← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 107/2001 van 13 juli 2001 Rolnummers 1916, 2010, 2038, 2039 en 2076 In
zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 278 tot 292 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen
1964, en 377 tot 385 van het Wetbo Het
Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en H. Boel, en de rechters L. Fran(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 107/2001 van 13 juli 2001 Rolnummers 1916, 2010, 2038, 2039 en 2076 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 278 tot 292 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, en 377 tot 385 van het Wetbo Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en H. Boel, en de rechters L. Fran(...) | Extrait de l'arrêt n° 107/2001 du 13 juillet 2001 Numéros du rôle : 1916, 2010, 2038, 2039 et 2076 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 278 à 292 du Code des impôts sur les revenus 1964, et 377 à 385 du Code des impô La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et H. Boel, et des juges L. François, A(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 107/2001 van 13 juli 2001 | Extrait de l'arrêt n° 107/2001 du 13 juillet 2001 |
Rolnummers 1916, 2010, 2038, 2039 en 2076 | Numéros du rôle : 1916, 2010, 2038, 2039 et 2076 |
In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 278 tot 292 | En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 278 à |
van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, en 377 tot 385 van | 292 du Code des impôts sur les revenus 1964, et 377 à 385 du Code des |
het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van Cassatie. | impôts sur les revenus 1992, posées par la Cour de cassation. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en H. Boel, en de rechters | composée des présidents M. Melchior et H. Boel, et des juges L. |
L. François, A. Arts, M. Bossuyt, J.-P. Snappe en J.-P. Moerman, | François, A. Arts, M. Bossuyt, J.-P. Snappe et J.-P. Moerman, assistée |
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, | du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen | I. Objet des questions préjudicielles |
a. Bij arrest van 28 februari 2000 in zake P. Berger en J. Noiroux | a. Par arrêt du 28 février 2000 en cause de P. Berger et J. Noiroux |
tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het | contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la |
Arbitragehof is ingekomen op 22 maart 2000, heeft het Hof van Cassatie | Cour d'arbitrage le 22 mars 2000, la Cour de cassation a posé la |
de volgende prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
« Schenden de artikelen 278 tot 292 van het Wetboek van de | « Dès lors que le directeur régional des contributions ou le |
Inkomstenbelastingen (1964), gelet op het feit dat de gewestelijk | fonctionnaire délégué par lui qui statue sur une réclamation en |
directeur van de belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar, | matière d'impôts sur les revenus par application des articles 267 à |
wanneer hij over een bezwaar inzake inkomstenbelastingen uitspraak | 276 du Code des impôts sur les revenus (1964) agit en tant qu'autorité |
doet met toepassing van de artikelen 267 tot 276 van dat wetboek, | administrative, les articles 278 à 292 de ce Code violent-ils les |
handelt als een administratieve overheid, de artikelen 10 en 11 van de | articles 10 et 11 de la Constitution en raison du fait que ces |
Grondwet, in zoverre die bepalingen de in de personenbelasting | |
aangeslagen belastingplichtige het voordeel van volwaardige | dispositions privent le contribuable à l'impôt des personnes physiques |
rechtspraak in twee instanties ontneemt, dat toekomt zowel aan degenen | du double degré de juridiction de plein exercice dont bénéficient tant |
die belastingen van een analoog economisch belang verschuldigd zijn, | les redevables d'impôts d'une importance économique analogue que les |
als aan de rechtzoekenden die het voorwerp zijn van | |
bestuurshandelingen die, wat de vermogensrechtelijke gevolgen ervan | justiciables faisant l'objet d'actes administratifs d'un autre type, |
betreft, van een andere aard zijn ? » | quant aux conséquences patrimoniales de ceux-ci ? » |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 1916 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 1916 du rôle de la Cour. |
b. Bij arrest van 26 juni 2000 in zake J.-M. Maus de Rolley en R. | b. Par arrêt du 26 juin 2000 en cause de J.-M. Maus de Rolley et R. |
Komorowski tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie | Komorowski contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au |
van het Arbitragehof is ingekomen op 10 juli 2000, heeft het Hof van | greffe de la Cour d'arbitrage le 10 juillet 2000, la Cour de cassation |
Cassatie de volgende prejudiciële vragen gesteld : | a posé les questions préjudicielles suivantes : |
« 1. Dès lors que le directeur régional des contributions ou le | |
fonctionnaire délégué par lui qui statue sur une réclamation en | |
matière d'impôts sur les revenus agit en tant qu'autorité | |
« 1. Schenden de artikelen 278 tot 286 van het Wetboek van de | administrative, les articles 278 à 286 du Code des impôts sur les |
inkomstenbelastingen (1964) en 377 tot 385 van het Wetboek van de | revenus (1964) et 377 à 385 du Code des impôts sur les revenus 1992 |
inkomstenbelastingen 1992 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, | violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution en privant le |
wanneer de gewestelijke directeur van de belastingen of de door hem | contribuable à l'impôt des personnes physiques du double degré de |
gedelegeerde ambtenaar die uitspraak doet over een bezwaar inzake | juridiction de plein exercice dont bénéficient tant les redevables |
inkomstenbelastingen, als een administratieve overheid optreedt, daar | d'impôts d'une importance économique analogue que les justiciables |
zij de belastingplichtige in de inkomstenbelastingen een onbeperkte | faisant l'objet d'actes administratifs d'un autre type, quant aux |
rechtspraak in twee instanties ontzeggen, terwijl zowel de | conséquences patrimoniales de ceux-ci ? |
belastingplichtigen die een gelijkwaardig economisch belang | 2. Dès lors que le directeur régional des contributions ou le |
vertegenwoordigen als de rechtzoekenden waarvan het vermogen door | fonctionnaire délégué par lui qui statue sur une réclamation en |
andere bestuurlijke handelingen getroffen wordt een dergelijke | matière d'impôts sur les revenus agit en tant qu'autorité |
rechtspraak wet genieten ? | |
2. Schenden de voormelde artikelen 10 en 11 van de Grondwet, wanneer | administrative, ces mêmes articles violent-ils les articles 10 et 11 |
de gewestelijke directeur van de belastingen of de door hem | |
gedelegeerde ambtenaar die uitspraak doet over een bezwaar inzake | |
inkomstenbelastingen, als een administratieve overheid optreedt, daar | |
zij de persoon, aan wie een belastingverhoging wordt opgelegd, een | de la Constitution en privant la personne frappée d'un accroissement |
onbeperkte rechtspraak in twee instanties ontzeggen ? » | d'impôt d'un double degré de juridiction de plein exercice ? » |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 2010 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 2010 du rôle de la Cour. |
c. Bij arresten van 11 september 2000 in zake A. Halmes en W. Rauw, | c. Par arrêts du 11 septembre 2000 en cause de A. Halmes et de W. |
enerzijds, en de n.v. Proresta, anderzijds, tegen de Belgische Staat, | Rauw, d'une part, et de la s.a. Proresta, d'autre part, contre l'Etat |
waarvan de expedities ter griffie van het Arbitragehof zijn ingekomen | belge, dont les expéditions sont parvenues au greffe de la Cour |
op 2 oktober 2000, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële | d'arbitrage le 2 octobre 2000, la Cour de cassation a posé la question |
vraag gesteld : | préjudicielle suivante : |
« Schenden de artikelen 278 tot 292 van het Wetboek van de | « Dès lors que le directeur régional des contributions ou le |
Inkomstenbelastingen (1964), gelet op het feit dat de gewestelijk | fonctionnaire délégué par lui qui statue sur une réclamation en |
directeur van de belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar, | matière d'impôts sur les revenus par application des articles 267 à |
wanneer hij over een bezwaar inzake inkomstenbelastingen uitspraak | 276 du Code des impôts sur les revenus (1964) agit en tant qu'autorité |
doet met toepassing van de artikelen 267 tot 276 van dat wetboek, | administrative, les articles 278 à 292 de ce Code violent-ils les |
handelt als een administratieve overheid, de artikelen 10 en 11 van de | articles 10 et 11 de la Constitution en raison du fait que ces |
Grondwet, in zoverre die bepalingen de in de personenbelasting | dispositions privent le contribuable à l'impôt des personnes physiques |
aangeslagen belastingplichtige het voordeel van volwaardige | du double degré de juridiction de plein exercice dont bénéficient tant |
rechtspraak in twee instanties ontneemt, dat toekomt zowel aan degenen | les redevables d'impôts d'une importance économique analogue que les |
die belastingen van een analoog economisch belang verschuldigd zijn, | justiciables faisant l'objet d'actes administratifs d'un autre type, |
als aan de rechtzoekenden die het voorwerp zijn van | quant aux conséquences patrimoniales de ceux-ci ? » |
bestuurshandelingen die, wat de vermogensrechtelijke gevolgen ervan | Ces affaires sont inscrites respectivement sous les numéros 2038 et |
betreft, van een andere aard zijn ? » | |
Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 2038 en 2039 van de rol van het Hof. | 2039 du rôle de la Cour. |
d. Bij arrest van 6 november 2000 in zake de n.v. Hardy tegen de | d. Par arrêt du 6 novembre 2000 en cause de la s.a. Hardy contre |
Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof | l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour |
is ingekomen op 16 november 2000, heeft het Hof van Cassatie de | d'arbitrage le 16 novembre 2000, la Cour de cassation a posé la |
volgende prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
« Schenden de artikelen 278 tot 292 van het Wetboek van de | « Dès lors que le directeur régional des contributions ou le |
Inkomstenbelastingen (1964), gelet op het feit dat de gewestelijk | fonctionnaire délégué par lui qui statue sur une réclamation en |
directeur van de belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar, | |
wanneer hij over een bezwaar inzake vennootschapsbelastingen uitspraak | |
doet met toepassing van de artikelen 267 tot 276 van dat wetboek, | matière d'impôts des sociétés par application des articles 267 à 276 |
du Code des impôts sur les revenus (1964) agit en tant qu'autorité | |
administrative, les articles 278 à 292 de ce Code violent-ils les | |
handelt als een administratieve overheid, de artikelen 10 en 11 van de | articles 10 et 11 de la Constitution en raison du fait que ces |
Grondwet, in zoverre die bepalingen de in de vennootschapsbelasting | dispositions privent le contribuable à l'impôt des sociétés du double |
aangeslagen belastingplichtige het voordeel van volwaardige | degré de juridiction de plein exercice dont bénéficient tant les |
rechtspraak in twee instanties ontneemt, dat toekomt zowel aan degenen | |
die belastingen van een analoog economisch belang verschuldigd zijn, | redevables d'impôts d'une importance économique analogue que les |
als aan de rechtzoekenden die het voorwerp zijn van | |
bestuurshandelingen die, wat de vermogensrechtelijke gevolgen ervan | justiciables faisant l'objet d'actes administratifs d'un autre type, |
betreft, van een andere aard zijn ? » | quant aux conséquences patrimoniales de ceux-ci ? » |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 2076 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 2076 du rôle de la Cour. |
(...) | (...) |
IV. In rechte | IV. En droit |
(...) | (...) |
B.1.1. Het Hof moet te dezen de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en | B.1.1. La Cour doit vérifier en l'espèce si sont compatibles avec les |
11 van de Grondwet nagaan van artikel 377 van het Wetboek van de | articles 10 et 11 de la Constitution l'article 377 du Code des impôts |
inkomstenbelastingen 1992 (W.I.B. 1992), in de versie van vóór 1 maart | sur les revenus 1992 (C.I.R. 1992), dans sa version antérieure au 1er |
1999, en artikel 278 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 | mars 1999, et l'article 278 du Code des impôts sur les revenus 1964 |
(W.I.B. 1964), waarvan de inhoud luidt : | (C.I.R. 1964) dont le contenu est le suivant : |
« Van de beslissingen van de directeurs der belastingen en van de | « Les décisions des directeurs des contributions et des fonctionnaires |
gedelegeerde ambtenaren, getroffen krachtens de artikelen 366[267], | délégués prises en vertu des articles 366[267], 367[268] et 376[277], |
367[268] en 376[277], kan men een voorziening indienen bij het Hof van | peuvent être l'objet d'un recours devant la cour d'appel dans le |
beroep van het gebied waarin het kantoor gelegen is waar de belasting | ressort de laquelle est situé le bureau où la perception a été ou doit |
is of moet worden geïnd. | être faite. |
De eiser mag aan het Hof van beroep bezwaren onderwerpen die noch in | |
het bezwaarschrift werden geformuleerd, noch ambtshalve door de | Le requérant peut soumettre à la cour d'appel des griefs qui n'ont été |
directeur of door de door hem gedelegeerde ambtenaar werden | ni formulés dans la réclamation, ni examinés d'office par le directeur |
onderzocht, voor zover zij een overtreding van de wet of een schending | ou par le fonctionnaire délégué par lui, pour autant qu'ils invoquent |
van de op straf van nietigheid voorgeschreven procedurevormen | une contravention à la loi ou une violation des formes de procédure |
aanvoeren. » | prescrites à peine de nullité. » |
B.1.2. De in het geding zijnde bepalingen werden gewijzigd bij de | B.1.2. Les dispositions en cause ont été modifiées par les lois des 15 |
wetten van 15 en 23 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale | et 23 mars 1999 relatives au contentieux en matière fiscale et à |
geschillen en betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken. | l'organisation judiciaire en matière fiscale. A l'exception de |
Met uitzondering van artikel 98 van de wet van 15 maart 1999 dat, | l'article 98 de la loi du 15 mars 1999 qui, selon le juge a quo, est |
volgens de verwijzende rechter, een interpretatieve bepaling is die | |
rechtstreeks van toepassing is op geschillen die niet definitief zijn | une disposition interprétative applicable immédiatement aux litiges |
beslecht, moeten die wijzigingen niet in aanmerking worden genomen | non définitivement tranchés, ces modifications ne doivent pas être |
aangezien uit de elementen van het dossier en uit de inhoud van de | prises en compte parce qu'il résulte des éléments du dossier et du |
prejudiciële vragen voortvloeit dat de verwijzende rechter het Hof | contenu des questions préjudicielles que le juge a quo interroge la |
ondervraagt over de wetsbepalingen, in hun vroegere versie, die hij | Cour sur les dispositions législatives, dans leur version antérieure, |
toepast in het voor hem aanhangig zijnde geschil. | qu'il applique au litige dont il est saisi. |
B.1.3. De in het geding zijnde bepalingen wordt verweten de artikelen | B.1.3. Il est reproché aux dispositions en cause de violer les |
10 en 11 van de Grondwet te schenden om reden dat de belastingplichtige in de personenbelasting of in de vennootschapsbelasting geen beroep kan doen op een dubbele aanleg met volle rechtsmacht, hoewel zulks wel is toegekend, enerzijds, aan belastingplichtigen van andere belastingen en, anderzijds, aan rechtzoekenden die vermogensrechtelijke gevolgen van andere bestuurshandelingen betwisten. B.2. Er dient te worden opgemerkt dat de in het geding zijnde bepalingen zonder onderscheid van toepassing zijn op alle belastingplichtigen. Allen zijn immers onderworpen aan de inkomstenbelastingen. In zoverre het erom gaat verschillende categorieën van personen te vergelijken die niet over dezelfde rechtsmiddelen beschikken, is het verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende procedures voor verschillende rechtscolleges en in minstens gedeeltelijk verschillende omstandigheden, op zich niet discriminerend. Van discriminatie zou slechts sprake kunnen zijn, indien het verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing van die procedures gepaard zou gaan met een onevenredige beperking van de rechten van de betrokken partijen. B.3. Overeenkomstig de artikelen waarnaar de in het geding zijnde | articles 10 et 11 de la Constitution au motif que le contribuable à l'impôt des personnes physiques ou à l'impôt des sociétés ne peut recourir au double degré de juridiction de plein exercice, bien que cela soit accordé, d'une part, aux redevables d'autres impôts et, d'autre part, aux justiciables qui contestent les conséquences patrimoniales d'autres actes administratifs. B.2. Il y a lieu de relever que les dispositions en cause s'appliquent indistinctement à tous les contribuables. Tous, en effet, sont soumis à l'impôt sur les revenus. En tant qu'il s'agit de comparer des catégories différentes de personnes qui ne disposent pas des mêmes voies de recours, la différence de traitement entre certaines catégories de personnes qui résulte de l'application de procédures différentes devant des juridictions différentes et dans des circonstances au moins partiellement différentes n'est pas discriminatoire en soi. Il ne pourrait y avoir de discrimination que si la différence de traitement résultant de l'application de ces procédures allait de pair avec une limitation disproportionnée des droits des parties concernées. B.3. Conformément aux articles auxquels font référence les dispositions en cause, les contribuables pouvaient introduire une |
bepalingen verwijzen, konden de belastingplichtigen tegen de aanslag | réclamation contre la cotisation à l'impôt sur les revenus auprès du |
in de inkomstenbelasting bezwaar indienen bij de directeur der | directeur des contributions. Ils pouvaient donc, en ce qui concerne |
belastingen. Zij konden dus inzake de inkomstenbelastingen hun grieven | les impôts sur les revenus, faire examiner leurs griefs en premier |
allereerst laten onderzoeken door een ter zake gekwalificeerde | lieu par une autorité qualifiée en la matière, compétente pour |
overheid die bevoegd is te oordelen over de wettigheid van de aanslag. | vérifier la légalité de la cotisation. Le grand nombre des |
Het grote aantal betwistingen over aanslagen in de inkomstenbelasting | contestations portant sur des cotisations à l'impôt sur les revenus |
verantwoordt mede dat de wetgever te dezen in een bijzonder | contribue aussi à justifier que le législateur ait organisé en |
administratief beroep heeft voorzien. | l'espèce un recours administratif spécial. |
B.4. Weliswaar heeft de wetgever, tijdens de hervorming ingevoerd bij | B.4. S'il est vrai que, lors de la réforme introduite par les lois des |
de wetten van 15 en 23 maart 1999, ten voordele van de | 15 et 23 mars 1999, le législateur a instauré au bénéfice du redevable |
belastingschuldige in een dubbele aanleg voorzien maar het feit dat | un double degré de juridiction, la circonstance qu'il a jugé cette |
hij die regel verkieslijk achtte boven de vroegere, toont geenszins | règle préférable à l'ancienne ne démontre en rien que les dispositions |
aan dat de vroegere bepalingen die voor de hangende geschillen van | antérieures qui continuent à s'appliquer aux litiges en cours seraient |
toepassing blijven, strijdig zouden zijn met de artikelen 10 en 11 van | contraires aux articles 10 et 11 de la Constitution. |
de Grondwet. | B.5. Dès lors que les intéressés peuvent en tout état de cause |
B.5. Nu de betrokkenen in ieder geval een bijzonder administratief | introduire un recours administratif spécial et un recours |
beroep en een jurisdictioneel beroep kunnen instellen en er geen | juridictionnel et qu'il n'existe pas de principe général de droit de |
algemeen rechtsbeginsel van dubbele aanleg bestaat, heeft de betwiste | double degré de juridiction, la mesure contestée n'a pas d'effets |
maatregel geen onevenredige gevolgen. | disproportionnés. |
B.6. De tweede vraag in de zaak nr. 2010 betreft de bestaanbaarheid | B.6. La seconde question posée dans l'affaire n° 2010 porte sur la |
met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet van de in het geding zijnde | conformité aux articles 10 et 11 de la Constitution des dispositions |
bepalingen doordat ze de persoon aan wie een belastingverhoging wordt | |
opgelegd een rechtspleging met volwaardige dubbele aanleg ontnemen. | en cause en ce qu'elles privent la personne frappée d'un accroissement |
Bij ontstentenis van memorie van de partij in het geding voor de | d'impôt d'un double degré de juridiction de plein exercice. |
verwijzende rechter en van preciseringen in de formulering van de | En l'absence de mémoire de la partie en cause devant le juge a quo et |
vraag of in de motieven van de verwijzingsbeslissing, ziet het Hof | de précisions dans le libellé de la question ou les motifs de la |
niet in hoe op die tweede vraag anders dan op de eerste vraag kan | décision de renvoi, la Cour n'aperçoit pas en quoi la seconde question |
worden geantwoord. | appelle une autre réponse que la première. |
B.7. De vragen dienen ontkennend te worden beantwoord. | B.7. Les questions appellent une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
De artikelen 278 tot 292 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen | Les articles 278 à 292 du Code des impôts sur les revenus 1964, et 377 |
1964, en 377 tot 385 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 | à 385 du Code des impôts sur les revenus 1992 ne violent pas les |
schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet in zoverre ze in | articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils ne prévoient pas un |
geen dubbele aanleg voorzien. | double degré de juridiction. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 13 juli 2001. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 13 juillet 2001. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
De voorzitter, | Le président, |
M. Melchior | M. Melchior |