← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van
27 juni 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 augustus 2023, heeft het
Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudici « Is artikel 203, §
3, Wet Verzekeringen strijdig met artikel 10 en 11 van de Grondwet in die (...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 27 juni 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 augustus 2023, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudici « Is artikel 203, § 3, Wet Verzekeringen strijdig met artikel 10 en 11 van de Grondwet in die (...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 27 juin 2023, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 3 août 2023, la Cour d'appel d'Anvers a posé la question préjudicielle suivante : « L'articl que les assurés ayant conclu un contrat d'assurance maladie (au sens de l'article 201, § 1er, (...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 Bij arrest van 27 juni 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het | Par arrêt du 27 juin 2023, dont l'expédition est parvenue au greffe de |
Hof is ingekomen op 3 augustus 2023, heeft het Hof van Beroep te | la Cour le 3 août 2023, la Cour d'appel d'Anvers a posé la question |
Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : | préjudicielle suivante : « L'article 203, § 3, de la loi du 4 avril 2014 relative aux |
« Is artikel 203, § 3, Wet Verzekeringen strijdig met artikel 10 en 11 van de Grondwet in die zin geïnterpreteerd : dat de verzekerden die een ziekteverzekeringsovereenkomst (in de zin van artikel 201, § 1, Wet Verzekeringen), ten deze een arbeidsongeschiktheidsverzekering (in de zin van artikel 201, § 1, 2de Wet Verzekeringen), hebben afgesloten die op bijkomende wijze is aangeboden bij een hoofdrisico dat niet levenslang is, krachtens artikel 203, § 3, Wet Verzekeringen geen dwingende dekking hebben minstens tot de leeftijd van 65 jaar of tot een jongere leeftijd, wanneer deze de normale leeftijd is waarop de verzekerde zijn beroepswerkzaamheid volledig en definitief stopzet, terwijl de verzekerden die een ziekteverzekeringsovereenkomst (in de zin van artikel 201, § 1, Wet Verzekeringen), ten deze een arbeidsongeschiktheidsverzekering (in de zin van artikel 201, § 1, 2de Wet Verzekeringen), hebben afgesloten die niet op bijkomende wijze is aangeboden bij een hoofdrisico dat niet levenslang is, krachtens art. 203, § 1, Wet Verzekeringen op dwingende wijze dekking hebben ten minste tot de leeftijd van 65 jaar of tot een jongere leeftijd, wanneer deze de normale leeftijd is waarop de verzekerde zijn beroepswerkzaamheid volledig en definitief stopzet ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 8071 van de rol van het Hof. De griffier, | assurances viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, interprété en ce sens : que les assurés ayant conclu un contrat d'assurance maladie (au sens de l'article 201, § 1er, de la loi du 4 avril 2014), à savoir en l'espèce une assurance incapacité de travail (au sens de l'article 201, § 1er, 2°, de la loi du 4 avril 2014), qui est offert à titre accessoire par rapport au risque principal, dont la durée n'est pas à vie, ne bénéficient pas, en vertu de l'article 203, § 3, de la loi du 4 avril 2014, d'une couverture impérative au moins jusqu'à l'âge de 65 ans ou à un âge antérieur, si cet âge est l'âge normal auquel l'assuré met complètement et définitivement fin à son activité professionnelle, alors que les assurés ayant conclu un contrat d'assurance maladie (au sens de l'article 201, § 1er, de la loi du 4 avril 2014), à savoir en l'espèce une assurance incapacité de travail (au sens de l'article 201, § 1er, 2°, de la loi du 4 avril 2014), qui n'est pas offert à titre accessoire par rapport au risque principal, dont la durée n'est pas à vie, bénéficient, en vertu de l'article 203, § 1er, de la loi du 4 avril 2014, d'une couverture impérative au moins jusqu'à l'âge de 65 ans ou à un âge antérieur, si cet âge est l'âge normal auquel l'assuré met complètement et définitivement fin à son activité professionnelle ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 8071 du rôle de la Cour. Le greffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |