← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 19/2003 van 30 januari 2003 Rolnummer 2324 In zake :
de prejudiciële vraag betreffende artikel 633, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door
de beslagrechter in de Rechtbank van eerste aanleg te Mech Het Arbitragehof, samengesteld
uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. Fra(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 19/2003 van 30 januari 2003 Rolnummer 2324 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 633, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de beslagrechter in de Rechtbank van eerste aanleg te Mech Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. Fra(...) | Extrait de l'arrêt n° 19/2003 du 30 janvier 2003 Numéro du rôle : 2324 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 633, alinéa 1 er du Code judiciaire, posée par le juge des saisies au Tribunal de première instance La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. François, (...) |
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
| Uittreksel uit arrest nr. 19/2003 van 30 januari 2003 | Extrait de l'arrêt n° 19/2003 du 30 janvier 2003 |
| Rolnummer 2324 | Numéro du rôle : 2324 |
| In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 633, eerste lid, | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 633, alinéa |
| van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de beslagrechter in de | 1er du Code judiciaire, posée par le juge des saisies au Tribunal de |
| Rechtbank van eerste aanleg te Mechelen. | première instance de Malines. |
| Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
| samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters | composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. |
| L. François, P. Martens, M. Bossuyt, A. Alen en J.-P. Moerman, | François, P. Martens, M. Bossuyt, A. Alen et J.-P. Moerman, assistée |
| bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, | du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vraag | I. Objet de la question préjudicielle |
| Bij beschikking van 11 januari 2002 in zake de vennootschap naar Pools | Par ordonnance du 11 janvier 2002 en cause de la société de droit |
| recht Rafako tegen de n.v. Munja en de n.v. Seghers Better Technology | polonais Rafako contre la s.a. Munja et la s.a. Seghers Better |
| For Solids & Air, waarvan de expeditie ter griffie van het | Technology For Solids & Air, dont l'expédition est parvenue au greffe |
| Arbitragehof is ingekomen op 22 januari 2002, heeft de beslagrechter | de la Cour d'arbitrage le 22 janvier 2002, le juge des saisies au |
| in de Rechtbank van eerste aanleg te Mechelen de prejudiciële vraag | Tribunal de première instance de Malines a posé la question |
| gesteld « of artikel 633 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd | préjudicielle de savoir « si l'article 633 du Code judiciaire, tel |
| bij wet van 4 juli 2001, doordat het de bevoegdheid van de | qu'il a été modifié par la loi du 4 juillet 2001, en ce qu'il prévoit |
| beslagrechter verklaart te verbinden aan de woonplaats van een | que la compétence du juge des saisies est liée au domicile d'un saisi |
| beslagene in het Rijk, de artikelen 10 en/of 11 van de Grondwet | dans le Royaume, viole-t-il les articles 10 et/ou 11 de la |
| schendt, voorzover aldus en daardoor aan een beslagene die buiten het | Constitution dans la mesure où un saisi établi en dehors du Royaume se |
| Rijk is gevestigd, de toegang tot de beslagrechter wordt ontzegd ». | voit de ce fait privé de l'accès au juge des saisies ». |
| (...) | (...) |
| IV. In rechte | IV. En droit |
| (...) | (...) |
| B.1. Artikel 633 van het Gerechtelijk Wetboek luidt : | B.1. L'article 633 du Code judiciaire dispose : |
| « De vorderingen inzake bewarende beslagen en middelen tot | « Les demandes en matière de saisies conservatoires et de voies |
| tenuitvoerlegging worden uitsluitend gebracht voor de rechter van de | d'exécution sont exclusivement portées devant le juge du lieu de la |
| plaats van het beslag, tenzij de wet anders bepaalt. | saisie, à moins que la loi n'en dispose autrement. |
| Voor de toepassing van het eerste lid inzake beslag onder derden is de | Pour l'application de l'alinéa 1er en matière de saisie-arrêt, le lieu |
| plaats van het beslag de woonplaats van de beslagen schuldenaar. | de la saisie est le lieu du domicile du débiteur saisi. |
| Voor de vorderingen betreffende bewarende beslagen en middelen tot | Pour les demandes en matière de saisies conservatoires et les voies |
| tenuitvoerlegging ingesteld krachtens de wet van 20 januari 1999 ter | d'exécution instituées en vertu de la loi du 20 janvier 1999 visant la |
| bescherming van het mariene milieu in de zeegebieden onder de | protection du milieu marin dans les espaces marins sous juridiction de |
| rechtsbevoegdheid van België, zijn de beslagrechters van de | la Belgique, sont également compétents, les juges des saisies des |
| arrondissementen van Veurne, Brugge en Antwerpen tevens bevoegd. | arrondissements de Furnes, Bruges et Anvers. |
| Indien de vordering betrekking heeft op een beslag gelegd in de | Si la demande a trait à une saisie opérée dans la mer territoriale |
| territoriale zee, bedoeld in artikel 1 van de wet van 6 oktober 1987 | visée à l'article 1er de la loi du 6 octobre 1987 fixant la largeur de |
| tot bepaling van de breedte van de territoriale zee van België, of in | la mer territoriale de la Belgique ou dans la zone économique |
| de exclusieve economische zone, bedoeld in artikel 2 van de wet van 22 | exclusive visée à l'article 2 de la loi du 22 avril 1999 concernant la |
| april 1999 betreffende de exclusieve economische zone van België in de | zone économique exclusive de la Belgique en mer du Nord, les juges des |
| Noordzee, zijn de beslagrechters van de arrondissementen Antwerpen, | saisies des arrondissements d'Anvers, Bruges et Furnes sont également |
| Brugge en Veurne eveneens bevoegd. » | compétents. » |
| B.2.1. De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 633 van het | B.2.1. Le juge a quo demande à la Cour si l'article 633 du Code |
| Gerechtelijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat aan de beslagen schuldenaar die zijn woonplaats buiten het Rijk heeft, de toegang tot de beslagrechter wordt ontzegd. B.2.2. De Ministerraad voert aan dat de prejudiciële vraag uitgaat van een verkeerde interpretatie van artikel 633, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek. B.2.3. Het Hof dient in beginsel de betwiste bepaling te onderzoeken in de interpretatie die daaraan door de verwijzende rechter is gegeven. B.3.1. Uit de parlementaire voorbereiding van artikel 2 van de wet van 4 juli 2001, dat de in het geding zijnde bepaling in artikel 633 van het Gerechtelijk Wetboek heeft ingevoegd, blijkt dat de wetgever ernaar heeft gestreefd de territoriale bevoegdheid van de beslagrechter bij het beslag onder derden te verduidelijken ten gevolge van « de felle controverse in verband met de vaststelling van de plaats van het beslag in geval van beslag onder derden » (Parl. St. , Kamer, 1999-2000, nr. 309/001, p. 3) : « is de plaats van het beslag de woning van de beslagen schuldenaar of die van de beslagen derde ? » (Parl. St. , Kamer, 2000-2001, nr. 309/002, p. 3). B.3.2. Door de in het geding zijnde bepaling aan te nemen heeft de wetgever geen rekening gehouden met de situatie van de beslagen schuldenaar die zijn woonplaats buiten het Rijk heeft. Daaruit volgt dat die categorie van beslagen schuldenaars geen toegang heeft tot de beslagrechter. B.4. Artikel 633, tweede lid, leidt ertoe dat twee categorieën van beslagen schuldenaars verschillend worden behandeld die beiden zich willen verzetten tegen een beslag onder derden in België met toepassing van het Belgisch recht, doordat enkel de beslagen schuldenaars die in België gedomicilieerd zijn, toegang hebben tot de Belgische beslagrechter. B.5. Ofschoon de woonplaats van de beslagen schuldenaar een objectief criterium is en dat criterium relevant is om de rechter aan te wijzen die territoriaal bevoegd is wanneer de schuldenaar woonachtig is in België, is er geen reden om de toegang tot de Belgische beslagrechter aan een schuldenaar te weigeren om de enkele reden dat hij zijn woonplaats niet in België heeft. Ten aanzien van die categorie van beslagen schuldenaars is het criterium van de woonplaats niet relevant : het staat niet in verhouding tot de in B.3.1 vermelde doelstelling. B.6. Daaruit volgt dat in zoverre artikel 633, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek van toepassing is op de beslagen schuldenaar die zijn woonplaats niet in België heeft, het discriminerende gevolgen heeft. In die mate dient de prejudiciële vraag bevestigend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 633, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de toegang tot de Belgische beslagrechter ontzegt aan de beslagen schuldenaar die zijn woonplaats niet in België heeft. Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 30 januari 2003. De griffier, P.-Y. Dutilleux. De voorzitter, | judiciaire est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que le débiteur saisi qui a son domicile en dehors du Royaume est privé de l'accès au juge des saisies. B.2.2. Le Conseil des ministres soutient que la question préjudicielle procède d'une interprétation erronée de l'article 633, alinéa 2 du Code judiciaire. B.2.3. La Cour doit en principe examiner la disposition litigieuse dans l'interprétation que lui donne le juge a quo. B.3.1. Les travaux préparatoires de l'article 2 de la loi du 4 juillet 2001, qui a inséré la disposition en cause dans l'article 633 du Code judiciaire, font apparaître que le législateur a voulu préciser la compétence territoriale du juge des saisies en matière de saisie-arrêt parce que « la détermination du lieu de la saisie en cas de saisie-arrêt a fait l'objet d'une vive controverse » (Doc. parl. , Chambre, 1999-2000, no 309/001, p. 3) : « le lieu de la saisie est-il le domicile du débiteur saisi ou celui du tiers saisi ? » (Doc. parl. , Chambre, 2000-2001, no 309/002, p. 3) B.3.2. En adoptant la disposition en cause, le législateur n'a pas tenu compte de la situation du débiteur saisi qui a son domicile en dehors du Royaume. Il s'ensuit que cette catégorie de débiteurs saisis n'a pas accès au juge des saisies. B.4. L'article 633, alinéa 2, aboutit à traiter différemment deux catégories de débiteurs saisis qui veulent s'opposer à une saisie-arrêt pratiquée en Belgique en application du droit belge, seuls les débiteurs saisis domiciliés en Belgique ayant accès au juge des saisies belge. B.5. Si le domicile du débiteur saisi est un critère objectif et si ce critère est pertinent pour désigner le juge territorialement compétent lorsque le débiteur est domicilié en Belgique, il n'y a pas de raison de refuser l'accès au juge belge des saisies à un débiteur au seul motif qu'il n'a pas de domicile en Belgique. A l'égard de cette catégorie de débiteurs saisis, le critère du domicile est sans pertinence : il est sans rapport avec l'objectif mentionné en B.3.1. B.6. Il s'ensuit que, en ce qu'il s'applique au débiteur saisi qui n'est pas domicilié en Belgique, l'article 633, alinéa 2 du Code judiciaire a des effets discriminatoires. Dans cette mesure, la question préjudicielle appelle une réponse affirmative. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : L'article 633, alinéa 2 du Code judiciaire viole les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il refuse l'accès au juge belge des saisies au débiteur saisi qui n'a pas son domicile en Belgique. Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 30 janvier 2003. Le greffier, P.-Y. Dutilleux. Le président, |
| A. Arts. | A. Arts. |