← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij
arrest van 3 februari 2005 in zake het openbaar ministerie tegen F. Cobert en anderen, waarvan de expeditie
ter griffie van het Arbitragehof "Schendt artikel 135 van het Wetboek van Strafvordering
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet (...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 3 februari 2005 in zake het openbaar ministerie tegen F. Cobert en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof "Schendt artikel 135 van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet (...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par arrêt du 3 février 2005 en cause du ministère public contre F. Cobert et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le "L'article 135 du Code d'instruction criminelle, interprété en ce sens que le ministère public(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 op het Arbitragehof | sur la Cour d'arbitrage |
Bij arrest van 3 februari 2005 in zake het openbaar ministerie tegen | Par arrêt du 3 février 2005 en cause du ministère public contre F. |
F. Cobert en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het | Cobert et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour |
Arbitragehof is ingekomen op 14 februari 2005, heeft het Hof van | d'arbitrage le 14 février 2005, la Cour d'appel de Gand a posé les |
Beroep te Gent de volgende prejudiciële vragen gesteld : | questions préjudicielles suivantes : |
"Schendt artikel 135 van het Wetboek van Strafvordering de artikelen | "L'article 135 du Code d'instruction criminelle, interprété en ce sens |
que le ministère public dispose d'un droit d'appel illimité à | |
l'encontre de l'ordonnance de la chambre du conseil, indépendamment du | |
fait que le ministère public ait obtenu ou non ce qu'il avait requis | |
10 en 11 van de Grondwet aldus geïnterpreteerd dat het openbaar | devant la chambre du conseil, viole-t-il les articles 10 et 11 de la |
ministerie een onbeperkt recht van hoger beroep heeft tegen de | |
beschikking van de raadkamer onafhankelijk of het openbaar ministerie | Constitution, à la lumière du principe général de droit qui veut qu'un |
al dan niet bekomen heeft wat het gevorderd had voor de raadkamer | |
gelezen in het licht van het algemeen rechtsbeginsel dat bepaalt dat | |
een appellant een rechtstreeks en persoonlijk belang moet kunnen | appelant doit pouvoir démontrer un intérêt direct et personnel à |
aantonen bij het instellen van hoger beroep ?"; | interjeter appel ?"; |
"Schendt artikel 235 van het Wetboek van Strafvordering, | "L'article 235 du Code d'instruction criminelle, interprété en ce sens |
geïnterpreteerd in die zin dat de Kamer van Inbeschuldigingstelling | |
eigenmachtig een persoon in verdenking kan stellen die noch door de | que la chambre des mises en accusation peut inculper d'autorité une |
procureur des Konings, noch door de burgerlijke partij, noch door de | personne que ni le procureur du Roi ni la partie civile ni le juge |
onderzoeksrechter als persoon tegen wie ernstige aanwijzingen van | d'instruction n'ont considérée comme une personne contre laquelle |
schuld bestaan werd beschouwd, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, | existent des indices sérieux de culpabilité, viole-t-il les articles |
samen gelezen met de artikelen 5 en 6 van het Europees Verdrag tot | 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec les articles 5 et |
bescherming van de Rechten van de Mens doordat het de betrokken | 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que |
inverdenkinggestelde onmogelijk wordt gemaakt gebruik te maken van de | l'inculpé en cause n'a pas la possibilité de faire usage des droits |
rechten bepaald in de artikelen 61ter en 61quinquies van het Wetboek | prévus aux articles 61ter et 61quinquies du Code d'instruction |
van Strafvordering terwijl een persoon die door de onderzoeksrechter | criminelle, alors qu'une personne inculpée par le juge d'instruction |
in verdenking is gesteld, van dergelijke rechten wel gebruik kan maken | peut faire usage de ces droits ?"; |
?"; "Schendt artikel 235 van het Wetboek van Strafvordering, | "L'article 235 du Code d'instruction criminelle, interprété en ce sens |
geïnterpreteerd in die zin dat de Kamer van Inbeschuldigingstelling | |
een persoon die noch door de procureur des Konings, noch door de | que la chambre des mises en accusation peut inculper d'autorité et |
burgerlijke partij, noch door de onderzoeksrechter als persoon tegen | renvoyer devant le tribunal correctionnel une personne que ni le |
wie ernstige aanwijzingen van schuld bestaan werd beschouwd, | procureur du Roi ni la partie civile ni le juge d'instruction n'ont |
eigenmachtig in verdenking kan stellen en naar de correctionele | considérée comme une personne contre laquelle existent des indices |
rechtbank verwijzen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, samen | sérieux de culpabilité, viole-t-il les articles 10 et 11 de la |
gelezen met de artikelen 5 en 6 van het Europees Verdrag tot | Constitution, lus en combinaison avec les articles 5 et 6 de la |
bescherming van de Rechten van de Mens doordat het deze voor de eerste | Convention européenne des droits de l'homme, en ce que cette personne |
maal door de Kamer van Inbeschuldigingstelling inverdenkinggestelde | inculpée pour la première fois par la chambre des mises en accusation |
onmogelijk wordt gemaakt eventuele nietigheden, vormverzuimen of | n'a pas la possibilité d'invoquer d'éventuelles causes de nullité, |
onregelmatigheden voor de Raadkamer en voor de Kamer van | omissions ou irrégularités devant la chambre du conseil et la chambre |
Inbeschuldigingstelling, zoals voorzien bij artikel 135, § 2, van het | des mises en accusation, comme le prévoit l'article 135, § 2, du Code |
Wetboek van Strafvordering, aan te voeren terwijl een persoon die door | d'instruction criminelle, alors qu'une personne inculpée par le juge |
de onderzoeksrechter in verdenking werd gesteld dergelijke dubbele | d'instruction dispose de ce double degré de juridiction ?"; |
aanleg wel bezit ?"; "Schendt artikel 235 van het Wetboek van Strafvordering, | "L'article 235 du Code d'instruction criminelle, interprété en ce sens |
geïnterpreteerd in die zin dat de Kamer van Inbeschuldigingstelling | que la chambre des mises en accusation peut inculper d'autorité une |
een persoon die noch door de procureur des Konings, noch door de | personne que ni le procureur du Roi ni la partie civile ni le juge |
burgerlijke partij, noch door de onderzoeksrechter als persoon tegen | d'instruction n'ont considérée comme une personne contre laquelle |
wie ernstige aanwijzingen van schuld bestaan werd beschouwd, eigenmachtig in verdenking kan stellen artikel 13 van de Grondwet, samen gelezen met de artikelen 5 en 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens doordat het deze voor de eerste maal door de Kamer van Inbeschuldigingstelling inverdenkinggestelde onmogelijk wordt gemaakt eventuele nietigheden, vormverzuimen of onregelmatigheden voor de Raadkamer en voor de Kamer van Inbeschuldigingstelling aan te voeren terwijl een persoon die door de onderzoeksrechter in verdenking werd gesteld dergelijke dubbele aanleg wel bezit en een persoon die door de Kamer van Inbeschuldigingstelling in verdenking wordt gesteld derhalve tegen zijn wil wordt afgetrokken van de Raadkamer ?". Die zaak is ingeschreven onder nummer 3480 van de rol van het Hof. De griffier, | existent des indices sérieux de culpabilité, viole-t-il l'article 13 de la Constitution, lu en combinaison avec les articles 5 et 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que cette personne inculpée pour la première fois par la chambre des mises en accusation n'a pas la possibilité d'invoquer d'éventuelles causes de nullité, omissions ou irrégularités devant la chambre du conseil et la chambre des mises en accusation, alors qu'une personne inculpée par le juge d'instruction dispose de ce double degré de juridiction et qu'une personne inculpée par la chambre des mises en accusation est donc distraite contre son gré de la chambre du conseil ?"; Cette affaire est inscrite sous le numéro 3480 du rôle de la Cour. Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |