Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest Van Het Grondwettelijk Hof van --
← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 7 december 2006 in zake Colette Baeyens en anderen tegen de NV « Fortis Insurance Belgium », waarvan de expeditie ter griffie van 1. « Schendt het artikel 8, § 1, tweede lid, eerste zin, Arbeidsongevallenwet van 10 april 197(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 7 december 2006 in zake Colette Baeyens en anderen tegen de NV « Fortis Insurance Belgium », waarvan de expeditie ter griffie van 1. « Schendt het artikel 8, § 1, tweede lid, eerste zin, Arbeidsongevallenwet van 10 april 197(...) Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par arrêt du 7 décembre 2006 en cause de Colette Baeyens et autres contre la SA « Fortis Insurance Belgium », dont l'expédition est parvenue au greffe d 1. « L'article 8, § 1 er , alinéa 2, première phrase, de la loi du 10 avril 1971 sur (...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 op het Arbitragehof sur la Cour d'arbitrage
Bij arrest van 7 december 2006 in zake Colette Baeyens en anderen Par arrêt du 7 décembre 2006 en cause de Colette Baeyens et autres
tegen de NV « Fortis Insurance Belgium », waarvan de expeditie ter contre la SA « Fortis Insurance Belgium », dont l'expédition est
griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 13 december 2006, heeft parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 13 décembre 2006, la Cour
het Arbeidshof te Gent de volgende prejudiciële vragen gesteld : du Travail de Gand a posé les questions préjudicielles suivantes :
1. « Schendt het artikel 8, § 1, tweede lid, eerste zin, 1. « L'article 8, § 1er, alinéa 2, première phrase, de la loi du 10
Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 de beginselen van gelijkheid en avril 1971 sur les accidents du travail viole-t-il les principes
niet-discriminatie vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, d'égalité et de non-discrimination contenus dans les articles 10 et 11
doordat het voor het ongeval dat zich voordoet op de weg naar en van de la Constitution, en ce qu'il exige, lorsque l'accident survient sur
het werk eist dat het traject tussen de verblijfplaats en het werk ' le chemin du travail, que le trajet entre le lieu de résidence et le
normaal ' zou zijn, terwijl die eis van de normaliteit niet wordt lieu de travail soit ' normal ', alors que cette exigence de normalité
gesteld voor het wettelijk begrip arbeidsongeval sensu stricto (dus in n'est pas posée pour la notion légale d'accident du travail stricto
de strikte betekenis van het woord) in de artikelen 9 en 7 sensu (donc au sens strict du mot) dans les articles 9 et 7 de la loi
Arbeidsongevallenwet, inzonderheid wat betreft de uitvoering van de sur les accidents du travail, en particulier en ce qui concerne
overeenkomst ? »; l'exécution du contrat de travail ? »;
2. « Schendt het artikel 8, § 1, Arbeidsongevallenwet van 10 april 2. « L'article 8, § 1er, de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents
1971 de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie vervat in de du travail viole-t-il les principes d'égalité et de non-discrimination
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het geen weerlegbaar contenus dans les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il ne
vermoeden (dus behoudens tegenbewijs) van ongeval op de weg naar en prévoit pas de présomption réfragable (donc sauf preuve contraire)
van het werk bepaalt (meer bepaald, dat een ongeval op de weg naar en d'accident survenu sur le chemin du travail (plus précisément qu'un
van het werk, behoudens tegenbewijs, geacht wordt als overkomen door accident survenu sur le chemin du travail est, sauf preuve contraire,
het feit van de uitvoering van de overeenkomst) en doordat op de réputé survenu par le fait de l'exécution du contrat de travail) et en
getroffene of (bij een dodelijk ongeval) zijn rechthebbenden de last ce que la charge d'administrer la preuve du motif justifiant une pause
rust het bewijs te leveren van de reden die een gebeurlijk oponthoud éventuelle (ou un éventuel détour) incombe à la victime ou (en cas
(of een dito omweg) verantwoordt, terwijl voor het wettelijk begrip d'accident mortel) à ses ayants droit, alors que pour la notion légale
arbeidsongeval sensu stricto (dus in de strikte betekenis van het d'accident du travail stricto sensu (donc au sens strict du mot), il
woord) wel een weerlegbaar vermoeden geldt volgens hetwelk het ongeval existe une présomption réfragable selon laquelle l'accident survenu
overkomen tijdens de uitvoering van de overeenkomst, behoudens pendant l'exécution du contrat de travail est, sauf preuve contraire,
tegenbewijs, geacht wordt als overkomen door het feit van de
uitvoering van die overeenkomst (cf. artikel 7, tweede lid, réputé survenu par le fait de l'exécution de ce contrat (cf. article
Arbeidsongevallenwet) ? »; 7, alinéa 2, de la loi sur les accidents du travail) ? »;
3. « Schendt wat betreft het oponthoud (ook nog onderbreking genoemd) 3. « En ce qui concerne la pause (également appelée interruption), la
het onderscheid tussen, primo, het onbeduidend oponthoud, secundo, het distinction entre, primo, la pause insignifiante, secundo, la pause
niet belangrijk oponthoud, en tertio, het belangrijk oponthoud (bij de peu importante, et, tertio, la pause importante (pour l'interprétation
interpretatie van het chronologisch ' normale traject ' tussen de du ' trajet normal ' chronologique entre le lieu de résidence et le
verblijfplaats en het werk, bedoeld in artikel 8, § 1, tweede lid, lieu de travail, visé à l'article 8, § 1er, alinéa 2, première phrase,
eerste zin, Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971) de beginselen van de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail) viole-t-elle
les principes d'égalité et de non-discrimination contenus dans les
gelijkheid en niet-discriminatie vervat in de artikelen 10 en 11 van articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que la victime ou ses
de Grondwet, doordat de getroffene of zijn rechthebbenden, bij het op ayants droit doivent, selon la distinction qui est appliquée à leur
hun geval toegepaste onderscheid en de daarbij in aanmerking genomen cas et la qualification qui est donnée à la nature de cette pause,
kwalificatie van de aard van dat oponthoud, voor de verantwoording van
het oponthoud respectievelijk geen reden, een wettige reden, dan wel prouver ou non pour justifier la pause, l'existence d'un motif
overmacht moeten bewijzen ? »; légitime ou l'existence de la force majeure ? »;
4. « Worden de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie, vervat 4. « Les principes d'égalité et de non-discrimination contenus dans
in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, geschonden doordat voor het begrip ' normale traject ' tussen de verblijfplaats en het werk (bedoeld in artikel 8, § 1, tweede lid, eerste zin, Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971) in de interpretatie betreffende het oponthoud, ook onderbreking genoemd, de getroffene of zijn rechthebbenden, wanneer de arbeidsweg een oponthoud vertoont dat niet belangrijk is, geen bewijs moeten leveren van de wettige reden die dat niet belangrijk oponthoud verantwoordt, terwijl in de interpretatie betreffende de omweg de getroffene of zijn rechthebbenden, wanneer de arbeidsweg een omweg vertoont die niet belangrijk is, wel het bewijs moeten leveren van de wettige reden die deze niet belangrijke omweg legitimeert ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 4092 van de rol van het Hof. De griffier, les articles 10 et 11 de la Constitution sont-ils violés en ce que, pour la notion de 'trajet normal' entre le lieu de résidence et le lieu de travail (visé à l'article 8, § 1er, alinéa 2, première phrase, de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents de travail), dans l'interprétation relative à la pause, également appelée interruption, la victime ou ses ayants droit ne doivent pas fournir la preuve, lorsque le chemin du travail présente une pause peu importante, qu'il existe un motif légitime justifiant cette pause peu importante, alors que, dans l'interprétation relative au détour, la victime ou ses ayants droit doivent, lorsque le chemin du travail présente un détour peu important, prouver l'existence du motif légitime justifiant ce détour peu important ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 4092 du rôle de la Cour. Le greffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
^