← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van
13 juni 2014 in zake Olga Xanthopoulo tegen Luc de Vogelaere en anderen, waarvan de expeditie ter griffie
van het Hof is ingekomen op 2 juli 2014, heef « Schendt artikel 488bis-H, § 2, in het bijzonder zesde lid, van het Burgerlijk Wetboek,
in sa(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 13 juni 2014 in zake Olga Xanthopoulo tegen Luc de Vogelaere en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 juli 2014, heef « Schendt artikel 488bis-H, § 2, in het bijzonder zesde lid, van het Burgerlijk Wetboek, in sa(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 13 juin 2014 en cause de Olga Xanthopoulo contre Luc de Vogelaere et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 2 juillet 2014, la Cour de cassa « Interprété en ce sens que le défaut de production d'un certificat médical circonstancié joint à l(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 Bij arrest van 13 juni 2014 in zake Olga Xanthopoulo tegen Luc de | Par arrêt du 13 juin 2014 en cause de Olga Xanthopoulo contre Luc de |
Vogelaere en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is | Vogelaere et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la |
ingekomen op 2 juli 2014, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 488bis-H, § 2, in het bijzonder zesde lid, van het Burgerlijk Wetboek, in samenhang gelezen met artikel 488bis-B, § 6, en in die zin geïnterpreteerd dat de ontstentenis van overlegging van een omstandige geneeskundige verklaring gevoegd bij het verzoekschrift of, in spoedeisende gevallen, overgelegd binnen acht dagen na het verzoek van de vrederechter, leidt tot de onontvankelijkheid van de vordering die ertoe strekt de beschermde persoon ertoe te horen machtigen over zijn goederen te beschikken bij schenking onder levenden of bij uiterste wilsbeschikking en niet kan worden gedekt door een door de vrederechter bevolen medisch deskundigenonderzoek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het twee verschillende situaties, namelijk de vordering die ertoe strekt een meerderjarige persoon onder voorlopig bewind te doen plaatsen, enerzijds, en de vordering die ertoe strekt dat een persoon aan wie een voorlopige bewindvoerder is toegevoegd ertoe wordt gemachtigd over zijn goederen te beschikken bij schenking onder levenden of bij uiterste wilsbeschikking, anderzijds, op identieke wijze behandelt ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 5952 van de rol van het Hof. De griffier, | Cour le 2 juillet 2014, la Cour de cassation a posé la question préjudicielle suivante : « Interprété en ce sens que le défaut de production d'un certificat médical circonstancié joint à la requête, ou produit, en cas d'urgence, dans les huit jours de la demande du juge de paix, entraîne l'irrecevabilité de la demande tendant à entendre autoriser la personne protégée à disposer de ses biens par donations entre vifs ou par dispositions de dernières volontés et ne peut être couvert par une expertise médicale ordonnée par le juge de paix, l'article 488bis-H, § 2, spécialement alinéa 6, du Code civil, combiné avec l'article 488bis-B, § 6, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en traitant de manière identique deux situations différentes, à savoir, d'une part, la demande tendant à faire mettre une personne majeure sous administration provisoire et, d'autre part, la demande tendant à ce qu'une personne pourvue d'un administrateur provisoire soit autorisée à disposer de ses biens par donations entre vifs ou par dispositions de dernières volontés ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 5952 du rôle de la Cour. Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |