Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 151/2001 van 28 november 2001 Rolnummer 2024 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 43, § 2, zesde lid, a), van het gecoördineerd decreet van het Vlaamse Gewest van 22 oktober 1996 betreffende de ruimtelij Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. Fran(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 151/2001 van 28 november 2001 Rolnummer 2024 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 43, § 2, zesde lid, a), van het gecoördineerd decreet van het Vlaamse Gewest van 22 oktober 1996 betreffende de ruimtelij Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. Fran(...) Extrait de l'arrêt n° 151/2001 du 28 novembre 2001 Numéro du rôle : 2024 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 43, § 2, alinéa 6, a), du décret coordonné de la Région flamande du 22 octobre 1996 relatif à l'aménagemen La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. François, (...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Uittreksel uit arrest nr. 151/2001 van 28 november 2001 Extrait de l'arrêt n° 151/2001 du 28 novembre 2001
Rolnummer 2024 Numéro du rôle : 2024
In zake : de prejudiciële vraag over artikel 43, § 2, zesde lid, a), En cause : la question préjudicielle relative à l'article 43, § 2,
van het gecoördineerd decreet van het Vlaamse Gewest van 22 oktober alinéa 6, a), du décret coordonné de la Région flamande du 22 octobre
1996 betreffende de ruimtelijke ordening, gesteld door de Raad van 1996 relatif à l'aménagement du territoire, posée par le Conseil
State. d'Etat.
Het Arbitragehof, La Cour d'arbitrage,
samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L.
L. François, R. Henneuse, M. Bossuyt, A. Alen en J.-P. Moerman, François, R. Henneuse, M. Bossuyt, A. Alen et J.-P. Moerman, assistée
bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, du greffier L. Potoms, présidée par le président A. Arts,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag I. Objet de la question préjudicielle
Bij arrest nr. 88.650 van 6 juli 2000 in zake de n.v. Ontex tegen het Par arrêt n° 88.650 du 6 juillet 2000 en cause de la s.a. Ontex contre
Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof la Région flamande, dont l'expédition est parvenue au greffe de la
is ingekomen op 9 augustus 2000, heeft de Raad van State de volgende Cour d'arbitrage le 9 août 2000, le Conseil d'Etat a posé la question
prejudiciële vraag gesteld : préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 43, § 2, zesde lid (a) van het decreet betreffende « L'article 43, § 2, alinéa 6, (a), du décret relatif à l'aménagement
de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, de du territoire, coordonné le 22 octobre 1996, viole-t-il les articles
artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het aan de gemachtigde 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il prive le fonctionnaire
ambtenaar de mogelijkheid ontzegt om bij het verlenen van een gunstig délégué, lorsqu'il émet un avis favorable, de la possibilité de
advies af te wijken van de voorschriften van een gewestplan indien de déroger aux prescriptions d'un plan de secteur si la demande porte sur
aanvraag betrekking heeft op het wijzigen binnen het bestaande une modification devant être effectuée au volume de construction
bouwvolume van een vergund gebouw dat nog niet werd opgericht ? » existant d'un bâtiment non encore érigé ayant fait l'objet d'un permis de bâtir ? »
(...) (...)
IV. In rechte IV. En droit
(...) (...)
B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 43, § 2, B.1.1. La question préjudicielle concerne l'article 43, § 2, alinéa 6,
zesde lid, a), van het gecoördineerd decreet van het Vlaamse Gewest
van 22 oktober 1996 betreffende de ruimtelijke ordening, luidend : a), du décret coordonné de la Région flamande du 22 octobre 1996
relatif à l'aménagement du territoire, lequel est libellé comme suit :
« Bij het verlenen van een gunstig advies mag de gemachtigde ambtenaar « Lorsqu'il émet un avis favorable, le fonctionnaire délégué peut
afwijken van de voorschriften van een ontwerp-gewestplan of gewestplan déroger aux prescriptions d'un projet de plan de secteur ou d'un plan
indien de aanvraag betrekking heeft op : de secteur si la demande porte sur :
a) hetzij het verbouwen van een bestaand vergund gebouw binnen het a) soit la transformation d'un bâtiment existant ayant fait l'objet
bestaande bouwvolume en niet betrekking hebbend op het volledig d'un permis dans le volume de construction existant et n'ayant pas
herbouwen. » trait à la transformation totale. »
B.1.2. De Raad van State vraagt het Hof of die bepaling de artikelen B.1.2. Le Conseil d'Etat demande à la Cour si cette disposition viole
10 en 11 van de Grondwet schendt doordat ze aan de gemachtigde les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'elle ne permet pas
ambtenaar de mogelijkheid ontzegt om bij het verlenen van een gunstig au fonctionnaire délégué, lorsqu'il émet un avis favorable, de déroger
advies af te wijken van de voorschriften van een gewestplan, indien de aux prescriptions d'un plan de secteur si la demande de permis de
bouwaanvraag betrekking heeft op een vergund gebouw dat nog niet werd bâtir concerne un bâtiment ayant fait l'objet d'un permis de bâtir
opgericht. mais non encore construit.
B.1.3. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot de rechtsvraag zoals die B.1.3. La Cour limite son examen à la question de droit telle qu'elle
blijkt uit de formulering van de prejudiciële vraag. De wijzigingen ressort de la formulation de la question préjudicielle. Les
van de in het geding zijnde bepaling door de decreten van 18 mei 1999 modifications apportées à la disposition en cause par les décrets du
en van 26 april 2000 dienen derhalve niet in aanmerking te worden 18 mai 1999 et du 26 avril 2000 ne doivent dès lors pas être prises en
genomen. considération.
B.2.1. De in het geding zijnde bepaling moet worden beoordeeld binnen B.2.1. La disposition en cause doit être examinée dans le cadre de la
het geheel van de stedenbouwreglementering waarvan zij deel uitmaakt. réglementation de l'urbanisme dont elle fait partie. La loi du 29 mars
Door de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke 1962 organique de l'aménagement du territoire et de l'urbanisme ainsi
ordening en van de stedebouw, en de latere wijzigingen, werd een que les modifications ultérieures ont établi un aménagement du
ruimtelijke ordening ingevoerd waarbij de bestemming van de gronden territoire en prévoyant que la destination des terrains serait fixée
werd vastgelegd door plannen van aanleg die bepalend zijn bij het par des plans d'aménagement déterminants pour la délivrance des permis
uitreiken van de noodzakelijke stedenbouwkundige vergunningen. Een d'urbanisme nécessaires. Il ne peut en principe être fait droit à une
aanvraag die niet in overeenstemming is met de stedenbouwkundige demande non conforme aux prescriptions urbanistiques.
voorschriften is in beginsel niet vergunbaar. B.2.2. Par suite de l'approbation des plans d'aménagement, un certain
B.2.2. Ten gevolge van de goedkeuring van de plannen van aanleg werden nombre de bâtiments dont l'existence est antérieure aux plans de
een aantal bestaande gebouwen die dateren van vóór de gewestplanning, secteur sont devenus incompatibles avec la destination de la zone dans
onverenigbaar met de bestemming van het gebied waarin ze gelegen laquelle ils sont situés. Afin de permettre aux propriétaires de
waren. Om de eigenaars de mogelijkheid te bieden hun gebouw - conserver leur bâtiment - qui a été construit dans le respect des
opgericht met inachtneming van de van kracht zijnde regels - te règles en vigueur - et d'adapter ce bâtiment à l'évolution des
behouden en aan te passen aan de gewijzigde noden en om de ontwaarding besoins, et en vue de combattre la dépréciation des propriétés par
van de eigendommen ten gevolge van verkrotting tegen te gaan, werd in suite de leur taudisation, le législateur a prévu, dans les
opeenvolgende wettelijke regelingen in de mogelijkheid voorzien om aan réglementations législatives successives, la possibilité de réaliser
die « zonevreemde » gebouwen verbouwings- of uitbreidingswerken door des travaux de transformation ou d'agrandissement de ces bâtiments «
te voeren. Het ging daarbij steeds om een uitzonderingsregeling voor étrangers à la zone ». Il s'est toujours agi à cet égard d'une
bestaande gebouwen, die aan welomschreven voorwaarden was gebonden. réglementation dérogatoire visant des bâtiments existants et liée à
des conditions bien définies.
B.3.1. Artikel 43, § 2, zesde lid, a), van het decreet van 22 oktober B.3.1. L'article 43, § 2, alinéa 6, a), du décret du 22 octobre 1996
1996 stelt als voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om de gemachtigde pose comme conditions, pour que le fonctionnaire délégué puisse
ambtenaar toe te staan af te wijken van de verordenende voorschriften déroger aux prescriptions réglementaires d'un projet de plan de
van een ontwerp-gewestplan, dat de aanvraag betrekking moet hebben op secteur, que la demande porte sur la transformation, dans le volume de
het verbouwen van een bestaand en vergund gebouw binnen het bestaande construction existant, d'un bâtiment existant ayant fait l'objet d'un
bouwvolume en geen betrekking mag hebben op het volledig herbouwen. permis et qu'elle ne concerne pas la transformation totale.
.3.2. Zowel uit de letterlijke tekst van die bepaling als uit de B.3.2. Il ressort sans équivoque tant de la lettre que de la genèse de
wordingsgeschiedenis ervan blijkt ondubbelzinnig dat die enkel cette disposition que cette dernière concerne exclusivement des
betrekking heeft op bestaande, werkelijk opgerichte gebouwen. Met de bâtiments existants effectivement érigés. En instaurant la disposition
uitvaardiging van de in het geding zijnde regeling door het decreet en cause par le décret du 13 juillet 1994, le législateur décrétal a
van 13 juli 1994 heeft de decreetgever overigens de du reste voulu rendre plus strictes les possibilités de dérogation
afwijkingsmogelijkheden voor zonevreemde gebouwen willen verstrengen. concernant les bâtiments non conformes à la destination de la zone. La
De voorwaarde dat het moet gaan om « bestaande » gebouwen vormt condition en vertu de laquelle il doit s'agir de bâtiments « existants
derhalve de essentie van de in het geding zijnde bepaling en vindt » constitue dès lors l'essence même de la disposition en cause et
haar verantwoording in de doelstellingen uiteengezet onder B.2. trouve sa justification dans les objectifs exposés au B.2.
B.4. Het uitreiken van een bouwvergunning voor een nog op te richten B.4. La délivrance d'un permis de bâtir pour un bâtiment encore à
gebouw wordt beheerst door de algemene regeling vervat in artikel 42 van het in het geding zijnde decreet. Het uitgangspunt van die regeling is dat de vergunning in beginsel enkel kan worden verleend indien zij niet strijdig is met de planologische bestemming van het gebied. B.5. Het verschil in behandeling tussen, enerzijds, de vergunningaanvrager die een afwijking vraagt voor een bestaand vergund gebouw, en, anderzijds, degene die een bouwvergunning vraagt voor een nog op te richten gebouw, volgt uit twee wettelijke bepalingen, die op rechtmatige wijze een verschillende finaliteit hebben. Het in het geding zijnde verschil in behandeling is derhalve niet discriminerend. B.6. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, construire est régie par la réglementation générale contenue dans l'article 42 du décret litigieux. Le principe de cette réglementation est que le permis ne peut en règle être accordé que si la demande est conforme à la destination planologique de la zone. B.5. La différence de traitement qui existe entre, d'une part, le demandeur d'un permis qui sollicite une dérogation pour un bâtiment existant ayant fait l'objet d'un permis et, d'autre part, la personne qui demande un permis de bâtir pour un bâtiment encore à construire résulte de deux dispositions législatives ayant légitimement des finalités différentes. La différence de traitement en cause n'est donc pas discriminatoire. B.6. La question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 43, § 2, zesde lid, a), van het gecoördineerd decreet van het L'article 43, § 2, alinéa 6, a), du décret coordonné de la Région
Vlaamse Gewest van 22 oktober 1996 betreffende de ruimtelijke ordening flamande du 22 octobre 1996 relatif à l'aménagement du territoire ne
schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution.
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 28 november 2001. la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 28 novembre 2001.
De griffier, De voorzitter, Le greffier, Le président,
L. Potoms. A. Arts. L. Potoms. A. Arts.
^