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un |
tot instelling van het recht op een bestaansminimum tot personen die | minimum de moyens d'existence à des personnes ne possédant pas la |
de Belgische nationaliteit niet bezitten, luidt : | nationalité belge » dispose : |
« Artikel 1.Het toepassingsgebied van de wet van 7 augustus 1974 tot |
« Article 1.Le champ d'application de la loi du 7 août 1974 |
instelling van het recht op een bestaansminimum wordt uitgebreid tot | instituant le droit à un minimum de moyens d'existence est étendu aux |
de volgende personen : | personnes suivantes : |
1o degenen die het voordeel genieten van de toepassing van de | 1o celles qui bénéficient de l'application du Règlement (C.E.E.) no |
Verordening (E.E.G.) nr. 1612/68 van 15 oktober 1968 van de Raad van | 1612/68 du 15 octobre 1968 du Conseil des Communautés européennes |
de Europese Gemeenschappen, betreffende het vrije verkeer van | relatif à la libre circulation des travailleurs à l'intérieur de la |
werknemers binnen de Gemeenschap; | Communauté; |
2o de staatlozen die onder de toepassing vallen van het Verdrag | 2o les apatrides qui tombent sous l'application de la Convention |
betreffende de status van staatlozen, ondertekend te New-York op 28 | relative au statut des apatrides, signée à New-York le 28 septembre |
september 1954 en goedgekeurd bij de wet van 12 mei 1960; | 1954 et approuvée par la loi du 12 mai 1960; |
3o de vluchtelingen in de zin van artikel 49 van de wet van 15 | 3o les réfugiés au sens de l'article 49 de la loi du 15 décembre 1980 |
december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het | sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers. |
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. | Pour avoir droit au minimum de moyens d'existence, les personnes |
Om recht te hebben op het bestaansminimum moeten de hiervoren vermelde | susvisées doivent remplir les mêmes conditions que les Belges, en ce |
personen voldoen aan dezelfde voorwaarden als de Belgen, met inbegrip | compris la condition relative à l'âge de la majorité telle qu'elle |
van de voorwaarde inzake de leeftijd van de meerderjarigheid zoals die | |
overeenkomstig artikel 1, § 1, eerste lid, van de voornoemde wet van 7 | s'applique aux Belges conformément à l'article 1er, § 1er, alinéa 1er, |
augustus 1974 voor de Belgen geldt, tenzij ze zich, onder dezelfde | de la loi du 7 août 1974 précitée, à moins qu'ils puissent se |
voorwaarden als de Belgen, kunnen beroepen op de bepalingen van | prévaloir, dans les mêmes conditions que les Belges, des dispositions |
artikel 1, § 1, derde lid, van die laatste wet. » | de l'article 1er, § 1er, alinéa 3, de cette dernière loi. » |
B.2. De verwijzende rechter vraagt aan het Hof of artikel 1 van de wet | B.2. Le juge a quo demande à la Cour si l'article 1er de la loi |
op het bestaansminimum de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in | relative au minimex viole les articles 10 et 11 de la Constitution lus |
voorkomend geval in samenhang gelezen met artikel 26 van het | en combinaison, le cas échéant, avec l'article 26 du Pacte |
Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, | international relatif aux droits civils et politiques, avec l'article |
artikel 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag schendt, doordat die bepaling het bestaansminimum voorbehoudt aan Belgen, terwijl het vreemdelingen die niet behoren tot een van de categorieën van vreemdelingen die met toepassing van artikel 1, § 2, van de wet op het bestaansminimum onder het toepassingsgebied van die wet worden gebracht, hiervan uitsluit. B.3. Volgens de Ministerraad zou het Hof onbevoegd zijn om die vraag te beantwoorden omdat het personele toepassingsgebied van de wet op het bestaansminimum in werkelijkheid niet door de wet maar door de uitvoeringsbesluiten zou worden bepaald. De in het geding zijnde bepaling maakt een onderscheid tussen, enerzijds, Belgen aan wie het recht op een bestaansminimum wordt verleend indien zij voldoen aan de bij de wet gestelde vereisten, en, anderzijds, personen die de Belgische nationaliteit niet bezitten en die slechts recht hebben op een bestaansminimum indien de Koning hen dat toekent. Zo begrepen stelt de in het geding zijnde bepaling een onderscheid in behandeling in dat gegrond is op de nationaliteit van de betrokkenen. De exceptie van de Ministerraad wordt verworpen. | 14 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 1er du Premier Protocole additionnel à cette Convention, en tant que la disposition susdite réserve le droit au minimum de moyens d'existence aux Belges, tandis qu'elle refuse cette aide aux étrangers qui n'appartiennent pas à l'une des catégories d'étrangers qui, en application de l'article 1er, § 2, de la loi relative au minimex, peuvent bénéficier de cette loi. B.3. Selon le Conseil des ministres, la Cour ne serait pas compétente pour répondre à cette question, parce que le champ d'application ratione personae de la loi relative au minimex ne serait en réalité pas déterminé par cette dernière mais par ses arrêtés d'exécution. La disposition en cause établit une distinction entre, d'une part, les Belges auxquels le droit au minimex est accordé s'ils satisfont aux exigences fixées par la loi et, d'autre part, les personnes qui ne possèdent pas la nationalité belge et qui n'ont droit au minimex que si le Roi le leur accorde. Interprétée dans ce sens, la disposition en cause instaure une différence de traitement fondée sur la nationalité des intéressés. L'exception du Conseil des ministres est rejetée. |
B.4. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat de zaak voor de | B.4. Il appert de la décision de renvoi que l'affaire portée devant le |
verwijzende rechter betrekking heeft op een vreemdeling die gemachtigd | |
is tot vestiging in het Rijk. Sinds het in werking treden van de wet | juge a quo concerne un étranger autorisé à s'établir dans le Royaume. |
van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, | Depuis l'entrée en vigueur de la loi du 26 mai 2002 concernant le |
heeft die categorie van vreemdelingen, die in het bevolkingsregister | droit à l'intégration sociale, cette catégorie d'étrangers, qui sont |
zijn ingeschreven, recht op een leefloon. Het Hof beperkt zijn | inscrits au registre de la population, a droit à un revenu |
onderzoek bijgevolg tot de grondwettigheid van artikel 1 van de wet | d'intégration. La Cour limite donc son examen à la constitutionnalité |
van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een | de l'article 1er de la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un |
bestaansminimum zoals van toepassing, vóór het in werking treden van | minimum de moyens d'existence, tel qu'il s'appliquait, avant l'entrée |
de wet van 26 mei 2002, op de categorie van personen van vreemde | en vigueur de la loi du 26 mai 2002, à la catégorie de personnes de |
nationaliteit die gemachtigd waren tot vestiging in het Rijk. | nationalité étrangère qui étaient autorisées à s'établir dans le Royaume. |
B.5. Tot de rechten en vrijheden die door de artikelen 10 en 11 van de | B.5. Parmi les droits et libertés garantis par les articles 10 et 11 |
Grondwet worden gewaarborgd, behoren de rechten en vrijheden die | de la Constitution figurent les droits et libertés résultant de |
voortvloeien uit internationale verdragsbepalingen die België binden. | dispositions conventionnelles internationales qui lient la Belgique. |
Artikel 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en | L'article 14 de la Convention européenne des droits de l'homme et |
artikel 26 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten waarborgen eveneens het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie. Tot die rechten en vrijheden behoort artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag, dat bepaalt : « Alle natuurlijke of rechtspersonen hebben recht op het ongestoord genot van hun eigendom. Niemand zal van zijn eigendom worden beroofd behalve in het algemeen belang en met inachtneming van de voorwaarden neergelegd in de wet en in de algemene beginselen van het internationaal recht. De voorgaande bepalingen zullen echter op geen enkele wijze het recht aantasten dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij noodzakelijk oordeelt om toezicht uit te oefenen op het gebruik van eigendom in overeenstemming met het algemeen belang of om de betaling van belastingen of andere heffingen en boeten te verzekeren. » B.6. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld, rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. | l'article 26 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques garantissent également le principe d'égalité et de non-discrimination. A ces droits et libertés ressortit l'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention susdite, lequel énonce : « Toute personne physique ou morale a droit au respect de ses biens. Nul ne peut être privé de sa propriété que pour cause d'utilité publique et dans les conditions prévues par la loi et les principes généraux du droit international. Les dispositions précédentes ne portent pas atteinte au droit que possèdent les Etats de mettre en vigueur les lois qu'ils jugent nécessaires pour réglementer l'usage des biens conformément à l'intérêt général ou pour assurer le paiement des impôts ou d'autres contributions ou des amendes. » B.6. Les règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination n'excluent pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. |
B.7.1. Volgens de wet op het bestaansminimum wordt dat minimum | B.7.1. En vertu de la loi relative au minimex, celui-ci est accordé à |
toegekend aan elke Belg die meerderjarig is, zijn werkelijke | tout Belge ayant atteint l'âge de la majorité, qui a sa résidence |
verblijfplaats in België heeft, die geen toereikende bestaansmiddelen | effective en Belgique et ne dispose pas de ressources suffisantes et |
heeft en die niet in staat is ze hetzij door eigen inspanningen, | n'est pas en mesure de se les procurer soit par ses efforts |
hetzij op een andere manier te verwerven (artikel 1). De bedoeling | personnels, soit par d'autres moyens (article 1er). Son but est de |
ervan is een behoorlijk minimum van bestaansmiddelen te garanderen aan | garantir un minimum décent de moyens d'existence à toute personne qui |
elke persoon die niet in staat is in zijn onderhoud te voorzien, noch | |
door zijn arbeid, noch door andere toelagen, noch door zijn eigen | n'est pas à même de pourvoir à son entretien, ni par son travail ni |
inkomsten van welke aard ook of voor wie die inkomsten ontoereikend | par d'autres allocations ni par ses propres revenus de quelque nature, |
zijn. Het bestaansminimum is een financiële hulp in de vorm van een | ou pour laquelle ces revenus sont insuffisants. Le minimex est une |
vast bedrag, vastgelegd in de wet en verschillend naar gelang van de | aide financière, d'un montant fixé par la loi et variant en fonction |
gezinssituatie van de betrokkene. Bij de toekenning ervan wordt | de la situation familiale de l'intéressé. Lorsqu'il est octroyé, il |
rekening gehouden met de andere bestaansmiddelen van de rechthebbende | est tenu compte des autres moyens d'existence du bénéficiaire et de |
en van zijn echtgenoot. Artikel 5, § 2, van de wet bepaalt evenwel met | son conjoint. L'article 5, § 2, de la loi détermine toutefois de quels |
welke inkomsten geen rekening mag worden gehouden voor het berekenen | revenus il ne peut être tenu compte pour le calcul des ressources. Le |
van de bestaansmiddelen. Het bestaansminimum wordt toegekend door het | minimex est accordé par le centre public d'aide sociale; la moitié au |
openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn; minstens de helft van | moins de ce montant est remboursée au centre par le ministère de la |
dat bedrag wordt aan het centrum terugbetaald door het Ministerie van | |
Volksgezondheid. | Santé publique. |
B.7.2. Uit de parlementaire voorbereiding van de wet op het | B.7.2. Il ressort des travaux préparatoires de la loi relative au |
bestaansminimum blijkt dat de kwestie van het personele | minimex que la question de son champ d'application ratione personae a |
toepassingsgebied van de wet verschillende malen aan de orde is | été évoquée à plusieurs reprises et qu'il a été plaidé de façon |
geweest, waarbij herhaaldelijk werd gepleit voor een uitbreiding ervan | répétée pour une extension de celui-ci en faveur des personnes de |
tot personen van vreemde nationaliteit (Parl. St ., Senaat, B.Z., | nationalité étrangère (Doc. parl. , Sénat, S.E., 1974, no 247/2, p. |
1974, nr. 247/2, p. 15, pp. 22 e.v., p. 68). | 15, pp. 22 et s., p. 68). |
Die uitbreiding werd afgewezen om de volgende redenen : | Cette extension a été rejetée pour les motifs suivants : |
« De Minister vraagt de niet-Belgen voorlopig niet onder de toepassing | « Le Ministre demande que, provisoirement, les ressortissants |
van de wet te brengen. Hij haalt hoofdzakelijk budgettaire redenen | étrangers ne soient pas inclus dans le champ d'application de la loi, |
ce qu'il justifie essentiellement par des raisons budgétaires. Il | |
aan. Hij wenst eerst een duidelijker inzicht te hebben in de | tient à avoir d'abord une idée plus précise de l'incidence financière |
financiële weerslag van die uitbreiding. Overigens blijft de wet van 2 | d'une telle mesure d'extension. Au demeurant, la loi du 2 avril 1965, |
april 1965, gewijzigd in 1971, betreffende het ten laste nemen van de | modifiée en 1971, relative à la prise en charge des frais d'assistance |
steun verleend door de C.O.O.'s van kracht. De Minister verwijst in | exposés par les C.A.P., reste en vigueur. A ce sujet, le Ministre |
dat verband ook naar de zeer duidelijke tekst in het advies van de | renvoie au texte très clair que contient l'avis du Conseil d'Etat |
Raad van State (stuk 247, (B.Z. 1974), nr. 1, p. 17, III). | (Doc. , Sénat 247 (S.E. 1974) no 1, p. 17, III). |
Le Ministre considère comme inévitable que, dans un certain temps, les | |
Volgens de Minister is het onvermijdelijk dat vreemdelingen op termijn | étrangers soient inclus dans le champ d'application de la loi, mais |
onder het toepassingsgebied van de wet worden gebracht, maar dan onder | encore sera-ce à certaines conditions et par phases successives. |
bepaalde voorwaarden en in meerdere fasen. Bijvoorbeeld eerst de | Ainsi, il pourrait s'agit en premier lieu des ressortissants des |
onderhorigen van de andere E.E.G.-landen. Dit zou misschien reeds | autres Etats membres de la C.E.E. Cela pourrait peut-être se faire dès |
kunnen vanaf 1 januari 1976. Later zal de wet uitgebreid kunnen worden | le 1er janvier 1976. Plus tard on pourrait étendre le bénéfice de la |
tot de andere landen waarmede wij een wederkerigheidsverdrag | loi à ceux des autres pays avec lesquels nous avons une convention de |
réciprocité et plus tard encore à tous les autres pays. Le Ministre | |
afgesloten hebben, en nog later tot alle andere landen. De Minister | demande en conséquence le rejet de tous les amendements déposés en ce |
vraagt dan ook alle amendementen terzake te verwerpen. Al de | sens. Toutes les extensions du bénéfice de la loi pourront être |
uitbreidingen kunnen geschieden bij koninklijk besluit. » (Parl. St ., | décidées par arrêté royal. » (Doc. parl. , Sénat, S.E., 1974, no |
Senaat, B.Z., 1974, nr. 247/2, p. 24; zie ook Hand ., Senaat, 10 juli | 247/2, p. 24; voy. aussi Ann. , Sénat, 10 juillet 1974, pp. 756, 780, |
1974, pp. 756, 780, 781 e.v.; Parl. St. , Kamer, B.Z., 1974, nr. 192/2, pp. 2, 6 en 8) | 781 et s.; Doc. parl. , Chambre, S.E., 1974, no 192/2, pp. 2, 6 et 8) |
De wetgever wilde dus, gelet op de mogelijke budgettaire repercussies | Le législateur entendait donc, compte tenu des répercussions |
van de uitbreiding van de wet tot vreemdelingen, geleidelijk aan te | budgétaires éventuelles de l'extension de l'application de la loi aux |
werk gaan en de vreemdelingen naar gelang van de categorie waartoe zij | étrangers, opérer de façon progressive et inclure, par arrêté royal, |
behoren in verschillende fasen bij koninklijk besluit onder de | les étrangers dans le champ d'application de la loi, en différentes |
toepassing van de wet brengen. | phases, selon la catégorie à laquelle ils appartiennent. |
B.8. Het in B.3 beschreven verschil in behandeling berust op een | B.8. La différence de traitement décrite au B.3 repose sur un critère |
objectief criterium, namelijk de nationaliteit, en houdt verband met | objectif, à savoir la nationalité, et est en rapport avec l'objectif |
de door de wetgever geformuleerde doelstelling, zijnde het garanderen | formulé par le législateur, qui est de garantir un minimum décent de |
van een behoorlijk minimum van bestaansmiddelen, in eerste instantie, | moyens d'existence, dans un premier temps, pour des motifs |
om budgettaire redenen, enkel aan de Belgen en vervolgens aan de | budgétaires, aux seuls Belges, les étrangers étant admis ensuite au |
vreemdelingen naar gelang van de categorie waartoe zij behoren en in | bénéfice de la loi par phases successives, en fonction de la catégorie |
opeenvolgende fasen waarbij voorrang dient te worden verleend aan die | à laquelle ils appartiennent, priorité devant être donnée aux |
vreemdelingen ten opzichte van wie België internationale | étrangers à l'égard desquels la Belgique a des obligations |
verplichtingen heeft. | internationales. |
B.9. Gelet op het residuair en niet-contributief karakter van het | B.9. Eu égard au caractère résiduaire et non contributif du régime du |
stelsel van bestaansminimum, dat gefinancierd wordt door | minimex, qui est financé par les deniers publics et non par des |
overheidsmiddelen en niet door eigen bijdragen, vermocht de wetgever | cotisations, le législateur pouvait, dans une première phase, |
in een eerste fase dat sociaal voordeel afhankelijk te stellen van een | subordonner l'octroi de cet avantage social à l'existence d'un lien |
voldoende band met België en bijgevolg de nationaliteit als vereiste | suffisant avec la Belgique et soumettre par conséquent l'application |
te stellen voor het toepassingsgebied van de wet. | de la loi à une condition de nationalité. |
Budgettaire overwegingen kunnen evenwel niet verantwoorden dat het in | Des considérations budgétaires ne sauraient toutefois justifier le |
B.3 beschreven verschil in behandeling op basis van de nationaliteit | maintien de la différence de traitement décrite au B.3 sur la base de |
blijvend wordt gehandhaafd, aangezien de verblijfstoestand van de | la nationalité, étant donné que la situation de séjour des étrangers |
vreemdelingen die gemachtigd zijn tot vestiging in het Rijk in hoge | autorisés à s'établir dans le Royaume est dans une large mesure |
mate gelijk is aan die van Belgen die hun werkelijke verblijfplaats in | semblable à celle des Belges qui ont leur résidence effective en |
België hebben. Onder voorbehoud van een kennelijk onredelijke | Belgique. Sous réserve d'une appréciation manifestement déraisonnable, |
beoordeling, komt het evenwel de wetgever toe te bepalen binnen welke | il appartient cependant au législateur de déterminer le délai |
tijdspanne de gelijkberechtiging van die categorieën van personen kan | nécessaire à la réalisation d'une égalité de traitement entre ces |
worden verwezenlijkt. | catégories de personnes. |
B.10. Het Hof stelt in de eerste plaats vast dat de legaal op het | B.10. La Cour constate en premier lieu que les étrangers séjournant |
grondgebied verblijvende vreemdelingen die in nood verkeren of | légalement sur le territoire et qui se trouvent dans le besoin ou dont |
onvoldoende middelen van bestaan hebben, volgens artikel 1 van de | les moyens d'existence sont insuffisants ont droit à l'aide sociale, |
organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor | en vertu de l'article 1er de la loi du 8 juillet 1976 organique des |
maatschappelijk welzijn, recht hebben op maatschappelijke | |
dienstverlening. Deze heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te | centres publics d'aide sociale. L'aide sociale a pour but de permettre |
stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke | à chacun de mener une vie conforme à la dignité humaine. Toute |
waardigheid. Elke persoon heeft hier in principe recht op, ongeacht de | personne y a droit en principe, sans égard à la nationalité, et donc |
nationaliteit, en dus ook vreemdelingen die op legale wijze op het | aussi les étrangers qui séjournent légalement sur le territoire. |
grondgebied verblijven. | |
Vervolgens moet worden opgemerkt dat het toepassingsgebied van de wet | Il convient ensuite d'observer que le champ d'application de la loi |
op het bestaansminimum diverse malen bij koninklijk besluit werd | relative au minimum de moyens d'existence a été étendu à diverses |
uitgebreid tot verschillende categorieën van vreemdelingen. | reprises par arrêté royal à plusieurs catégories d'étrangers. |
Met ingang van 1 oktober 2002 (zijnde de datum van inwerkingtreding | Enfin, depuis le 1er octobre 2002 (soit la date d'entrée en vigueur de |
van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke | la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale), le |
integratie) maakt de wetgever ten slotte niet langer een onderscheid | législateur ne fait plus de distinction entre les Belges et les |
tussen de Belgen en de vreemdelingen die gemachtigd zijn tot vestiging | étrangers autorisés à s'établir dans le Royaume. En effet, la loi du |
in het Rijk. De wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op | 26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale, qui a abrogé |
maatschappelijke integratie, die de wet op het bestaansminimum heeft | la loi relative au minimum de moyens d'existence (article 54), |
opgeheven (artikel 54), is immers van toepassing zowel op Belgen als | s'applique aussi bien aux Belges qu'aux étrangers inscrits au registre |
op vreemdelingen ingeschreven in het bevolkingsregister (artikel 3). | de la population (article 3). |
B.11. Het blijkt niet dat de wetgever die gelijke behandeling heeft | B.11. Il n'apparaît pas que le législateur ait réalisé cette égalité |
verwezenlijkt binnen een kennelijk onredelijke termijn. | de traitement dans un délai manifestement déraisonnable. |
B.12.1. In de prejudiciële vraag wordt het Hof tevens verzocht over te | B.12.1. Dans la question préjudicielle, il est aussi demandé à la Cour |
gaan tot een toetsing aan de hand van de artikelen 10 en 11 van de | de procéder à un contrôle au regard des articles 10 et 11 de la |
Grondwet, in combinatie met artikel 26 van het Internationaal Verdrag | Constitution combinés avec l'article 26 du Pacte international relatif |
inzake burgerrechten en politieke rechten. De combinatie met die | aux droits civils et politiques. La combinaison avec cette disposition |
verdragsbepaling leidt te dezen niet tot een andere conclusie. | conventionnelle ne conduit pas, en l'espèce, à une autre conclusion. |
B.12.2. Luidens de bewoordingen van de prejudiciële vraag noopt zij | B.12.2. Selon les termes de la question préjudicielle, celle-ci invite |
ook tot een toetsing, aan de hand van de artikelen 10 en 11 van de | aussi à contrôler la disposition en cause au regard des articles 10 et |
Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 14 van het Europees Verdrag | 11 de la Constitution combinés avec l'article 14 de la Convention |
voor de Rechten van de Mens en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend | européenne des droits de l'homme et avec l'article 1er du Premier |
Protocol bij dat Verdrag. Het Hof onderzoekt evenwel geen argument | Protocole additionnel à cette Convention. La Cour n'examine toutefois |
afgeleid uit de samenhang van artikel 1 van het Eerste Aanvullend | pas un argument tiré de la combinaison de l'article 1er du Premier |
Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en | Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme |
artikel 14 van dat Verdrag met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet | et de l'article 14 de cette Convention avec les articles 10 et 11 de |
wanneer zoals te dezen daaruit geen argument wordt afgeleid dat | la Constitution lorsque, comme en l'espèce, cet argument n'est pas |
verschillend is van die waarop men zich beroept ter ondersteuning van | distinct de ceux qui sont invoqués à l'appui de la violation alléguée |
de beweerde schending van die twee grondwetsartikelen en het Hof die | de ces deux articles de la Constitution et que la Cour a précédemment |
argumenten eerder heeft onderzocht. | examiné ces arguments. |
B.13. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.13. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 1 van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht | L'article 1er de la loi du 7 août 1974 instaurant le droit à un |
op een bestaansminimum schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, | minimum de moyens d'existence ne viole pas les articles 10 et 11 de la |
in samenhang gelezen met artikel 14 van het Europees Verdrag voor de | Constitution lus en combinaison avec l'article 14 de la Convention |
Rechten van de Mens, met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol | européenne des droits de l'homme, avec l'article 1er du Premier |
bij dat Verdrag en met artikel 26 van het Internationaal Verdrag | Protocole additionnel à cette Convention et avec l'article 26 du Pacte |
inzake burgerrechten en politieke rechten, niet, doordat het niet | international relatif aux droits civils et politiques, en tant qu'il |
uitsloot dat aan vreemdelingen die gemachtigd zijn tot vestiging in | n'excluait pas que ne soit pas accordé à des étrangers autorisés à |
het Rijk, het recht op bestaansminimum niet werd toegekend. | s'établir dans le Royaume le droit au minimum de moyens d'existence. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 28 mei 2003. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 28 mai 2003. |
De griffier, | Le greffier, |
L. Potoms | L. Potoms |
De voorzitter, | Le président, |
A. Arts | A. Arts |