Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest Van Het Grondwettelijk Hof van --
← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 10 april 2000 in zake J. Van Melkebeke-Lintermans tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof i « Is artikel 309, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen (1964), wegens de in (...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 10 april 2000 in zake J. Van Melkebeke-Lintermans tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof i « Is artikel 309, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen (1964), wegens de in (...) Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par arrêt du 10 avril 2000 en cause de J. Van Melkebeke-Lintermans contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage l « L'article 309, alinéa 1 er , 2°, du Code des impôts sur les revenus (1964) est-il contra(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 op het Arbitragehof sur la Cour d'arbitrage
Bij arrest van 10 april 2000 in zake J. Van Melkebeke-Lintermans tegen Par arrêt du 10 avril 2000 en cause de J. Van Melkebeke-Lintermans
de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la
Arbitragehof is ingekomen op 9 mei 2000, heeft het Hof van Cassatie de Cour d'arbitrage le 9 mai 2000, la Cour de cassation a posé la
volgende prejudiciële vraag gesteld : question préjudicielle suivante :
« Is artikel 309, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de « L'article 309, alinéa 1er, 2°, du Code des impôts sur les revenus
(1964) est-il contraire, pour les raisons indiquées dans le moyen, aux
Inkomstenbelastingen (1964), wegens de in het middel aangegeven principes d'égalité et de non-discrimination consacrés par les
redenen, strijdig met de in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu'il exclut l'octroi
neergelegde beginselen van gelijkheid en non-discriminatie, in zoverre d'intérêts moratoires au contribuable intéressé lorsque le précompte
het uitsluit dat moratoire interest wordt toegekend aan de betrokken
belastingplichtige wanneer de roerende voorheffing niet kon worden
verrekend op de gezamenlijke belasting ten laste van die mobilier n'a pu être imputé sur l'impôt global frappant ce
belastingplichtige, omdat de wettelijke aanslagtermijn verstreken was ? » contribuable en raison de l'expiration du délai légal d'imposition ? »
Die zaak is ingeschreven onder nummer 1963 van de rol van het Hof. Cette affaire est inscrite sous le numéro 1963 du rôle de la Cour.
De griffier, Le greffier,
L. Potoms. L. Potoms.
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 op het Arbitragehof sur la Cour d'arbitrage
Bij arrest van 5 september 2000 in zake de v.z.w. Bond van vormings- Par arrêt du 5 septembre 2000 en cause de l'a.s.b.l. Bond van
en ontwikkelingsorganisaties tegen A. Selleslach, waarvan de expeditie vormings- en ontwikkelingsorganisaties contre A. Selleslach, dont
ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 13 september 2000, l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 13
heeft het Arbeidshof te Brussel de volgende prejudiciële vragen septembre 2000, la Cour du travail de Bruxelles a posé les questions
gesteld : préjudicielles suivantes :
« 1. Schendt artikel 1056, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek, in de « 1. L'article 1056, 2°, du Code judiciaire, dans l'interprétation de
interpretatie van het Hof van Cassatie, dat de datum van het hoger
beroep niet de datum is waarop het verzoekschrift, waarbij hoger la Cour de cassation selon laquelle la date de l'appel n'est pas celle
beroep wordt ingesteld, bij ter post aangetekende brief wordt à laquelle la requête interjetant appel est envoyée par lettre
verstuurd naar de griffie van het gerecht in hoger beroep, doch de recommandée à la poste au greffe de la juridiction d'appel mais bien
datum waarop het aangetekend verstuurd verzoekschrift wordt aangeboden celle à laquelle la requête envoyée par pli recommandé est présentée
of ontvangen op de griffie van het gerecht in hoger beroep, de ou reçue au greffe de la juridiction d'appel, viole-t-il les articles
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, terwijl bij toepassing van artikel 10 et 11 de la Constitution, alors que par application de l'article
1056, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek, in de interpretatie van het 1056, 3°, du Code judiciaire, dans l'interprétation de la Cour de
Hof van Cassatie, de datum van het hoger beroep de datum is van de cassation, la date de l'appel est celle de l'envoi au greffe par
toezending aan de griffie van de bij ter post aangetekende brief ? lettre recommandée à la poste ?
2. Schendt artikel 1056, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek, in die zin 2. L'article 1056, 2°, du Code judiciaire, interprété en ce sens que
begrepen dat hoger beroep wordt ingesteld bij een verzoekschrift dat l'appel est interjeté par une requête qui est introduite, dans
wordt ingediend, in de interpretatie van het Hof van Cassatie, op de l'interprétation de la Cour de cassation, au greffe de la juridiction
griffie van het gerecht in hoger beroep, de artikelen 10 en 11 van de d'appel, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, alors
Grondwet, terwijl de hoofdvordering in de toepassing van artikel que la demande principale, en application de l'article 1034bis du Code
1034bis van het Gerechtelijk Wetboek wordt ingeleid bij een
verzoekschrift op tegenspraak dat, overeenkomstig artikel judiciaire, est introduite par une requête contradictoire qui,
1034quinquies van het Gerechtelijk Wetboek ofwel bij aangetekende conformément à l'article 1034quinquies du Code judiciaire, est envoyée
brief wordt gezonden aan de griffier van het gerecht ofwel ter griffie par lettre recommandée au greffier de la juridiction ou déposée au
wordt neergelegd ? » greffe ? »
Die zaak is ingeschreven onder nummer 2029 van de rol van het Hof. Cette affaire est inscrite sous le numéro 2029 du rôle de la Cour.
De griffier, Le greffier,
L. Potoms. L. Potoms.
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 op het Arbitragehof sur la Cour d'arbitrage
Bij arrest van 18 september 2000 in zake de Belgische Staat tegen F. Par arrêt du 18 septembre 2000 en cause de l'Etat belge contre F. Van
Van Billoen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is Billoen, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour
ingekomen op 21 september 2000, heeft het Hof van Beroep te Brussel de d'arbitrage le 21 septembre 2000, la Cour d'appel de Bruxelles a posé
volgende prejudiciële vraag gesteld : la question préjudicielle suivante :
« Dient in het licht van de fiscale behandeling van feitelijk gescheiden echtgenoten zoals bepaald in artikel 128, eerste lid, 2°, en tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 als een schending van het gelijkheidsbeginsel uit de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet beschouwd te worden : het bepaalde in artikel 394, § 1, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, waar deze wetsbepaling voorschrijft dat elk gedeelte van de belasting in verband met de onderscheiden inkomsten van de echtgenoten mag worden vervolgd op al de eigen en de gemeenschappelijke goederen van beide echtgenoten, ongeacht het aangenomen huwelijksvermogensstelsel, dan wanneer dit stelsel van invordering is verbonden aan de belasting berekend voor gehuwden, terwijl de feitelijk gescheiden echtgenoten voor de berekening en vestiging van de belasting worden behandeld als alleenstaanden en terwijl deze laatsten fiscaal uitsluitend individueel kunnen gehouden zijn voor de belastingen die op hun naam werd gevestigd ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2031 van de rol van het Hof. De griffier, « A la lumière du traitement fiscal des conjoints séparés de fait, prévu par l'article 128, alinéa 1er, 2°, et alinéa 2, du Code des impôts sur les revenus (1992), faut-il considérer comme une violation du principe d'égalité contenu aux articles 10 et 11 de la Constitution coordonnée : le prescrit de l'article 394, § 1er, alinéa 1er, du Code des impôts sur les revenus (1992), dès lors que cette disposition législative énonce que chacune des quotités de l'impôt afférente aux revenus respectifs des conjoints peut, quel que soit le régime matrimonial, être recouvrée sur tous les biens propres et sur les biens communs des deux conjoints, à partir du moment où ce régime de recouvrement est lié à l'impôt calculé pour les personnes mariées, alors que les conjoints séparés de fait sont traités comme des isolés pour le calcul et l'établissement de l'impôt et que ces derniers ne sont fiscalement redevables qu'individuellement des impôts établis à leur nom ? » Cette affaire est inscrite sous le numéro 2031 du rôle de la Cour. Le greffier,
L. Potoms. L. Potoms.
^