Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 123/2001 van 10 oktober 2001 Rolnummer 2214 In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 377 tot 385 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof, s wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij arrest van 2(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 123/2001 van 10 oktober 2001 Rolnummer 2214 In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 377 tot 385 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof, s wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij arrest van 2(...) Extrait de l'arrêt n° 123/2001 du 10 octobre 2001 Numéro du rôle : 2214 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 377 à 385 du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par la Cour de cassation. La Cour d'arbitrage, c après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle Par arr(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Uittreksel uit arrest nr. 123/2001 van 10 oktober 2001 Extrait de l'arrêt n° 123/2001 du 10 octobre 2001
Rolnummer 2214 Numéro du rôle : 2214
In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 377 tot 385 van het En cause : la question préjudicielle relative aux articles 377 à 385
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par la Cour de
Cassatie. cassation.
Het Arbitragehof, La Cour d'arbitrage,
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L.
L. François, M. Bossuyt, A. Alen, J.-P. Snappe en E. Derycke, François, M. Bossuyt, A. Alen, J.-P. Snappe et E. Derycke, assistée du
bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag I. Objet de la question préjudicielle
Bij arrest van 21 juni 2001 in zake S. Martin tegen de Belgische Par arrêt du 21 juin 2001 en cause de S. Martin contre l'Etat belge,
Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is
ingekomen op 3 juli 2001, heeft het Hof van Cassatie de volgende dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 3
prejudiciële vraag gesteld : juillet 2001, la Cour de cassation a posé la question préjudicielle suivante :
« Schenden de artikelen 377 tot 385 van het Wetboek van de « Dès lors que le directeur régional des contributions ou le
inkomstenbelastingen 1992, gelet op het feit dat de gewestelijke fonctionnaire délégué par lui qui statue sur une réclamation en
directeur van de belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar,
wanneer hij over een bezwaar inzake met de inkomstenbelastingen matière de taxes assimilées aux impôts sur les revenus par application
gelijkgestelde belastingen uitspraak doet met toepassing van de des articles 2, alinéa 1er, de l'arrêté royal du 23 novembre 1965
artikelen 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 23 november portant codification des dispositions légales relatives aux taxes
1965 houdende codificatie van de wettelijke bepalingen betreffende de assimilées aux impôts sur les revenus, 366, 367 et 370 à 375 du Code
met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, 366, 367 en des impôts sur les revenus 1992, agit en tant qu'autorité
370 tot 375 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, handelt administrative, les articles 377 à 385 de ce code violent-ils les
als een administratieve overheid, de artikelen 10 en 11 van de articles 10 et 11 de la Constitution en raison du fait que ces
Grondwet, in zoverre die bepalingen degenen die die belastingen dispositions privent le redevable de ces taxes du double degré de
verschuldigd zijn het voordeel van volwaardige rechtspraak in twee
instanties ontneemt, dat toekomt zowel aan degenen die belastingen van
een analoog economisch belang verschuldigd zijn, als aan de juridiction de plein exercice dont bénéficient tant les redevables
rechtzoekenden die het voorwerp zijn van bestuurshandelingen die, wat d'impôts d'une importance économique analogue que les justiciables
de vermogensrechtelijke gevolgen ervan betreft, van een andere aard faisant l'objet d'actes administratifs d'un autre type, quant aux
zijn ? » conséquences patrimoniales de ceux-ci ? »
(...) (...)
IV. In rechte IV. En droit
(...) (...)
B.1.1. De prejudiciële vraag betreft artikel 377 van het Wetboek van B.1.1. La question préjudicielle porte sur l'article 377 du Code des
de inkomstenbelastingen 1992 (W.I.B. 1992) in de versie van vóór 1 impôts sur les revenus 1992 (C.I.R. 1992), dans sa version antérieure
maart 1999, en artikel 278 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen au 1er mars 1999, et sur l'article 278 du Code des impôts sur les
1964 (W.I.B. 1964), die bepalen : revenus 1964 (C.I.R. 1964), lesquels disposent :
« Van de beslissingen van de directeurs der belastingen en van de « Les décisions des directeurs des contributions et des fonctionnaires
gedelegeerde ambtenaren, getroffen krachtens de artikelen 366[267], délégués prises en vertu des articles 366[267], 367[268] et 376[277],
367[268] en 376[277], kan men een voorziening indienen bij het Hof van peuvent être l'objet d'un recours devant la cour d'appel dans le
beroep van het gebied waarin het kantoor gelegen is waar de belasting ressort de laquelle est situé le bureau où la perception a été ou doit
is of moet worden geïnd. être faite.
De eiser mag aan het Hof van beroep bezwaren onderwerpen die noch in
het bezwaarschrift werden geformuleerd, noch ambtshalve door de Le requérant peut soumettre à la cour d'appel des griefs qui n'ont été
directeur of door de door hem gedelegeerde ambtenaar werden ni formulés dans la réclamation, ni examinés d'office par le directeur
onderzocht, voor zover zij een overtreding van de wet of een schending ou par le fonctionnaire délégué par lui, pour autant qu'ils invoquent
van de op straf van nietigheid voorgeschreven procedurevormen une contravention à la loi ou une violation des formes de procédure
aanvoeren. » prescrites à peine de nullité. »
B.1.2. De in het geding zijnde bepalingen werden gewijzigd bij de B.1.2. Les dispositions en cause ont été modifiées par les lois des 15
wetten van 15 en 23 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale et 23 mars 1999 relatives au contentieux en matière fiscale et à
geschillen en betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken. l'organisation judiciaire en matière fiscale. A l'exception de
Met uitzondering van artikel 98 van de wet van 15 maart 1999 dat, l'article 98 de la loi du 15 mars 1999 qui, selon le juge a quo, est
volgens de verwijzende rechter, een interpretatieve bepaling is die
rechtstreeks van toepassing is op geschillen die niet definitief zijn une disposition interprétative applicable immédiatement aux litiges
beslecht, moeten die wijzigingen niet in aanmerking worden genomen non définitivement tranchés, ces modifications ne doivent pas être
aangezien uit de elementen van het dossier en uit de inhoud van de prises en compte parce qu'il résulte des éléments du dossier et du
prejudiciële vraag voortvloeit dat de verwijzende rechter het Hof contenu de la question préjudicielle que le juge a quo interroge la
ondervraagt over de wetsbepalingen, in hun vroegere versie, die hij Cour sur les dispositions législatives, dans leur version antérieure,
toepast in het voor hem aanhangig zijnde geschil. qu'il applique au litige dont il est saisi.
B.1.3. De in het geding zijnde bepalingen wordt verweten de artikelen B.1.3. Il est reproché aux dispositions en cause de violer les
10 en 11 van de Grondwet te schenden om reden dat de belastingplichtige in de personenbelasting of in de vennootschapsbelasting geen beroep kan doen op een dubbele aanleg met volle rechtsmacht, hoewel zulks wel is toegekend, enerzijds, aan belastingplichtigen van andere belastingen en, anderzijds, aan rechtzoekenden die vermogensrechtelijke gevolgen van andere bestuurshandelingen betwisten. B.2. Er dient te worden opgemerkt dat de in het geding zijnde bepalingen zonder onderscheid van toepassing zijn op alle belastingplichtigen. Allen zijn immers onderworpen aan de inkomstenbelastingen. In zoverre het erom gaat verschillende categorieën van personen te vergelijken die niet over dezelfde rechtsmiddelen beschikken, is het verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende procedures voor verschillende rechtscolleges en in minstens gedeeltelijk verschillende omstandigheden, op zich niet discriminerend. Van discriminatie zou slechts sprake kunnen zijn, indien het verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing van die procedures gepaard zou gaan met een onevenredige beperking van de rechten van de betrokken partijen. B.3. Overeenkomstig de artikelen waarnaar de in het geding zijnde articles 10 et 11 de la Constitution au motif que le contribuable à l'impôt des personnes physiques ou à l'impôt des sociétés ne peut recourir au double degré de juridiction de plein exercice, bien que cela soit accordé, d'une part, aux redevables d'autres impôts et, d'autre part, aux justiciables qui contestent les conséquences patrimoniales d'autres actes administratifs. B.2. Il y a lieu de relever que les dispositions en cause s'appliquent indistinctement à tous les contribuables. Tous, en effet, sont soumis à l'impôt sur les revenus. En tant qu'il s'agit de comparer des catégories différentes de personnes qui ne disposent pas des mêmes voies de recours, la différence de traitement entre certaines catégories de personnes qui résulte de l'application de procédures différentes devant des juridictions différentes et dans des circonstances au moins partiellement différentes n'est pas discriminatoire en soi. Il ne pourrait y avoir de discrimination que si la différence de traitement résultant de l'application de ces procédures allait de pair avec une limitation disproportionnée des droits des parties concernées. B.3. Conformément aux articles auxquels font référence les dispositions en cause, les contribuables pouvaient introduire une
bepalingen verwijzen, konden de belastingplichtigen tegen de aanslag réclamation contre la cotisation à l'impôt sur les revenus auprès du
in de inkomstenbelasting bezwaar indienen bij de directeur der directeur des contributions. Ils pouvaient donc, en ce qui concerne
belastingen. Zij konden dus inzake de inkomstenbelastingen hun grieven les impôts sur les revenus, faire examiner leurs griefs en premier
allereerst laten onderzoeken door een ter zake gekwalificeerde lieu par une autorité qualifiée en la matière, compétente pour
overheid die bevoegd is te oordelen over de wettigheid van de aanslag. vérifier la légalité de la cotisation. Le grand nombre des
Het grote aantal betwistingen over aanslagen in de inkomstenbelasting contestations portant sur des cotisations à l'impôt sur les revenus
verantwoordt mede dat de wetgever te dezen in een bijzonder contribue aussi à justifier que le législateur ait organisé en
administratief beroep heeft voorzien. l'espèce un recours administratif spécial.
B.4. Weliswaar heeft de wetgever, tijdens de hervorming ingevoerd bij B.4. S'il est vrai que, lors de la réforme introduite par les lois des
de wetten van 15 en 23 maart 1999, ten voordele van de 15 et 23 mars 1999, le législateur a instauré au bénéfice du redevable
belastingschuldige in een dubbele aanleg voorzien maar het feit dat un double degré de juridiction, la circonstance qu'il a jugé cette
hij die regel verkieslijk achtte boven de vroegere, toont geenszins règle préférable à l'ancienne ne démontre en rien que les dispositions
aan dat de vroegere bepalingen die voor de hangende geschillen van antérieures qui continuent à s'appliquer aux litiges en cours seraient
toepassing blijven, strijdig zouden zijn met de artikelen 10 en 11 van contraires aux articles 10 et 11 de la Constitution.
de Grondwet. B.5. Dès lors que les intéressés peuvent en tout état de cause
B.5. Nu de betrokkenen in ieder geval een bijzonder administratief introduire un recours administratif spécial et un recours
beroep en een jurisdictioneel beroep kunnen instellen en er geen juridictionnel et qu'il n'existe pas de principe général de droit de
algemeen rechtsbeginsel van dubbele aanleg bestaat, heeft de betwiste double degré de juridiction, la mesure contestée n'a pas d'effets
maatregel geen onevenredige gevolgen. disproportionnés.
B.6. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. B.6. La question préjudicielle appelle une réponse négative.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
De artikelen 377 tot 385 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen Les articles 377 à 385 du Code des impôts sur les revenus 1992 ne
1992 schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet in zoverre ze violent pas les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils ne
in geen dubbele aanleg voorzien. prévoient pas un double degré de juridiction.
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 10 oktober 2001. la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 10 octobre 2001.
De griffier, Le greffier,
L. Potoms. L. Potoms.
De voorzitter, Le président,
M. Melchior. M. Melchior.
^