Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 120/99 van 10 november 1999 Rolnummer 1428 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 171, tweede lid, van de programmawet van 22 december 1989, zoals vervangen door artikel 112 van de wet van 20 juli 1991 h Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters G. De Baets en M. Melchior, en de rechters H. (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 120/99 van 10 november 1999 Rolnummer 1428 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 171, tweede lid, van de programmawet van 22 december 1989, zoals vervangen door artikel 112 van de wet van 20 juli 1991 h Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters G. De Baets en M. Melchior, en de rechters H. (...) Extrait de l'arrêt n° 120/99 du 10 novembre 1999 Numéro du rôle : 1428 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 171, alinéa 2, de la loi-programme du 22 décembre 1989, tel qu'il a été remplacé par l'article 112 de la loi du 2 La Cour d'arbitrage, composée des présidents G. De Baets et M. Melchior, et des juges H. Boel, (...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Uittreksel uit arrest nr. 120/99 van 10 november 1999 Extrait de l'arrêt n° 120/99 du 10 novembre 1999
Rolnummer 1428 Numéro du rôle : 1428
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 171, tweede lid, En cause : la question préjudicielle relative à l'article 171, alinéa
van de programmawet van 22 december 1989, zoals vervangen door artikel 2, de la loi-programme du 22 décembre 1989, tel qu'il a été remplacé
112 van de wet van 20 juli 1991 houdende sociale en diverse bepalingen par l'article 112 de la loi du 20 juillet 1991 portant des
(vermoeden van voltijdse arbeid), gesteld door het Arbeidshof te Gent. dispositions sociales et diverses (présomption de travail à temps
plein), posée par la Cour du travail de Gand.
Het Arbitragehof, La Cour d'arbitrage,
samengesteld uit de voorzitters G. De Baets en M. Melchior, en de composée des présidents G. De Baets et M. Melchior, et des juges H.
rechters H. Boel, L. François, A. Arts, R. Henneuse en M. Bossuyt, Boel, L. François, A. Arts, R. Henneuse et M. Bossuyt, assistée du
bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter G. De Baets, greffier L. Potoms, présidée par le président G. De Baets,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag I. Objet de la question préjudicielle
Bij arrest van 25 september 1998 in zake de Rijksdienst voor Par arrêt du 25 septembre 1998 en cause de l'Office national de
Arbeidsvoorziening tegen J. Vander Paelt, waarvan de expeditie ter l'emploi contre J. Vander Paelt, dont l'expédition est parvenue au
griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 9 oktober 1998, heeft het greffe de la Cour d'arbitrage le 9 octobre 1998, la Cour du travail de
Arbeidshof te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : Gand a posé la question préjudicielle suivante :
« Is artikel 171, tweede lid, van de programmawet van 22 december « L'article 171, alinéa 2, de la loi-programme du 22 décembre 1989,
1989, zoals het werd gewijzigd door artikel 112 van de wet van 20 juli modifié par l'article 112 de la loi du 20 juillet 1991 portant des
1991 houdende sociale [en diverse] bepalingen en zoals het van dispositions sociales [et diverses] et applicable depuis l'entrée en
toepassing is vanaf de inwerkingtreding van de voornoemde bepaling tot vigueur de la disposition précitée jusqu'au 30 avril 1997, est-il
en met 30 april 1997, strijdig met de artikelen 10 en 11 van de contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il
Grondwet, in zoverre het bepaalt dat, bij ontstentenis van dispose qu'à défaut de publicité des horaires, prévue dans les
openbaarmaking van de werkroosters zoals bedoeld in de artikelen 157 articles 157 à 159 de la même loi, les travailleurs seront présumés
en 159 van dezelfde wet, de werknemers vermoed worden hun prestaties avoir effectué leurs prestations dans le cadre d'un contrat de travail
te hebben verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst voor à temps plein sans que la preuve du contraire puisse être apportée,
voltijdse arbeid zonder dat het bewijs van het tegendeel kan alors que les mêmes travailleurs sont présumés, dans la même
aangebracht worden, terwijl dezelfde werknemers in dezelfde hypothese hypothèse, avoir effectué leurs prestations dans le cadre d'un contrat
vermoed worden hun prestaties te hebben verricht in het kader van een
arbeidsovereenkomst voor voltijdse arbeid doch zonder dat het de travail à temps plein mais sans que soit exclue la preuve du
tegenbewijs wordt uitgesloten, wanneer de tewerkstelling plaatsvond in contraire lorsque le travail a été effectué au cours de la période qui
de periode die tot aan de inwerkingtreding van artikel 161 [lees : a précédé l'entrée en vigueur de l'article 161 [lire : 112] de la
112] van de voornoemde wet van 20 juli 1991 voorafging, en opnieuw in susdite loi du 20 juillet 1991, et à nouveau au cours de la période
de periode die ingaat op 1 mei 1997 ? » prenant cours le 1er mai 1997 ? »
(...) (...)
V. In rechte V. En droit
(...) (...)
B.1. Uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag en uit de B.1. Il ressort de la formulation de la question préjudicielle et des
motivering van het verwijzingsarrest blijkt dat aan het Hof wordt motifs de l'arrêt a quo qu'il est demandé à la Cour d'examiner si les
gevraagd te beoordelen of de artikelen 10 en 11 van de Grondwet al dan articles 10 et 11 de la Constitution sont ou non violés par l'alinéa 2
niet worden geschonden door het tweede lid van artikel 171 van de
programmawet van 22 december 1989, zoals dat artikel werd vervangen de l'article 171 de la loi-programme du 22 décembre 1989, tel qu'il a
door artikel 112 van de wet van 20 juli 1991 houdende sociale en été remplacé par l'article 112 de la loi du 20 juillet 1991 portant
diverse bepalingen en van kracht was van 11 augustus 1991 tot 30 april 1997. des dispositions sociales et diverses et tel qu'il était en vigueur du 11 août 1991 au 30 avril 1997.
Dat artikel luidde : Cet article énonçait :
« Behoudens bewijs van het tegendeel dat door de werkgever wordt « Sauf preuve du contraire apportée par l'employeur, les travailleurs
aangebracht, worden de deeltijdse werknemers vermoed bij ontstentenis à temps partiel seront présumés, à défaut d'inscription dans les
van inschrijving in de documenten bedoeld bij de artikelen 160, 162 en documents visés aux articles 160, 162 et 165 ou d'utilisation des
165 of bij gebrek aan gebruik van de apparatuur bedoeld in artikel appareils visés à l'article 164, avoir effectué leurs prestations
164, hun prestaties te hebben verricht overeenkomstig de werkroosters conformément aux horaires qui ont fait l'objet des mesures de
die openbaar zijn gemaakt op de wijze bedoeld bij de artikelen 157 tot publicité visées aux articles 157 à 159.
159. Bij ontstentenis van openbaarmaking van de werkroosters, zoals bedoeld
in de artikelen 157 tot 159, worden de werknemers vermoed hun A défaut de publicité des horaires, prévus dans les articles 157 à
prestaties te hebben verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst 159, les travailleurs seront présumés avoir effectué leurs prestations
voor voltijdse arbeid zonder dat het bewijs van het tegendeel kan dans le cadre d'un contrat de travail à temps plein sans que la preuve
aangebracht worden. » du contraire puisse être apportée. »
De voormelde artikelen 160, 162, 164 en 165 verplichten de werkgevers En vertu des susdits articles 160, 162, 164 et 165, les employeurs qui
die werknemers deeltijds tewerkstellen, te beschikken over documenten
of apparatuur waarin de werkroosters en de identiteit van de occupent des travailleurs à temps partiel doivent disposer de
deeltijdse werknemers zijn vermeld. Die werkroosters zijn, krachtens documents ou d'un appareillage indiquant les horaires et l'identité
de artikelen 157 tot 159, onderworpen aan een voorafgaande des travailleurs à temps partiel. En vertu des articles 157 à 159, ces
openbaarmaking, hetzij door ze ter inzage te leggen (artikel 157), horaires sont soumis à une publicité préalable soit par le dépôt en
hetzij door ze op te nemen in het arbeidsreglement (artikel 158), vue de leur consultation (article 157), soit par le règlement de
hetzij door ze aan te plakken (artikel 159). travail (article 158), soit par affichage (article 159).
B.2. De vraag komt erop neer van het Hof te vernemen of het niet B.2. La question revient à interroger la Cour sur le point de savoir
discriminerend is dat werknemers die, bij ontstentenis van
openbaarmaking van de werkroosters waarin is voorzien bij de voormelde s'il n'est pas discriminatoire que les travailleurs qui, à défaut de
artikelen 157 tot 159, worden vermoed hun prestaties te hebben la publicité des horaires prévue aux articles 157 à 159 précités, sont
verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst voor voltijdse présumés avoir accompli leurs prestations dans le cadre d'un contrat
arbeid in de periode van 11 augustus 1991 tot 30 april 1997, de travail à temps plein durant la période du 11 août 1991 au 30 avril
enerzijds, en dezelfde werknemers die, in dezelfde hypothese, worden 1997, d'une part, et les mêmes travailleurs qui, dans la même
vermoed hun prestaties te hebben verricht in het kader van een hypothèse, sont présumés avoir accompli leurs prestations dans le
arbeidsovereenkomst voor voltijdse arbeid in de periode tot 10 cadre d'un contrat de travail à temps plein durant la période
augustus 1991 of in de periode die ingaat op 1 mei 1997, anderzijds, précédant le 10 août 1991 ou dans la période débutant le 1er mai 1997,
verschillend worden behandeld doordat voor de eerste periode het d'autre part, soient traités de manière différente, en ce que pour la
bewijs van het tegendeel niet mag worden aangebracht, terwijl zulks première période, la preuve du contraire ne peut pas être administrée,
voor de andere periodes niet wordt uitgesloten. alors que ceci n'est pas exclu pour les autres périodes.
B.3. In tegenstelling tot het in de vraag vervatte uitgangspunt, nopen B.3. Contrairement à la thèse impliquée par la question, les règles
de grondwettelijke regels van gelijkheid en niet-discriminatie tot de constitutionnelles d'égalité et de non-discrimination obligent à
vergelijking, niet van twee opeenvolgende beleidsopties van de comparer, non pas deux politiques successives du législateur, ni
wetgever, noch van verschillende regels die op eenzelfde persoon van diverses règles applicables à une même personne, mais la manière dont
toepassing zijn, maar wel van de manier waarop de wet op eenzelfde la loi traite à un même moment différentes catégories de personnes.
tijdstip verschillende categorieën van personen behandelt.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
De vraag dient ontkennend te worden beantwoord. La question appelle une réponse négative.
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 10 november 1999. la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 10 novembre 1999.
De griffier, Le greffier,
L. Potoms. L. Potoms.
De voorzitter, Le président,
G. De Baets. G. De Baets.
^