Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest Van Het Grondwettelijk Hof van --
← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 17 april 2012 in zake Souliman Ennasiri en Nassiba El Hatri tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Antwerpen, waarvan de expediti « Schendt artikel 3, 3°, tweede streepje van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatsc(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 17 april 2012 in zake Souliman Ennasiri en Nassiba El Hatri tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Antwerpen, waarvan de expediti « Schendt artikel 3, 3°, tweede streepje van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatsc(...) Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 17 avril 2012 en cause de Souliman Ennasiri et Nassiba El Hatri contre le centre public d'action sociale d'Anvers, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Co « L'article 3, 3°, deuxième tiret, de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration soc(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 Bij arrest van 17 april 2012 in zake Souliman Ennasiri en Nassiba El Par arrêt du 17 avril 2012 en cause de Souliman Ennasiri et Nassiba El
Hatri tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Hatri contre le centre public d'action sociale d'Anvers, dont
Antwerpen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 25 april 2012, heeft het Arbeidshof te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 3, 3°, tweede streepje van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de interpretatie dat er voor de partner die geen EU-onderdaan is en enkel ingeschreven is in het vreemdelingenregister en die een EU-onderdaan begeleidt of komt vervoegen geen beletsel is voor het verkrijgen van het recht op een leefloon, terwijl er voor de partner die geen EU-onderdaan is en enkel ingeschreven is in het vreemdelingenregister en die een persoon met de Belgische nationaliteit komt vervoegen, er wel een beletsel is voor het verkrijgen van dat recht op een leefloon ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 5389 van de rol van het Hof. De griffier, l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 25 avril 2012, la Cour du travail d'Anvers a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 3, 3°, deuxième tiret, de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, dans l'interprétation selon laquelle rien ne s'oppose à l'obtention du droit à un revenu d'intégration pour le partenaire qui n'est pas un ressortissant de l'Union européenne et n'est inscrit que dans le registre des étrangers et qui accompagne ou rejoint un ressortissant de l'Union européenne, alors qu'il y a un obstacle à l'obtention de ce droit à un revenu d'intégration pour le partenaire qui n'est pas un ressortissant de l'Union européenne et n'est inscrit que dans le registre des étrangers et qui rejoint une personne de nationalité belge ? » Cette affaire est inscrite sous le numéro 5389 du rôle de la Cour. Le greffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
^