← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 141/2002 van 9 oktober 2002 Rolnummer 2234 In zake :
de prejudiciële vraag betreffende artikel 2, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 7 augustus 1974
tot instelling van het recht op een bestaansminimum, gest Het
Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mar(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 141/2002 van 9 oktober 2002 Rolnummer 2234 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, gest Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mar(...) | Extrait de l'arrêt n° 141/2002 du 9 octobre 2002 Numéro du rôle : 2234 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 2, § 1 er , alinéa 1 er , 2°, de la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, M(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 141/2002 van 9 oktober 2002 | Extrait de l'arrêt n° 141/2002 du 9 octobre 2002 |
Rolnummer 2234 | Numéro du rôle : 2234 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2, § 1, eerste | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 2, § 1er, |
lid, 2°, van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht | alinéa 1er, 2°, de la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un |
op een bestaansminimum, gesteld door het Arbeidshof te Luik. | minimum de moyens d'existence, posée par la Cour du travail de Liège. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters | composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. |
P. Martens, M. Bossuyt, A. Alen, J.-P. Snappe en E. Derycke, | Martens, M. Bossuyt, A. Alen, J.-P. Snappe et E. Derycke, assistée du |
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, | greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag | I. Objet de la question préjudicielle |
Bij arrest van 20 augustus 2001 in zake het openbaar centrum voor | Par arrêt du 20 août 2001 en cause du centre public d'aide sociale de |
maatschappelijk welzijn van Namen tegen C. Florence, waarvan de | Namur contre C. Florence, dont l'expédition est parvenue au greffe de |
expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 22 augustus | la Cour d'arbitrage le 22 août 2001, la Cour du travail de Liège a |
2001, heeft het Arbeidshof te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : | posé la question préjudicielle suivante : |
« Voert artikel 2, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 7 augustus 1974 | « L'article 2, § 1er, alinéa 1er, 2°, de la loi du 7 août 1974 |
tot instelling van het recht op een bestaansminimum, geïnterpreteerd | instituant le droit à un minimum de moyens d'existence, interprété |
als slechts rechtgevend op een bestaansminimum toegekend als verhoogde | comme n'ouvrant le droit au minimum de moyens d'existence accordé au |
uitkering voor alleenstaanden (artikel 2, § 1, eerste lid, 2°) voor | taux isolé majoré (article 2, § 1er, alinéa 1er, 2°) qu'à un parent |
een ouder die enkel samenwoont met een meerderjarig kind ten laste, op | vivant exclusivement avec un enfant majeur [lire : mineur] à charge à |
voorwaarde dat dat kind hoofdzakelijk bij hem verblijft, een | condition que cet enfant réside principalement avec lui, instaure-t-il |
discriminatie in die in strijd is met de artikelen 10 en 11 van de | une discrimination contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution |
gecoördineerde Grondwet, tussen, enerzijds, de ouder die hoofdzakelijk | |
verblijft met een minderjarig kind ten laste en, anderzijds, de ouder, | coordonnée entre, d'une part, le parent qui réside principalement avec |
die naar gelang van het toegestane bezoekrecht, slechts occasioneel | un enfant mineur à charge et, d'autre part, le parent qui en fonction |
verblijft met een minderjarig kind dat hij eveneens ten laste heeft, | du droit de visite accordé, ne réside qu'occasionnellement avec un |
doordat enkel de eerste aanspraak kan maken op de toekenning van een | enfant mineur qu'il a également à charge en ce que seul le premier |
bestaansminimum als verhoogde uitkering voor alleenstaande terwijl de | peut prétendre à l'octroi du minimum de moyens d'existence au taux |
tweede slechts aanspraak kan maken op de uitkering voor alleenstaande, | isolé majoré tandis que le second ne peut bénéficier que du taux isolé |
terwijl ze beiden dezelfde plicht van opvoeding en onderhoud van het | alors que tous deux remplissent le même devoir d'éducation et |
kind vervullen bij het naleven van de gerechtelijke beslissing die op | d'entretien de l'enfant dans le respect de la décision de justice les |
hen betrekking heeft ? » | concernant ? » |
(...) | (...) |
IV. In rechte | IV. En droit |
(...) | (...) |
B.1.1. Artikel 2, § 1, eerste lid, van de wet van 7 augustus 1974 tot | B.1.1. L'article 2, § 1er, alinéa 1er, de la loi du 7 août 1974 |
instelling van het recht op een bestaansminimum bepaalt : | instituant le droit à un minimum de moyens d'existence dispose : |
« Het bestaansminimum bedraagt jaarlijks : | « Le minimum de moyens d'existence annuel s'élève à : |
1° 114.864 F voor samenwonende echtgenoten; | 1° 114.864 F pour les conjoints vivant sous le même toit; |
2° 114.864 F voor een persoon die enkel samenwoont met, hetzij een | 2° 114.864 F pour une personne qui cohabite uniquement soit avec un |
minderjarig ongehuwd kind te zijnen laste, hetzij meerdere kinderen, | enfant mineur non marié qui est à sa charge, soit avec plusieurs |
onder wie minstens één ongehuwde minderjarige te zijnen laste; | enfants, parmi lesquels au moins un enfant mineur non marié qui est à |
3° 86.148 F voor een alleenstaand persoon; | sa charge; 3° 86.148 F pour une personne isolée; |
4° 57.432 F voor elke andere persoon die met één of meerdere personen | 4° 57.432 F pour toute autre personne cohabitant avec une ou plusieurs |
samenwoont, onverschillig of zij al dan niet onderling bloed- of aanverwant zijn. » | personnes, peu importe qu'il s'agisse ou non de parents ou d'alliés. » |
B.1.2. Bij de totstandkoming van de wet van 7 augustus 1974 tot | B.1.2. Lors de l'élaboration de la loi du 7 août 1974 instituant le |
instelling van het recht op een bestaansminimum werd bij de | droit à un minimum de moyens d'existence, il n'a pas été tenu compte, |
vaststelling van het bedrag voor alleenstaande personen geen rekening | pour la fixation du montant des personnes isolées, du fait qu'elles |
gehouden met het feit of zij kinderen ten laste hadden. | aient des enfants à charge. |
De wet van 7 november 1987 waarbij voorlopige kredieten worden geopend | La loi du 7 novembre 1987 ouvrant des crédits provisoires pour les |
voor de begrotingsjaren 1987 en 1988 en houdende financiële en diverse bepalingen heeft een onderscheid gemaakt tussen het bedrag van het minimuminkomen voor de alleenstaande persoon en het bedrag voor de persoon die enkel samenwoont met minderjarige kinderen, waarbij het inkomen van laatstgenoemde tegen het verhoogde tarief wordt berekend. Uit de memorie van toelichting blijkt dat die wijziging « ertoe [strekt]de toestand van de alleenstaande bestaansminimumtrekker met één of meer ongehuwde minderjarige kinderen ten laste, te verbeteren. Verschillende studies hebben aangetoond dat de alleenstaanden met kinderen ten laste sociaal bijzonder kwetsbaar zijn. Daarom wordt voorgesteld het bestaansminimum voor hen te verlagen tot [lees : te | années budgétaires 1987 et 1988 et portant des dispositions financières et diverses a distingué le montant du revenu minimum de la personne isolée de celui de la personne qui cohabite uniquement avec des enfants mineurs, le revenu de la seconde étant calculé au taux majoré. L'exposé des motifs révèle que cette modification « vise à améliorer la situation du bénéficiaire du minimex isolé ayant à sa charge un ou des enfants mineurs célibataires. Plusieurs études ont démontré combien était socialement fragile l'isolé avec enfants à charge. C'est pourquoi il est proposé de porter le minimum qui lui est |
brengen op] 80 % van het bedrag toegekend aan samenwonende echtgenoten | octroyé à 80 % du montant accordé aux conjoints vivant sous le même |
» (Parl. St. , Kamer, 1987-1989, nr. 1025/1, p. 20). | toit » (Doc. parl. , Chambre, 1987-1988, n° 1025/1, p. 20). |
Sinds 1 januari 1992 worden aan samenwonende echtgenoten en aan een | Depuis le 1er janvier 1992, les montants accordés à des conjoints |
alleenstaande die minstens één minderjarig kind ten laste heeft, | cohabitants et à une personne isolée ayant au moins un enfant mineur à |
identieke bedragen toegekend. | charge sont identiques. |
Door aan alleenstaanden met één of meer minderjarige kinderen te | En accordant un montant majoré aux personnes isolées ayant un ou |
hunnen laste een verhoogd bedrag toe te kennen, heeft de wetgever | plusieurs enfants mineurs à leur charge, le législateur a ainsi voulu |
aldus rekening willen houden met de evolutie van de samenleving waarin | prendre en compte l'évolution de la société qui a vu l'apparition des |
éénoudergezinnen zijn ontstaan en, daarmee gepaard gaand, onzekere | familles monoparentales et, avec elles, celle de situations précaires |
situaties voor de ouder die alleen samenwoont met één of meer | dans le chef du parent vivant seul avec un ou plusieurs enfants |
minderjarige kinderen. | mineurs. |
B.1.3. De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 2, § 1, eerste | B.1.3. Le juge a quo demande à la Cour si l'article 2, § 1er, alinéa 1er, |
lid, 2°, van de wet van 7 augustus 1974 de artikelen 10 en 11 van de | 2°, de la loi du 7 août 1974 viole les articles 10 et 11 de la |
Grondwet schendt in de interpretatie dat het verhoogde tarief enkel | Constitution dans l'interprétation selon laquelle le taux majoré |
toekomt aan de alleenstaande ouder die samenwoont met een ongehuwd | revient uniquement au parent isolé qui cohabite avec un enfant mineur |
minderjarig kind ten laste, indien het kind in hoofdzaak bij hem | non marié à charge, si l'enfant réside principalement chez lui, et non |
verblijft, en niet aan de ouder bij wie het kind, dat eveneens ten | au parent chez qui l'enfant, qui est également à charge, réside |
laste is, occasioneel of niet-hoofdzakelijk verblijft. De prejudiciële | occasionnellement ou pas principalement, qui est également à charge. |
vraag betreft niet het geval waar elke ouder de helft van de tijd de | La question préjudicielle ne concerne pas le cas dans lequel chaque |
kinderen huisvest. | parent héberge les enfants la moitié du temps. |
B.2.1. Artikel 2, § 1, van de wet van 7 augustus 1974 stelt | B.2.1. L'article 2, § 1er, de la loi du 7 août 1974 fixe les montants |
forfaitaire bedragen vast die voor de verschillende categorieën van | forfaitaires applicables aux diverses catégories de personnes au titre |
personen als bestaansminimum gelden. | de minimum de moyens d'existence. |
B.2.2. In de hypothese dat de ouders niet samenleven dienen zij, al | B.2.2. Dans l'hypothèse où les parents ne vivent pas ensemble, ils |
dan niet met tussenkomst van de rechter, een regeling te treffen | doivent, moyennant l'intervention du juge ou non, trouver un |
omtrent het verblijf van hun kinderen. In de praktijk zijn alle | arrangement au sujet du régime de résidence de leurs enfants. Dans la |
mogelijke formules hierbij denkbaar, gaande van een alternerende verblijfsregeling waarbij het kind evenveel bij elk van zijn ouders verblijft, tot een regeling waarbij het kind bestendig bij één van de ouders verblijft. De wetgever moet in dat geval gebruik kunnen maken, zonder daarom een klaarblijkelijke vergissing te begaan, van categorieën die noodzakelijkerwijs de verscheidenheid van toestanden slechts met een zekere graad van benadering opvangen. De wetgever heeft gemeend de werkelijkheid het dichtst te kunnen benaderen door de verhoogde toelage enkel toe te kennen aan de alleenstaande ouder die het kind hoofdzakelijk huisvest. | pratique, toutes les formules possibles sont imaginables à cet égard, d'un régime de résidence alternatif, où l'enfant réside tout autant chez chacun de ses parents, à un régime où l'enfant réside en permanence chez un de ses parents. Le législateur doit dans ce cas pouvoir faire usage, sans commettre néanmoins une erreur manifeste, de catégories qui ne classent nécessairement la diversité de situations qu'avec un certain degré d'approximation. Le législateur a estimé pouvoir le mieux s'approcher de la réalité en accordant l'allocation majorée uniquement au parent isolé qui héberge principalement l'enfant. |
B.3.1. Het Hof dient na te gaan of de gevolgen van de maatregel al dan | B.3.1. La Cour doit examiner si les effets de la mesure sont ou non |
niet onevenredig zijn met de door de wetgever nagestreefde | disproportionnés par rapport aux objectifs poursuivis par le |
doelstellingen. | législateur. |
B.3.2. In hun onderlinge verhouding dient elk van beide ouders bij te | B.3.2. Dans leurs rapports mutuels, chacun des deux parents doit |
dragen in de kosten van onderhoud, opvoeding en opleiding naar | intervenir dans les frais d'entretien, d'éducation et de formation à |
evenredigheid van zijn middelen (artikel 203, § 1, eerste lid, van het | proportion de ses facultés (article 203, § 1er, alinéa 1er, du Code |
Burgerlijk Wetboek). Dit betekent dat elk van beide ouders slechts | civil). Cela signifie que chacun des deux parents ne doit intervenir |
dient bij te dragen in verhouding tot zijn respectieve inkomsten en | que proportionnellement à ses ressources et possibilités respectives. |
mogelijkheden. Daarbij wordt naast het aandeel in de huisvesting ook | A cet égard, il est également tenu compte, en sus de la part dans |
met andere kosten rekening gehouden. | l'hébergement, d'autres frais. |
De onvermijdelijke onvolkomenheden verbonden aan elke forfaitaire | Les imperfections inévitables liées à toute approche forfaitaire |
benadering kunnen, wat de wet op het bestaansminimum betreft, in | peuvent, en ce qui concerne la loi relative au minimum de moyens |
concreto worden gemilderd, indien daartoe redenen voorhanden zijn, bij | d'existence, être tempérées concrètement, si des raisons pour ce faire |
het vaststellen van de onderhoudsplicht. | sont présentes, par la fixation de l'obligation alimentaire. |
B.3.3. Indien het toegekende bestaansminimum de betrokken | B.3.3. Si le minimum de moyens d'existence accordé ne permettait pas |
alleenstaande ouder niet ertoe in staat zou stellen een leven te | |
leiden overeenkomstig de menselijke waardigheid, heeft hij bovendien | au parent isolé concerné de mener une vie conforme à la dignité |
recht op maatschappelijke dienstverlening op grond van de organieke | humaine, il aurait droit de surcroît à l'aide sociale sur la base de |
wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor | la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'aide sociale. |
maatschappelijk welzijn. Daartoe kan hem onder meer financiële | A cet égard, un soutien financier et une aide matérielle peuvent lui |
hulpverlening en materiële hulp worden verstrekt in de meest passende | être fournis de la manière la plus adéquate possible. |
vorm. Op die manier kan de forfaitaire benadering van de | De cette manière, il peut être remédié à l'approche forfaitaire du |
bestaansminimumregeling worden verholpen op basis van de reële noden. | régime du minimum de moyens d'existence en fonction des besoins réels. |
B.3.4. In die omstandigheden kunnen de gevolgen van de maatregel niet | B.3.4. Dans ces conditions, les effets de la mesure ne sauraient être |
als onevenredig met de door de wetgever nagestreefde doelstellingen | considérés comme disproportionnés par rapport aux objectifs poursuivis |
worden beschouwd. | par le législateur. |
B.4. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.4. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 2, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 7 augustus 1974 tot | L'article 2, § 1er, alinéa 1er, 2°, de la loi du 7 août 1974 |
instelling van het recht op een bestaansminimum schendt de artikelen | instituant le droit à un minimum de moyens d'existence ne viole pas |
10 en 11 van de Grondwet niet, in de interpretatie dat het bedrag voor | les articles 10 et 11 de la Constitution dans l'interprétation selon |
een persoon die enkel samenwoont met hetzij een minderjarig ongehuwd | laquelle le montant pour une personne qui cohabite uniquement soit |
kind te zijnen laste, hetzij meerdere kinderen, onder wie minstens één | avec un enfant mineur non marié à sa charge soit avec plusieurs |
ongehuwde minderjarige, wordt toegekend op voorwaarde dat het kind of | enfants, parmi lesquels au moins un mineur non marié, est octroyé à |
de kinderen hoofdzakelijk bij hem verblijven. | condition que cet enfant ou les enfants résident principalement chez |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | elle. Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 9 oktober 2002. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 9 octobre 2002. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
De voorzitter, | Le président, |
M. Melchior | M. Melchior |