← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij
arresten van 12 juni 2003 in zake respectievelijk M. Haddad en M. Filali tegen het openbaar ministerie,
waarvan de expedities ter griffie van « Schendt artikel 12bis , §
4, derde lid, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit de ar(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arresten van 12 juni 2003 in zake respectievelijk M. Haddad en M. Filali tegen het openbaar ministerie, waarvan de expedities ter griffie van « Schendt artikel 12bis , § 4, derde lid, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit de ar(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par arrêts du 12 juin 2003 en cause respectivement de M. Haddad et M. Filali contre le ministère public, dont les expéditions sont parvenues au greffe d « L'article 12bis , § 4, alinéa 3, du Code de la nationalité belge viole-t-il les articles 10,(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 op het Arbitragehof | sur la Cour d'arbitrage |
Bij arresten van 12 juni 2003 in zake respectievelijk M. Haddad en M. | Par arrêts du 12 juin 2003 en cause respectivement de M. Haddad et M. |
Filali tegen het openbaar ministerie, waarvan de expedities ter | Filali contre le ministère public, dont les expéditions sont parvenues |
griffie van het Arbitragehof zijn ingekomen op 16 juni 2003, heeft het | au greffe de la Cour d'arbitrage le 16 juin 2003, la Cour d'appel de |
Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 12bis , § 4, derde lid, van het Wetboek van de | « L'article 12bis , § 4, alinéa 3, du Code de la nationalité belge |
Belgische nationaliteit de artikelen 10, 11 en 191 van de Grondwet | viole-t-il les articles 10, 11 et 191 de la Constitution en tant qu'il |
voor zover het geen verlenging van de termijn van hoger beroep | |
toestaat wanneer die termijn binnen de gerechtelijke vakantie begint | ne permet pas la prorogation du délai d'appel, lorsque ce délai prend |
te lopen en ook verstrijkt, terwijl het gemeen recht van de artikelen | cours et expire pendant les vacances judiciaires, alors que le droit |
50, tweede lid, en 1051 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat die | commun des articles 50, alinéa 2, et 1051 du Code judiciaire, prévoit |
termijn van hoger beroep onder dergelijke omstandigheden wordt | que ce délai d'appel, dans pareilles conditions, est prorogé jusqu'au |
verlengd tot de vijftiende dag van het nieuw gerechtelijk jaar ? » | quinzième jour de l'année judiciaire nouvelle ? » |
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 2719 en 2720 van de rol van | Ces affaires, inscrites sous les numéros 2719 et 2720 du rôle de la |
het Hof, werden samengevoegd. | Cour, ont été jointes. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |