← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 62/2003 van 14 mei 2003 Rolnummer 2393 In zake : het
beroep tot vernietiging van artikel 7 van de wet van 10 augustus 2001 houdende hervorming van de personenbelasting,
ingesteld door F. Van Den Broecke en anderen Het Arbitragehof, samengesteld uit
de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mar(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 62/2003 van 14 mei 2003 Rolnummer 2393 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 7 van de wet van 10 augustus 2001 houdende hervorming van de personenbelasting, ingesteld door F. Van Den Broecke en anderen Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mar(...) | Extrait de l'arrêt n° 62/2003 du 14 mai 2003 Numéro du rôle : 2393 En cause : le recours en annulation de l'article 7 de la loi du 10 août 2001 portant réforme de l'impôt des personnes physiques, introduit par F. Van Den Broecke et autres. La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 62/2003 van 14 mei 2003 | Extrait de l'arrêt n° 62/2003 du 14 mai 2003 |
Rolnummer 2393 | Numéro du rôle : 2393 |
In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 7 van de wet van 10 | En cause : le recours en annulation de l'article 7 de la loi du 10 |
augustus 2001 houdende hervorming van de personenbelasting, ingesteld | août 2001 portant réforme de l'impôt des personnes physiques, |
door F. Van Den Broecke en anderen. | introduit par F. Van Den Broecke et autres. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters | composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. |
P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen en J.-P. Snappe, | Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen et J.-P. Snappe, |
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. |
voorzitter A. Arts, | Arts, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging | I. Objet du recours et procédure |
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 18 maart 2002 | Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 18 |
ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 19 maart | mars 2002 et parvenue au greffe le 19 mars 2002, un recours en |
2002, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 7 van de wet | |
van 10 augustus 2001 houdende hervorming van de personenbelasting | annulation de l'article 7 de la loi du 10 août 2001 portant réforme de |
(bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 20 september 2001) door | l'impôt des personnes physiques (publiée au Moniteur belge du 20 |
septembre 2001) a été introduit par F. Van Den Broecke et A. De Pauw, | |
F. Van Den Broecke en A. De Pauw, wonende te 9260 Wichelen, | demeurant à 9260 Wichelen, Wetterensteenweg 15, I. Boosten et C. De |
Wetterensteenweg 15, I. Boosten en C. De Clercq, wonende te 9340 Lede, | Clercq, demeurant à 9340 Lede, Molenhoek 53, G. De Backer et G. Van |
Molenhoek 53, G. De Backer en G. Van Holsbeeck, wonende te 9320 Aalst, | Holsbeeck, demeurant à 9320 Alost, Kluizendreef 10, et K. Paemeleire, |
Kluizendreef 10, en K. Paemeleire, wonende te 9070 Destelbergen, | demeurant à 9070 Destelbergen, Burgemeester Meirsonstraat 21. |
Burgemeester Meirsonstraat 21. | |
(...) | (...) |
II. In rechte | II. En droit |
(...) | (...) |
B.1.1. Artikel 49 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 | B.1.1. L'article 49 du Code des impôts sur les revenus 1992 (C.I.R. |
(W.I.B. 1992) bepaalt : | 1992) dispose : |
« Als beroepskosten zijn aftrekbaar de kosten die de | « A titre de frais professionnels sont déductibles les frais que le |
belastingplichtige in het belastbare tijdperk heeft gedaan of gedragen | contribuable a faits ou supportés pendant la période imposable en vue |
om de belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden en waarvan hij | d'acquérir ou de conserver les revenus imposables et dont il justifie |
de echtheid en het bedrag verantwoordt door middel van bewijsstukken | la réalité et le montant au moyen de documents probants ou, quand cela |
of, ingeval zulks niet mogelijk is, door alle andere door het gemeen | n'est pas possible, par tous autres moyens de preuve admis par le |
recht toegelaten bewijsmiddelen, met uitzondering van de eed. | droit commun, sauf le serment. |
Als in het belastbare tijdperk gedaan of gedragen worden beschouwd, de | Sont considérés comme ayant été faits ou supportés pendant la période |
kosten die in dat tijdperk werkelijk zijn betaald of gedragen of het | imposable, les frais qui, pendant cette période, sont effectivement |
karakter van zekere en vaststaande schulden of verliezen hebben | payés ou supportés ou qui ont acquis le caractère de dettes ou pertes |
verkregen en als zodanig zijn geboekt. » | certaines et liquides et sont comptabilisés comme telles. » |
B.1.2. Artikel 51 van hetzelfde Wetboek, vóór de wijziging ervan bij | B.1.2. L'article 51 du même Code, avant sa modification par la |
de bestreden bepaling, luidde : | disposition attaquée, était libellé comme suit : |
« Met betrekking tot andere bezoldigingen en baten dan vergoedingen | « Pour ce qui concerne les rémunérations et les profits autres que les |
verkregen tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke | indemnités obtenues en réparation totale ou partielle d'une perte |
derving van bezoldigingen of baten, worden de beroepskosten, de in | temporaire de rémunérations ou de profits, les frais professionnels |
artikel 52, 7o en 8o, bedoelde bijdragen en sommen uitgezonderd, bij | autres que les cotisations et sommes visées à l'article 52, 7o et 8o, |
gebrek aan bewijzen forfaitair bepaald op percentages van het | sont, à défaut de preuves, fixés forfaitairement en pourcentages du |
brutobedrag van die inkomsten, vooraf verminderd met voormelde | montant brut de ces revenus préalablement diminués desdites |
bijdragen. | cotisations. |
Die percentages bedragen : | Ces pourcentages sont : |
1o voor bezoldigingen van werknemers : | 1o pour les rémunérations des travailleurs : |
a) 20 pct. van de eerste schijf van 3.750 EUR; | a) 20 p.c. de la première tranche de 3.750 EUR; |
b) 10 pct. van de schijf van 3.750 EUR tot 7.450 EUR; | b) 10 p.c. de la tranche de 3.750 EUR à 7.450 EUR; |
c) 5 pct. van de schijf van 7.450 EUR tot 12.400 EUR; | c) 5 p.c. de la tranche de 7.450 EUR à 12.400 EUR; |
d) 3 pct. van de schijf boven 12.400 EUR; | d) 3 p.c. de la tranche excédant 12.400 EUR; |
2o voor bezoldiging van bedrijfsleiders : 5 pct.; | 2o pour les rémunérations des dirigeants d'entreprise : 5 p.c.; |
3o [...]; | 3o [...]; |
4o voor baten : [de in] 1o vastgestelde percentages. | 4o pour les profits : les pourcentages fixés au 1o. |
In geen geval mag het forfait meer bedragen dan 2.500 EUR voor het | Le forfait ne peut, en aucun cas, dépasser 2500 EUR pour l'ensemble |
geheel van de inkomsten van éénzelfde categorie als vermeld in het tweede lid, 1o tot 4o. | des revenus d'une même catégorie visée à l'alinéa 2, 1o à 4o. |
Met betrekking tot bezoldigingen van werknemers wordt het forfait, | En ce qui concerne les rémunérations des travailleurs, le forfait est |
gelet op de uitzonderlijke kosten die voortvloeien uit de afstand | majoré, pour tenir compte des frais exceptionnels qui résultent de |
tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling, verhoogd met een | l'éloignement du domicile par rapport au lieu de travail, d'un montant |
bedrag bepaald volgens een door de Koning vastgestelde schaal. » | déterminé suivant une échelle fixée par le Roi. » |
B.2. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van artikel 7 | B.2. Les parties requérantes demandent l'annulation de l'article 7 de |
van de wet van 10 augustus 2001 houdende hervorming van de | la loi du 10 août 2001 portant réforme de l'impôt des personnes |
personenbelasting, dat bepaalt : | physiques, qui dispose : |
« Art. 7.A. In artikel 51, tweede lid, 1o, van hetzelfde Wetboek, |
« Art. 7.A. Dans l'article 51, alinéa 2, 1o, du même Code, remplacé |
vervangen bij de wet van 6 juli 1994 en gewijzigd bij de koninklijke | par la loi du 6 juillet 1994 et modifié par les arrêtés royaux des 20 |
besluiten van 20 december 1996 en 20 juli 2000, worden de woorden ' 20 | décembre 1996 et 20 juillet 2000, les mots ' 20 p.c. ' sont remplacés |
pct. ' vervangen door de woorden ' 23 pct. '. | par les mots ' 23 p.c. '. |
B. In hetzelfde artikel worden de woorden ' 23 pct. ' vervangen door | B. Dans le même article, les mots ' 23 p.c. ' sont remplacés par les |
de woorden ' 25 pct. '. » | mots ' 25 p.c. ' ». |
Krachtens artikel 65 van de voormelde wet van 10 augustus 2001 treedt | En vertu de l'article 65 de la loi précitée du 10 août 2001, l'article |
artikel 7.A in werking vanaf het aanslagjaar 2003 en treedt artikel | 7.A entre en vigueur à partir de l'exercice d'imposition 2003 et |
7.B in werking vanaf het aanslagjaar 2004. | l'article 7.B entre en vigueur à partir de l'exercice d'imposition |
Ten aanzien van het belang | 2004. Quant à l'intérêt |
B.3.1. De Ministerraad betwist het belang van de verzoekende partijen | B.3.1. Le Conseil des ministres conteste l'intérêt des parties |
die bezoldigingen van werknemers ontvangen omdat zij er zelf voor | requérantes qui perçoivent une rémunération de travailleur parce |
kiezen geen gebruik te maken van de door de bestreden bepaling | qu'elles ont elles-mêmes choisi de ne pas faire usage de la déduction |
verhoogde forfaitaire aftrek. | forfaitaire dont la disposition attaquée prévoit l'augmentation. |
De Ministerraad betwist eveneens het belang van de andere verzoekende | Le Conseil des ministres conteste également l'intérêt des autres |
partijen omdat de bestreden bepaling slechts een regel wijzigt waarop zij voorheen geen aanspraak konden maken. B.3.2. Wanneer wetsbepalingen een categorie van burgers bevoordelen, kunnen degenen die ten aanzien van die categorie van het voordeel van die bepalingen verstoken blijven, daarin een belang vinden dat voldoende rechtstreeks is om de bepalingen aan te vechten. B.3.3. De bestreden bepaling vermindert voor een categorie van belastingplichtigen de fiscale druk door het bedrag van de forfaitaire beroepskosten te verhogen. De verzoekende partijen die dat voordeel niet genieten, doen blijken van het vereiste belang om die bepaling aan te vechten. | parties requérantes, parce que la disposition attaquée ne fait que modifier une règle qui, antérieurement, ne leur était pas applicable. B.3.2. Lorsqu'une disposition législative privilégie une catégorie de citoyens, ceux par rapport à qui cette catégorie est privilégiée peuvent avoir un intérêt suffisamment direct à l'attaquer. B.3.3. La disposition attaquée, en augmentant le montant forfaitaire des frais professionnels, réduit la pression fiscale en faveur d'une catégorie de contribuables. Les parties requérantes qui ne bénéficient pas de cet avantage justifient de l'intérêt requis pour attaquer cette disposition. |
Ten gronde | Quant au fond |
B.4. De verzoekende partijen voeren aan dat de bestreden bepaling | B.4. Les parties requérantes soutiennent que la disposition attaquée |
strijdig is met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet doordat zij | est contraire aux articles 10, 11 et 172 de la Constitution, parce |
een fiscaal voordeel verleent aan de genieters van bezoldigingen en | qu'elle accorde un avantage fiscal aux bénéficiaires de rémunérations |
baten die hun beroepskosten niet verantwoorden en die het plafond van | et profits qui ne justifient pas leurs frais professionnels et dont |
2.500 euro niet overschrijden, terwijl andere categorieën van | lesdits frais ne dépassent pas le plafond de 2.500 euros, alors que ce |
belastingplichtigen niet hetzelfde fiscaal voordeel krijgen, namelijk | même avantage fiscal n'est pas accordé à d'autres catégories de |
(1) de genieters van bezoldigingen en baten die hun werkelijke kosten | contribuables, à savoir (1) les bénéficiaires de rémunérations et |
profits qui prouvent leurs frais réels, (2) les dirigeants | |
bewijzen, (2) de bedrijfsleiders, (3) de genieters van winsten en (4) | d'entreprise, (3) ceux qui touchent des bénéfices et (4) les |
de genieters van bezoldigingen en baten die het plafond van 2.500 euro | bénéficiaires de rémunérations et profits dont les frais à déduire |
voor de kostenaftrek overschrijden. | dépassent le plafond de 2.500 euros. |
B.5. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. | B.5. Les règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination n'excluent pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. |
B.6. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet hebben een algemene | B.6. Les articles 10 et 11 de la Constitution ont une portée générale. |
draagwijdte. Zij verbieden elke discriminatie, ongeacht de oorsprong | Ils interdisent toute discrimination, quelle qu'en soit l'origine. Ils |
ervan. Zij zijn eveneens toepasselijk in fiscale aangelegenheden, wat | sont également applicables en matière fiscale, ce que confirme |
overigens wordt bevestigd door artikel 172 van de Grondwet, dat een | d'ailleurs l'article 172 de la Constitution, lequel fait une |
bijzondere toepassing inhoudt van het in artikel 10 vervatte gelijkheidsbeginsel. | application particulière du principe d'égalité formulé à l'article 10. |
B.7. Wanneer de wetgever de grondslag van een belasting bepaalt, moet | B.7. Lorsqu'il établit l'assiette d'un impôt, le législateur doit |
hij gebruik kunnen maken van categorieën die, noodzakelijkerwijs, de | pouvoir faire usage de catégories qui, nécessairement, n'appréhendent |
verscheidenheid van toestanden slechts met een zekere graad van | la diversité des situations qu'avec un certain degré d'approximation. |
benadering opvangen. Het beroep op dat procédé is niet onredelijk op | Le recours à ce procédé n'est pas déraisonnable en soi; il convient |
zich; niettemin moet in ieder afzonderlijk geval worden onderzocht of | néanmoins d'examiner s'il en va de même, dans chaque cas individuel, |
hetzelfde geldt voor de wijze waarop het werd aangewend. | pour la manière dont le procédé a été utilisé. |
B.8. De bestreden bepaling maakt deel uit van een algemene hervorming | B.8. La disposition attaquée fait partie d'une réforme générale de |
van de personenbelasting. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt | l'impôt des personnes physiques. Il ressort des travaux préparatoires |
dat één van de krachtlijnen van die hervorming erin bestaat de fiscale | que l'un des axes de cette réforme réside dans la diminution de la |
druk op de inkomsten uit arbeid te verminderen : | pression fiscale sur les revenus du travail : |
« Deze krachtlijn omvat de vier volgende maatregelen : | « Cet axe comprend les quatre mesures suivantes : |
- invoering van een terugbetaalbaar belastingkrediet van 500 EUR | - introduction d'un crédit d'impôt remboursable de 500 EUR (environ 20 |
(ongeveer 20 000 BEF) per jaar, gericht op de lage arbeidsinkomens; | 000 BEF) par an, ciblé sur les bas revenus du travail; |
- verhoging van het tarief van 20 tot 25 pct. voor de eerste | - augmentation de 20 à 25 p.c. du taux de la première tranche de |
inkomensschijf in het barema van de forfaitaire beroepskosten; | revenus dans le barème des frais professionnels forfaitaires; |
- vermindering van de fiscale druk op de middeninkomens door een | - réduction de la pression fiscale sur les revenus moyens par une |
aanpassing van het barema; | modification du barème; |
- afschaffing van de hoogste aanslagtarieven, te weten die van 52,5 en | - suppression des taux les plus élevés d'imposition, à savoir ceux de |
55 pct. De eerste maatregel, met name de invoering van een terugbetaalbaar belastingkrediet gericht op de lage arbeidsinkomsten, is het meest vernieuwend. Het belastingkrediet leidt tot een substantiële opwaardering van de laagste beroepsinkomens. Het stimuleert bovendien de toegang van jongeren en vrouwen tot de arbeidsmarkt. De tweede maatregel beoogt, door middel van een herziening van de forfaitaire beroepskosten, een vermindering van de fiscale druk op de arbeid voor de inkomsten boven het grensbedrag voor de toekenning van het belastingkrediet. De derde maatregel van de eerste krachtlijn - de herziening van de | 52,5 et 55 p.c. La première mesure - l'introduction d'un crédit d'impôt remboursable ciblé sur les bas revenus du travail - est la plus novatrice. Le crédit d'impôt conduit à une revalorisation substantielle des revenus professionnels les plus bas. Il favorise en outre l'accès des jeunes et des femmes au marché du travail. La deuxième mesure vise à réduire par le biais d'une révision des frais professionnels forfaitaires, la charge fiscale pesant sur le travail pour les revenus situés au-delà des limites d'octroi du crédit d'impôt. La troisième mesure du premier axe - la révision du barème - est plus |
belastingschalen - is algemener. Zij slaat op 83 pct. van de | générale. Elle touche 83 p.c. des contribuables. Elle compense |
belastingplichtigen. Zij compenseert gedeeltelijk de stijging van de | partiellement les hausses d'impôts résultant de la non-indexation des |
belastingen ten gevolge van het niet indexeren van de belastingschalen | |
tot in 1999. | barèmes jusqu'en 1999. |
De laatste maatregel van de eerste krachtlijn - de opheffing van de | La dernière mesure du premier axe - la suppression des taux les plus |
hoogste aanslagvoeten van 52,5 en 55 pct. - beantwoordt aan de dubbele | élevés de 52,5 et 55 p.c. - répond au double objectif de réduction du |
doelstelling van de vermindering van het aantal aanslagvoeten in de | |
belastingschalen en van de vermindering van de fiscale druk op de | nombre de taux du barème et de diminution de la pression fiscale sur |
hogere inkomens. Hij laat toe de handicap te verminderen die België | les revenus supérieurs. Elle permet de réduire le handicap de |
inzake het concurrentievermogen moet dulden wat de best | compétitivité dont souffre la Belgique en ce qui concerne les |
gekwalificeerde werknemers betreft. » (Parl. St. , Kamer, 2000-2001, | travailleurs les plus qualifiés. » (Doc. parl. , Chambre, 2000-2001, |
Doc. 50 1270/1, pp. 5-6) B.9. In het licht van de doelstelling van de fiscale hervorming is het naar redelijkheid verantwoord om de fiscale druk meer te verminderen waar zij groter is en minder te verminderen waar zij geringer blijkt te zijn. B.10. Het mag redelijkerwijs worden aangenomen dat de genieters van bezoldigingen en baten die hun beroepskosten niet verantwoorden en die het plafond van 2.500 euro niet overschrijden in de regel een grotere fiscale druk ondergaan dan de genieters van bezoldigingen en baten met dezelfde beroepsinkomsten die hun werkelijke kosten bewijzen. Eveneens is de wetgever ervan kunnen uitgaan dat de genieters van bezoldigingen en baten die hun beroepskosten niet verantwoorden en die het plafond van 2.500 euro niet overschrijden in de regel een grotere fiscale druk ondergaan dan de bedrijfsleiders en de genieters van winsten. De verzoekende partijen brengen geen elementen aan waaruit het tegendeel zou blijken. Wat ten slotte de verschillende behandeling van de genieters van bezoldigingen en baten betreft die het plafond van 2.500 euro voor de kostenaftrek wel overschrijden, merkt het Hof op dat die categorie van belastingplichtigen, anders dan de genieters van bezoldigingen en baten die hun beroepskosten niet verantwoorden en die het plafond van 2.500 euro niet overschrijden, aan de hoogste aanslagvoeten zijn onderworpen. Zij genieten derhalve een vermindering van de fiscale druk door de verlaging van de hoogste aanslagvoeten. B.11. Uit wat voorafgaat volgt dat de wetgever, door het aannemen van de bestreden bepaling, geen discriminatoire maatregel heeft genomen. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 14 mei 2003. De griffier, P.-Y. Dutilleux. De voorzitter, | Doc. 50 1270/1, pp. 5-6) B.9. Compte tenu de l'objectif de la réforme fiscale, il est raisonnablement justifié de réduire davantage la pression fiscale là où elle est plus forte et de la réduire moins là où elle semble plus faible. B.10. On peut raisonnablement considérer que les bénéficiaires de rémunérations et profits qui ne justifient pas leurs frais professionnels et qui ne dépassent pas le plafond de 2.500 euros subissent généralement une pression fiscale plus importante que les bénéficiaires de rémunérations et profits bénéficiant des mêmes revenus professionnels qui justifient leurs frais professionnels réels. Le législateur a aussi pu supposer que les bénéficiaires de rémunérations et profits qui ne justifient pas leurs frais professionnels et qui ne dépassent pas le plafond de 2.500 euros subissent généralement une pression fiscale plus importante que les dirigeants d'entreprise et les bénéficiaires de bénéfices. Les parties requérantes n'apportent aucun élément qui tendrait à prouver le contraire. Enfin, concernant le traitement différent des bénéficiaires de rémunérations et profits dont la déduction des frais dépasse le plafond de 2.500 euros, la Cour observe qu'à la différence des bénéficiaires de rémunérations et profits qui ne justifient pas leurs frais professionnels et qui ne dépassent pas le plafond de 2.500 euros, cette catégorie de contribuables est soumise aux taux d'imposition les plus élevés. Elle bénéficie par conséquent de la diminution de la pression fiscale résultant de l'abaissement des taux d'imposition les plus élevés. B.11. Il découle de ce qui précède qu'en adoptant la disposition attaquée, le législateur n'a pas pris une mesure discriminatoire. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi prononcé en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 14 mai 2003. Le greffier, P.-Y. Dutilleux. Le président, |
A. Arts. | A. Arts. |