← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 3/2002 van 9 januari 2002 Rolnummer 2073 In zake : de prejudiciële
vragen betreffende de artikelen 531, 610 en 1088 van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 14, eerste lid,
van de gecoördineerde wetten op de Raad van Het Arbitragehof, samengesteld
uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 3/2002 van 9 januari 2002 Rolnummer 2073 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 531, 610 en 1088 van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 14, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...) | Extrait de l'arrêt n° 3/2002 du 9 janvier 2002 Numéro du rôle : 2073 En cause : les questions préjudicielles concernant les articles 531, 610 et 1088 du Code judiciaire et l'article 14, alinéa 1 er , des lois coordonnées sur le Conse La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, E.(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 3/2002 van 9 januari 2002 | Extrait de l'arrêt n° 3/2002 du 9 janvier 2002 |
Rolnummer 2073 | Numéro du rôle : 2073 |
In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 531, 610 en | En cause : les questions préjudicielles concernant les articles 531, |
1088 van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 14, eerste lid, van de | 610 et 1088 du Code judiciaire et l'article 14, alinéa 1er, des lois |
gecoördineerde wetten op de Raad van State, gesteld door de Raad van State. | coordonnées sur le Conseil d'Etat, posées par le Conseil d'Etat. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters | composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. |
P. Martens, E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe en E. Derycke, | Martens, E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe et E. Derycke, |
bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, | assistée du greffier L. Potoms, présidée par le président A. Arts, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen | I. Objet des questions préjudicielles |
Bij arrest nr. 90.237 van 16 oktober 2000 in zake G. Wijnen tegen de | Par arrêt n° 90.237 du 16 octobre 2000 en cause de G. Wijnen contre la |
arrondissementskamer van gerechtsdeurwaarders te Mechelen, waarvan de | chambre d'arrondissement des huissiers de justice de Malines, dont |
expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 13 november | l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 13 |
2000, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vragen gesteld | novembre 2000, le Conseil d'Etat a posé les questions préjudicielles |
: | suivantes : |
« 1. Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden door | « 1. Les articles 10 et 11 de la Constitution sont-ils méconnus par |
artikel 531 zoals geformuleerd vóór de wijziging ervan bij artikel 12 | l'article 531, tel qu'il s'énonçait avant sa modification par |
van de wet van 6 april 1992 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek | l'article 12 de la loi du 6 avril 1992 modifiant le Code judiciaire en |
met betrekking tot het statuut van de gerechtsdeurwaarders, artikel | ce qui concerne le statut des huissiers de justice, par l'article 610 |
610 van het Gerechtelijk Wetboek samengelezen met artikel 1088 van het | du Code judiciaire combiné avec l'article 1088 du Code judiciaire et |
par l'article 14, alinéa 1er, des lois coordonnées sur le Conseil | |
Gerechtelijk Wetboek en artikel 14, eerste lid, van de gecoördineerde | d'Etat, dans la mesure où les articles précités sont interprétés en ce |
wetten op de Raad van State, in zoverre voormelde artikelen | sens qu'ils n'autorisent pas les huissiers de justice, auxquels le |
geïnterpreteerd worden in de zin dat ze de gerechtsdeurwaarder aan wie | conseil de la chambre d'arrondissement inflige une peine de discipline |
de raad van de arrondissementskamer een in artikel 531 van het | prévue à l'article 531 du Code judiciaire, à introduire un recours en |
Gerechtelijk Wetboek voorziene tuchtstraf oplegt, niet toestaan tegen | |
die tuchtbeslissing een vernietigingsberoep in te stellen bij de Raad | annulation devant le Conseil d'Etat contre cette décision |
van State, dit in tegenstelling tot de meeste andere | disciplinaire, et ce contrairement à la plupart des autres |
overheidsambtenaren die het voorwerp uitmaken van een gelijkaardige | fonctionnaires publics qui font l'objet d'une mesure disciplinaire |
tuchtmaatregel en op grond van voormeld artikel 14 wel beschikken over | analogue et qui, en vertu de l'article 14 précité, disposent |
de mogelijkheid hiertegen een vernietigingsberoep bij de Raad van | effectivement de la possibilité d'introduire un recours en annulation |
State in te leiden ? | contre cette mesure auprès du Conseil d'Etat ? |
2. Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden door | 2. Les articles 10 et 11 de la Constitution sont-ils méconnus par |
artikel 531 zoals geformuleerd vóór de wijziging ervan bij artikel 12 | l'article 531, tel qu'il s'énonçait avant sa modification par |
van de wet van 6 april 1992 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek | l'article 12 de la loi du 6 avril 1992 modifiant le Code judiciaire en |
met betrekking tot het statuut van de gerechtsdeurwaarders, artikel | ce qui concerne le statut des huissiers de justice, par l'article 610 |
610 van het Gerechtelijk Wetboek samengelezen met artikel 1088 van het | du Code judiciaire combiné avec l'article 1088 du Code judiciaire et |
par l'article 14, alinéa 1er, des lois coordonnées sur le Conseil | |
Gerechtelijk Wetboek en artikel 14, eerste lid, van de gecoördineerde | d'Etat, dans la mesure où les articles précités sont interprétés en ce |
wetten op de Raad van State, in zoverre voormelde artikelen | sens qu'ils n'autorisent pas les huissiers de justice, auxquels le |
geïnterpreteerd worden in de zin dat ze de gerechtsdeurwaarder aan wie | conseil de la chambre d'arrondissement inflige une peine de discipline |
de raad van de arrondissementskamer een in artikel 531 van het | prévue à l'article 531 du Code judiciaire, à introduire un recours en |
Gerechtelijk Wetboek voorziene tuchtstraf oplegt, niet toestaan tegen | annulation devant le Conseil d'Etat contre cette décision |
die beslissing een vernietigingsberoep in te stellen bij de Raad van | disciplinaire, et ce contrairement à la plupart des autres titulaires |
State, dit in tegenstelling tot de meeste andere beoefenaars van | de professions libérales réglementées qui, en vertu de cet article 14, |
gereglementeerde vrije beroepen die op grond van dit artikel 14 wel | disposent effectivement d'un recours en annulation contre les actes |
over een vernietigingsberoep beschikken tegen de eenzijdige | |
overheidsbeslissingen die hun belangen ongunstig raken ? » | administratifs unilatéraux qui affectent négativement leurs intérêts ? » |
(...) | (...) |
IV. In rechte | IV. En droit |
(...) | (...) |
B.1. De prejudiciële vragen strekken ertoe van het Hof te vernemen of | B.1. Les questions préjudicielles ont pour objet de demander à la Cour |
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet worden geschonden doordat de | si les articles 10 et 11 de la Constitution sont violés en ce que les |
gerechtsdeurwaarders tegen een door de raad van de | huissiers de justice ne peuvent intenter un recours en annulation |
arrondissementskamer opgelegde tuchtstraf geen vernietigingsberoep | devant le Conseil d'Etat contre une peine disciplinaire qui leur est |
kunnen instellen bij de Raad van State, terwijl de meeste andere | infligée par le conseil de la chambre d'arrondissement, alors que la |
overheidsambtenaren die het voorwerp uitmaken van een soortgelijke | plupart des autres fonctionnaires publics auxquels est infligée une |
tuchtmaatregel en de meeste andere beoefenaars van gereglementeerde | mesure disciplinaire analogue et la plupart des autres titulaires de |
vrije beroepen die door een overheidsbeslissing ongunstig worden | professions libérales réglementées qui sont défavorablement affectés |
geraakt wel een vernietigingsberoep bij de Raad van State zouden | par une décision de l'autorité pourraient quant à eux introduire un |
kunnen instellen. | recours en annulation auprès du Conseil d'Etat. |
B.2. Het verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van | B.2. La différence de traitement entre certaines catégories de |
personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende | personnes qui découle de l'application de règles procédurales |
procedureregels in verschillende omstandigheden houdt op zich geen | différentes dans des circonstances différentes n'est pas |
discriminatie in. Van discriminatie zou slechts sprake kunnen zijn, | discriminatoire en soi. Il ne pourrait être question de discrimination |
indien het verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing | que si la différence de traitement qui découle de l'application de ces |
van die procedureregels een onevenredige beperking van de rechten van | règles de procédure entraînait une limitation disproportionnée des |
de daarbij betrokken personen met zich zou meebrengen. | droits des personnes concernées. |
B.3. Met toepassing van artikel 531 van het Gerechtelijk Wetboek, | B.3. En application de l'article 531 du Code judiciaire, le conseil de |
kunnen aan de gerechtsdeurwaarders tuchtstraffen worden opgelegd door | la chambre d'arrondissement peut infliger des peines disciplinaires |
de raad van de arrondissementskamer. Tot die tuchtstraffen behoort | aux huissiers de justice. Parmi celles-ci figure notamment |
onder meer de niet-toelating tot de raad van de arrondissementskamer. | l'interdiction d'entrée au conseil de la chambre d'arrondissement. |
Die straf houdt in dat de betrokken gerechtsdeurwaarder gedurende een | Cette peine implique que l'huissier concerné n'est pas éligible à ce |
bepaalde periode niet verkiesbaar is voor die raad. | conseil pendant une période déterminée. |
Artikel 532 bepaalt dat de zwaardere tuchtstraffen worden opgelegd | L'article 532 dispose que les peines disciplinaires plus lourdes sont |
door de rechtbank van eerste aanleg, ten verzoeke van de procureur des | prononcées par le tribunal de première instance à la diligence du |
Konings. Tegen die vonnissen staat hoger beroep open. | procureur du Roi. Ces jugements sont susceptibles d'appel. |
B.4. Door de wet van 6 april 1992 werden de artikelen 531bis tot en | B.4. La loi du 6 avril 1992 a inséré dans le Code judiciaire les |
met 531quinquies ingevoegd in het Gerechtelijk Wetboek, die in de | articles 531bis à 531quinquies qui ont institué des conseils d'appel |
oprichting hebben voorzien van raden van beroep voor | des huissiers de justice devant lesquels les huissiers de justice |
gerechtsdeurwaarders, waarbij de gerechtsdeurwaarders sindsdien in | peuvent désormais interjeter appel de la peine disciplinaire qui leur |
beroep kunnen gaan tegen een op grond van artikel 531 door de raad van | est infligée, conformément à l'article 531, par le conseil de la |
de arrondissementskamer opgelegde tuchtstraf. | chambre d'arrondissement. |
De prejudiciële vraag heeft evenwel betrekking op de situatie zoals | La question préjudicielle porte toutefois sur la situation antérieure |
zij bestond vóór de inwerkingtreding van de wet van 6 april 1992. | à la loi du 6 avril 1992. |
B.5. Artikel 610 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals van toepassing | B.5. L'article 610 du Code judiciaire, tel qu'il était en vigueur |
vóór de wijzigingen door de wetten van 4 en 25 mei 1999, bepaalde : | antérieurement aux modifications apportées par les lois des 4 et 25 |
« Het Hof van Cassatie neemt kennis van vorderingen tot | mai 1999, disposait : |
nietigverklaring van de handelingen waardoor rechters en ambtenaren | « La Cour de cassation connaît des demandes en annulation des actes |
van het openbaar ministerie, alsook tuchtrechtelijke overheden van | par lesquels les juges et les officiers du ministère public, ainsi que |
ministeriële ambtenaren en van de balie, hun bevoegdheid mochten | les autorités disciplinaires des officiers ministériels et du barreau |
hebben overschreden. » | auraient excédé leurs pouvoirs. » |
B.6. Zoals blijkt uit het verwijzingsarrest moet artikel 610 van het | B.6. Ainsi qu'il ressort de l'arrêt de renvoi, l'article 610 du Code |
Gerechtelijk Wetboek in samenhang worden gelezen met artikel 1088 van | judiciaire doit être lu en combinaison avec l'article 1088 de ce Code, |
het Gerechtelijk Wetboek, zoals van toepassing vóór de wijziging ervan | tel qu'il était applicable avant sa modification par la loi du 4 mai |
door de wet van 4 mei 1999 : | 1999 : |
« De handelingen waarbij de rechters en de ambtenaren van het openbaar | « Sans préjudice des dispositions de l'article 502, les actes par |
ministerie, alsmede de tuchtoverheid van de ministeriële ambtenaren of | lesquels les juges et les officiers du ministère public, ainsi que les |
van de balie hun bevoegdheid mochten hebben overschreden, worden | autorités disciplinaires des officiers ministériels et du barreau |
onverminderd de bepalingen van artikel 502, door de procureur-generaal | auraient excédé leurs pouvoirs sont dénoncés à la Cour de cassation |
bij het Hof van Cassatie aangebracht bij dit hof, op voorschrift van | |
de minister van Justitie, zelfs wanneer de wettelijke termijn voor de | par son procureur général, sur les instructions du ministre de la |
voorziening in cassatie verstreken is en geen enkele partij in | Justice, même si le délai légal de pourvoi en cassation est écoulé et |
voorziening is gekomen. | alors qu'aucune partie ne s'est pourvue. |
Het Hof vernietigt de handelingen, indien daartoe grond bestaat. » | La Cour annule les actes s'il y a lieu. » |
B.7.1. Vóór de totstandkoming van de wet van 6 april 1992 kon volgens | B.7.1. Avant l'adoption de la loi du 6 avril 1992, l'action en |
de Raad van State de vordering tot nietigverklaring op grond van de | |
artikelen 610 en 1088 van het Gerechtelijk Wetboek enkel worden | annulation fondée sur les articles 610 et 1088 du Code judiciaire ne |
ingesteld door de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie op | pouvait être intentée, selon le Conseil d'Etat, que par le procureur |
voorschrift van de Minister van Justitie (Raad van State, nr. 80.682 | général près la Cour de cassation, sur les instructions du ministre de |
van 7 juni 1999). De gerechtsdeurwaarder zelf, aan wie een tuchtstraf | la Justice (Conseil d'Etat, n° 80.682 du 7 juin 1999). L'huissier de |
justice lui-même auquel une peine disciplinaire avait été infligée sur | |
op grond van artikel 531 van hetzelfde Wetboek werd opgelegd, had niet | la base de l'article 531 du même Code n'avait pas qualité pour saisir |
de hoedanigheid om zijn zaak bij het Hof van Cassatie aanhangig te | la Cour de cassation. |
maken. De Raad van State heeft daarenboven bij herhaling geoordeeld dat de | Le Conseil d'Etat a de surcroît considéré à plusieurs reprises que la |
bij artikel 610 van het Gerechtelijk Wetboek aan het Hof van Cassatie | compétence attribuée à la Cour de cassation par l'article 610 du Code |
verleende bevoegdheid, de bevoegdheid van de Raad van State uitsloot. | judiciaire excluait celle du Conseil d'Etat. |
B.7.2. Volgens de aan het Hof voorgelegde interpretatie van de in het | B.7.2. Par conséquent, dans l'interprétation des dispositions en cause |
geding zijnde bepalingen kon de gerechtsdeurwaarder derhalve, vóór de | soumise à la Cour, l'huissier de justice ne disposait, antérieurement |
inwerkingtreding van de wet van 6 april 1992, niet opkomen tegen een | à l'entrée en vigueur de la loi du 6 avril 1992, d'aucun recours |
contre une peine disciplinaire qui lui était infligée en vertu de | |
hem op grond van artikel 531 van het Gerechtelijk Wetboek opgelegde | l'article 531 du Code judiciaire, étant donné, d'une part, qu'il ne |
tuchtstraf, nu hij, enerzijds, zijn zaak niet voor de Raad van State | pouvait pas porter l'affaire devant le Conseil d'Etat et, d'autre |
kon brengen, en, anderzijds, niet de hoedanigheid had om ze bij het | part, qu'il n'avait pas qualité pour saisir la Cour de cassation. |
Hof van Cassatie aanhangig te maken. | |
B.7.3. Wegens de bevoegdheid in eerste en in laatste aanleg van de | B.7.3. En raison de la compétence en premier et dernier ressort du |
raad van de arrondissementskamer had een gerechtsdeurwaarder niet de | conseil de la chambre d'arrondissement, l'huissier de justice n'avait |
mogelijkheid de hem opgelegde tuchtstraf te laten toetsen. Aldus werd | pas la possibilité de faire contrôler la peine disciplinaire qui lui |
op discriminatoire wijze afbreuk gedaan aan de rechten van betrokkene | avait été infligée. Il était ainsi porté aux droits de l'intéressé une |
omdat gerechtsdeurwaarders, zonder redelijke verantwoording, | atteinte discriminatoire puisque les huissiers de justice étaient, |
verschillend werden behandeld ten aanzien van het merendeel van de | sans justification raisonnable, traités autrement que la plupart des |
overheidsambtenaren en van de beoefenaars van vrije beroepen die over | fonctionnaires publics et des titulaires de professions libérales qui |
een jurisdictioneel beroep beschikken tegen straffen die hen worden | disposent d'un recours juridictionnel contre les peines qui leur sont |
opgelegd. | infligées. |
B.8.1. De verzoekende partij voor de Raad van State heeft de Raad | B.8.1. La partie requérante devant le Conseil d'Etat a demandé à |
verzocht terug te komen op de vroegere rechtspraak en zich bevoegd te | celui-ci de revenir sur la jurisprudence antérieure et de se déclarer |
verklaren om kennis te nemen van het beroep tot vernietiging ingesteld | compétent pour connaître du recours en annulation introduit contre une |
tegen een vóór de inwerkingtreding van de wet van 6 april 1992 door de raad van de arrondissementskamer opgelegde tuchtstraf. Ook in haar memorie vraagt zij het Hof thans de in het geding zijnde bepalingen te onderzoeken in die interpretatie. Zo zouden de in het geding zijnde bepalingen grondwetsconform zijn. B.8.2. Het Hof onderzoekt de in het geding zijnde normen in de interpretatie die de verwijzende rechter eraan heeft gegeven. Indien echter blijkt dat die bepalingen in die interpretatie de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden, kan het Hof die bepalingen op hun bestaanbaarheid met die grondwetsbepalingen onderzoeken in een andere interpretatie. | peine disciplinaire infligée par le conseil de la chambre d'arrondissement avant l'entrée en vigueur de la loi du 6 avril 1992. Dans son mémoire également, la partie requérante demande à la Cour d'examiner les dispositions en cause dans cette interprétation. Ainsi, les dispositions en cause seraient conformes à la Constitution. B.8.2. La Cour examine les normes en cause dans l'interprétation que leur donne le juge a quo. S'il appert toutefois que ces dispositions ainsi interprétées violent les articles 10 et 11 de la Constitution, la Cour peut rechercher si celles-ci sont conformes aux dispositions constitutionnelles dans une autre interprétation. |
B.8.3. Zoals blijkt uit de rechtspraak, leidt de Raad van State zijn | B.8.3. Ainsi qu'il ressort de la jurisprudence, le Conseil d'Etat |
onbevoegdheid af uit de duidelijke wil van de wetgever om het toezicht | déduit son incompétence de la volonté expresse du législateur de |
op de betrokken tuchtregeling toe te vertrouwen aan de rechterlijke | confier le contrôle de ce régime disciplinaire au pouvoir judiciaire, |
macht, meer bepaald aan het Hof van Cassatie. De Raad van State heeft | et plus précisément à la Cour de cassation. Le Conseil d'Etat a |
ook geoordeeld dat het onvolledige van de aan de gerechtsdeurwaarders | également considéré que le caractère incomplet de la protection |
gegeven rechtsbescherming niet kan rechtvaardigen dat aan het Hof van | juridictionnelle accordée aux huissiers de justice ne pouvait |
Cassatie de bevoegdheid zou worden ontnomen die uitdrukkelijk door de | justifier que la compétence que la loi attribue formellement à la Cour |
wet aan dat Hof werd opgedragen (Raad van State, nrs. 17.555 tot | de cassation soit enlevée à celle-ci (Conseil d'Etat, nos 17.555 à |
17.558 van 2 april 1976). | 17.558 du 2 avril 1976). |
In de thans voorliggende zaak overwoog de Raad dat de wetgever « toen | Dans l'affaire présentement examinée, le Conseil d'Etat a considéré |
hij met de wet van 6 april 1992 tegen de tuchtstraffen uitgesproken | que « lorsque, par la loi du 6 avril 1992, il a organisé, auprès d'un |
door de Raad van de Arrondissementskamer een hoger beroep heeft | conseil d'appel des huissiers de justice, un appel des peines de |
ingesteld bij een Raad van Beroep voor gerechtsdeurwaarders, hij met | discipline prononcées par le conseil de la chambre d'arrondissement, |
geen woord te kennen heeft gegeven dat in zijn opvatting de betrokkene | [le législateur] n'a nullement indiqué que, dans son esprit, |
voorheen reeds over een annulatieberoep bij de Raad van State | l'intéressé disposait déjà avant cela d'un recours en annulation |
beschikte; dat alzo al de wetteksten die desbetreffend bestaan, | devant le Conseil d'Etat; que, par conséquent, tous les textes |
tegenspreken dat, bij ontstentenis van een uitdrukkelijk de bevoegde | législatifs existant en cette matière contredisent l'affirmation que, |
rechter aanwijzende wettekst, de wetgever vermoed mag worden de Raad | faute d'un texte législatif désignant explicitement la juridiction |
van State als zodanig te hebben aangewezen » (Raad van State, nr. | compétente, le législateur peut être présumé avoir désigné le Conseil |
80.682 van 7 juni 1999). | d'Etat comme tel » (Conseil d'Etat, n° 80.682 du 7 juin 1999). |
B.8.4. Het Hof constateert ook dat de tuchtregeling van de | B.8.4. La Cour constate également que le régime disciplinaire des |
gerechtsdeurwaarders deel uitmaakt van een bredere regeling in het | huissiers de justice fait partie, dans le Code judiciaire, d'une |
Gerechtelijk Wetboek inzake de rechterlijke macht, waarbij de | réglementation plus large concernant le pouvoir judiciaire, dans |
tuchtregeling ofwel aan een eigen beroepsorgaan of aan de rechterlijke | laquelle la procédure disciplinaire est confiée soit à un organe |
macht is opgedragen. De wet van 6 april 1992 heeft het gebrek aan | d'appel propre, soit au pouvoir judiciaire. La loi du 6 avril 1992 a |
beroepsmogelijkheid overigens verholpen door de invoeging van een | du reste remédié à l'absence d'une possibilité de recours en insérant |
nieuwe regeling in het Gerechtelijk Wetboek waarbij eigen | une nouvelle règle dans le Code judiciaire, créant des organes d'appel |
beroepsorganen werden opgericht. | propres. |
Uit het bovenstaande blijkt niet dat het Hof tot een andere lezing van | De ce qui précède, il n'apparaît pas que la Cour puisse envisager une |
de betrokken bepalingen zou kunnen komen dan die welke aangegeven is | autre lecture des dispositions en cause que celle mentionnée dans la |
in de verwijzingsbeslissing. | décision de renvoi. |
B.9. De prejudiciële vragen dienen bevestigend te worden beantwoord. | B.9. Les questions préjudicielles appellent une réponse affirmative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 531 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals van toepassing vóór de | L'article 531 du Code judiciaire, tel qu'il était en vigueur avant sa |
wijziging door de wet van 6 april 1992, en artikel 610 van hetzelfde | modification par la loi du 6 avril 1992, et l'article 610 du même |
Wetboek, zoals van toepassing vóór de wijziging door de wetten van 4 | Code, tel qu'il était en vigueur avant sa modification par les lois |
en 25 mei 1999, in samenhang gelezen met artikel 1088 van het | des 4 et 25 mai 1999, combinés avec l'article 1088 du même Code, tel |
Gerechtelijk Wetboek, zoals van toepassing vóór de wijziging door de | |
wet van 4 mei 1999, in die zin geïnterpreteerd dat alleen de | qu'il était en vigueur avant sa modification par la loi du 4 mai 1999, |
et interprétés en ce sens que seul le procureur général près la Cour | |
procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, op voorschrift van de | de cassation peut, sur les instructions du ministre de la Justice, |
Minister van Justitie, een vordering tot nietigverklaring bij het Hof | introduire auprès de la Cour de cassation une demande en annulation de |
van Cassatie kon instellen tegen een door de raad van de | la décision du conseil de la chambre d'arrondissement infligeant une |
arrondissementskamer aan een gerechtsdeurwaarder opgelegde tuchtstraf, | peine disciplinaire à un huissier de justice, violent les articles 10 |
schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | et 11 de la Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 9 januari 2002. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 9 janvier 2002. |
De griffier, De voorzitter, | Le greffier, Le président, |
L. Potoms. A. Arts. | L. Potoms. A. Arts. |