Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest Van Het Grondwettelijk Hof van --
← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 8 november 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 20 november 2023, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudi « 1. Is artikel 57 van de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautorit(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 8 november 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 20 november 2023, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudi « 1. Is artikel 57 van de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautorit(...) Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 8 novembre 2023, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 20 novembre 2023, la Cour d'appel de Bruxelles a posé les questions préjudicielles suivantes « 1. L'article 57 de la loi du 3 décembre 2017 portant création de l'Autorité de protection des don(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 Bij arrest van 8 november 2023, waarvan de expeditie ter griffie van Par arrêt du 8 novembre 2023, dont l'expédition est parvenue au greffe
het Hof is ingekomen op 20 november 2023, heeft het Hof van Beroep te de la Cour le 20 novembre 2023, la Cour d'appel de Bruxelles a posé
Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : les questions préjudicielles suivantes :
« 1. Is artikel 57 van de wet van 3 december 2017 tot oprichting van « 1. L'article 57 de la loi du 3 décembre 2017 portant création de
l'Autorité de protection des données est-il compatible avec l'article
de Gegevensbeschermingsautoriteit bestaanbaar met artikel 30 van de 30 de la Constitution, en ce qu'il laisse à l'Autorité de protection
Grondwet, in zoverre het het bepalen van het taalgebruik in procedures des données elle-même le soin de déterminer l'emploi des langues dans
voor de Gegevensbeschermingsautoriteit (zoals het bepalen van de les procédures menées devant elle (notamment le fait de déterminer les
behoeften die eigen zijn aan een zaak, welke behoeften in rekening besoins propres à une affaire, les besoins qui sont pris en compte,
gebracht worden, volgens welke criteria behoeften ten opzichte van les critères selon lesquels les besoins sont mis en balance les uns
elkaar afgewogen worden, het bepalen van een beleid over taalgebruik, avec les autres, une politique en matière d'emploi des langues, etc.)
enzovoort) overlaat aan de Gegevensbeschermingsautoriteit zelf ? ?
2. Is artikel 57 van de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit bestaanbaar met de artikelen 10, 11 en 30 van de Grondwet, doordat zij een verschil in behandeling in het leven roept tussen enerzijds personen betrokken in een administratieve procedure voor de Gegevensbeschermingsautoriteit, die sancties - waaronder administratieve boetes - kan opleggen en de proceduretaal discretionair kan bepalen en wijzigen op grond van hogervermelde bepaling en anderzijds personen betrokken in een administratieve procedure voor de Mededingingsautoriteit, die sancties - waaronder administratieve boetes - kan opleggen maar waarbij specifieke wettelijke regels inzake de proceduretaal en de wijziging ervan werden vastgelegd in artikel IV.92 WER en in de Taalwet Bestuurszaken ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 8110 van de rol van het Hof. De griffier, 2. L'article 57 de la loi du 3 décembre 2017 portant création de l'Autorité de protection des données est-il compatible avec les articles 10, 11 et 30 de la Constitution, en ce qu'il fait naître une différence de traitement entre, d'une part, les personnes concernées par une procédure administrative devant l'Autorité de protection des données, laquelle peut infliger des sanctions - dont des amendes administratives - et, en vertu de la disposition précitée, déterminer et modifier de manière discrétionnaire la langue de la procédure, et, d'autre part, les personnes concernées par une procédure administrative devant l'Autorité de la concurrence, laquelle peut infliger des sanctions - dont des amendes administratives - mais à l'égard de laquelle des règles législatives spécifiques en ce qui concerne la langue de la procédure et la modification de celle-ci ont été fixées à l'article IV.92 du Code de droit économique et dans les lois sur l'emploi des langues en matière administrative, coordonnées le 18 juillet 1966 ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 8110 du rôle de la Cour. Le greffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
^