← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van
29 juni 2016 in zake de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid tegen J.M. en anderen, waarvan de expeditie
ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juli 2 « I. Schenden de artikelen 246, § 2 en 504bis, § 2 van het strafwetboek,
al dan niet te s(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 29 juni 2016 in zake de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid tegen J.M. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juli 2 « I. Schenden de artikelen 246, § 2 en 504bis, § 2 van het strafwetboek, al dan niet te s(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 29 juin 2016 en cause de l'Office national de securité sociale contre J.M. et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 5 juillet 2016, la Cour « I. Les articles 246, § 2, et 504bis, § 2, du Code pénal, combinés ou non avec les artic(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 Bij arrest van 29 juni 2016 in zake de Rijksdienst voor Sociale | Par arrêt du 29 juin 2016 en cause de l'Office national de securité |
Zekerheid tegen J.M. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van | sociale contre J.M. et autres, dont l'expédition est parvenue au |
het Hof is ingekomen op 5 juli 2016, heeft het Hof van Beroep te Gent | greffe de la Cour le 5 juillet 2016, la Cour d'appel de Gand a posé |
de volgende prejudiciële vragen gesteld : | les questions préjudicielles suivantes : |
« I. Schenden de artikelen 246, § 2 en 504bis, § 2 van het | « I. Les articles 246, § 2, et 504bis, § 2, du Code pénal, combinés ou |
strafwetboek, al dan niet te samen met de artikelen 3 en 4 van de | non avec les articles 3 et 4 de la loi interprétative du 11 mai 2007, |
interpretatieve wet van 11 mei 2007, het legaliteitsbeginsel, en ook | violent-ils le principe de légalité et également le principe de |
evenzeer het niet-retroactiviteitsbeginsel in strafzaken, zoals onder | non-rétroactivité en matière pénale, tel qu'il est notamment contenu |
meer weergegeven in de artikelen 12, tweede lid en 14 van de Grondwet, | dans les articles 12, alinéa 2, et 14 de la Constitution, en |
combinaison avec l'article 7 de la Convention européenne des droits de | |
in samenhang met het artikel 7 van het EVRM, met artikel 15 van het | l'homme, avec l'article 15 du Pacte international relatif aux droits |
BUPO-Verdrag en met artikel 2 van het strafwetboek, wanneer men er zou | civils et politiques et avec l'article 2 du Code pénal, s'il fallait |
moeten van uitgaan dat diegene die ook vóór 8 juni 2007 (datum van de | partir du principe que celui qui, avant le 8 juin 2007 également (date |
inwerkingtreding van de artikelen 3 en 4 van de interpretatieve wet | d'entrée en vigueur des articles 3 et 4 de la loi interprétative du 11 |
van 11 mei 2007) enkel een in artikel 246, § 2 of artikel 504bis, § 2 | mai 2007), a uniquement octroyé une offre, une promesse ou un avantage |
van het strafwetboek bedoeld aanbod, belofte of voordeel verstrekte, | visés à l'article 246, § 2, ou à l'article 504bis, § 2, du Code pénal, |
én dit zonder dat hij ook enig voorstel daartoe gemaakt of | |
geformuleerd had, toch strafbaar zou zijn op grond van deze artikelen | et ce sans avoir formulé la moindre proposition en ce sens, serait |
246, § 2 of artikel 504bis, § 2 van het strafwetboek, terwijl de tekst | néanmoins punissable en vertu de ces articles 246, § 2, ou 504bis, § |
van deze wetsbepalingen zelf nochtans vóór de inwerkingtreding van de | 2, du Code pénal, alors que le texte de ces dispositions légales |
mentionne toutefois lui-même comme condition d'incrimination, avant | |
artikelen 3 en 4 van de interpretatieve wet van 11 mei 2007, het | l'entrée en vigueur des articles 3 et 4 de la loi interprétative du 11 |
voorstellen van het bedoelde aanbod, belofte of voordeel, vermeldt als | mai 2007, le fait de proposer l'offre, la promesse ou l'avantage en |
een vereiste voorwaarde voor strafbaarheid ? | question ? |
II. Schendt artikel 20, tweede lid van de Voorafgaande Titel van het | II. L'article 20, alinéa 2, du titre préliminaire du Code de procédure |
wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door | pénale viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il |
te bepalen dat de strafvordering toch nog verder kan worden | prévoit que l'action publique pourra encore être exercée |
uitgeoefend tegenover een rechtspersoon die zijn rechtspersoonlijkheid | ultérieurement à l'égard d'une personne morale qui a perdu sa |
heeft verloren op één van de wijzen bepaald in artikel 20, eerste lid | personnalité juridique d'une des manières visées à l'article 20, |
van de Voorafgaande Titel van het wetboek van strafvordering, én dit | alinéa 1er, du titre préliminaire du Code de procédure pénale, et ce |
zonder dat bewijs moet worden geleverd dat dit verlies van de | sans qu'il doive être prouvé que cette perte de la personnalité |
rechtspersoonlijkheid tot doel heeft om te ontsnappen aan de | juridique a pour but d'échapper aux poursuites, si la perte de la |
vervolging, wanneer dit verlies van rechtspersoonlijkheid zich pas | personnalité juridique n'a lieu qu'après que la personne morale a été |
voordoet nadat de rechtspersoon overeenkomstig artikel 61bis van het | inculpée par le juge d'instruction conformément à l'article 61bis du |
wetboek van strafvordering door de onderzoeksrechter in verdenking is | Code d'instruction criminelle, alors que l'action publique sans |
gesteld, terwijl de strafvordering zonder dergelijk bewijs dat het | pareille preuve que la perte de la personnalité juridique a pour but |
verlies van de rechtspersoonlijkheid tot doel heeft om te ontsnappen | d'échapper aux poursuites, ne peut plus être exercée à l'égard d'une |
aan de vervolging, niet meer kan worden uitgeoefend tegenover een | personne morale qui a également perdu sa personnalité juridique de la |
rechtspersoon die ook zijn rechtspersoonlijkheid heeft verloren op | même manière, et que cette perte de la personnalité juridique ne se |
dezelfde wijze, én dit verlies van rechtspersoonlijkheid zich ook pas | |
voordoet nadat : | produit également qu'après : |
- er tegen de rechtspersoon een nominatieve vordering tot gerechtelijk | - que le ministère public a introduit contre la personne morale une |
onderzoek [...] werd genomen door het openbaar ministerie; | demande nominative d'ouverture d'une instruction judiciaire; |
- er tegen de rechtspersoon een nominatieve klacht met burgerlijke | - qu'une plainte nominative avec constitution de partie civile a été |
partijstelling werd gedaan; | déposée contre la personne morale; |
- de rechtspersoon door de raadkamer werd verwezen naar de | - que la personne morale a été renvoyée par la chambre du conseil |
correctionele rechtbank, en dit zonder in verdenking te zijn gesteld | devant le tribunal correctionnel, et ce sans avoir été inculpée par le |
door de onderzoeksrechter; | juge d'instruction; |
- deze rechtspersoon door het openbaar ministerie of door de | - que cette personne morale a été directement citée à comparaître |
burgerlijke partij rechtstreeks werd gedaagd voor de strafrechter ten | devant le juge pénal du fond par le ministère public ou la partie |
gronde ? ». | civile ? ». |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6473 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 6473 du rôle de la Cour. |
De griffier, | Le greffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |