← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij
arrest van 17 maart 2004 in zake de Rijksdienst voor Pensioenen tegen T. Haouach, waarvan de expeditie
ter griffie van het Arbitragehof is in 1. « Is artikel 24, § 2, van het Algemeen Verdrag betreffende
de sociale zekerheid tussen het (...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 17 maart 2004 in zake de Rijksdienst voor Pensioenen tegen T. Haouach, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is in 1. « Is artikel 24, § 2, van het Algemeen Verdrag betreffende de sociale zekerheid tussen het (...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par arrêt du 17 mars 2004 en cause de l'Office national des pensions contre T. Haouach, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage 1. « En ce qu'il comporte une différence de traitement selon que le conjoint survivant d'une person(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 op het Arbitragehof | sur la Cour d'arbitrage |
Bij arrest van 17 maart 2004 in zake de Rijksdienst voor Pensioenen | Par arrêt du 17 mars 2004 en cause de l'Office national des pensions |
tegen T. Haouach, waarvan de expeditie ter griffie van het | contre T. Haouach, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour |
Arbitragehof is ingekomen op 26 maart 2004, heeft het Arbeidshof te | d'arbitrage le 26 mars 2004, la Cour du travail de Bruxelles a posé |
Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : | les questions préjudicielles suivantes : |
1. « Is artikel 24, § 2, van het Algemeen Verdrag betreffende de | 1. « En ce qu'il comporte une différence de traitement selon que le |
sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk | conjoint survivant d'une personne ayant travaillé en Belgique est un |
Marokko, ondertekend te Rabat op 24 juni 1968 en goedgekeurd bij de | homme ou une femme, l'article 24, § 2, de la Convention générale sur |
la sécurité sociale entre le Royaume de Belgique et le Royaume du | |
wet van 20 juli 1970, in overeenstemming met het grondwettelijke | Maroc, signée à Rabat le 24 juin 1968 et approuvée par la loi du 20 |
beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie verankerd in de | juillet 1970, est-il conforme aux principes constitutionnels d'égalité |
artikelen 11 en 11bis van de gecoördineerde Grondwet (1994), alsook | et de non-discrimination, consacrés par les articles 11 et 11bis de la |
met artikel 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten | Constitution coordonnée (1994) ainsi qu'à l'article 14 de la |
van de mens en de fundamentele vrijheden en met de artikelen 2, § 1, | Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme et des |
en 26 van het V.N.-Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, | libertés fondamentales et qu'aux articles 2, § 1er, et 26 du Pacte de |
l' O.N.U. sur les droits civils et politiques ? » | |
in zoverre het een verschil in behandeling inhoudt naargelang de | 2. « En ce qu'il comporte une différence de traitement entre veuves |
langstlevende echtgenoot van een persoon die in België heeft gewerkt, | d'un ressortissant belge et veuves d'un ressortissant marocain bigame, |
een man of een vrouw is ? » 2. « Is artikel 24, § 2, van het Algemeen Verdrag betreffende de | voire polygame, l'article 24, § 2, de la Convention générale sur la |
sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk | sécurité sociale entre le Royaume de Belgique et le Royaume du Maroc, |
Marokko, ondertekend te Rabat op 24 juni 1968 en goedgekeurd bij de | signée à Rabat le 24 juin 1968 et approuvée par la loi du 20 juillet |
wet van 20 juli 1970, in overeenstemming met het grondwettelijke | |
beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie verankerd in de | 1970, est-il conforme aux principes constitutionnels d'égalité et de |
artikelen 11 en 11bis van de gecoördineerde Grondwet (1994), alsook | non-discrimination, consacrés par les articles 11 et 11bis de la |
met artikel 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten | Constitution coordonnée (1994) ainsi qu'à l'article 14 de la |
van de mens en de fundamentele vrijheden en met de artikelen 2, § 1, | Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme et des |
en 26 van het V.N.-Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, | libertés fondamentales et qu'aux articles 2, § 1er, et 26 du Pacte de |
in zoverre het een verschil in behandeling inhoudt tussen weduwen van | |
een Belgische onderdaan en weduwen van een bigamische of zelfs | |
polygame Marokkaanse onderdaan ? » | l'O.N.U. sur les droits civils et politiques ? » |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 2960 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 2960 du rôle de la Cour. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |