Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest Van Het Grondwettelijk Hof van --
← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 7 oktober 2014 in zake de Belgische Staat tegen Sofie Van Lierde, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 15 oktober 2014, heeft h « Houdt artikel 135, 8° W.Succ. (Vlaams Gewest) een schending in van het gelijkheidsbeginsel en het(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 7 oktober 2014 in zake de Belgische Staat tegen Sofie Van Lierde, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 15 oktober 2014, heeft h « Houdt artikel 135, 8° W.Succ. (Vlaams Gewest) een schending in van het gelijkheidsbeginsel en het(...) Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 7 octobre 2014 en cause de l'Etat belge contre Sofie Van Lierde, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 15 octobre 2014, la Cour d'appel d'Anvers a « L'article 135, 8°, du Code des droits de succession (Région flamande) viole-t-il le principe d'ég(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 Bij arrest van 7 oktober 2014 in zake de Belgische Staat tegen Sofie Par arrêt du 7 octobre 2014 en cause de l'Etat belge contre Sofie Van
Van Lierde, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen
op 15 oktober 2014, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende Lierde, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 15
octobre 2014, la Cour d'appel d'Anvers a posé la question
prejudiciële vraag gesteld : préjudicielle suivante :
« Houdt artikel 135, 8° W.Succ. (Vlaams Gewest) een schending in van « L'article 135, 8°, du Code des droits de succession (Région
het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod, voorzien in de flamande) viole-t-il le principe d'égalité et de non-discrimination
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met artikel 6 inscrit aux articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec
van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, voor zover dit zo l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce
wordt geïnterpreteerd dat een belastingplichtige die zich in een qu'il est interprété en ce sens qu'un redevable qui se trouve dans une
situatie van overmacht bevindt deze overmacht niet kan inroepen ten situation de force majeure ne peut invoquer cette force majeure
aanzien van de in artikel 135, 8° W.Succ. bepaalde termijn, zodat de relativement au délai fixé par l'article 135, 8°, du Code des droits
successierechten verschuldigd blijven ook indien de niet-tijdige de succession, de sorte que les droits de succession restent dus même
indiening van het attest te wijten is aan overmacht, met als gevolg si l'introduction tardive de l'attestation constitue un cas de force
dat een belastingplichtige die zich bevindt in een situatie van majeure, ce qui implique qu'un redevable qui se trouve dans une
overmacht op dezelfde manier wordt behandeld als een situation de force majeure est traité de la même manière qu'un
belastingplichtige die zich niet in een situatie van overmacht bevindt redevable qui ne se trouve pas dans une situation de force majeure ?
? ». ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6060 van de rol van het Hof. Cette affaire est inscrite sous le numéro 6060 du rôle de la Cour.
De griffier, Le greffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
^