Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest Van Het Grondwettelijk Hof van --
← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 96.783 van 21 juni 2001 in zake G. Perilleux tegen de Franse Gemeenschap, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is « Schendt artikel 100 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het (...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 96.783 van 21 juni 2001 in zake G. Perilleux tegen de Franse Gemeenschap, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is « Schendt artikel 100 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het (...) Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par arrêt n° 96.783 du 21 juin 2001 en cause de G. Perilleux contre la Communauté française, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitr « L'article 100 du décret du 5 août 1995 fixant l'organisation générale de l'enseignement supérieur(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 op het Arbitragehof sur la Cour d'arbitrage
Bij arrest nr. 96.783 van 21 juni 2001 in zake G. Perilleux tegen de Par arrêt n° 96.783 du 21 juin 2001 en cause de G. Perilleux contre la
Franse Gemeenschap, waarvan de expeditie ter griffie van het Communauté française, dont l'expédition est parvenue au greffe de la
Arbitragehof is ingekomen op 5 juli 2001, heeft de Raad van State de Cour d'arbitrage le 5 juillet 2001, le Conseil d'Etat a posé la
volgende prejudiciële vraag gesteld : question préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 100 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de « L'article 100 du décret du 5 août 1995 fixant l'organisation
algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen de
artikelen 10, 11 en 24 van de Grondwet, in zoverre het voorziet in générale de l'enseignement supérieur en hautes écoles, en ce qu'il
afwijkende voorwaarden voor de benoeming in de functie van categoriale directeur, die van toepassing zijn bij de oprichting van de hogeschool, en in zoverre het een verschil in behandeling invoert tussen de personen die vóór die oprichting de functie van directeur, adjunct-directeur of onderdirecteur uitoefenden in instellingen voor hoger onderwijs die de hogeschool vormen, en de andere personeelsleden die voldoen aan de voorwaarden die elders worden omschreven om tot categoriale directeur te worden benoemd ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2218 van de rol van het Hof. De griffier, prévoit des conditions de nomination aux fonctions de directeur de catégorie dérogatoires, applicables à la création de la Haute Ecole, et qu'il établit une différence de traitement entre les personnes qui, préalablement à cette création, exerçaient les fonctions de directeur, directeur adjoint ou sous-directeur des établissements d'enseignement supérieur constituant la haute école et les autres membres du personnel remplissant les conditions par ailleurs définies pour être nommé directeur de catégorie, viole-t-il les articles 10, 11 et 24 de la Constitution ? » Cette affaire est inscrite sous le numéro 2218 du rôle de la Cour. Le greffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
^