Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 Rolnummer 2287 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorz wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij arrest van 2(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 Rolnummer 2287 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorz wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij arrest van 2(...) Extrait de l'arrêt n° 163/2001 du 19 décembre 2001 Numéro du rôle : 2287 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 307bis du Code civil, posée par la Cour de cassation. La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Mel après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle Par arr(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Uittreksel uit arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 Extrait de l'arrêt n° 163/2001 du 19 décembre 2001
Rolnummer 2287 Numéro du rôle : 2287
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het En cause : la question préjudicielle relative à l'article 307bis du
Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Code civil, posée par la Cour de cassation.
Het Arbitragehof, La Cour d'arbitrage,
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L.
L. François, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman en E. Derycke, François, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman et E. Derycke, assistée
bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, du greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag I. Objet de la question préjudicielle
Bij arrest van 2 november 2001 in zake Y. Jadoul tegen M. Decleve, Par arrêt du 2 novembre 2001 en cause de Y. Jadoul contre M. Decleve,
waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op
16 november 2001, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 16
novembre 2001, la Cour de cassation a posé la question préjudicielle
vraag gesteld : suivante :
« Schendt artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en « L'article 307bis du Code civil viole-t-il les articles 10 et 11 de
11 van de Grondwet, doordat het een verschil in behandeling instelt la Constitution en ce qu'il instaure une différence de traitement
tussen de schuldenaar van een uitkering tot onderhoud die werd entre le débiteur d'une pension alimentaire accordée en vertu des
toegestaan krachtens de artikelen 306 en 307 van het Burgerlijk articles 306 et 307 du Code civil, laquelle pourra excéder le tiers
Wetboek, uitkering die hoger kan zijn dan een derde van de inkomsten des revenus du débiteur, et le débiteur d'une pension alimentaire
van de onderhoudsplichtige, en de schuldenaar van een uitkering tot
onderhoud toegestaan op grond van artikel 301 van het Burgerlijk accordée sur la base de l'article 301 du Code civil, laquelle, en
Wetboek, uitkering die met toepassing van paragraaf 4 ervan niet meer
mag bedragen dan een derde van de inkomsten van de tot uitkering application de son paragraphe 4, ne peut en aucun cas excéder le tiers
gehouden echtgenoot ? » des revenus de l'époux débiteur de la pension ? »
(...) (...)
IV. In rechte IV. En droit
(...) (...)
B.1. In de prejudiciële vraag wordt het Hof ondervraagd over de B.1. La question préjudicielle interroge la Cour sur la compatibilité
bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van avec les articles 10 et 11 de la Constitution de l'article 307bis du
artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek doordat het een verschil in
behandeling instelt tussen de schuldenaar van een uitkering tot Code civil en ce qu'il instaure une différence de traitement entre le
onderhoud die werd toegestaan krachtens de artikelen 306 en 307 van débiteur d'une pension alimentaire accordée en vertu des articles 306
het Burgerlijk Wetboek, die hoger kan zijn dan een derde van de et 307 du Code civil, laquelle pourra excéder le tiers des revenus du
inkomsten van de onderhoudsplichtige, en de schuldenaar van een débiteur, et le débiteur d'une pension alimentaire accordée sur la
uitkering tot onderhoud toegestaan op grond van artikel 301 van het base de l'article 301 du Code civil, laquelle, en application de son
Burgerlijk Wetboek, die, met toepassing van paragraaf 4 ervan, in geen paragraphe 4, ne peut en aucun cas excéder le tiers des revenus de
geval meer mag bedragen dan een derde van de inkomsten van de l'époux débiteur de la pension.
echtgenoot die het onderhoudsgeld verschuldigd is.
B.2.1. Artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, waarop de B.2.1. L'article 307bis du Code civil, sur lequel porte la question
prejudiciële vraag betrekking heeft, bepaalt : préjudicielle, dispose :
«

Art. 307bis.De uitkering tot levensonderhoud krachtens de artikelen

«

Art. 307bis.La pension alimentaire accordée en vertu des articles

306 en 307 mag een derde gedeelte van de inkomsten van de schuldenaar 306 et 307 pourra excéder le tiers des revenus du débiteur et être
te boven gaan en worden aangepast of afgeschaft al naar de wijzigingen adaptée ou supprimée selon les modifications des besoins et des
in de behoeften en de bestaansmiddelen van partijen. De nalatenschap ressources des parties. La succession du débiteur prédécédé sans
van de schuldenaar, vooroverleden zonder kinderen uit zijn huwelijk laisser d'enfants de son mariage avec le survivant, doit des aliments
met de overlevende achter te laten, is aan de laatstgenoemde
levensonderhoud verschuldigd volgens de regels van artikel 205 » à ce dernier selon les règles de l'article 205 » (actuellement, il
(thans, lees : 205bis). faut lire : 205bis).
B.2.2. Artikel 306 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : B.2.2. L'article 306 du Code civil dispose :
«

Art. 306.Voor de toepassing van de artikelen 299, 300 en 301, wordt

«

Art. 306.Pour l'application des articles 299, 300 et 301, l'époux

de echtgenoot die de echtscheiding verkrijgt op grond van artikel 232, qui obtient le divorce sur base du 1er alinéa de l'article 232, est
eerste lid, geacht de echtgenoot te zijn tegen wie de echtscheiding is considéré comme l'époux contre qui le divorce est prononcé; le
uitgesproken; de rechtbank kan er anders over beslissen indien de tribunal pourra en décider autrement si l'époux demandeur apporte la
eisende echtgenoot het bewijs levert dat de feitelijke scheiding te preuve que la séparation de fait est imputable aux fautes et
wijten is aan de fouten en tekortkomingen van de andere echtgenoot. » manquements de l'autre époux. »
B.3. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. B.4. Terwijl de echtscheiding wegens bepaalde feiten bedoeld in de B.3. Les règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination n'excluent pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé.
artikelen 229 en 231 van het Burgerlijk Wetboek gegrond is op de fout B.4. Alors que le divorce pour cause déterminée visé aux articles 229
van één van de echtgenoten, is de echtscheiding bedoeld in artikel et 231 du Code civil est fondé sur la faute de l'un des époux, le
232, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, volgens de toelichting bij het divorce visé à l'article 232, alinéa 1er, du même Code est fondé,
wetsvoorstel dat heeft geleid tot de wet van 1 juli 1974 waarbij het selon les développements de la proposition de loi ayant abouti à la
in het geding zijnde artikel 307bis in het Burgerlijk Wetboek is loi du 1er juillet 1974 qui a inséré l'article 307bis en cause dans le
ingevoegd, gegrond op de omstandigheid dat na een aantal jaren van Code civil, sur la circonstance qu'après un certain nombre d'années de
feitelijke scheiding, « de kans op verzoening tussen echtgenoten séparation de fait, « la chance d'une réconciliation entre les époux
onbestaande [is] geworden » (Parl. St., Senaat, 1971-1972, nr. 161, p. est devenue inexistante » (Doc. parl., Sénat, 1971-1972, n° 161, p.
1). 1).
Teneinde de gevolgen van de echtscheiding te regelen, en met name de Pour régler les effets du divorce, et notamment l'octroi des pensions
toekenning van uitkeringen tot levensonderhoud, veronderstelt artikel
306 van het Wetboek dat de echtgenoot die de echtscheiding verkrijgt, alimentaires, l'article 306 du Code présume que l'époux qui obtient le
behoudens bewijs dat de feitelijke scheiding te wijten is aan de divorce est, sauf preuve que la séparation de fait est imputable aux
feiten en tekortkomingen van de andere echtgenoot, diegene is tegen fautes et manquements de l'autre époux, celui contre lequel le divorce
wie de echtscheiding is uitgesproken. est prononcé.
B.5. Het komt de wetgever toe te beoordelen in welke mate een B.5. C'est au législateur qu'il appartient d'apprécier dans quelle
echtgenoot moet worden beschermd die, door een eenzijdige beslissing mesure il y a lieu de protéger un époux qui, par une décision
van de andere echtgenoot, de hulp die echtgenoten elkaar verschuldigd unilatérale de son conjoint, serait privé du secours que se doivent
zijn ingevolge artikel 213 van het Burgerlijk Wetboek, zou verliezen les époux, aux termes de l'article 213 du Code civil, et se
en hierdoor noodlijdend zou worden. Hiertoe kan hij, ten laste van een retrouverait dans le besoin. Il peut, à cet effet, prolonger, au-delà
van beide echtgenoten, bepaalde gevolgen van de plicht tot hulp en du mariage dissous par le divorce, certains effets de l'obligation de
bijstand handhaven nadat het huwelijk door echtscheiding is ontbonden,
door die echtgenoot te verplichten alimentatiegeld te betalen. secours et d'assistance à charge d'un des époux, par l'obligation de
Zelfs indien de wetgever heeft kunnen oordelen dat, in de meeste cet époux de verser une pension alimentaire.
gevallen, het de echtgenoot is die tot de feitelijke scheiding is Même si le législateur a pu estimer que, dans la majorité des cas,
overgegaan die op grond van artikel 232, eerste lid, de echtscheiding c'est l'époux qui a opéré la séparation de fait qui demande le divorce
aanvraagt, volgt daaruit niet dat het verantwoord zou zijn om aan de sur la base de l'article 232, alinéa 1er, il ne s'ensuit pas qu'il
echtgenoot die tot een echtscheiding op die grond zou worden gedwongen soit justifié d'accorder à l'époux auquel un divorce serait imposé sur
een ruimere materiële bescherming toe te kennen dan die waarin is cette base une protection matérielle plus large que celle qui est
voorzien voor de echtgenoot die de echtscheiding verkrijgt wegens prévue pour l'époux qui obtient le divorce pour manquements établis
bewezen tekortkomingen in de huwelijksverplichtingen. Uit de aux obligations du mariage. Certes, la comparaison de deux catégories
vergelijking van twee categorieën van uit de echt gescheiden personen zonder dat is aangetoond dat zij de huwelijksverplichtingen niet zijn nagekomen, blijkt dat diegenen die de echtscheiding hebben verkregen in het ongelijk van hun partner, uit de echt gescheiden zijn omdat ze dat hebben gewild, terwijl aan diegenen wier echtgenoot de echtscheiding heeft verkregen op grond van een feitelijke scheiding de echtscheiding is opgelegd. Het daaruit voortvloeiende nadeel voor laatstgenoemden wordt echter ruimschoots gecompenseerd in zoverre hun alimentatiegeld wordt toegekend zonder dat zij moeten bewijzen dat hun partner de huwelijksverplichtingen niet is nagekomen. Het is bijgevolg onevenredig dat het bedrag van hun alimentatiegeld niet beperkt blijft zoals dat gebeurt in het andere geval, wat erop neerkomt dat de dader van een bewezen fout gunstiger wordt behandeld dan de dader van een enkel veronderstelde fout. B.6. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof de personnes divorcées sans qu'il soit établi qu'elles ont manqué aux obligations du mariage fait apparaître que celles qui ont obtenu le divorce aux torts de leur conjoint sont divorcées pour l'avoir voulu, alors qu'à celles dont le conjoint l'a obtenu sur la base d'une séparation de fait, le divorce est imposé. Mais le désavantage qui en résulte pour celles-ci est contrebalancé en ce qu'il leur est attribué une pension alimentaire sans qu'elles doivent prouver que leur conjoint avait manqué aux obligations du mariage. Il est par conséquent disproportionné que le montant de leur pension ne reste pas limité comme il l'est dans l'autre cas, ce qui revient à traiter plus favorablement l'auteur d'une faute prouvée que l'auteur d'une faute seulement présumée. B.6. La question préjudicielle appelle une réponse positive. Par ces motifs, la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek schendt de artikelen 10 en L'article 307bis du Code civil viole les articles 10 et 11 de la
11 van de Grondwet in zoverre het een verschil in behandeling invoert Constitution en ce qu'il instaure une différence de traitement entre
tussen de schuldenaar van een uitkering tot levensonderhoud verleend le débiteur d'une pension alimentaire accordée en vertu des articles
krachtens de artikelen 306 en 307 van het Burgerlijk Wetboek, die meer 306 et 307 du Code civil, laquelle pourra excéder le tiers des revenus
mag bedragen dan een derde van de inkomsten van de schuldenaar, en de
schuldenaar van een uitkering tot levensonderhoud verleend op grond du débiteur, et le débiteur d'une pension alimentaire accordée sur la
van artikel 301 van het Burgerlijk Wetboek, die, met toepassing van base de l'article 301 du Code civil, laquelle, en application de son
paragraaf 4 ervan, in geen geval hoger mag zijn dan een derde van de paragraphe 4, ne peut en aucun cas excéder le tiers des revenus de
inkomsten van de tot uitkering gehouden echtgenoot. l'époux débiteur de la pension.
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 19 december 2001. la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 19 décembre 2001.
De griffier, De voorzitter, Le greffier, Le président,
L. Potoms M. Melchior L. Potoms M. Melchior
^