← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest
nr. 223.625 van 29 mei 2013 in zake de bvba « Fernandez-Grandjean » tegen de stad Luik en het Waalse
Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof « Is de interpretatie van artikel 109 van het decreet
van 30 april 2009 volgens welke de inwerkingt(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 223.625 van 29 mei 2013 in zake de bvba « Fernandez-Grandjean » tegen de stad Luik en het Waalse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof « Is de interpretatie van artikel 109 van het decreet van 30 april 2009 volgens welke de inwerkingt(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt n° 223.625 du 29 mai 2013 en cause de la SPRL « Fernandez-Grandjean » contre la ville de Liège et la Région wallonne, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Co « L'interprétation de l'article 109 du décret du 30 avril 2009 en ce qu'elle postposerait l'entrée (...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
Bij arrest nr. 223.625 van 29 mei 2013 in zake de bvba « | Par arrêt n° 223.625 du 29 mai 2013 en cause de la SPRL « |
Fernandez-Grandjean » tegen de stad Luik en het Waalse Gewest, waarvan | Fernandez-Grandjean » contre la ville de Liège et la Région wallonne, |
de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 6 juni 2013, | dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 6 juin 2013, le |
heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : |
« Is de interpretatie van artikel 109 van het decreet van 30 april | « L'interprétation de l'article 109 du décret du 30 avril 2009 en ce |
2009 volgens welke de inwerkingtreding van een bevoegdheidsregel, namelijk artikel 114 van het WWROSPE, voor onbepaalde tijd zou worden uitgesteld, met als enige beperking de datum waarop een vergunningsaanvraag is ingediend, bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre een aanvraag tot afwijking die in 2012 is ingediend en behandeld, door het college zal worden behandeld, terwijl een aanvraag die jaren geleden is ingediend maar het voorwerp heeft uitgemaakt van een nietigverklaring door de Raad van State of van een intrekking van de handeling, datzelfde jaar zal worden behandeld door de gemachtigde ambtenaar, terwijl niets nog dat verschil in behandeling onder bestuurden die met een op hetzelfde ogenblik te beslechten vergunningsaanvraag worden geconfronteerd, verantwoordt ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 5649 van de rol van het Hof. De griffier, | qu'elle postposerait l'entrée en vigueur d'une règle de compétence, à savoir l'article 114 du CWATUPE de manière indéfinie sous la seule limite de la date d'introduction d'une demande de permis est-elle compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'une demande de dérogation introduite et traitée en 2012 sera traitée par le collège alors que la même année une demande introduite il y a des années mais ayant fait l'objet d'une annulation par le Conseil d'Etat ou d'un retrait d'acte sera traitée par le fonctionnaire délégué alors que rien ne justifie encore cette différence de traitement entre des administrés confrontés à une demande d'autorisation à trancher au même moment ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 5649 du rôle de la Cour. Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |