← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van
13 juni 2017 in zake de bvba « Stibrimmo » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie
van het Hof is ingekomen op 28 juni 2017, heeft h « Schendt artikel 219 WIB92 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet in die zin
uitgelegd dat art(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 13 juni 2017 in zake de bvba « Stibrimmo » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 juni 2017, heeft h « Schendt artikel 219 WIB92 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet in die zin uitgelegd dat art(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 13 juin 2017 en cause de la SPRL « Stibrimmo » contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 28 juin 2017, la Cour d'appel de Gand a p « L'article 219 du CIR 1992 viole-t-il les articles 10, 11 et 172 de la Constitution s'il est inter(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
Bij arrest van 13 juni 2017 in zake de bvba « Stibrimmo » tegen de | Par arrêt du 13 juin 2017 en cause de la SPRL « Stibrimmo » contre |
Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is | l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le |
ingekomen op 28 juni 2017, heeft het Hof van Beroep te Gent de | 28 juin 2017, la Cour d'appel de Gand a posé la question préjudicielle |
volgende prejudiciële vraag gesteld : | suivante : |
« Schendt artikel 219 WIB92 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet | « L'article 219 du CIR 1992 viole-t-il les articles 10, 11 et 172 de |
in die zin uitgelegd dat artikel 219, lid 7 WIB92 niet zou moeten | la Constitution s'il est interprété en ce sens que l'article 219, |
worden toegepast indien de verkrijger van het bedrag van de kosten | alinéa 7, du CIR 1992 ne devrait pas être appliqué si le bénéficiaire |
bedoeld in artikel 57 of van de voordelen van alle aard bedoeld in de artikelen 31, tweede lid, 2°, en 32, tweede lid, 2° dat niet wordt verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave en [voortkomt] uit verdoken meerwinsten op ondubbelzinnige wijze werd geïdentificeerd uiterlijk binnen 2 jaar en 6 maanden volgend op 1 januari van het betreffende aanslagjaar, terwijl artikel 219, lid 7 WIB92 in de gegeven omstandigheden wel zou moeten worden toegepast indien het betreffende bedrag niet zou voortkomen uit verdoken meerwinsten ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 6691 van de rol van het Hof. De griffier, | du montant des dépenses visées à l'article 57 ou des avantages de toute nature visés aux articles 31, alinéa 2, 2°, et 32, alinéa 2, 2°, qui n'est pas justifié par la production de fiches individuelles et d'un relevé récapitulatif et qui provient de bénéfices dissimulés a été identifié de manière univoque au plus tard dans un délai de deux ans et six mois à partir du 1er janvier de l'exercice d'imposition concerné, alors que l'article 219, alinéa 7, du CIR 1992 devrait, dans les circonstances données, être effectivement appliqué si le montant en question ne provenait pas de bénéfices dissimulés ? » Cette affaire est inscrite sous le numéro 6691 du rôle de la Cour. Le greffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |