← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van
2 maart 2015 in zake Cécile Jenart en Marouan El Arbaoui tegen de ambtenaar van de burgerlijke stand
van de gemeente Dour, waarvan de expeditie ter gri « Schendt artikel 1022
van het Gerechtelijk Wetboek, zoals het is opgesteld in afwachting van de in(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 2 maart 2015 in zake Cécile Jenart en Marouan El Arbaoui tegen de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Dour, waarvan de expeditie ter gri « Schendt artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals het is opgesteld in afwachting van de in(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 2 mars 2015 en cause de Cécile Jenart et Marouan El Arbaoui contre l'officier de l'état civil de la commune de Dour, dont l'expédition est parvenue au greffe de la « L'article 1022 du Code judiciaire, tel qu'il est rédigé dans l'attente de l'entrée en vigueur de (...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
Bij arrest van 2 maart 2015 in zake Cécile Jenart en Marouan El | Par arrêt du 2 mars 2015 en cause de Cécile Jenart et Marouan El |
Arbaoui tegen de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente | Arbaoui contre l'officier de l'état civil de la commune de Dour, dont |
Dour, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 | l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 13 mars 2015, la |
maart 2015, heeft het Hof van Beroep te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Cour d'appel de Mons a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals het is | « L'article 1022 du Code judiciaire, tel qu'il est rédigé dans |
opgesteld in afwachting van de inwerkingtreding van de wet van 21 | l'attente de l'entrée en vigueur de la loi du 21 février 2010 (et lu |
februari 2010 (en gelezen overeenkomstig, onder andere, de arresten | conformément entre autres aux arrêts de la Cour constitutionnelle du |
van het Grondwettelijk Hof van 18 mei 2011 (nr. 83/2011) en 8 maart | 18 mai 2011 (n° 83/2011) et du 8 mars 2012 (n° 43/2012)), viole-t-il |
2012 (nr. 43/2012)), de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre | les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'une indemnité de |
een rechtsplegingsvergoeding ten laste kan worden gelegd van de partij | procédure peut être mise à charge de la partie qui succombe dans un |
die in het ongelijk wordt gesteld in een beroep dat tegen de ambtenaar | recours intenté, contre l'officier de l'état civil, sur la base de |
van de burgerlijke stand is ingesteld op grond van artikel 167, | l'article 167, dernier alinéa, du Code civil, alors que lorsque |
laatste lid, van het Burgerlijk Wetboek, terwijl wanneer de ambtenaar | |
van de burgerlijke stand in datzelfde kader in het ongelijk wordt | l'officier de l'état civil succombe dans ce même cadre aucune |
gesteld, hem geen rechtsplegingsvergoeding kan worden opgelegd ? ». | indemnité de procédure ne peut lui être imposée ? ». |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6170 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 6170 du rôle de la Cour. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |