← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 77/2000 van 21 juni 2000 Rolnummers 1641, 1663 en 1713 In
zake : de prejudiciële vragen over artikel 6 van de wet van 2 juni 1998 tot wijziging van het koninklijk
besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 waarbij aan bepaal Het Arbitragehof, samengesteld
uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de rechters H. (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 77/2000 van 21 juni 2000 Rolnummers 1641, 1663 en 1713 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 6 van de wet van 2 juni 1998 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 waarbij aan bepaal Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de rechters H. (...) | Extrait de l'arrêt n° 77/2000 du 21 juin 2000 Numéros du rôle : 1641, 1663 et 1713 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 6 de la loi du 2 juin 1998 modifiant l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 portant interdiction La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges H. Boel, L(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 77/2000 van 21 juni 2000 | Extrait de l'arrêt n° 77/2000 du 21 juin 2000 |
Rolnummers 1641, 1663 en 1713 | Numéros du rôle : 1641, 1663 et 1713 |
In zake : de prejudiciële vragen over artikel 6 van de wet van 2 juni | En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 6 de la |
1998 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober | loi du 2 juin 1998 modifiant l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 |
1934 waarbij aan bepaalde veroordeelden en aan de gefailleerden verbod | portant interdiction à certains condamnés et aux faillis d'exercer |
wordt opgelegd bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te | certaines fonctions, professions ou activités et conférant aux |
oefenen en waarbij aan de rechtbanken van koophandel de bevoegdheid | tribunaux de commerce la faculté de prononcer de telles interdictions |
wordt toegekend dergelijk verbod uit te spreken en over artikel 3 van | et à l'article 3 de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 précité, |
voormeld koninklijk besluit, gesteld door de Correctionele Rechtbank | posées par le Tribunal correctionnel de Mons, par le Tribunal |
te Bergen, de Correctionele Rechtbank te Brugge en de Rechtbank van | correctionnel de Bruges et par le Tribunal de première instance de |
eerste aanleg te Brussel. | Bruxelles. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de | composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges H. |
rechters H. Boel, L. François, J. Delruelle, H. Coremans en M. | Boel, L. François, J. Delruelle, H. Coremans et M. Bossuyt, assistée |
Bossuyt, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, | du greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen | I. Objet des questions préjudicielles |
a. Bij vonnis van 23 februari 1999 in zake het openbaar ministerie en | a. Par jugement du 23 février 1999 en cause du ministère public et de |
C. Berwaert tegen G. Mercier, M. Mercier en de b.v.b.a. La bonne | C. Berwaert contre G. Mercier, M. Mercier et la s.p.r.l. La bonne |
affaire, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is | affaire, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour |
ingekomen op 11 maart 1999, heeft de Correctionele Rechtbank te Bergen | d'arbitrage le 11 mars 1999, le Tribunal correctionnel de Mons a posé |
de volgende prejudiciële vragen gesteld : | les questions préjudicielles suivantes : |
« 1. Schendt artikel 6 van de wet van 2 juni 1998, dat bepaalt dat het | « 1. L'article 6 de la loi du 2 juin 1998, qui dispose que |
l'interdiction prononcée à l'encontre d'une personne, en vertu des | |
aan personen vóór de inwerkingtreding van de wet opgelegde verbod | articles 1er, 1erbis et 2 de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934, |
krachtens de artikelen 1, 1bis en 2 van het koninklijk besluit nr. 22 | avant l'entrée en vigueur de la loi, continue de produire ses effets |
van 24 oktober 1934, na de inwerkingtreding van kracht blijft totdat | après cette entrée en vigueur, jusqu'à ce que soit expiré un délai de |
tien jaar zijn verstreken sedert de datum van de veroordeling die tot | dix ans à compter du jour de la condamnation qui a donné lieu à cette |
het verbod aanleiding heeft gegeven, de artikelen 10 en 11 van de | interdiction, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en |
Grondwet, doordat : | ce que : |
- die verbodsbepaling wordt toegepast zonder dat de veroordeelde | - cette interdiction s'applique sans que le condamné ait été cité ni |
gedagvaard werd of uitgenodigd werd zich ter zake nader te verklaren; | invité à s'expliquer à ce sujet; |
- zij niet is opgenomen in het beschikkend gedeelte van de beslissing | - elle ne figure pas dans le dispositif de la décision de la |
tot veroordeling en niet het gevolg is van een op tegenspraak gevoerd | condamnation et n'est pas la suite d'une procédure judiciaire |
rechtsgeding ? | contradictoire ? |
2. Schendt artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober | 2. L'article 3 de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934, modifié par |
1934, zoals gewijzigd bij artikel 86 van de wet van 4 augustus 1978 | l'article 86 de la loi du 4 août 1978 de réorientation économique qui |
tot economische heroriëntering, dat een niet gerehabilteerde | prévoit l'interdiction pour un failli non réhabilité d'exercer |
gefailleerde verbiedt om bepaalde in artikel 1 van het genoemde | certaines fonctions visées à l'article 1er dudit arrêté royal, |
koninklijk besluit bedoelde functies uit te oefenen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat : | viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que : |
- die verbodsbepaling van toepassing is zonder dat de gefailleerde | - cette interdiction s'applique sans que le failli ait été cité ni |
werd gedagvaard of uitgenodigd werd zich ter zake nader te verklaren; | invité à s'expliquer à ce sujet; |
- zij niet is opgenomen in het beschikkend gedeelte van de beslissing | - elle ne figure pas dans le dispositif de la décision du tribunal de |
van de rechtbank van koophandel en niet het gevolg is van een op | commerce et n'est pas la suite d'une procédure judiciaire |
tegenspraak gevoerd rechtsgeding; | contradictoire; |
- zij niet gepaard gaat met enige beperking in de tijd, tenzij in | - elle n'est assortie d'aucune limitation dans le temps, sauf |
geval van rehabilitatie ? » | réhabilitation ? » |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 1641 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 1641 du rôle de la Cour. |
b. Bij vonnis van 21 april 1999 in zake het openbaar ministerie, E. | b. Par jugement du 21 avril 1999 en cause du ministère public, E. |
Hanchard, P. Cession, de n.v. Ebov-Invest en de n.v. Heco & C° tegen | Hanchard, P. Cession, la s.a. Ebov-Invest et la s.a. Heco & C° contre |
P. Marchand en A. Marchand, waarvan de expeditie ter griffie van het | P. Marchand et A. Marchand, dont l'expédition est parvenue au greffe |
Arbitragehof is ingekomen op 23 april 1999, heeft de Correctionele | de la Cour d'arbitrage le 23 avril 1999, le Tribunal correctionnel de |
Rechtbank te Brugge de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Bruges a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 6 van de wet van 2 juni 1998 [tot wijziging van het | « L'article 6 de la loi du 2 juin 1998 [modifiant l'arrêté royal n° 22 |
koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 waarbij aan bepaalde | du 24 octobre 1934 portant interdiction à certains condamnés et aux |
veroordeelden en aan de gefailleerden verbod wordt opgelegd bepaalde | faillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activités et |
ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen en waarbij aan de | conférant aux tribunaux de commerce la faculté de prononcer de telles |
rechtbanken van koophandel de bevoegdheid wordt toegekend dergelijk | interdictions], qui dispose que l'interdiction prononcée à l'encontre |
verbod uit te spreken], dat bepaalt dat het aan personen voor de | d'une personne, en vertu des articles 1er, 1erbis et 2 de l'arrêté |
inwerkingtreding van de wet opgelegde verbod krachtens de artikelen 1, | royal n° 22 du 24 octobre 1934, avant l'entrée en vigueur de la loi, |
1bis en 2 van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 na de | continue de produire ses effets après cette entrée en vigueur jusqu'à |
inwerkingtreding van kracht blijft totdat tien jaar zijn verstreken | ce que soit expiré un délai de dix ans à compter du jour de la |
sedert de datum van de veroordeling die tot het verbod aanleiding | condamnation qui a donné lieu à cette interdiction, viole-t-il les |
heeft gegeven, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat : | articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que cette interdiction : |
- die verbodsbepaling wordt toegepast zonder dat de veroordeelde | - s'applique sans que le condamné ait été cité ni invité à s'expliquer |
gedagvaard werd of uitgenodigd werd zich terzake nader te verklaren; | à ce sujet; |
- zij niet is opgenomen in het beschikkend gedeelte van de beslissing | - ne figure pas dans le dispositif de la décision de condamnation et |
tot veroordeling en niet het gevolg is van een op tegenspraak gevoerd rechtsgeding ? » | n'est pas la suite d'une procédure judiciaire contradictoire ? » |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 1663 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 1663 du rôle de la Cour. |
c. Bij vonnis van 17 juni 1999 in zake de procureur des Konings tegen | c. Par jugement du 17 juin 1999 en cause du procureur du Roi contre E. |
E. Verheyden en S. Verheyden, waarvan de expeditie ter griffie van het | Verheyden et S. Verheyden, dont l'expédition est parvenue au greffe de |
Arbitragehof is ingekomen op 24 juni 1999, heeft de Rechtbank van | la Cour d'arbitrage le 24 juin 1999, le Tribunal de première instance |
eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : | de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : |
« Is artikel 6 van de wet van 2 juni 1998 tot wijziging van het | « L'article 6 de la loi du 2 juin 1998 modifiant l'arrêté royal n° 22 |
koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 waarbij aan bepaalde | du 24 octobre 1934 portant interdiction à certains condamnés et aux |
veroordeelden en aan de gefailleerden verbod wordt opgelegd bepaalde | faillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activités et |
ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen en waarbij aan de | |
rechtbanken van koophandel de bevoegdheid wordt toegekend dergelijk | conférant aux tribunaux de commerce la faculté de prononcer de telles |
verbod uit te spreken, strijdig met de artikelen 10 en 11 van de | interdictions, contrevient-il aux articles 10 et 11 de la Constitution |
Grondwet, in zoverre het in overgangsmaatregelen voorziet voor een | |
bepaalde categorie van veroordeelden en nalaat in dezelfde maatregelen | en ce qu'il prend des mesures transitoires pour une certaine catégorie |
te voorzien voor een andere categorie van veroordeelden, die nochtans | de condamnés et omet de prendre les mêmes mesures pour une autre |
uitdrukkelijk worden beoogd in de andere artikelen van die wet, | catégorie de condamnés, pourtant visés expressément par les autres |
waardoor aldus een discriminatie tussen die beide categorieën wordt | articles de cette même loi, créant ainsi une discrimination entre ces |
teweeggebracht ? » | deux catégories ? » |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 1713 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 1713 du rôle de la Cour. |
(...) | (...) |
IV. In rechte | IV. En droit |
(...) | (...) |
B.1.1. Ingevolge artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 | B.1.1. L'article 1er de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934, |
oktober 1934, gewijzigd bij artikel 3 van de wet van 2 juni 1998, kan | modifié par l'article 3 de la loi du 2 juin 1998, permet au juge qui |
de rechter die een persoon veroordeelt, zelfs voorwaardelijk, als | condamne une personne, même conditionnellement, comme auteur ou |
dader van of medeplichtige aan een van de strafbare feiten vermeld in | complice d'une des infractions ou d'une tentative d'une des |
dat artikel, of poging daartoe, zijn veroordeling doen gepaard gaan | infractions mentionnées par cet article, d'assortir sa condamnation de |
met « het verbod om, persoonlijk of door een tussenpersoon, de functie | « l'interdiction d'exercer, personnellement ou par interposition de |
van bestuurder, commissaris of zaakvoerder in een vennootschap op | personne, les fonctions d'administrateur, de commissaire ou de gérant |
aandelen, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of | dans une société par actions, une société privée à responsabilité |
een coöperatieve vennootschap, enige functie waarbij macht wordt | limitée ou une société coopérative, de même que des fonctions |
verleend om een van die vennootschappen te verbinden, de functie van | conférant le pouvoir d'engager l'une de ces sociétés ou les fonctions |
persoon belast met het bestuur van een vestiging in België, bedoeld in | de préposé à la gestion d'un établissement belge, prévu par l'article |
artikel 198, § 6, eerste lid, van de op 30 november 1935 | 198, § 6, alinéa 1er, des lois sur les sociétés commerciales, |
gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen, of het beroep van | coordonnées le 30 novembre 1935, ou la profession d'agent de change ou |
effectenmakelaar of correspondent-effectenmakelaar uit te oefenen ». | d'agent de change correspondant ». C'est au juge qu'il appartient de |
Het komt de rechter toe de duur van dat verbod vast te stellen zonder | déterminer la durée de cette interdiction sans qu'elle puisse être |
dat die minder dan drie jaar of meer dan tien jaar mag bedragen. | inférieure à trois ans, ni supérieure à dix ans. |
B.1.2. De voormelde wijzigingswet van 2 juni 1998 heeft tegelijkertijd | B.1.2. La loi modificative, précitée, du 2 juin 1998 a tout à la fois |
de lijst uitgebreid van strafbare feiten die aanleiding kunnen geven | étendu la liste des infractions pouvant mener à l'interdiction en |
tot het in het geding zijnde verbod, het automatische karakter | cause, supprimé le caractère automatique que l'arrêté précité avait |
opgeheven dat het voormelde besluit aan dat verbod had gegeven, en de | conféré à celle-ci et fixé la durée pendant laquelle l'interdiction |
duur vastgesteld voor welke het verbod kan worden opgelegd. | peut être imposée. |
De parlementaire voorbereiding verduidelijkt : | Les travaux préparatoires précisent : |
« Dit amendement beoogt een belangrijke wijziging aan te brengen in | « Le présent amendement vise à modifier fondamentalement le système |
het stelsel van het beroepsverbod als bedoeld in artikel 1 van het | des interdictions professionnelles prévu à l'article 1er de l'arrêté |
koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934. Met name het | royal n° 22 du 24 octobre 1934. C'est surtout le caractère automatique |
automatische karakter van dit beroepsverbod heeft al heel wat kritiek | de cette interdiction qui a déjà suscité de nombreuses critiques (voir |
uitgelokt (zie onder meer Huybrechts, L., ' Het beroepsverbod van het | notamment Huybrechts, L., Het beroepsverbod van het koninklijk besluit |
koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 : een bot zwaard van een | nr 22 van 24 oktober 1934 : een bot zwaard van een blinde justitie, |
blinde justitie ', noot onder Antwerpen, 17 oktober 1991, R.W., | note sous Anvers, 17 octobre 1991, R.W., 1991-1992, p. 1034). Tant le |
1991-1992, blz. 1034). Het gevaar bestaat immers dat zowel de rechter | |
als de veroordeelde geen oog hebben voor dit gevolg van de | juge que le condamné risquent en effet de perdre de vue cet effet de |
veroordeling. | la condamnation. |
Voorgesteld wordt dan ook om dit automatisme te vervangen door een | Nous proposons dès lors de supprimer cet automatisme et d'obliger |
verplichting in hoofde van de rechter om te oordelen of hij al dan | désormais le juge à décider de prononcer ou non une interdiction |
niet een beroepsverbod oplegt. Gelet op de feiten en de doelstelling | professionnelle. Eu égard aux faits et à l'objectif de l'arrêté royal |
van het koninklijk besluit nr. 22, zal de rechter dus per concreet | n° 22, le juge appréciera donc, pour chaque cas concret, si le |
geval uitmaken of de veroordeelde in de toekomst nog kan worden | condamné pourra encore être autorisé à diriger ou à contrôler des |
toegelaten tot het bestuur van of het toezicht op vennootschappen. » | |
(Parl. St., Kamer, 1997-1998, nr. 1311/3, p. 2) | sociétés. » (Doc. parl., Chambre, 1997-1998, n° 1311/3, p. 2) |
« Die beperking in de tijd zou ook in dit wetsvoorstel moeten worden | « Cette limitation dans le temps devrait aussi figurer dans la loi |
opgenomen. De huidige regeling sluit immers elke evenredigheid tussen | proposée. La réglementation actuelle exclut, en effet, toute |
de duur van de sanctie en de ernst van de feiten uit. In dat opzicht | proportionnalité entre la durée de la sanction et la gravité des |
kan ze echter de toets van het Europees verdrag tot bescherming van de | faits. A cet égard, elle ne résiste toutefois pas à l'épreuve de la |
rechten van de mens niet doorstaan. Volgens het Hof te Straatsburg kan | Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme. La Cour |
immers geen straf worden uitgesproken die de maatschappelijke | européenne des droits de l'homme estime que l'on ne peut prononcer des |
peines qui rendent impossible la réinsertion sociale du condamné. | |
reclassering van de veroordeelde onmogelijk maakt. | Il paraît par conséquent indispensable de déterminer une durée |
Het lijkt derhalve noodzakelijk voor het beroepsverbod een minimum- en | minimale et une durée maximale pour l'interdiction professionnelle, en |
een maximumduur te bepalen, waarbij men zich zou kunnen laten leiden | se basant sur les législations fiscales (voir ci-dessus) ou sur |
door de fiscale wetgevingen (zie hierboven) of door artikel 3bis van | l'article 3bis de l'arrêté royal n° 22, qui prévoit une durée minimale |
het koninklijk besluit nr. 22 dat een duur van minimaal drie jaar en | de trois ans et une durée maximale de dix ans. » (idem, n° 1311/5, pp. |
maximaal tien jaar bepaalt. » (idem, nr. 1311/5, pp. 4 en 5) | 4 et 5) |
Wat artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 | Quant à l'article 3 de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 |
betreft B.2.1. Artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 22, dat de voormelde | B.2.1. L'article 3 de l'arrêté royal n° 22, que la loi précitée du 2 |
wet van 2 juni 1998 niet heeft gewijzigd en waarop één van de | juin 1998 n'a pas modifié, sur lequel porte une des questions |
prejudiciële vragen in de zaak nr. 1641 betrekking heeft, bepaalt : | préjudicielles posées dans l'affaire n° 1641, dispose : |
« Art. 3.Het in artikel 1 gestelde verbod geldt ook voor den niet in |
« Art. 3.L'interdiction édictée à l'article 1er s'applique aussi au |
eer herstelden gefailleerde, zelfs indien de toestand van | failli non réhabilité, même lorsque la faillite s'est ouverte dans les |
faillissement in de gebieden die onder Belgisch gezag of bestuur | territoires qui ont été soumis à l'autorité ou à l'administration de |
hebben gestaan of in het buitenland is ontstaan. » | la Belgique ou à l'étranger. » |
B.2.2. In het verslag aan de Koning dat dat besluit voorafgaat, is het | B.2.2. Dans le rapport au Roi précédant cet arrêté, l'objectif est |
doel als volgt omschreven : | défini comme suit : |
« Om het vertrouwen in bedoelde instellingen [bedoeld zijn de | « Pour fortifier la confiance dans ces organismes [l'on vise les |
vennootschappen die een beroep doen op de spaargelden van derden] te | sociétés qui font appel à l'épargne de tiers], il convient d'interdire |
versterken komt het er op aan het bestuur, het toezicht en het beheer | que leur administration, leur surveillance et leur gestion soient |
er van te ontzeggen aan onwaardige personen, wier gebrek aan | |
rechtschapenheid duidelijk blijkt of aan personen, zooals | confiées à des personnes indignes, d'une improbité manifeste, ou à des |
gefailleerden, die, waar ze zich ongeschikt hebben betoond om hun | personnes, tels les faillis, qui, s'étant montrés inhabiles à gérer |
eigen zaken te beheeren, niet zonder gevaar geroepen kunnen worden om | leurs propres affaires, ne peuvent sans danger être appelés à gérer |
andermans belangen waar te nemen. » (Belgisch Staatsblad, 27 oktober 1934, p. 5768) | celles d'autrui. » (Moniteur belge, 27 octobre 1934, p. 5768) |
B.3. Volgens de verwijzende rechter is het van rechtswege dat het | B.3. Selon le juge a quo, c'est de plein droit que l'interdiction |
verbod bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 22 in geval van faillietverklaring wordt opgelegd. Aangezien een faillissement aantoont dat de persoon die failliet is verklaard niet in staat zou zijn geweest om zijn eigen zaak te beheren en niet zonder risico die van een ander kan beheren, heeft de in het geding zijnde bepaling, wat de gefailleerden betreft, op die manier een maatregel genomen die op een objectief criterium berust en in verband staat met het beoogde doel. Er moet echter worden onderzocht of de maatregelen die zijn genomen ten aanzien van de personen bedoeld in artikel 3, niet kennelijk onevenredig zijn met het nagestreefde doel. Het beroepsverbod is het automatische gevolg van een faillietverklaring; het is - behalve in geval van rehabilitatie - onbeperkt in de tijd, ongeacht de omstandigheden die tot het faillissement hebben geleid; men heeft er geen debat over moeten voeren; het verbod vloeit voort uit een vonnis waarin het niet met redenen is omkleed. Rekening houdend met de ernst van de maatregel, die het gevolg is van de verregaande beperking van de vrijheid van handel en nijverheid, gaan dergelijke regels verder dan wat de wetgever zelf voldoende heeft geacht om, op hetzelfde gebied, het nagestreefde doel te bereiken, | visée à l'article 3 de l'arrêté royal n° 22 est imposée à celui dont la faillite a été déclarée. La faillite faisant apparaître que celui-ci peut avoir été inhabile à gérer ses propres affaires et ne peut sans danger être appelé à gérer celles d'autrui, la disposition en cause a ainsi pris en ce qui concerne les faillis une mesure reposant sur un critère objectif et en rapport avec le but visé. Il convient toutefois d'examiner si les mesures prises à l'égard des personnes visées à l'article 3 ne sont pas manifestement disproportionnées au but poursuivi. L'interdiction professionnelle est la conséquence automatique de la déclaration de faillite; elle est - sauf réhabilitation - illimitée dans le temps, quelles que soient les circonstances qui ont conduit à la faillite; elle n'a pas dû faire l'objet d'un débat; elle résulte d'un jugement qui n'est pas motivé sur ce point. Compte tenu de la gravité de la mesure, résultant de l'étendue considérable de la restriction qu'elle apporte à la liberté du commerce et de l'industrie, de telles modalités vont au-delà de ce que le législateur a lui-même jugé suffisant pour atteindre l'objectif poursuivi, dans le même domaine, lorsque l'interdiction professionnelle est imposée à la suite, non pas - comme le prévoit |
wanneer het beroepsverbod wordt opgelegd, niet - zoals artikel 3 bepaalt - naar aanleiding van een faillissement, maar van een strafrechtelijke veroordeling. In dat laatste geval heeft hij immers een debat voor de rechter mogelijk gemaakt over het verbod en de duur ervan. Indien de wetgever van mening is dat de fout die in principe verbonden is met een strafrechtelijke veroordeling het automatische karakter van het verbod niet verantwoordt, kan het faillissement, waarmee niet noodzakelijk een fout of zelfs maar een gebrek aan vaardigheid gemoeid is, dat evenmin verantwoorden. Onder die voorwaarden kan het in het geding zijnde verschil in behandeling niet worden verantwoord. B.4. In de interpretatie van de verwijzende rechter (B.3) moet de prejudiciële vraag die in de zaak nr. 1641 op artikel 3 betrekking heeft, bevestigend worden beantwoord. B.5. Het Hof stelt echter vast dat artikel 3, in zoverre het bepaalt dat « het in artikel 1 gestelde verbod [...] ook [geldt] voor den niet | l'article 3 - d'une faillite, mais d'une condamnation pénale. Dans ce dernier cas, en effet, il a permis qu'un débat sur l'interdiction et la durée de celle-ci ait lieu devant le juge. Si la faute que révèle en principe une condamnation pénale ne paraît pas au législateur justifier l'automatisme, la faillite, qui n'implique pas nécessairement une faute ni même un manque de savoir-faire, ne le justifie pas non plus. Dans ces conditions, la différence de traitement en cause n'est pas susceptible de justification. B.4. Dans l'interprétation du juge a quo (B.3), la question préjudicielle qui, dans l'affaire n° 1641, porte sur l'article 3, appelle une réponse affirmative. B.5. La Cour constate cependant qu'en ce qu'il dispose que « l'interdiction édictée à l'article 1er s'applique aussi au failli non |
in eer herstelden gefailleerde [...] », sinds de wijziging van dat | réhabilité [...] », l'article 3 peut s'interpréter, depuis la |
artikel 1, in die zin kan worden geïnterpreteerd dat het in het geding | modification de cet article 1er, comme prévoyant l'interdiction |
zijnde beroepsverbod onder dezelfde voorwaarden en volgens dezelfde | professionnelle en cause dans les mêmes conditions et selon les mêmes |
criteria als die van artikel 1 wordt opgelegd. In die interpretatie | critères que ceux énoncés par l'article 1er. Dans cette |
doorstaan de in het geding zijnde bepalingen de | interprétation, l'interdiction professionnelle n'étant pas automatique |
grondwettigheidstoetsing, aangezien het beroepsverbod niet automatisch | et étant limitée dans le temps, les dispositions en cause résistent au |
is en beperkt is in de tijd. | contrôle de constitutionnalité. |
Wat artikel 6 van de wet van 2 juni 1998 tot wijziging van het | Quant à l'article 6 de la loi du 2 juin 1998 modifiant l'arrêté royal |
koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreft | n° 22 du 24 octobre 1934 |
B.6.1. Artikel 6 van de wet van 2 juni 1998 bepaalt : | B.6.1. L'article 6 de la loi du 2 juin 1998 dispose : |
« Art. 6.Het aan personen vóór de inwerkingtreding van deze wet |
« Art. 6.L'interdiction prononcée à l'encontre d'une personne, en |
opgelegde verbod krachtens de artikelen 1, 1bis en 2 van hetzelfde | vertu des articles 1er, 1erbis et 2 du même arrêté royal, avant |
koninklijk besluit, blijft na de inwerkingtreding van kracht totdat | l'entrée en vigueur de la présente loi continue de produire ses effets |
tien jaar zijn verstreken sedert de datum van de veroordeling die tot | après cette entrée en vigueur jusqu'à ce que soit expiré un délai de |
het verbod aanleiding heeft gegeven. » | dix ans à compter du jour de la condamnation qui a donné lieu à l'interdiction. » |
B.6.2. Hoewel die bepaling alleen de artikelen 1, 1bis en 2 van het in het geding zijnde koninklijk besluit beoogt, moet zij in die zin worden geïnterpreteerd dat zij bij analogie op artikel 3 van toepassing is, aangezien het duidelijk niet de bedoeling van de wetgever was de niet gerehabiliteerde gefailleerden het voordeel van de regeling te ontnemen die hij voor de personen aan wie de voormelde strafrechtelijke veroordelingen zijn opgelegd, heeft ingevoerd. Het zou overigens incoherent geweest zijn indien hij voor de eerstgenoemden een strengere regeling zou hebben gehandhaafd dan voor de laatstgenoemden. B.7.1. Volgens de formulering van de prejudiciële vraag in de zaak nr. | B.6.2. Quoiqu'elle ne vise que les articles 1er, 1erbis et 2 de l'arrêté royal en cause, cette disposition doit être entendue comme s'appliquant, par analogie, à l'article 3, le législateur n'ayant pas manifesté l'intention de priver les faillis non réhabilités du régime qu'il mettait en place pour les personnes ayant encouru les condamnations pénales précitées. Il ne pourrait d'ailleurs, sans incohérence, avoir maintenu un régime plus sévère pour les premiers que pour les seconds. B.7.1. Selon les termes de la question préjudicielle posée dans |
1713 en de motivering van de beslissing die aan het Hof is voorgelegd, | l'affaire n° 1713 et selon la motivation de la décision par laquelle |
zou het voormelde artikel 6 een verschil in behandeling creëren tussen | la Cour est saisie, l'article 6 précité créerait une différence de |
de personen die vóór de inwerkingtreding van de wet strafrechtelijk | traitement entre les personnes ayant encouru une condamnation pénale |
zijn veroordeeld of zich in staat van faillissement bevinden, | ou étant dans l'état de faillite, prononcée avant l'entrée en vigueur |
naargelang het in het geding zijnde verbod automatisch was of | de la loi, selon que l'interdiction en cause fût automatique ou |
uitdrukkelijk was uitgesproken door de rechter die de beslissing heeft | qu'elle fût expressément prononcée par le juge qui a rendu la décision |
gewezen : de overgangsmaatregel vervat in die bepaling zou alleen in | : la mesure transitoire contenue dans cette disposition ne |
het tweede geval van toepassing zijn. | s'appliquerait que dans le deuxième cas. |
B.7.2. De verwijzende rechter baseert zijn motivering op het feit dat | B.7.2. Le juge a quo fonde sa motivation sur ce que la disposition en |
in de in het geding zijnde bepaling in de Franstalige versie de termen | |
« l'interdiction prononcée » worden gebruikt, terwijl zowel in de | cause utilise dans la version française les termes « l'interdiction |
parlementaire voorbereiding als in de andere bepalingen van de wet van | prononcée », alors que tant les travaux préparatoires que les autres |
2 juni 1998 naar het automatische verbod wordt verwezen. | dispositions de la loi du 2 juin 1998 font référence à l'interdiction |
Het Hof stelt vast dat de in het geding zijnde bepaling, doordat zij | automatique. La Cour constate que la disposition en cause, en visant les articles 1er, |
de artikelen 1, 1bis en 2 van het koninklijk besluit nr. 22 beoogt, | 1erbis et 2 de l'arrêté royal n° 22, fait référence aux interdictions |
verwijst naar het verbod dat op grond van die bepalingen zelf van | |
rechtswege voortvloeit uit de strafrechtelijke veroordelingen | résultant de plein droit, en vertu de ces dispositions mêmes, des |
vastgelegd in die bepalingen en dat de verwijzende rechter automatisch | condamnations pénales que ces dispositions définissent et que le juge |
noemt. In de Nederlandse tekst worden overigens de woorden « het [...] | a quo qualifie d'automatiques. Le texte néerlandais utilise d'ailleurs |
opgelegde verbod » gebruikt. | les termes « het [...] opgelegde verbod ». |
Hieruit volgt dat de in het geding zijnde bepaling geen aanleiding | Il s'ensuit que la disposition en cause n'établit pas la différence de |
geeft tot het onder B.7.1 beschreven verschil in behandeling, en dat | traitement décrite sous B.7.1 et que la question préjudicielle |
de prejudiciële vraag niet moet worden beantwoord. | n'appelle pas de réponse. |
B.7.3. De grieven die de eerste beklaagde voor de feitenrechter in de | B.7.3. Les griefs que le premier prévenu devant le juge du fond dans |
zaak nr. 1713 in zijn memorie formuleert met betrekking tot de in het | l'affaire n° 1713 adresse à la disposition en cause dans son mémoire |
geding zijnde bepaling vallen samen met die welke in de zaken nrs. | se confondent avec ceux qui sont soulevés dans les affaires inscrites |
1641 en 1663 worden aangevoerd. Zij zullen hierna worden onderzocht, | sous les numéros 1641 et 1663 du rôle. Ils seront examinés ci-après, |
in het antwoord van het Hof op de prejudiciële vragen die in die zaken | dans la réponse donnée par la Cour aux questions préjudicielles posées |
zijn gesteld. | dans ces affaires. |
B.8.1. Uit de prejudiciële vragen die in de zaken nrs. 1641 en 1663 | B.8.1. Il ressort des questions préjudicielles posées dans les |
zijn gesteld, blijkt dat het voormelde artikel 6 aan het Hof wordt | affaires nos 1641 et 1663 que l'article 6 précité est soumis à la Cour |
voorgelegd in zoverre het een verschil in behandeling doet ontstaan | en ce qu'il établit une différence de traitement entre les personnes |
tussen de personen die strafrechtelijk zijn veroordeeld of zich in | ayant fait l'objet d'une condamnation pénale ou étant dans l'état de |
staat van faillissement bevinden, wat aanleiding heeft gegeven tot het | faillite donnant lieu à l'interdiction visée par cette disposition |
verbod bedoeld in die bepaling, naargelang zij vóór of na de datum van | suivant que cette décision est antérieure ou postérieure à la date |
inwerkingtreding van de wet van 2 juni 1998 (1 september 1998) zijn | d'entrée en vigueur de la loi du 2 juin 1998 (1er septembre 1998) : |
veroordeeld of failliet verklaard : in het eerste geval is het in het | dans la première hypothèse, l'interdiction en cause s'applique sans |
geding zijnde verbod van toepassing zonder de waarborgen van een | les garanties d'une procédure contradictoire prévues dans la seconde |
rechtspleging op tegenspraak die in het tweede geval gelden. | hypothèse. |
B.8.2. Artikel 6 van de wet van 2 juni 1998 is een overgangsbepaling | B.8.2. L'article 6 de la loi du 2 juin 1998 est une disposition |
die de duur van het beroepsverbod dat verbonden is met een beslissing | transitoire qui limite à dix ans, à compter des décisions antérieures |
van vóór de inwerkingtreding van de wet, tot tien jaar beperkt, vanaf | à l'entrée en vigueur de la loi, la durée de l'interdiction |
de datum van die beslissing. De wetgever heeft de verschillen in | professionnelle qui y est liée. Le législateur, qui s'est interrogé |
behandeling waartoe een dergelijke bepaling aanleiding kon geven | sur les différences de traitement qu'une telle disposition pouvait |
onderzocht, en heeft doen opmerken : | créer, a observé : |
« [...] de toestand van degenen die vóór de inwerkingtreding van de | « (La) loi proposée améliore en tout cas la situation des personnes |
wet werden veroordeeld [, verbetert] in ieder geval [...]. Zo de wet | qui ont été condamnées avant son entrée en vigueur. Si la loi ne |
niets zou bepalen, dan zou het beroepsverbod levenslang blijven duren. | prévoyait rien, l'interdiction professionnelle leur serait applicable |
à vie. Grâce à cette disposition nouvelle, elle est commuée en une | |
Nu wordt het omgezet in een beroepsverbod van tien jaar. » (Parl. St., | interdiction professionnelle de dix ans. » (Doc. parl., Chambre, |
Kamer, 1997-1998, nr. 1311/5, p. 9) | 1997-1998, n° 1311/5, p. 9) |
B.8.3. Inherent aan een overgangsregeling is dat een onderscheid wordt | B.8.3. Le propre d'une règle transitoire est d'établir une distinction |
gemaakt tussen personen die betrokken zijn bij rechtstoestanden die | entre les personnes qui sont concernées par des situations juridiques |
onder het toepassingsgebied van die regeling vallen en personen die | qui entrent dans le champ d'application de cette règle et les |
betrokken zijn bij rechtstoestanden die onder het toepassingsgebied | personnes qui sont concernées par des situations juridiques qui |
van een nieuwe regeling vallen. Een dergelijk onderscheid houdt geen | entrent dans le champ d'application d'une règle nouvelle. Semblable |
schending in van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet : elke overgangsbepaling zou inopportuun zijn mocht worden aangenomen dat zulke bepalingen de voormelde grondwetsbepalingen schenden om de enkele reden dat zij afwijken van de toepassingsvoorwaarden van de nieuwe wetgeving. Bovendien zouden talrijke strafzaken die intussen zijn afgesloten, opnieuw moeten worden onderzocht indien de in het geding zijnde overgangsbepaling, die voor de betrokkenen in een gunstigere regeling voorziet dan de vroegere bepalingen, hun de procedurewaarborgen zou bieden waarin de nieuwe bepalingen voorzien en waarnaar in de prejudiciële vragen wordt verwezen. Gezien het grote aantal procedures dat hieruit zou zijn voortgevloeid, heeft de wetgever met reden kunnen oordelen dat een dergelijke maatregel niet moest worden genomen. Om die redenen, | distinction ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution : à peine de nier l'opportunité de toute disposition transitoire, il ne peut être admis que de telles dispositions violeraient les dispositions constitutionnelles précitées par cela seul qu'elles s'écartent des conditions d'application de la législation nouvelle. Au surplus, la disposition transitoire en cause, qui établit pour les intéressés un régime plus favorable que les dispositions anciennes, n'aurait pu leur accorder les garanties procédurales que prévoient les dispositions nouvelles et auxquelles les questions préjudicielles font référence, sans rendre nécessaire le réexamen de nombreuses affaires pénales entre-temps clôturées. Le législateur a légitimement pu considérer, eu égard à l'ampleur des procédures qui en auraient résulté, qu'une telle mesure ne s'imposait pas. Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
- Dans l'interprétation selon laquelle il établit des interdictions | |
- Artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 | professionnelles automatiques, illimitées dans le temps, l'article 3 |
betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en | de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 relatif à l'interdiction |
gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te | judiciaire faite à certains condamnés et faillis d'exercer certaines |
oefenen schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de | fonctions, professions ou activités viole les articles 10 et 11 de la |
interpretatie volgens welke het in een automatisch en in de tijd | Constitution. - Dans l'interprétation selon laquelle il n'établit pas |
onbeperkt beroepsverbod voorziet. | d'interdictions professionnelles automatiques, illimitées dans le |
- Artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 | temps, l'article 3 de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 relatif |
betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en | à l'interdiction judiciaire faite à certains condamnés et faillis |
gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te | d'exercer certaines fonctions, professions ou activités ne viole pas |
oefenen schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet in de | les articles 10 et 11 de la Constitution. |
interpretatie volgens welke het niet in een automatisch en in de tijd | |
onbeperkt beroepsverbod voorziet. - Artikel 6 van de wet van 2 juni 1998 tot wijziging van het | - L'article 6 de la loi du 2 juin 1998 modifiant l'arrêté royal n° 22 |
koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 waarbij aan bepaalde | du 24 octobre 1934 portant interdiction à certains condamnés et aux |
veroordeelden en aan de gefailleerden verbod wordt opgelegd bepaalde | faillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activités et |
ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen en waarbij aan de | |
rechtbanken van koophandel de bevoegdheid wordt toegekend dergelijk | conférant aux tribunaux de commerce la faculté de prononcer de telles |
verbod uit te spreken schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | interdictions ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. |
- De prejudiciële vraag die in de zaak nr. 1713 is gesteld, behoeft | - La question préjudicielle posée dans l'affaire n° 1713 du rôle |
geen antwoord. | n'appelle pas de réponse. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 juni 2000, door de | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 21 juin 2000, par le |
voormelde zetel, waarin rechter H. Coremans voor de uitspraak is | siège précité, dans lequel le juge H. Coremans est remplacé, pour le |
vervangen door rechter A. Arts, overeenkomstig artikel 110 van de | prononcé, par le juge A. Arts, conformément à l'article 110 de la même |
voormelde wet. | loi. |
De griffier, | Le greffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Melchior. | M. Melchior. |