Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 81/2001 van 13 juni 2001 Rolnummer 1924 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, § 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het Arbitragehof, samenges wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij arrest van 2(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 81/2001 van 13 juni 2001 Rolnummer 1924 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, § 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het Arbitragehof, samenges wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij arrest van 2(...) Extrait de l'arrêt n° 81/2001 du 13 juin 2001 Numéro du rôle : 1924 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 135, § 3, du Code d'instruction criminelle, posée par la Cour d'appel de Gand. La Cour d'arbitrage, comp après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle Par ar(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Uittreksel uit arrest nr. 81/2001 van 13 juni 2001 Extrait de l'arrêt n° 81/2001 du 13 juin 2001
Rolnummer 1924 Numéro du rôle : 1924
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, § 3, van het En cause : la question préjudicielle concernant l'article 135, § 3, du
Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Code d'instruction criminelle, posée par la Cour d'appel de Gand.
Het Arbitragehof, La Cour d'arbitrage,
samengesteld uit de voorzitters H. Boel en M. Melchior, de rechters L. composée des présidents H. Boel et M. Melchior, des juges L. François,
François, R. Henneuse, M. Bossuyt en A. Alen, en, overeenkomstig R. Henneuse, M. Bossuyt et A. Alen, et, conformément à l'article 60bis
artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, du juge
Arbitragehof, ererechter J. Delruelle, bijgestaan door de griffier honoraire J. Delruelle, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée
P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter H. Boel, par le président H. Boel,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag I. Objet de la question préjudicielle
Bij arrest van 21 maart 2000 in zake J. Van Durme tegen L. Verbanck en Par arrêt du 21 mars 2000 en cause de J. Van Durme contre L. Verbanck
anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour
ingekomen op 27 maart 2000, heeft het Hof van Beroep te Gent de d'arbitrage le 27 mars 2000, la Cour d'appel de Gand a posé la
volgende prejudiciële vraag gesteld : question préjudicielle suivante :
« Houdt artikel 135, § 3, van het Wetboek van Strafvordering een « L'article 135, § 3, du Code d'instruction criminelle viole-t-il les
schending in van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet voor zover die articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu'il fait courir le
bepaling de termijn van hoger beroep doet lopen vanaf de dag waarop de délai d'appel à compter du jour où a été rendue l'ordonnance de la
beschikking van de raadkamer is gewezen, en niet vanaf de dag na de chambre du conseil et non pas à compter du jour suivant le prononcé ?
uitspraak ? » »
(...) (...)
IV. In rechte IV. En droit
(...) (...)
B.1. De prejudiciële vraag geeft niet aan welke categorieën van rechtsonderhorigen met elkaar worden vergeleken. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt evenwel dat de situatie wordt beoogd van de burgerlijke partij en dat die wordt vergeleken met de regeling vervat in artikel 203, § 1, van het Wetboek van Strafvordering. Overeenkomstig die bepaling moet hoger beroep tegen beslissingen van de correctionele rechtbank worden ingesteld uiterlijk vijftien dagen na de dag van de uitspraak, en indien het vonnis bij verstek is gewezen, uiterlijk vijftien dagen na de dag van de betekening ervan aan de veroordeelde partij of aan haar woonplaats. B.2.1. De rechtspleging voor de raadkamer verschilt, zowel wat haar B.1. La question préjudicielle n'indique pas les catégories de justiciables faisant l'objet d'une comparaison. Il ressort toutefois de la décision de renvoi qu'est visée la situation de la partie civile et que celle-ci est comparée avec les règles prescrites par l'article 203, § 1er, du Code d'instruction criminelle. Conformément à cette disposition, l'appel contre les décisions du tribunal correctionnel doit être interjeté dans les quinze jours qui suivent celui du prononcé et, si le jugement est rendu par défaut, quinze jours au plus tard après celui de la signification qui en aura été faite à la partie condamnée ou à son domicile. B.2.1. La procédure devant la chambre du conseil, tant en ce qui concerne ses caractéristiques générales qu'en ce qui concerne la situation de la partie civile, diffère fondamentalement de la
algemene kenmerken, als wat de situatie van de burgerlijke partij procédure devant les juridictions de jugement.
betreft, grondig van de rechtspleging voor de vonnisgerechten. Une différence de traitement qui résulte de l'application de
Een verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing van procédures différentes devant des juridictions différentes et dans des
verschillende procedures voor verschillende rechtbanken, in minstens circonstances au moins partiellement différentes n'est pas
gedeeltelijk verschillende omstandigheden, houdt op zich geen discriminatoire en soi. Il ne pourrait y avoir de violation des
discriminatie in. Van een schending van de artikelen 10 en 11 van de articles 10 et 11 de la Constitution que si cette différence de
Grondwet kan slechts sprake zijn indien het verschil in behandeling
zou samengaan met een onevenredige beperking van de rechten van de traitement allait de pair avec une limitation disproportionnée des
daarbij betrokken partijen. droits des parties concernées.
B.2.2. Artikel 135, § 3, van het Wetboek van Strafvordering werd B.2.2. L'article 135, § 3, du Code d'instruction criminelle a été
vervangen door de wet van 12 maart 1998 tot verbetering van de remplacé par la loi du 12 mars 1998 relative à l'amélioration de la
strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het procédure pénale au stade de l'information et de l'instruction. Avant
gerechtelijk onderzoek. Vóór die wetswijziging beschikte de cette modification législative, la partie civile disposait d'un délai
burgerlijke partij over een termijn van 24 uur om beroep in te de 24 heures pour interjeter appel, ce délai prenant cours à compter
stellen, waarbij de termijn begon te lopen, ofwel vanaf de betekening de la signification de l'ordonnance, lorsque la partie civile habitait
van de beschikking ingeval de burgerlijke partij hetzij in het l'arrondissement ou élisait domicile dans le lieu où siégerait le
arrondissement woonde, hetzij woonplaats koos in de plaats waar de tribunal, ou, si tel n'était pas le cas, à compter de la date du
rechtbank zitting hield, ofwel, wanneer dat niet het geval was, vanaf
de dag waarop de beschikking werd gegeven. Die vroegere wetgeving werd prononcé de l'ordonnance. Cette ancienne législation a été censurée
afgekeurd door het arrest van het Hof nr. 46/99 van 20 april 1999 par l'arrêt de la Cour n° 46/99 du 20 avril 1999 (Moniteur belge, 18
(Belgisch Staatsblad, 18 augustus 1999). août 1999).
B.2.3. Door de wet van 12 maart 1998 werd de betekening van de B.2.3. La loi du 12 mars 1998 a supprimé la signification de
beschikking aan de burgerlijke partij afgeschaft, doch werden l'ordonnance à la partie civile, mais a instauré, dans le même temps,
tegelijkertijd een aantal bijkomende waarborgen ingevoerd. certaines garanties complémentaires.
De termijn voor het instellen van hoger beroep is voortaan vijftien
dagen in plaats van 24 uur. Overeenkomstig artikel 127, zesde lid, van Le délai d'appel est désormais de quinze jours au lieu de 24 heures.
het Wetboek van Strafvordering wordt de burgerlijke partij, op straffe En vertu de l'article 127, alinéa 6, du Code d'instruction criminelle,
van nietigheid van de verwijzingsbeslissing, op de hoogte gesteld van la partie civile est informée, à peine de nullité de la décision de
de verschijning voor de raadkamer. De raadkamer doet uitspraak na de renvoi, de la comparution devant la chambre du conseil. La chambre du
partijen te hebben gehoord, die kunnen worden bijgestaan of conseil statue, les parties entendues, et celles-ci peuvent se faire
vertegenwoordigd door een advocaat. Wanneer de raadkamer de zaak in assister d'un conseil ou être représentées par lui. Lorsque la chambre
beraad heeft genomen, kunnen de partijen tijdig kennis nemen van de du conseil tient la cause en délibéré, les parties peuvent prendre
connaissance en temps utile du prononcé puisque, conformément à
uitspraak vermits deze, overeenkomstig artikel 127, laatste lid, van l'article 127, dernier alinéa, du même Code, le jour de la
hetzelfde Wetboek, steeds op vaste datum is gewezen. prononciation est toujours fixé.
B.2.4. Uit het bovenstaande blijkt dat het Wetboek van Strafvordering B.2.4. Il résulte de ce qui précède que le Code d'instruction
de burgerlijke partij een tijdige kennisneming van de beschikking van criminelle garantit à la partie civile qu'elle sera informée en temps
de raadkamer waarborgt en haar een redelijke termijn laat om te utile de l'ordonnance de la chambre du conseil et lui accorde un délai
oordelen over de opportuniteit van een eventueel hoger beroep. De raisonnable pour décider de l'opportunité d'un éventuel appel. Le
berekeningswijze van de beroepstermijn geldt overigens op gelijke calcul du délai d'appel s'opère d'ailleurs de la même manière pour
wijze voor alle partijen voor de raadkamer. Uit het feit dat de toutes les parties devant la chambre du conseil. Dans ces conditions,
termijn van vijftien dagen begint te lopen de dag waarop de le fait que le délai de quinze jours prenne cours le jour où
beschikking is gewezen, en niet de dag erna, kan in die omstandigheden l'ordonnance est rendue et non le lendemain ne permet pas de conclure
geen schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet worden à une violation des articles 10 et 11 de la Constitution.
afgeleid. B.3. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. B.3. La question préjudicielle appelle une réponse négative.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 135, § 3, van het Wetboek van Strafvordering schendt niet de L'article 135, § 3, du Code d'instruction criminelle ne viole pas les
artikelen 10 en 11 van de Grondwet voor zover die bepaling de termijn articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu'il fait courir le
van hoger beroep voor de burgerlijke partij doet lopen vanaf de dag délai d'appel pour la partie civile à compter du jour où l'ordonnance
waarop de beschikking van de raadkamer is gewezen. de la chambre du conseil a été rendue.
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 13 juni 2001. la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 13 juin 2001.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
De voorzitter, Le président,
H. Boel H. Boel
^