← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arresten
van 14 maart 2018 in zake het openbaar ministerie tegen, enerzijds, L. V.D. en, anderzijds, J.V. en de
cv « E. », waarvan de expedities ter griffie van h « 1. Schendt artikel 187, §
9, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, geïnterpreteerd(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arresten van 14 maart 2018 in zake het openbaar ministerie tegen, enerzijds, L. V.D. en, anderzijds, J.V. en de cv « E. », waarvan de expedities ter griffie van h « 1. Schendt artikel 187, § 9, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, geïnterpreteerd(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêts du 14 mars 2018 en cause du ministère public contre, d'une part, L. V.D. et, d'autre part, J.V. et la SC « E. », dont les expéditions sont parvenues au greffe de la C « 1. L'article 187, § 9, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle interprété en tant qu'il e(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 Bij arresten van 14 maart 2018 in zake het openbaar ministerie tegen, | Par arrêts du 14 mars 2018 en cause du ministère public contre, d'une |
enerzijds, L. V.D. en, anderzijds, J.V. en de cv « E. », waarvan de | part, L. V.D. et, d'autre part, J.V. et la SC « E. », dont les |
expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 20 maart 2018, | expéditions sont parvenues au greffe de la Cour le 20 mars 2018, la |
heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vragen gesteld : | Cour d'appel de Liège a posé les questions préjudicielles suivantes : |
« 1. Schendt artikel 187, § 9, tweede lid, van het Wetboek van | « 1. L'article 187, § 9, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle |
strafvordering, geïnterpreteerd in die zin dat het het rechtscollege | interprété en tant qu'il empêche la juridiction d'appel, dont la |
in hoger beroep, waarvan de saisine beperkt is tot het als gedaan | saisine est limitée au caractère avenu de l'opposition, de se |
beschouwde karakter van het verzet, verhindert zich uit te spreken | |
over de grond van de zaak indien dat rechtscollege in hoger beroep van | prononcer sur le fond de la cause si cette juridiction d'appel estime |
mening is dat de eerste rechter een verzet ten onrechte als gedaan | que c'est à tort que le premier juge a déclaré une opposition avenue, |
heeft beschouwd, de artikelen 12, 13 en 14 van de Grondwet, al dan | viole-t-il les articles 12, 13 et 14 de la Constitution, combinés ou |
niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 7 van het Europees | non avec les articles 6 et 7 de la Convention européenne des droits de |
Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het de legitieme | |
verwachtingen dwarsboomt van de rechtzoekende wiens veroordeling op | l'homme, en tant qu'il déjoue les prévisions légitimes du justiciable |
verzet werd herzien en die de op dat verzet genomen beslissing niet | dont la condamnation a été revue sur opposition et qui n'entendait pas |
opnieuw in het geding wilde brengen ? | remettre en cause la décision prise sur cette opposition ? |
2. Brengt artikel 187, § 6, 1°, en § 9, tweede lid, van het Wetboek | 2. L'article 187, § 6, 1°, et § 9, alinéa 2, du Code d'instruction |
van strafvordering, in het stadium van de berechting, geen | criminelle n'entraîne-t-il pas au stade du jugement une discrimination |
discriminatie met zich mee die niet objectief verantwoord is tussen de | non objectivement justifiée entre le prévenu, d'une part, et, le |
beklaagde, enerzijds, en het openbaar ministerie, anderzijds, ondanks | ministère public, d'autre part, en dépit des intérêts différents |
de verschillende belangen die zij verdedigen, aangezien de | qu'ils défendent, dès lors que le premier ne dispose pas de recours |
eerstgenoemde niet over een daadwerkelijk jurisdictioneel beroep | juridictionnel effectif portant sur le caractère non avenu de |
beschikt met betrekking tot het als ongedaan beschouwde karakter van | l'opposition alors que le second dispose d'un recours juridictionnel |
het verzet terwijl de laatstgenoemde wel over een jurisdictioneel | portant sur le caractère avenu de cette même opposition en violation |
beroep beschikt met betrekking tot het als gedaan beschouwde karakter | |
van datzelfde verzet, met schending van de artikelen 10, 11, 12 en 13 | des articles 10, 11, 12 et 13 de la Constitution, combinés le cas |
van de Grondwet, in voorkomend geval in samenhang gelezen met de | échéant avec les articles 6 de la Convention européenne des droits de |
artikelen 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en 14 | l'homme et 14 du Pacte international relatif aux droits civils et |
van het Internationaal Verdrag van New York inzake burgerrechten en | |
politieke rechten ? ». | politiques de New York ? ». |
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6874 en 6875 van de rol van | Ces affaires, inscrites sous les numéros 6874 et 6875 du rôle de la |
het Hof, werden samengevoegd. | Cour, ont été jointes. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |