← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 17/2001 van 14 februari 2001 Rolnummers 1878 en 1927 In
zake : de prejudiciële vragen over artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende
de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, geste Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets,
en de rechters L. (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 17/2001 van 14 februari 2001 Rolnummers 1878 en 1927 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, geste Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de rechters L. (...) | Extrait de l'arrêt n° 17/2001 du 14 février 2001 Numéros du rôle : 1878 et 1927 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 57, § 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'aide sociale, posées par l La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges L. Françoi(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 17/2001 van 14 februari 2001 | Extrait de l'arrêt n° 17/2001 du 14 février 2001 |
Rolnummers 1878 en 1927 | Numéros du rôle : 1878 et 1927 |
In zake : de prejudiciële vragen over artikel 57, § 2, van de | En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 57, § 2, |
organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor | de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'aide |
maatschappelijk welzijn, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Brussel | sociale, posées par le Tribunal du travail de Bruxelles et par le |
en de Arbeidsrechtbank te Hoei. | Tribunal du travail de Huy. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de | composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges L. |
rechters L. François, P. Martens, A. Arts, R. Henneuse en E. De Groot, | François, P. Martens, A. Arts, R. Henneuse et E. De Groot, assistée du |
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, | greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen | I. Objet des questions préjudicielles |
a. Bij vonnis van 20 januari 2000 in zake S. Milosiu tegen het | a. Par jugement du 20 janvier 2000 en cause de S. Milosiu contre le |
openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Anderlecht, waarvan | centre public d'aide sociale d'Anderlecht, dont l'expédition est |
de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 1 | parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 1er février 2000, le |
februari 2000, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende | Tribunal du travail de Bruxelles a posé les questions préjudicielles |
prejudiciële vragen gesteld : | suivantes : |
« Schendt artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 | « L'article 57, § 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres |
betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd | publics d'aide sociale, modifiée par les lois des 30 décembre 1992 et |
bij de wetten van 30 december 1992 en 15 juli 1996, en bij het arrest | 15 juillet 1996, et par l'arrêt rendu par la Cour d'arbitrage le 22 |
uitgesproken door het Arbitragehof op 22 april 1998, de artikelen 10 | avril 1998, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution belge, |
en 11 van de Belgische Grondwet, gelezen in samenhang met de artikelen | |
23 en 191 van die Grondwet, 3, 6 en 13 van het Europees Verdrag van 4 | lus conjointement avec les articles 23 et 191 de cette Constitution, |
november 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de | 3, 6 et 13 de la Convention européenne de sauvegarde des droits de |
fundamentele vrijheden, en 1, 6, 16 en 23 van het Verdrag van New York | l'homme et des libertés fondamentales du 4 novembre 1950, et 1, 6, 16 |
van 28 september 1953 [lees : 1954] betreffende de status van | et 23 de la Convention de New York du 28 septembre 1953 [lire : 1954], |
staatlozen, doordat dit artikel 57, § 2, een verschil in behandeling | relative au statut des apatrides, en ce que cet article 57, § 2, |
instelt, wat het recht op maatschappelijke dienstverlening betreft, | |
tussen, enerzijds, de Belgen en de vreemdelingen die wettig in het | instaure une différence de traitement, quant au droit à l'aide |
Rijk verblijven of die voor de Raad van State een beroep hebben ingesteld tot vernietiging of tot schorsing van het bevel om het grondgebied te verlaten, dat hun werd betekend en, anderzijds, de vreemdelingen die een bevel om het grondgebied te verlaten hebben ontvangen dat definitief is geworden, ofwel omdat geen beroep werd ingesteld, ofwel omdat de rechtsmiddelen tegen dat bevel zijn uitgeput, en die voor de rechtbanken van de Belgische rechterlijke orde een vordering hebben ingesteld tot erkenning als staatloze, vordering die nog niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een in kracht van gewijsde gegane beslissing ? Is het antwoord op deze vraag verschillend wanneer die vreemdelingen, in hun aanvraag om als vluchteling erkend te worden, zich op een bepaalde nationaliteit hebben beroepen en vervolgens, met het oog op hun erkenning als staatloze, doen gelden dat zij voorheen of eventueel achteraf, middels een persoonlijke verklaring of middels een verklaring die uit hun naam werd afgelegd door hun wettelijke vertegenwoordigers, in werkelijkheid aan die nationaliteit hebben verzaakt ? » | sociale, entre, d'une part, les Belges et les étrangers qui séjournent légalement dans le Royaume, ou qui ont formé devant le Conseil d'Etat un recours en annulation ou en suspension de l'ordre de quitter le territoire, qui leur a été notifié, et, d'autre part, les étrangers qui ont reçu un ordre de quitter le territoire devenu définitif soit par absence de recours soit par épuisement des recours ouverts contre cet ordre, et qui ont formé devant les tribunaux de l'Ordre judiciaire belge une action en reconnaissance de leur apatridie, action n'ayant pas encore fait l'objet d'une décision coulée en force de chose jugée ? La réponse à cette question est-elle différente lorsque ces étrangers se sont, dans leur demande de reconnaissance comme réfugiés, prévalus d'une certaine nationalité et font valoir ensuite, pour la reconnaissance comme apatrides, [ . ] qu'ils avaient auparavant ou qu'ils auraient ensuite, par une déclaration personnelle ou par une déclaration faite en leur nom par leurs représentants légaux, en réalité renoncé à cette nationalité ? » |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 1878 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 1878 du rôle de la Cour. |
b. Bij vonnis van 15 maart 2000 in zake N. Brajevic en R. Halilovic | b. Par jugement du 15 mars 2000 en cause de N. Brajevic et R. |
tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Hoei, | |
waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op | Halilovic contre le centre public d'aide sociale de Huy, dont |
29 maart 2000, heeft de Arbeidsrechtbank te Hoei de volgende | l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 29 mars |
prejudiciële vraag gesteld : | 2000, le Tribunal du travail de Huy a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 | « L'article 57, § 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres |
betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals | publics d'aide sociale, tel que modifié par l'article 65 de la loi du |
gewijzigd bij artikel 65 van de wet van 15 juli 1996, de beginselen | 15 juillet 1996, viole-t-il les principes d'égalité et de |
van gelijkheid en niet-discriminatie vervat in de artikelen 10 en 11 | non-discrimination contenus aux articles 10 et 11 de la Constitution, |
van de Grondwet, gelezen in samenhang met de artikelen 23 en 191 van | lus conjointement avec les articles 23 et 191 de la Constitution, |
de Grondwet, artikel 11.1 van het Internationaal Verdrag van New York | |
van 19 december 1966 inzake economische, sociale en culturele rechten | l'article 11.1 du Pacte international de New York du 19 décembre 1966 |
en artikel 13 van het Verdrag van Rome van 4 november 1950 tot | relatif aux droits économiques, sociaux et culturels et l'article 13 |
bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, | de la Convention de Rome du 4 novembre 1950 de sauvegarde des droits |
doordat artikel 57, § 2, een verschil in behandeling instelt wat het | de l'homme et des libertés fondamentales, en ce que l'article 57, § 2, |
recht op maatschappelijke dienstverlening betreft ten aanzien van, | instaure une différence de traitement au niveau du droit à l'aide |
enerzijds, de Belgen en de vreemdelingen die legaal in het Rijk | sociale à l'égard, d'une part, des Belges et des étrangers qui |
verblijven en, anderzijds, de vreemdelingen die gevraagd hebben om als | séjournent légalement dans le Royaume et, d'autre part, des étrangers |
vluchteling erkend te worden, wier aanvraag is verworpen en die een | qui ont demandé à être reconnus comme réfugiés, dont la demande a été |
bevel om het grondgebied te verlaten hebben ontvangen, zolang de | rejetée et qui ont reçu un ordre de quitter le territoire, tant que |
beroepen die zij voor de Raad van State hebben ingesteld tegen de | n'ont pas été tranchés les recours qu'ils ont introduits devant le |
beslissing genomen door de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen | Conseil d'Etat contre la décision qu'a prise le Commissaire général |
en de staatlozen, met toepassing van artikel 63/3 van de wet, of tegen | aux réfugiés et aux apatrides, en application de l'article 63/3 de la |
de beslissing van de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen niet | loi, ou contre la décision de la Commission permanente de recours des |
zijn beslecht, en de vreemdelingen die geen document kunnen overleggen | réfugiés, et des étrangers ne pouvant se prévaloir d'aucun document |
dat hen machtigt om in België te verblijven of die illegaal in België | les autorisant à séjourner en Belgique ou séjournant illégalement en |
verblijven, zolang hun aanvraag om ertoe gemachtigd te worden in | Belgique, aussi longtemps que n'a pas été tranchée leur demande d'être |
België te verblijven, ingediend met toepassing van artikel 9, derde | autorisés à séjourner en Belgique, introduite en application de |
lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het | l'article 9, alinéa 3, de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au |
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van | territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers |
vreemdelingen, niet is beslecht ? » | ? » |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 1927 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 1927 du rôle de la Cour. |
(...) | (...) |
IV. In rechte | IV. En droit |
(...) | (...) |
Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de prejudiciële vragen | Quant à la recevabilité des questions préjudicielles |
In de zaak nr. 1927 | Dans l'affaire n° 1927 |
B.1.1. Uit een door de verwerende partij voor de verwijzende rechter | B.1.1. Il ressort d'une copie de l'arrêt du 14 juillet 2000 de la Cour |
bijgebracht en door het Arbeidshof te Luik toegezonden afschrift van | du travail de Liège, adressée à la Cour par la partie défenderesse |
het arrest van het Arbeidshof te Luik van 14 juli 2000 blijkt dat het | devant le juge a quo et envoyée par la Cour du travail, que le recours |
hoger beroep tegen het verwijzende vonnis ontvankelijk en gegrond werd | contre le jugement a quo a été déclaré recevable et fondé et qu'il a |
verklaard en de oorspronkelijke vordering werd ingewilligd zonder dat | été fait droit à la demande originaire sans que la question |
de door de Arbeidsrechtbank te Hoei gestelde prejudiciële vraag werd | préjudicielle posée par le Tribunal du travail de Huy ait été reprise. |
overgenomen. De vraag is thans zonder voorwerp. | La question est actuellement sans objet. |
In de zaak nr. 1878 | Dans l'affaire n° 1878 |
B.1.2. De Ministerraad is van mening dat de vragen niet ontvankelijk | B.1.2. Le Conseil des ministres estime que les questions ne sont pas |
zijn, doordat de motieven van het vonnis waarin de gevraagde maatschappelijke dienstverlening wordt geweigerd zonder het antwoord af te wachten op de vragen die aan het Hof worden voorgelegd, tegenstrijdig, zelfs verkeerd of onwettig zouden zijn, doordat de Rechtbank, door te verwijzen naar andere geschillen waarin een analoog probleem zou zijn opgeworpen, een algemene draagwijdte zou willen geven aan haar beslissing en aan het arrest van het Hof waarin het op de gestelde vragen antwoordt en doordat die vragen zonder voorwerp zouden zijn, vermits het Hof zich in zijn arresten nrs. 43/98, 108/98 en 80/99 reeds heeft uitgesproken over de draagwijdte van het « uitvoerbaar » bevel om het grondgebied te verlaten, dat in de in het geding zijnde bepaling wordt bedoeld. | recevables, en ce que les motifs du jugement refusant l'aide sociale sollicitée sans attendre la réponse aux questions qu'il adresse à la Cour seraient contradictoires, voire erronés ou illégaux, en ce que le Tribunal, en faisant référence à d'autres litiges dans lesquels un problème analogue serait soulevé, entendrait donner une portée générale à sa décision et à l'arrêt de la Cour répondant aux questions qu'il lui adresse et en ce que lesdites questions seraient sans objet, la Cour s'étant déjà prononcée, dans ses arrêts nos 43/98, 108/98 et 80/99, sur la portée de l'ordre « exécutoire » de quitter le territoire, visé par la disposition en cause. |
B.1.3. De partijen voor het Hof vermogen niet de toepassing die de | B.1.3. Les parties devant la Cour ne sont pas autorisées à mettre en |
rechtscolleges aan artikel 26, § 2, van de bijzondere wet van 6 | cause l'application que les juridictions font de l'article 26, § 2, de |
januari 1989 geven, in het geding te brengen en het staat niet aan het | la loi spéciale du 6 janvier 1989 et il n'appartient pas à la Cour de |
Hof de motieven af te keuren van de beslissingen die zijn genomen door | censurer les motifs des décisions rendues par les juridictions qui |
de rechtscolleges die zich tot het Hof richten. De omstandigheid dat, | s'adressent à elle. La circonstance qu'il puisse être fait état, dans |
in andere zaken dan die welke aan het Hof zijn voorgelegd, gewag zou | d'autres affaires que celles à l'occasion de laquelle la Cour est |
worden gemaakt van het arrest dat het Hof zou wijzen - en waarvan het | saisie, de l'arrêt qu'elle rendrait - et dont l'effet est défini par |
gevolg bepaald is door artikel 28 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 - maakt het niet mogelijk ervan uit te gaan dat de vraag onontvankelijk zou zijn. Zij bevat overigens de noodzakelijke elementen op grond waarvan het Hof uitspraak kan doen, zodat er geen aanleiding is om de Rechtbank te verzoeken de motieven die haar beslissing gronden, te verduidelijken. B.1.4. De omstandigheid dat het Hof zich vroeger over een rechtsvraag zou hebben uitgesproken, maakt het niet mogelijk ervan uit te gaan dat een prejudiciële vraag over die rechtskwestie zonder voorwerp of onontvankelijk zou zijn. Overigens verzoekt de verwijzende rechter het Hof te dezen situaties te onderzoeken die niet op alle punten soortgelijk zijn aan die welke in de geciteerde arresten aan de orde waren. B.1.5. De excepties van onontvankelijkheid die door de Ministerraad werden opgeworpen ten aanzien van de prejudiciële vragen die in de | l'article 28 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 - ne permet pas de considérer que la question serait irrecevable. Celle-ci contient par ailleurs les éléments nécessaires pour permettre à la Cour de statuer, de sorte qu'il n'y a pas lieu d'inviter le Tribunal à préciser les motifs qui fondent sa décision. B.1.4. La circonstance que la Cour se serait antérieurement prononcée sur un point de droit ne permettrait pas de considérer qu'une question préjudicielle portant sur ce point serait dépourvue d'objet ou serait irrecevable. Au demeurant, le juge a quo invite la Cour, en l'espèce, à examiner des situations qui ne sont pas en tout point semblables à celles qui ont fait l'objet des arrêts cités. B.1.5. Les exceptions d'irrecevabilité soulevées par le Conseil des ministres à propos des questions préjudicielles posées dans l'affaire |
zaak nr. 1878 zijn gesteld, worden verworpen. | n° 1878 sont rejetées. |
Ten gronde | Quant au fond |
B.2.1. Artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 | B.2.1. L'article 57, § 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des |
betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (hierna : | centres publics d'aide sociale (ci-après : loi organique des |
de O.C.M.W.-wet), vervangen bij artikel 65 van de wet van 15 juli 1996 | C.P.A.S.), remplacé par l'article 65 de la loi du 15 juillet 1996 « |
« tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang | modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le |
tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van | |
vreemdelingen en van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de | séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers et la loi du 8 |
openbare centra voor maatschappelijk welzijn », bepaalt : | juillet 1976 organique des centres publics d'aide sociale », dispose : |
« § 2. In afwijking van de andere bepalingen van deze wet, is de taak van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn beperkt tot het verlenen van dringende medische hulp, wanneer het gaat om een vreemdeling die illegaal in het Rijk verblijft. De Koning kan bepalen wat onder dringende medische hulp begrepen moet worden. Een vreemdeling die zich vluchteling heeft verklaard en heeft gevraagd om als dusdanig te worden erkend, verblijft illegaal in het Rijk wanneer de asielaanvraag is geweigerd en aan de betrokken vreemdeling een uitvoerbaar bevel om het grondgebied te verlaten is betekend. De maatschappelijke dienstverlening aan een vreemdeling die werkelijk steuntrekkende was op het ogenblik dat hem een uitvoerbaar bevel om het grondgebied te verlaten werd betekend, wordt, met uitzondering van de dringende medische hulpverlening, stopgezet de dag dat de vreemdeling daadwerkelijk het grondgebied verlaat, en ten laatste de dag van het verstrijken van de termijn van het bevel om het grondgebied te verlaten. Van het bepaalde in het voorgaande lid wordt afgeweken gedurende de termijn die strikt noodzakelijk is om de vreemdeling in staat te stellen het grondgebied te verlaten, voor zover hij een verklaring heeft ondertekend die zijn uitdrukkelijke intentie het grondgebied zo snel mogelijk te willen verlaten, weergeeft; deze termijn mag in geen geval een maand overschrijden. De hierboven vermelde intentieverklaring kan slechts eenmaal worden ondertekend. Het centrum verwittigt zonder verwijl de Minister die bevoegd is voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de | « § 2. Par dérogation aux autres dispositions de la présente loi, la mission du centre public d'aide sociale se limite à l'octroi de l'aide médicale urgente, à l'égard d'un étranger qui séjourne illégalement dans le Royaume. Le Roi peut déterminer ce qu'il y a lieu d'entendre par aide médicale urgente. Un étranger qui s'est déclaré réfugié et a demandé à être reconnu comme tel, séjourne illégalement dans le Royaume lorsque la demande d'asile a été rejetée et qu'un ordre de quitter le territoire exécutoire a été notifié à l'étranger concerné. L'aide sociale accordée à un étranger qui était en fait bénéficiaire au moment où un ordre de quitter le territoire exécutoire lui a été notifié, est arrêtée, à l'exception de l'aide médicale urgente, le jour où l'étranger quitte effectivement le territoire et, au plus tard, le jour de l'expiration du délai de l'ordre de quitter le territoire. Il est dérogé aux dispositions de l'alinéa précédent pendant le délai strictement nécessaire pour permettre à l'étranger de quitter le territoire, pour autant qu'il ait signé une déclaration attestant son intention explicite de quitter le plus vite possible le territoire, sans que ce délai ne puisse en aucun cas excéder un mois. La déclaration d'intention précitée ne peut être signée qu'une seule fois. Le centre informe sans retard le Ministre qui a l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers |
vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, evenals de betrokken | dans ses compétences, ainsi que la commune concernée, de la signature |
gemeente, van de ondertekening van de intentieverklaring. » | de la déclaration d'intention. » |
B.2.2. Het Hof heeft met zijn arrest nr. 43/98 van 22 april 1998 | B.2.2. Par l'arrêt n° 43/98 du 22 avril 1998, la Cour a jugé que le |
geoordeeld dat het nieuwe artikel 57, § 2, derde en vierde lid, van de | nouvel article 57, § 2, troisième et quatrième alinéas, de la loi |
organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk | organique des centres publics d'aide sociale violait les articles 10 |
welzijn de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schond, in zoverre het | et 11 de la Constitution en ce qu'il s'appliquait à l'étranger qui a |
van toepassing was op de vreemdeling die gevraagd had om als | demandé à être reconnu comme réfugié, dont la demande a été rejetée et |
vluchteling te worden erkend, wiens verzoek was verworpen en die een | qui a reçu un ordre de quitter le territoire, tant que n'ont pas été |
bevel had gekregen het grondgebied te verlaten, zolang de beroepen die | tranchés les recours qu'il a introduits devant le Conseil d'Etat |
hij voor de Raad van State had ingesteld tegen de beslissing die de | contre la décision du Commissaire général aux réfugiés et aux |
Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen met | apatrides prise en application de l'article 63/3 de la loi précitée du |
toepassing van artikel 63/3 van de voormelde wet van 15 december 1980 | 15 décembre 1980 ou contre la décision de la Commission permanente de |
had genomen of tegen de beslissing van de Vaste Beroepscommissie voor | |
vluchtelingen, niet waren beslecht. | recours des réfugiés. |
De bij dat arrest uitgesproken vernietiging heeft dus enkel betrekking | L'annulation, prononcée par cet arrêt, porte donc uniquement sur les |
op het derde en het vierde lid van artikel 57, § 2, van de | alinéas 3 et 4 de l'article 57, § 2, de la loi organique des C.P.A.S. |
O.C.M.W.-wet, in zoverre zij handelen over vreemdelingen die hebben | en tant qu'ils ont trait aux étrangers ayant demandé à être reconnus |
gevraagd om als vluchteling te worden erkend. | comme réfugiés. |
In zijn arrest nr. 80/99 van 30 juni 1999 heeft het Hof daaraan | La Cour a ajouté, en son arrêt n° 80/99 du 30 juin 1999, que la mesure |
toegevoegd dat, indien de maatregel waarin artikel 57, § 2, voorziet, | prévue par l'article 57, § 2, violait également les articles 10 et 11 |
wordt toegepast op personen die, om medische redenen, in de absolute | de la Constitution si elle s'appliquait à des personnes qui, pour des |
onmogelijkheid zijn gevolg te geven aan het bevel België te verlaten, | raisons médicales, se trouvent dans l'impossibilité absolue de donner |
die bepaling eveneens de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt. | suite à l'ordre de quitter le territoire. |
B.2.3. De prejudiciële vragen hebben betrekking op de bestaanbaarheid | B.2.3. Les questions préjudicielles portent sur la compatibilité de |
l'article 57, § 2, de la loi organique des C.P.A.S. avec les articles | |
van artikel 57, § 2, van de O.C.M.W.-wet met de artikelen 10 en 11 van | 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec d'autres |
de Grondwet, in samenhang gelezen met andere grondwetsbepalingen of verdragsbepalingen. Met betrekking tot het recht op maatschappelijke dienstverlening wordt het Hof verzocht een vergelijking te maken tussen, enerzijds, de Belgen en de vreemdelingen die wettig in het Rijk verblijven of « die voor de Raad van State een beroep hebben ingesteld tot vernietiging of tot schorsing van het bevel om het grondgebied te verlaten, dat hun werd betekend » en, anderzijds, de vreemdelingen die een bevel om het grondgebied te verlaten hebben ontvangen dat definitief is geworden (omdat geen beroepen werden ingesteld of de rechtsmiddelen waren uitgeput) en die een vordering tot erkenning als staatloze hebben ingesteld (waarop nog geen beslissing is gewezen die in kracht van gewijsde is gegaan) : het recht op maatschappelijke dienstverlening, dat in de in het geding zijnde bepaling is gedefinieerd, zou tijdens de duur van het rechtsgeding aan de eerstgenoemden maar niet aan de laatstgenoemden worden gewaarborgd. B.2.4. Uit de motivering van het verwijzingsvonnis blijkt dat de Rechtbank, door te verwijzen naar de « vreemdelingen [ . ] die voor de Raad van State een beroep hebben ingesteld tot vernietiging of tot schorsing van het bevel om het grondgebied te verlaten, dat hun werd | dispositions constitutionnelles ou conventionnelles. Elles invitent la Cour à établir une comparaison, pour ce qui est du droit à l'aide sociale, entre les Belges et les étrangers qui séjournent légalement dans le Royaume ou « ont formé devant le Conseil d'Etat un recours en annulation ou en suspension de l'ordre de quitter le territoire qui leur a été notifié », d'une part, et les étrangers qui ont reçu un ordre devenu définitif de quitter le territoire (les recours n'ayant pas été exercés ou étant épuisés) et qui ont formé une action en reconnaissance d'apatridie (sur laquelle une décision coulée en force de chose jugée n'a pas encore été rendue), d'autre part : le droit à l'aide sociale défini par la disposition en cause serait, pendant la durée de l'instance, garanti aux premiers et non aux seconds. B.2.4. Il appert de la motivation du jugement par lequel la Cour est interrogée qu'en se référant aux « étrangers [ . ] qui ont formé devant le Conseil d'Etat un recours en annulation ou en suspension de |
betekend », de vreemdelingen bedoelt die hebben gevraagd als | l'ordre de quitter le territoire qui leur a été notifié », le Tribunal |
vluchteling te worden erkend, van wie de aanvraag is verworpen en die | vise les étrangers qui ont demandé à être reconnus comme réfugiés, |
een bevel hebben gekregen om het grondgebied te verlaten, maar die | dont la demande a été rejetée et qui ont reçu un ordre de quitter le |
voor de Raad van State een beroep hebben ingesteld, waarover nog geen | territoire, mais qui ont introduit devant le Conseil d'Etat un |
uitspraak is gedaan, tegen de beslissing die de Commissaris-generaal | recours, sur lequel il n'a pas encore été statué, contre la décision |
voor de vluchtelingen en de staatlozen met toepassing van artikel 63/3 | du Commissaire général aux réfugiés et aux apatrides prise en |
van de wet heeft genomen of tegen de beslissing van de Vaste | application de l'article 63/3 de la loi ou contre la décision de la |
Beroepscommissie voor vluchtelingen. | Commission permanente de recours des réfugiés. |
B.2.5. Uit hetzelfde vonnis vloeit voort dat die categorie van | |
personen moet worden vergeleken met de vreemdelingen die hebben | B.2.5. Il ressort du même jugement que cette catégorie de personnes |
gevraagd als vluchteling te worden erkend, wier aanvraag is verworpen, | doit être comparée aux étrangers qui ont demandé à être reconnus comme |
die de hun geboden beroepsmogelijkheden hebben uitgeput of geen | réfugiés, dont la demande a été rejetée, qui ont épuisé ou n'ont pas |
gebruik ervan hebben gemaakt en die vervolgens vragen het statuut van | utilisé les recours qui leur sont offerts et qui demandent ensuite à |
staatloze te kunnen krijgen. | bénéficier du statut d'apatride. |
B.3. Het in het geding zijnde artikel 57, § 2, is aldus opgevat met de | B.3. L'article 57, § 2, en cause a été conçu avec l'intention de |
bedoeling rekening te houden met de bijzonderheden van de procedure | prendre en compte les particularités de la procédure applicable aux |
die op de asielaanvragen van toepassing is : | demandes d'asile : |
« 2°) Gegeven de bijzonderheid van de asielprocedure wordt in een | « 2°) Vu la particularité de la procédure d'asile, il est spécifié |
tweede lid verduidelijkt dat een asielzoeker wiens aanvraag afgewezen | dans un deuxième alinéa qu'un demandeur d'asile dont la demande est |
is en aan wie een uitvoerbaar bevel om het grondgebied te verlaten is | rejetée et auquel un ordre de quitter le territoire exécutoire est |
betekend, illegaal in het land verblijft; m.a.w. dat alsdan, | notifié, séjourne illégalement dans le pays; en d'autres termes, que |
overeenkomstig het algemeen principe in het eerste lid, de | l'aide sociale est alors limitée pour lui, conformément au principe |
maatschappelijke dienstverlening voor hem beperkt is tot de dringende | général contenu dans le premier alinéa, à l'aide médicale urgente. |
medische hulpverlening. Deze bepaling, die slechts een specificatie is | Cette disposition, qui ne fait, en fait, que spécifier le principe |
van het in het eerste lid vermelde algemeen principe t.a.v. | général mentionné dans l'alinéa premier à l'égard des demandeurs |
asielzoekers, volgt de zienswijze van de bevoegde diensten van het | d'asile, suit le point de vue des services compétents du Ministère de |
Ministerie van Binnenlandse Zaken inzake het begrip ' illegaal | l'Intérieur au sujet de la notion de ` séjour illégal '. » (Doc. |
verblijf '. » (Parl. St., Kamer, 1995-1996, nr. 364/1, p. 59) | parl., Chambre, 1995-1996, n° 364/1, p. 59) |
B.4. De in B.2.4 beschreven categorie van vreemdelingen is wezenlijk | B.4. La catégorie d'étrangers décrite en B.2.4 présente une différence |
verschillend van die welke in B.2.5 is beschreven. De eerstgenoemden | essentielle par rapport à celle qui est décrite en B.2.5. Les premiers |
hebben een beroep ingesteld om te doen erkennen dat zij in hun land van oorsprong worden vervolgd, terwijl ten aanzien van de tweede categorie is vastgesteld, met beslissingen die definitief zijn geworden, dat dit gevaar niet bestond. B.5.1. Wanneer een Staat die de immigratie wil beperken, vaststelt dat de middelen die hij daartoe aanwendt niet doeltreffend zijn, is het niet onredelijk dat hij niet dezelfde verplichtingen op zich neemt ten aanzien van de noden van diegenen, enerzijds, die op wettige wijze op zijn grondgebied verblijven (zijn onderdanen en bepaalde categorieën van vreemdelingen), en van de vreemdelingen, anderzijds, die er zich nog bevinden na het bevel het grondgebied te verlaten te hebben ontvangen. B.5.2. Rekening houdend met de omvang van het risico van aanwending | ont intenté un recours afin de faire reconnaître qu'ils sont persécutés dans leur pays d'origine tandis qu'à l'égard des seconds, il a été constaté par des décisions devenues définitives que ce danger n'existait pas. B.5.1. Lorsqu'un Etat qui entend limiter l'immigration constate que les moyens qu'il emploie à cet effet ne sont pas efficaces, il n'est pas déraisonnable qu'il ne se reconnaisse pas les mêmes devoirs face aux besoins de ceux, d'une part, qui séjournent légalement sur son territoire (ses nationaux et certaines catégories d'étrangers), et des étrangers, d'autre part, qui s'y trouvent encore après avoir reçu l'ordre de quitter le territoire. B.5.2. Compte tenu de l'ampleur du risque d'utilisation des procédures |
van de procedures voor andere doeleinden dan die waarvoor ze bestemd | à d'autres fins que celles auxquelles elles sont destinées, les |
zijn, eisen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in | articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec les |
samenhang met de grondwets- en verdragsbepalingen die in de vragen | dispositions constitutionnelles et conventionnelles visées par les |
zijn bedoeld, niet dat de maatschappelijke dienstverlening die aan de | questions, n'exigent pas que le bénéfice de l'aide sociale qui est |
kandidaat-vluchtelingen wordt toegekend, teneinde in hun noden te | reconnu, afin de faire face à leurs besoins, aux candidats réfugiés |
voorzien, die na het bevel om het grondgebied te verlaten een beroep | qui, après avoir reçu l'ordre de quitter le territoire, introduisent |
voor de Raad van State instellen (tegen de beslissing die de | un recours devant le Conseil d'Etat (contre la décision du Commissaire |
Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen met | général aux réfugiés et aux apatrides prise en application de |
toepassing van artikel 63/3 van de wet heeft genomen of tegen de | l'article 63/3 de la loi ou celle de la Commission permanente de |
beslissing van de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen), ook | recours des réfugiés), le soit aussi aux personnes qui ont reçu un |
wordt toegekend aan de personen die een bevel om het grondgebied te verlaten hebben ontvangen dat definitief is geworden, ofwel omdat geen beroep werd ingesteld, ofwel omdat de rechtsmiddelen tegen dat bevel zijn uitgeput, en die voor de rechtbanken van de Belgische rechterlijke orde een vordering hebben ingesteld tot erkenning als staatloze, vordering die nog niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een in kracht van gewijsde gegane beslissing. B.5.3. De omstandigheid, vermeld in de tweede vraag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, dat de betrokkene zich bij een voorgaande procedure met het oog op het verkrijgen van het statuut van vluchteling zou hebben beroepen op een nationaliteit en vervolgens zou doen gelden dat zij aan die nationaliteit heeft verzaakt, heeft geen weerslag op de oplossing van het probleem. B.6. De vragen dienen ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof | ordre de quitter le territoire devenu définitif soit par absence de recours soit par épuisement des recours ouverts contre cet ordre, et qui ont formé devant les tribunaux de l'ordre judiciaire belge une action en reconnaissance de leur apatridie, action n'ayant pas encore fait l'objet d'une décision coulée en force de chose jugée. B.5.3. La circonstance, mentionnée dans la seconde question du Tribunal du travail de Bruxelles, que l'intéressée se serait, lors d'une procédure préalable visant à obtenir le statut de réfugié, prévalue d'une nationalité et ferait ensuite valoir qu'elle a renoncé à cette nationalité est sans incidence sur la solution du problème. B.6. Les questions appellent une réponse négative. Par ces motifs, la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
- Artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de | - L'article 57, § 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres |
openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij de wetten | publics d'aide sociale, modifiée par les lois des 30 décembre 1992 et |
van 30 december 1992 en 15 juli 1996 en door het gevolg van het arrest | 15 juillet 1996, et par l'effet de l'arrêt rendu par la Cour |
gewezen door het Arbitragehof op 22 april 1998, schendt niet de | d'arbitrage le 22 avril 1998, ne viole pas les articles 10 et 11 de la |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met de | Constitution, lus conjointement avec les articles 23 et 191 de la |
artikelen 23 en 191 van de Grondwet, 3, 6 en 13 van het Europees | Constitution, 3, 6 et 13 de la Convention européenne des droits de |
Verdrag voor de Rechten van de Mens en 1, 6, 16 en 23 van het Verdrag | l'homme, et 1er, 6, 16 et 23 de la Convention de New York du 28 |
van New York van 28 september 1954 betreffende de status van | septembre 1954 relative au statut des apatrides, en ce que cet article |
staatlozen, doordat dit artikel 57, § 2, de hulp die aan vreemdelingen | 57, § 2, limite à l'aide médicale urgente l'aide qui peut être |
kan worden verleend, tot de dringende medische hulp beperkt, wanneer | accordée aux étrangers qui ont reçu un ordre de quitter le territoire |
het vreemdelingen betreft die een bevel om het grondgebied te verlaten | |
hebben ontvangen dat definitief is geworden, ofwel omdat geen beroep | devenu définitif soit par absence de recours soit par épuisement des |
werd ingesteld, ofwel omdat de rechtsmiddelen tegen dat bevel zijn | recours ouverts contre cet ordre, et qui ont formé devant les |
uitgeput, en die voor de rechtbanken van de Belgische rechterlijke | tribunaux de l'ordre judiciaire belge une action en reconnaissance de |
orde een vordering hebben ingesteld tot erkenning als staatloze, | |
vordering die nog niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een in kracht | leur apatridie, action n'ayant pas encore fait l'objet d'une décision |
van gewijsde gegane beslissing. | passée en force de chose jugée. |
- De prejudiciële vraag gesteld in de zaak nr. 1927 is zonder | - La question préjudicielle posée dans l'affaire n° 1927 est sans |
voorwerp. | objet. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 14 februari 2001. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 14 février 2001. |
De griffier, De voorzitter, | Le greffier, Le président, |
P.-Y. Dutilleux. M. Melchior. | P.-Y. Dutilleux. M. Melchior. |