← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr.
A/2014/0755 van 4 november 2014 in zake Anne-Marie Backaert tegen de deputatie van de provincieraad van
Oost-Vlaanderen, waarvan de expeditie ter griff « Schenden art.
4.1.1, 14°, 4.2.15, § 1, VCRO en art. 20 decreet van 11 mei 2012 art. 10 en 11(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. A/2014/0755 van 4 november 2014 in zake Anne-Marie Backaert tegen de deputatie van de provincieraad van Oost-Vlaanderen, waarvan de expeditie ter griff « Schenden art. 4.1.1, 14°, 4.2.15, § 1, VCRO en art. 20 decreet van 11 mei 2012 art. 10 en 11(...) | Avis rescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt n° A/2014/0755 du 4 novembre 2014 en cause du Anne-Marie Backaert contre la députation du conseil provincial de la province de Flandre orientale, dont l'expédition est « Les articles 4.1.1, 14°, et 4.2.15, § 1 er , du Code flamand du logement et l'arti(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis rescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 Bij arrest nr. A/2014/0755 van 4 november 2014 in zake Anne-Marie | Par arrêt n° A/2014/0755 du 4 novembre 2014 en cause du Anne-Marie |
Backaert tegen de deputatie van de provincieraad van Oost-Vlaanderen, | Backaert contre la députation du conseil provincial de la province de |
Flandre orientale, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | |
waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 | le 18 novembre 2014, le Conseil pour les Contestations des |
november 2014, heeft de Raad voor Vergunningsbetwistingen de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Autorisations a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schenden art. 4.1.1, 14°, 4.2.15, § 1, VCRO en art. 20 decreet van 11 mei 2012 art. 10 en 11 GW en het rechtszekerheidsbeginsel in de mate dat de verkavelingsplicht beperkt dient te worden tot het vrijwillig verdelen van een grond in twee of meer kavels met het oog op woningbouw om ten minste een van deze onbebouwde kavels te verkopen of te verhuren voor meer dan negen jaar, om er een recht van erfpacht of opstal op te vestigen, of om een van deze overdrachtsvormen aan te bieden en dat het afsplitsen van een kavel met het oog op woningbouw om het te ruilen tegen een ander goed, als overdrachtsvorm niet | « Les articles 4.1.1, 14°, et 4.2.15, § 1er, du Code flamand du logement et l'article 20 du décret du 11 mai 2012 violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution et le principe de la sécurité juridique en ce que l'obligation de lotir doit être limitée au partage d'un terrain sur une base volontaire en deux ou plusieurs lots afin de procéder à la vente d'au moins un de ces lots non bâtis ou à sa location pour une durée supérieure à neuf ans, d'y établir une emphytéose ou un droit de superficie ou de proposer l'une de ces formes de cession, en vue de la construction d'habitations, et en ce que la scission d'un lot afin de procéder à son échange contre un autre bien, en vue de la construction d'habitations, ne serait pas |
onderworpen zou zijn aan de verkavelingsplicht ? ». | soumise, en tant que forme de cession, à l'obligation de lotir ? ». |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6092 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 6092 du rôle de la Cour. |
De griffier, | Le greffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |