← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 51/2002 van 13 maart 2002 Rolnummer 2113 In zake : de prejudiciële
vraag betreffende de artikelen 64, tweede lid, en 184 van het Wetboek van Strafvordering en artikel 2,
tweede lid, van de wet van 4 oktober 1867 op d Het Arbitragehof, samengesteld
uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 51/2002 van 13 maart 2002 Rolnummer 2113 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 64, tweede lid, en 184 van het Wetboek van Strafvordering en artikel 2, tweede lid, van de wet van 4 oktober 1867 op d Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...) | Extrait de l'arrêt n° 51/2002 du 13 mars 2002 Numéro du rôle : 2113 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 64, alinéa 2, et 184 du Code d'instruction criminelle et à l'article 2, alinéa 2, de la loi du 4 octobre 1867 sur l La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, E.(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 51/2002 van 13 maart 2002 | Extrait de l'arrêt n° 51/2002 du 13 mars 2002 |
Rolnummer 2113 | Numéro du rôle : 2113 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 64, tweede | En cause : la question préjudicielle relative aux articles 64, alinéa |
lid, en 184 van het Wetboek van Strafvordering en artikel 2, tweede | 2, et 184 du Code d'instruction criminelle et à l'article 2, alinéa 2, |
lid, van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden, | de la loi du 4 octobre 1867 sur les circonstances atténuantes, tel |
zoals gewijzigd bij de wet van 11 juli 1994, gesteld door de Rechtbank | qu'il a été modifié par la loi du 11 juillet 1994, posée par le |
van eerste aanleg te Hoei. | Tribunal de première instance de Huy. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters | composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. |
P. Martens, E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe en E. Derycke, | Martens, E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe et E. Derycke, |
bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, | assistée du greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag | I. Objet de la question préjudicielle |
Bij vonnis van 1 december 2000 in zake D. Debraz en het openbaar | Par jugement du 1er décembre 2000 en cause de D. Debraz et du |
ministerie tegen P. Vanseveren, waarvan de expeditie ter griffie van | ministère public contre P. Vanseveren, dont l'expédition est parvenue |
het Arbitragehof is ingekomen op 9 januari 2001, heeft de Rechtbank | au greffe de la Cour d'arbitrage le 9 janvier 2001, le Tribunal de |
van eerste aanleg te Hoei de volgende prejudiciële vraag gesteld : | première instance de Huy a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schenden de artikelen 64, tweede lid, van het Wetboek van | |
Strafvordering, 184 van hetzelfde Wetboek en 2, tweede lid, van de wet | « Les articles 64, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, 184 du |
même Code et 2, alinéa 2, de la loi du 4 octobre 1867, tel que modifié | |
van 4 oktober 1867, zoals gewijzigd bij artikel 47 van de wet van 11 | par l'article 47 de la loi du 11 juillet 1994, lus ensemble ou |
juli 1994, afzonderlijk of in samenhang gelezen, de artikelen 10 en 11 | isolément, violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution en ce |
van de Grondwet doordat zij de benadeelde persoon niet toestaan de | qu'ils ne permettent pas à la personne lésée de saisir par voie de |
zaak door middel van rechtstreekse dagvaarding bij de correctionele | citation directe le tribunal correctionnel dans les cas énumérés par |
rechtbank aanhangig te maken in de gevallen opgesomd in artikel 2, | |
derde lid, van de wet van 4 oktober 1867 en wanneer deze partij van | l'article 2, alinéa 3, de la loi du 4 octobre 1867 et lorsqu'elle |
oordeel is dat geen strengere dan een correctionele straf zal worden | estime qu'il ne sera pas requis une peine plus sévère qu'une peine |
gevorderd vanwege verzachtende omstandigheden of vanwege een | correctionnelle en raison de circonstances atténuantes ou d'une cause |
verschoningsgrond, terwijl : | d'excuse, alors que : |
a) het openbaar ministerie over die mogelijkheid beschikt; | a) le ministère public dispose de cette faculté; |
b) de personen die worden benadeeld door feiten die - vanwege de | b) les personnes lésées par des faits objectivement - de par leur |
strafrechtelijke kwalificatie ervan - objectief minder ernstig zijn, | qualification pénale - moins graves ont la possibilité de saisir le |
over de mogelijkheid beschikken om de zaak door middel van | tribunal correctionnel par voie de citation directe ? » |
rechtstreekse dagvaarding bij de correctionele rechtbank aanhangig te maken ? » | |
(...) | (...) |
IV. In rechte | IV. En droit |
(...) | (...) |
B.1.1. Artikel 64, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering | B.1.1. L'article 64, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle |
bepaalt : | dispose : |
« In correctionele zaken kan de benadeelde partij zich rechtstreeks | « Dans les matières du ressort de la police correctionnelle, la partie |
tot de correctionele rechtbank wenden in de vorm die hierna geregeld | lésée pourra s'adresser directement au tribunal correctionnel, dans la |
wordt. » | forme qui sera ci-après réglée. » |
Artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering bepaalt : | L'article 184 du Code d'instruction criminelle dispose : |
« Een termijn van ten minste tien dagen, die in voorkomend geval verlengd wordt wegens de afstand, moet tussen de dagvaarding en de verschijning gelaten worden, op straffe van nietigheid van de veroordeling die bij verstek tegen de gedaagde mocht worden uitgesproken. Deze nietigheid kan echter niet worden ingeroepen dan op de eerste terechtzitting en vóór alle exceptie of verweer. Wanneer de verdachte of een der verdachten zich in voorlopige hechtenis bevindt, kunnen de termijnen worden verkort en de partijen gedagvaard om te verschijnen binnen een termijn die niet korter mag zijn dan drie dagen. In andere dringende gevallen kan dezelfde verkorting toegestaan worden krachtens een door de voorzitter van de rechtbank verleende cedel. » | « Il y aura au moins un délai de dix jours, augmenté, s'il y a lieu, en raison de la distance, entre la citation et la comparution, à peine de nullité de la condamnation qui serait prononcée par défaut contre la personne citée. Néanmoins, cette nullité ne pourra être proposée qu'à la première audience et avant toute exception ou défense. Lorsque l'inculpé ou l'un des inculpés est détenu préventivement, les délais pourront être abrégés et les parties citées à comparaître dans un délai qui ne pourra être moindre que trois jours. Dans les autres cas urgents, la même réduction pourra être autorisée en vertu d'une cédule délivrée par le président du tribunal. » |
Artikel 2, tweede lid, van de wet van 4 oktober 1867 op de | L'article 2, alinéa 2, de la loi du 4 octobre 1867 sur les |
verzachtende omstandigheden bepaalt : | circonstances atténuantes dispose : |
« Evenzo kan het openbaar ministerie, indien geen gerechtelijk | « De la même manière, dans les cas où une instruction n'a pas été |
onderzoek is gevorderd, de beklaagde rechtstreeks voor de | requise, le ministère public peut, s'il estime qu'il n'y a pas lieu de |
correctionele rechtbank dagvaarden of oproepen met mededeling van de | requérir une peine plus sévère qu'une peine correctionnelle en raison |
verzachtende omstandigheden of van de reden van verschoning wanneer | de circonstances atténuantes ou d'une cause d'excuse, citer ou |
het van oordeel is dat er wegens verzachtende omstandigheden of om | |
reden van verschoning geen grond is om een hogere straf te vorderen | convoquer directement le prévenu devant le tribunal correctionnel en |
dan een correctionele straf. » | indiquant ces circonstances atténuantes ou la cause d'excuse. » |
B.1.2. Het Hof dient te onderzoeken of de voormelde bepalingen de | B.1.2. La Cour doit examiner si les dispositions précitées violent les |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden doordat zij een persoon | articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'elles ne permettent pas |
die beweert het slachtoffer te zijn van een misdaad niet toestaan de | à une personne qui se prétend victime d'une infraction criminelle de |
zaak door rechtstreekse dagvaarding bij de correctionele rechtbank | saisir par voie de citation directe le tribunal correctionnel alors |
aanhangig te maken terwijl, enerzijds, het openbaar ministerie in | que, d'une part, le ministère public dispose de cette faculté dans |
sommige omstandigheden over die mogelijkheid beschikt en, anderzijds, | certaines circonstances et que, d'autre part, les victimes |
de slachtoffers van minder ernstige misdrijven die mogelijkheid hebben. | d'infractions moins graves ont cette possibilité. |
Ten aanzien van het eerste gedeelte van de prejudiciële vraag | Quant à la première partie de la question préjudicielle |
B.2. Er bestaat tussen het openbaar ministerie en de benadeelde partij | B.2. Il existe, entre le ministère public et la partie lésée ou son |
of haar vertegenwoordiger een fundamenteel verschil dat op een | représentant, une différence fondamentale qui repose sur un critère |
objectief criterium berust. Het openbaar ministerie is, in het belang | objectif. Le ministère public est chargé, dans l'intérêt de la |
van de maatschappij, belast met de opsporing, de vervolging en de | société, de la recherche, de la poursuite et de la répression des |
bestraffing van misdrijven (artikelen 22 tot 47 van het Wetboek van | infractions (articles 22 à 47 du Code d'instruction criminelle) et il |
Strafvordering) en vordert toepassing van de strafwet (artikel 138 van | exerce l'action publique (article 138 du Code judiciaire). En |
het Gerechtelijk Wetboek). De benadeelde partij daarentegen verdedigt een persoonlijk belang door gebruik te maken van het haar bij de wet toegekende recht om zich rechtstreeks tot de politierechtbank of correctionele rechtbank te wenden door het mechanisme van de rechtstreekse dagvaarding. De uitoefening van dat recht heeft tot gevolg dat de strafvordering wordt ingeleid die vervolgens door het openbaar ministerie wordt uitgeoefend. Aan een rechtscollege wordt de bevoegdheid voorbehouden om in alle gevallen over die vordering uitspraak te doen. B.3.1. Wanneer het openbaar ministerie beslist voor te stellen een misdaad te correctionaliseren, op grond van verzachtende omstandigheden die het krachtens de wet dient te preciseren, vordert het de toepassing van de strafwet. De wetgever vermocht redelijkerwijze en op een pertinente manier aan de partij die het | revanche, c'est un intérêt personnel que la partie lésée défend en usant du droit que lui reconnaît la loi de s'adresser directement au tribunal de police ou au tribunal correctionnel, par le mécanisme de la citation directe. L'exercice de ce droit a pour effet de mettre en mouvement l'action publique exercée ensuite par le ministère public. Le pouvoir de statuer sur cette action est réservé, dans tous les cas, à une juridiction. B.3.1. Lorsque le ministère public décide de proposer de correctionnaliser un crime, en raison de circonstances atténuantes que la loi lui impose de préciser, il exerce l'action publique. Le législateur a donc pu raisonnablement et de manière pertinente refuser |
slachtoffer is van een misdaad de mogelijkheid te ontzeggen om | à la partie victime d'une infraction criminelle la faculté de |
misdaden te correctionaliseren, rekening houdend met het feit dat de | correctionnaliser des crimes, compte tenu de ce que le choix de la |
keuze van correctionalisering nauw verbonden is met de uitoefening van | correctionnalisation est intimement lié à l'exercice de l'action |
de publieke vordering en de doelstellingen van algemeen belang die | publique et aux objectifs d'intérêt général que poursuit cet exercice, |
door die uitoefening worden nagestreefd, met inbegrip van de | en ce compris l'appréciation de la possibilité de prendre en compte |
beoordeling of verzachtende omstandigheden of een verschoningsgrond in overweging te nemen vallen. Dat verbod maakt overigens geenszins inbreuk op de verdediging van de privé-belangen van de benadeelde partij. B.3.2. De op strafrechtelijk vlak benadeeld geachte persoon kan zich burgerlijke partij stellen bij een onderzoeksrechter en aldus de strafvordering op gang brengen, zodat het hem opgelegde verbod om in criminele zaken rechtstreeks voor de correctionele rechtbank te dagvaarden, niet onevenredig is. Het eerste gedeelte van de prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | des circonstances atténuantes ou une cause d'excuse. Cette interdiction ne porte par ailleurs en rien atteinte à la défense des intérêts privés de la partie lésée. B.3.2. La personne réputée préjudiciée peut, en matière criminelle, se constituer partie civile auprès d'un juge d'instruction et ainsi mettre en mouvement l'action publique, de sorte que l'interdiction qui lui est faite de citer directement, en matière criminelle, devant le tribunal correctionnel n'est pas disproportionnée. La première partie de la question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Ten aanzien van het tweede gedeelte van de prejudiciële vraag | Quant à la deuxième partie de la question préjudicielle |
B.4.1. Wat de vergelijking betreft die in het tweede gedeelte van de | B.4.1. En ce qui concerne la comparaison établie, dans la deuxième |
prejudiciële vraag is gemaakt tussen, enerzijds, de personen die | partie de la question préjudicielle, entre, d'une part, les personnes |
beweren het slachtoffer te zijn van wanbedrijven en die de zaak door | qui se prétendent victimes de délits, qui peuvent saisir les tribunaux |
een rechtstreekse dagvaarding bij de correctionele rechtbanken | correctionnels par une citation directe, et, d'autre part, celles qui |
aanhangig kunnen maken en, anderzijds, de personen die beweren het | se prétendent victimes de crimes et qui ne disposent pas de cette |
slachtoffer te zijn van misdaden en die niet over die | |
proceduremogelijkheid voor de correctionele rechtbank beschikken, | possibilité procédurale devant le tribunal correctionnel, le |
heeft de wetgever een objectief criterium gehanteerd : dat van de | législateur a retenu un critère objectif : celui de la gravité des |
ernst van de aan de beklaagde ten laste gelegde feiten. Naar gelang | faits reprochés au prévenu. En raison de cette gravité, le législateur |
van die ernst heeft de wetgever een drievoudige schaal van misdrijven | a établi une triple échelle des infractions et des peines à partir de |
en straffen opgesteld op basis waarvan hij drie verschillende | |
rechtscolleges heeft gecreëerd en georganiseerd om daarvan kennis te | laquelle il a créé et organisé trois juridictions différentes pour en |
nemen. | connaître. |
B.4.2. Het criterium van onderscheid is eveneens pertinent vermits | B.4.2. Le critère de distinction est également pertinent puisqu'en |
het, door aan het slachtoffer van een misdaad de bevoegdheid te | refusant à la victime d'un crime le pouvoir de saisir directement le |
weigeren om de zaak rechtstreeks bij de correctionele rechtbank | tribunal correctionnel, il respecte le monopole de l'exercice de |
aanhangig te maken, het monopolie van het instellen van de | |
strafvordering door het openbaar ministerie in acht neemt. Om dezelfde | l'action publique par le ministère public. Pour les mêmes motifs que |
redenen als die welke in B.3.2 zijn vermeld, neemt het ook het | ceux mentionnés en B.3.2, il respecte aussi le principe de |
evenredigheidsbeginsel in acht. | proportionnalité. |
Het tweede gedeelte van de prejudiciële vraag dient ontkennend te | La deuxième partie de la question préjudicielle appelle une réponse |
worden beantwoord. | négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
De artikelen 64, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, 184 | Les articles 64, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, 184 du |
van hetzelfde Wetboek en 2, tweede lid, van de wet van 4 oktober 1867 | même Code et 2, alinéa 2, de la loi du 4 octobre 1867 sur les |
op de verzachtende omstandigheden, gewijzigd bij artikel 47 van de wet | circonstances atténuantes, modifié par l'article 47 de la loi du 11 |
van 11 juli 1994 betreffende de politierechtbanken en houdende een | juillet 1994 relative aux tribunaux de police et portant certaines |
aantal bepalingen betreffende de versnelling en de modernisering van | dispositions relatives à l'accélération et à la modernisation de la |
de strafrechtspleging, schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet | justice pénale, ne violent pas les articles 10 et 11 de la |
niet doordat zij de benadeelde persoon niet toestaan de zaak door | Constitution en ce qu'ils ne permettent pas à la personne lésée de |
middel van rechtstreekse dagvaarding bij de correctionele rechtbank | saisir par voie de citation directe le tribunal correctionnel dans les |
aanhangig te maken in de gevallen opgesomd in artikel 2, derde lid, van de wet van 4 oktober 1867. | cas énumérés par l'article 2, alinéa 3, de la loi du 4 octobre 1867. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 13 maart 2002, door de | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 13 mars 2002, par le |
voormelde zetel, waarin rechter E. De Groot voor de uitspraak is | siège précité, dans lequel le juge E. De Groot est remplacé, pour le |
vervangen door rechter A. Alen, overeenkomstig artikel 110 van de | prononcé, par le juge A. Alen, conformément à l'article 110 de la même |
voormelde wet. | loi. |
De griffier, De voorzitter, | Le greffier, Le président, |
L. Potoms M. Melchior | L. Potoms M. Melchior |