← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest
nr. 225.782 van 11 december 2013 in zake Jacques Moes tegen de kerkfabriek Saint-Maurice te Berloz, waarvan
de expeditie ter griffie van het Hof is ingeko « Schendt artikel 8, § 3, van afdeling 3 van boek III,
titel VIII, hoofdstuk II, van het Burge(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 225.782 van 11 december 2013 in zake Jacques Moes tegen de kerkfabriek Saint-Maurice te Berloz, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingeko « Schendt artikel 8, § 3, van afdeling 3 van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het Burge(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt n° 225.782 du 11 décembre 2013 en cause de Jacques Moes contre la fabrique d'église Saint-Maurice de Berloz, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 18 « L'article 8, § 3, de la section 3 du Livre III, titre VIII, chapitre II, du Code civil, intr(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 Bij arrest nr. 225.782 van 11 december 2013 in zake Jacques Moes tegen | Par arrêt n° 225.782 du 11 décembre 2013 en cause de Jacques Moes |
de kerkfabriek Saint-Maurice te Berloz, waarvan de expeditie ter | contre la fabrique d'église Saint-Maurice de Berloz, dont l'expédition |
griffie van het Hof is ingekomen op 18 december 2013, heeft de Raad | est parvenue au greffe de la Cour le 18 décembre 2013, le Conseil |
van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : | d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 8, § 3, van afdeling 3 van boek III, titel VIII, | « L'article 8, § 3, de la section 3 du Livre III, titre VIII, chapitre |
hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek, ingevoerd bij de wet van 4 | II, du Code civil, introduit par la loi du 4 novembre 1969 modifiant |
november 1969 tot wijziging van de pachtwetgeving en van de wetgeving | la législation sur le bail à ferme et sur le droit de préemption en |
betreffende het recht van voorkoop ten gunste van huurders van | faveur des preneurs de biens ruraux, qui permet à une personne morale |
landeigendommen, dat het voor een publiekrechtelijke rechtspersoon in | de droit public dans le cadre d'une adjudication publique de donner à |
het kader van een openbare aanbesteding mogelijk maakt te verpachten | bail à ferme sous la forme d'un bail de carrière, viole-t-il les |
in de vorm van een loopbaanpacht, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre dat verschil in behandeling onder de landbouwers naargelang zij minder of meer dan achtendertig jaar oud zijn, in de veronderstelling dat het berust op een objectief criterium dat de leeftijdsgrens is, gevolgen doet ontstaan die volstrekt onevenredig zijn ten opzichte van de bij de pachtwetgeving nagestreefde doelstelling die met name erin bestaat de landbouwers die achtendertig of meer jaar oud zijn van de deelneming aan een dergelijke aanbestedingsprocedure uit te sluiten ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 5774 van de rol van het Hof. De griffier, | articles 10 et 11 de la Constitution en ce que cette différence de traitement entre les agriculteurs, selon qu'ils sont âgés de moins ou de plus de 38 ans, à supposer qu'elle repose sur un critère objectif qu'est la limite d'âge, crée des effets tout à fait disproportionnés par rapport au but poursuivi par la législation relative au bail à ferme, étant notamment d'exclure de la participation à une telle procédure d'adjudication les agriculteurs âgés de 38 ans ou plus ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 5774 du rôle de la Cour. Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |