Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest Van Het Grondwettelijk Hof van --
← Terug naar "Arrest nr. 93/2000 van 13 juli 2000 Rolnummer 1716 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 26 van het decreet van het Vlaams Parlement van 19 december 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1999, ingesteld door de Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters G. De Baets en M. Melchior, en de rechters H. (...)"
Arrest nr. 93/2000 van 13 juli 2000 Rolnummer 1716 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 26 van het decreet van het Vlaams Parlement van 19 december 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1999, ingesteld door de Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters G. De Baets en M. Melchior, en de rechters H. (...) Arrêt n° 93/2000 du 13 juillet 2000 Numéro du rôle : 1716 En cause : le recours en annulation de l'article 26 du décret du Parlement flamand du 19 décembre 1998 contenant diverses mesures d'accompagnement du budget 1999, introduit par la prov La Cour d'arbitrage, composée des présidents G. De Baets et M. Melchior, et des juges H. Boel, (...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Arrest nr. 93/2000 van 13 juli 2000 Arrêt n° 93/2000 du 13 juillet 2000
Rolnummer 1716 Numéro du rôle : 1716
In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 26 van het decreet En cause : le recours en annulation de l'article 26 du décret du
van het Vlaams Parlement van 19 december 1998 houdende bepalingen tot Parlement flamand du 19 décembre 1998 contenant diverses mesures
begeleiding van de begroting 1999, ingesteld door de provincie d'accompagnement du budget 1999, introduit par la province d'Anvers et
Antwerpen en de provincie Oost-Vlaanderen. la province de Flandre orientale.
Het Arbitragehof, La Cour d'arbitrage,
samengesteld uit de voorzitters G. De Baets en M. Melchior, en de composée des présidents G. De Baets et M. Melchior, et des juges H.
rechters H. Boel, L. François, J. Delruelle, A. Arts en M. Bossuyt, Boel, L. François, J. Delruelle, A. Arts et M. Bossuyt, assistée du
bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter G. De Baets, greffier L. Potoms, présidée par le président G. De Baets,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van het beroep I. Objet du recours
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 25 juni 1999 Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 25
ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 28 juni juin 1999 et parvenue au greffe le 28 juin 1999, la province d'Anvers,
1999, hebben de provincie Antwerpen, met kantoren te 2018 Antwerpen, ayant ses bureaux à 2018 Anvers, Koningin Elisabethlei 22, et la
Koningin Elisabethlei 22, en de provincie Oost-Vlaanderen, met
kantoren te 9000 Gent, Gouvernementstraat 1, beroep tot vernietiging province de Flandre orientale, ayant ses bureaux à 9000 Gand,
ingesteld van artikel 26 van het decreet van het Vlaams Parlement van Gouvernementstraat 1, ont introduit un recours en annulation de
19 december 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting l'article 26 du décret du Parlement flamand du 19 décembre 1998
contenant diverses mesures d'accompagnement du budget 1999 (publié au
1999 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 december 1998, Moniteur belge du 31 décembre 1998, deuxième édition).
tweede editie).
II. De rechtspleging II. La procédure
Bij beschikking van 28 juni 1999 heeft de voorzitter in functie de Par ordonnance du 28 juin 1999, le président en exercice a désigné les
rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi spéciale
van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage.
De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application
om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. des articles 71 ou 72 de la loi organique.
Van het beroep is kennisgegeven overeenkomstig artikel 76 van de Le recours a été notifié conformément à l'article 76 de la loi
organieke wet bij op 10 augustus 1999 ter post aangetekende brieven. organique, par lettres recommandées à la poste le 10 août 1999.
Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 14 augustus 1999. Moniteur belge du 14 août 1999.
De Vlaamse Regering, Martelaarsplein 19, 1000 Brussel, heeft een Le Gouvernement flamand, place des Martyrs 19, 1000 Bruxelles, a
memorie ingediend bij op 23 september 1999 ter post aangetekende introduit un mémoire par lettre recommandée à la poste le 23 septembre
brief. 1999.
Van die memorie is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de Ce mémoire a été notifié conformément à l'article 89 de la loi
organieke wet bij op 15 oktober 1999 ter post aangetekende brief. organique, par lettre recommandée à la poste le 15 octobre 1999.
De verzoekende partijen hebben een memorie van antwoord ingediend bij Les parties requérantes ont introduit un mémoire en réponse par lettre
op 15 november 1999 ter post aangetekende brief. recommandée à la poste le 15 novembre 1999.
Bij beschikkingen van 30 november 1999 en 31 mei 2000 heeft het Hof de Par ordonnances des 30 novembre 1999 et 31 mai 2000, la Cour a prorogé
termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot
respectievelijk 25 juni 2000 en 25 december 2000. respectivement jusqu'aux 25 juin 2000 et 25 décembre 2000 le délai
dans lequel l'arrêt doit être rendu.
Bij beschikking van 30 mei 2000 heeft het Hof de zaak in gereedheid Par ordonnance du 30 mai 2000, la Cour a déclaré l'affaire en état et
verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 21 juni 2000. fixé l'audience au 21 juin 2000.
Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten Cette ordonnance a été notifiée aux parties ainsi qu'à leurs avocats,
bij op 31 mei 2000 ter post aangetekende brieven. par lettres recommandées à la poste le 31 mai 2000.
Bij beschikking van 20 juni 2000 heeft de voorzitter in functie Par ordonnance du 20 juin 2000, le président en exercice a désigné le
rechter A. Arts aangewezen ter vervanging van rechter-verslaggever H. juge A. Arts en remplacement du juge-rapporteur H. Coremans,
Coremans, wettig verhinderd. légitimement empêché.
Op de openbare terechtzitting van 21 juni 2000 : A l'audience publique du 21 juin 2000 :
- zijn verschenen : - ont comparu :
. Mr. P. Peeters, advocaat bij de balie te Brussel, voor de . Me P. Peeters, avocat au barreau de Bruxelles, pour les parties
verzoekende partijen; requérantes;
. Mr. N. De Clercq loco Mr. B. Staelens, advocaten bij de balie te . Me N. De Clercq loco Me B. Staelens, avocats au barreau de Bruges,
Brugge, voor de Vlaamse Regering; pour le Gouvernement flamand;
- hebben de rechters-verslaggevers A. Arts en L. François verslag - les juges-rapporteurs A. Arts et L. François ont fait rapport;
uitgebracht;
- zijn de voornoemde advocaten gehoord; - les avocats précités ont été entendus;
- is de zaak in beraad genomen. - l'affaire a été mise en délibéré.
De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants
van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour.
III. In rechte III. En droit
- A - - A -
Ten aanzien van de ontvankelijkheid Quant à la recevabilité
A.1. De verzoekende partijen, de provincies Antwerpen en A.1. Les parties requérantes, les provinces d'Anvers et de Flandre
Oost-Vlaanderen, stellen dat zij een persoonlijk belang hebben bij het orientale, déclarent qu'elles ont un intérêt personnel au recours en
annulatieberoep, aangezien het een bepaling betreft die hun annulation, étant donné que celui-ci est dirigé contre une disposition
financiering regelt. Voor het instellen van het beroep werd de qui règle leur financement. Pour l'introduction de ce recours, elles
machtiging verkregen van de respectieve provincieraden. ont obtenu l'autorisation des conseils provinciaux respectifs.
Ten aanzien van het eerste middel Quant au premier moyen
A.2. Het eerste middel is afgeleid uit de schending van de A.2. Le premier moyen est pris de la violation des règles
bevoegdheidverdelende regels tussen de Staat, de gemeenschappen en de répartitrices de compétences entre l'Etat, les communautés et les
gewesten, namelijk van de artikelen 162, eerste lid, en 170, § 3, van régions, à savoir les articles 162, alinéa 1er, et 170, § 3, de la
de Grondwet, doordat de bestreden bepaling de provincies Antwerpen en Constitution, d'une part, en ce que la disposition attaquée oblige les
Oost-Vlaanderen verplicht om een deel van hun inkomsten te betrekken provinces d'Anvers et de Flandre orientale à tirer une partie de leurs
uit provinciale opcentiemen op de onroerende voorheffing, enerzijds, recettes de centimes additionnels provinciaux au précompte immobilier
en doordat die bepaling hen verplicht een deel van hun inkomsten af te et, d'autre part, en ce que cette disposition les oblige à céder une
staan aan het Vlaamse Gewest, anderzijds, terwijl uitsluitend de partie de leurs recettes à la Région flamande alors que le législateur
federale wetgever bevoegd is voor de regeling van de provinciale fiscaliteit. fédéral seul est compétent pour régler la fiscalité provinciale.
In de toelichting bij het middel zetten de verzoekende partijen uiteen Dans l'exposé du moyen, les parties requérantes expliquent que le
dat de federale wetgever krachtens artikel 162, eerste lid, van de législateur fédéral est compétent, en vertu de l'article 162, alinéa 1er,
Grondwet bevoegd is voor de organieke wetgeving van provincies en de la Constitution, en matière de législation organique des provinces
gemeenten en dat uit de formulering van artikel 170, § 3, van de et des communes et qu'il découle de la formulation de l'article 170, §
Grondwet voortvloeit dat inzonderheid de provinciale fiscaliteit aan 3, de la Constitution que la fiscalité provinciale en particulier est
de federale wetgever is voorbehouden. Zij verwijzen naar rechtspraak une matière réservée au législateur fédéral. Les parties requérantes
van het Hof (arresten nrs. 47 en 19/89) waaruit blijkt dat geen enkele bevoegdheidverdelende regel aan de gewesten of de gemeenschappen enige bevoegdheid toekent inzake provinciale fiscaliteit. De provinciale fiscale autonomie houdt naar het oordeel van de verzoekende partijen in dat de provincies belastingen mogen heffen en dat zij de opbrengst van die belastingen vrij mogen besteden binnen het kader van hun bevoegdheden. De bestreden bepaling verplicht de verzoekers om een gedeelte van hun inkomsten te halen uit provinciale opcentiemen op de onroerende voorheffing en om een deel van hun inkomsten over te maken aan het Vlaamse Gewest. De bestreden bepaling zou aldus de aard van de provinciale inkomsten regelen en de provincies beperken in de vrije besteding van hun middelen, hetgeen een inbreuk vormt op de bevoegdheid van de federale wetgever inzake de font référence à la jurisprudence de la Cour (arrêts n° 47 et 19/89) dont il ressort qu'aucune règle répartitrice de compétences n'attribue aux régions ou aux communautés une quelconque compétence en matière de fiscalité provinciale. L'autonomie fiscale provinciale, estiment les parties requérantes, implique que les provinces peuvent lever des impôts et qu'elles peuvent affecter librement le produit de ceux-ci, dans le cadre de leurs compétences. La disposition critiquée contraint les parties requérantes à tirer une partie de leurs revenus de centimes additionnels provinciaux au précompte immobilier et à céder obligatoirement une part de leurs recettes à la Région flamande. La disposition attaquée réglerait ainsi la nature des revenus des
provinciale fiscaliteit. Een dergelijke inbreuk kan volgens de provinces et la libre affectation par celles-ci de leurs moyens, ce
verzoekende partijen niet worden gerechtvaardigd op grond van artikel qui porte atteinte à la compétence du législateur fédéral en matière
10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der de fiscalité provinciale. Selon les parties requérantes, cette
instellingen aangezien de maatregel niet noodzakelijk is voor de atteinte ne saurait se justifier sur la base de l'article 10 de la loi
uitoefening van de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest op het vlak van spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, puisque la
de financiering van de provincies. mesure n'est pas nécessaire à l'exercice de la compétence de la Région
flamande dans le domaine du financement des provinces.
A.3. Volgens de Vlaamse Regering menen de verzoekende partijen ten A.3. Selon le Gouvernement flamand, c'est à tort que les parties
onrechte dat in de bestreden bepaling de provinciale fiscaliteit werd requérantes considèrent que la disposition attaquée règle la fiscalité
geregeld. Door in een vermindering van de dotatie te voorzien werd de provinciale. Par la diminution prévue de la dotation, c'est le
financiering van de provincies geregeld, doch werd geen fiscale regel financement des provinces qui est réglé, mais aucune règle fiscale n'a
uitgevaardigd. Krachtens artikel 6, § 1, VIII, 2°, van de bijzondere été édictée. En vertu de l'article 6, § 1er, VIII, 2°, de la loi
wet van 8 augustus 1980 is de algemene financiering van de provincies spéciale du 8 août 1980, le financement général des provinces est une
een exclusief gewestelijke aangelegenheid. matière exclusivement régionale.
De Vlaamse Regering wijst erop dat het verdelingsmechanisme van het Le Gouvernement flamand souligne que le mécanisme de répartition
decreet van 29 april 1991 betreffende het Vlaams Provinciefonds een contenu dans le décret du 29 avril 1991 relatif au Fonds flamand des
provinces crée un système d'égalité entre les provinces et que c'est
systeem van gelijkheid creëert tussen de provincies en dat omwille van en raison de cette égalité qu'il est désormais prévu une diminution
die gelijkheid thans in een vermindering van de dotaties van de des dotations des provinces requérantes. Les provinces d'Anvers et de
verzoekende provincies wordt voorzien. De provincies Antwerpen en Flandre orientale perçoivent en effet des recettes supplémentaires
Oost-Vlaanderen realiseren immers meeropbrengsten dankzij de grâce à la construction du tunnel sous l'Escaut. Antérieurement à la
oprichting van de tunnel onder de Schelde. Vóór de ontbinding van de coöperatieve vennootschap Intercommunale Maatschappij van de Linker Scheldeoever (c.v. Imalso) dienden beide provincies als vennoot een inbreng te doen gelijk aan de meeropbrengsten. Naar het oordeel van de Vlaamse Regering is er dus in werkelijkheid niets gewijzigd voor de betrokken provincies. De Vlaamse Regering merkt op dat een wijziging van de dotatie door verwijzing naar een fiscale opbrengst niet impliceert dat de regel waarbij de dotatie wordt gedifferentieerd zelf een fiscale regel wordt. « Zo kan een regelgeving inzake studiebeurzen, inzake subsidies of inzake tegemoetkomingen, verwijzen naar een fiscale opbrengst, zonder dat de regelgeving nopens de criteria daardoor een fiscale regelgeving zou worden ». Zij meent derhalve dat het Gewest binnen zijn bevoegdheid kan verwijzen naar een fiscale opbrengst. dissolution de la société coopérative « Société intercommunale de la rive gauche de l'Escaut » (s.c. Imalso), les deux provinces devaient, en tant qu'associés, faire apport d'une somme correspondant au produit supplémentaire obtenu. Le Gouvernement flamand estime qu'en réalité rien n'a donc changé pour les provinces concernées. Le Gouvernement flamand fait observer qu'une modification de la dotation par référence à un produit fiscal ne signifie pas que la règle qui modifie la dotation soit elle-même une règle fiscale. « Ainsi, une réglementation en matière de bourses d'études, de subventions ou d'allocations peut faire référence à un produit fiscal sans que la réglementation concernant les critères devienne de ce fait une réglementation fiscale ». Il estime dès lors que la Région peut, à l'intérieur de ses compétences, faire référence à un produit fiscal.
A.4. De verzoekende partijen repliceren dat de ontbinding van de c.v. A.4. Les parties requérantes répliquent que la dissolution de la s.c.
Imalso en de overdracht van de taken, de goederen en het personeel Imalso et le transfert des missions, des biens et du personnel de
celle-ci à la Région flamande ont créé une situation totalement neuve.
naar het Vlaamse Gewest een geheel nieuwe situatie doen ontstaan. Auparavant, les deux provinces détenaient des parts dans la s.c.
Voorheen participeerden de beide provincies in de c.v. Imalso en Imalso et pouvaient intervenir dans sa gestion. Dès lors que la Région
hadden zij inspraak in het beheer. Nu uitsluitend het Vlaamse Gewest flamande assume seule la responsabilité des anciennes « missions
verantwoordelijk is voor de voormalige « Imalso-taken », kunnen zij Imalso », les deux provinces ne peuvent plus être censées contribuer
niet meer worden geacht bij te dragen in de kosten ervan. aux frais résultant de ces missions.
Volgens de verzoekende partijen verplicht het Vlaamse Gewest hen - op Selon les parties requérantes, la Région flamande les oblige sous
straffe van vermindering van hun aandeel in de dotatie van het peine de réduction de leur part dans la dotation du Fonds des
Provinciefonds - om opcentiemen te heffen op de onroerende goederen en provinces à percevoir des centimes additionnels sur les biens
hun meeropbrengst uit de opcentiemen op de onroerende voorheffing immobiliers et à lui céder le produit supplémentaire des centimes
geheven op bepaalde goederen door te storten aan het Vlaamse Gewest. additionnels au précompte immobilier levé sur certains biens. Elles
Zij blijven bij hun standpunt dat dit een inbreuk vormt op de maintiennent leur point de vue selon lequel ceci constitue une
provinciale (fiscale) autonomie en op de bevoegdheidverdelende regels. violation de l'autonomie (fiscale) provinciale et des règles
Ten aanzien van het tweede middel
A.5. Het tweede middel is afgeleid uit de schending van de artikelen répartitrices de compétences. Quant au deuxième moyen
10 en 11 van de Grondwet doordat de bestreden bepaling een ongelijke A.5. Le deuxième moyen est pris de la violation des articles 10 et 11
behandeling invoert van de verzoekende partijen ten opzichte van de drie andere Vlaamse provincies. Zij legt immers een last op aan de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen, in strijd met de algemene toewijzingsregelen van het Provinciefonds die op objectieve criteria zijn gebaseerd. Zij voeren aan dat de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen weliswaar, in tegenstelling tot de drie andere Vlaamse provincies, aandeelhouder waren in de c.v. Imalso, doch dat criterium zou niet langer pertinent zijn nu de voornoemde vennootschap is ontbonden en haar taken en goederen van rechtswege zijn overgegaan naar het Vlaamse de la Constitution, en ce que la disposition attaquée instaure un traitement inégal des parties requérantes par rapport aux trois autres provinces flamandes. En effet, la disposition en cause impose une charge aux provinces d'Anvers et de Flandre orientale, en contradiction avec les règles générales d'attribution du Fonds des provinces qui sont basées sur des critères objectifs. Les parties requérantes allèguent que les provinces d'Anvers et de Flandre orientale, contrairement aux trois autres provinces flamandes, étaient effectivement détentrices de parts dans la s.c. Imalso mais que ce critère n'est plus pertinent, étant donné que cette société a été dissoute et que ses missions et ses biens ont été transférés de
Gewest. Er zou daardoor geen enkele rechtsgrond meer bestaan die de plein droit à la Région flamande. Il n'existerait dès lors plus aucun
provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen verplicht om in de fondement juridique qui obligerait les provinces d'Anvers et de
financiering van de bedoelde taken bij te dragen. Flandre orientale à contribuer au financement des missions en cause.
De in de parlementaire voorbereiding vermelde doelstellingen van « Les parties requérantes estiment que l'objectif de « simplification »
vereenvoudiging » of « vermijden van bureaucratie » kunnen naar het et celui d' » éviter la bureaucratie », mentionnés dans les travaux
oordeel van de verzoekende partijen niet rechtvaardigen dat het préparatoires, ne sauraient justifier que la Région flamande impose à
Vlaamse Gewest aan bepaalde provincies een verplichte uitgave oplegt certaines provinces une dépense obligatoire en vue du financement de
ter financiering van taken die van rechtswege aan het Vlaamse Gewest missions qui relèvent de plein droit de la Région flamande. Elles font
toekomen. Zij wijzen erop dat uit de tekst zelf van de bestreden observer que le texte même de la disposition attaquée montre que les
bepaling blijkt dat de aangehaalde doelstellingen niet de werkelijke buts invoqués ne constituent pas les objectifs réels du législateur
doelstellingen van de decreetgever zijn. « De bestreden bepaling décrétal. « La disposition attaquée prévoit en effet la possibilité,
voorziet immers in de mogelijkheid dat de provincies eerst de pour les provinces, de verser d'abord les recettes supplémentaires à
meeropbrengst storten aan het Vlaams Gewest en vervolgens hun laatste la Région flamande et de se voir payer ensuite la totalité de la
kwartaalvoorschot uit het Provinciefonds volledig krijgen uitbetaald. dernière avance trimestrielle provenant du Fonds des provinces. Dans
In dat geval wordt de beoogde vereenvoudiging niet gerealiseerd. » ce cas, la simplification visée n'est pas réalisée. »
A.6. De Vlaamse Regering betwist dat de bestreden bepaling in strijd A.6. Le Gouvernement flamand conteste que la disposition attaquée soit
is met het gelijkheidsbeginsel. contraire au principe d'égalité.
De bepaling strekt ertoe een bepaalde opbrengst in mindering te La disposition en cause vise à déduire une recette déterminée. Le
brengen. Naar het oordeel van de Vlaamse Regering is het criterium van Gouvernement flamand estime que le critère de distinction est objectif
onderscheid objectief - er kan precies worden aangetoond wat de hoogte il peut être prouvé précisément quelle est la hauteur de la recette à
is van de in mindering te brengen opbrengst - en pertinent. De déduire et pertinent. La thèse selon laquelle l'objectif du
stelling dat de doelstelling van de decreetgever geen rekening zou législateur décrétal ne tiendrait pas compte de la circonstance qu'il
houden met de omstandigheid dat er thans geen rechtsgrond meer zou n'existe désormais plus de fondement juridique pour pourvoir au
bestaan om te voorzien in de financiering van de taken die voordien financement des missions qui étaient auparavant celles de la s.c.
door de c.v. Imalso werden verricht, zou niet dienend zijn. De Imalso ne serait pas pertinente. Le législateur décrétal entendait ne
decreetgever had de bedoeling de meeropbrengsten van de onroerende pas laisser bénéficier les deux provinces des recettes supplémentaires
voorheffing, verkregen ten gevolge van de werken gefinancierd met du précompte immobilier obtenues à la suite de travaux financés au
publieke fondsen, niet ten goede te laten komen aan de twee moyen de deniers publics. C'est pourquoi le législateur décrétal a
provincies. Daarom heeft de decreetgever voorzien in een vermindering prévu une diminution de la dotation à concurrence de ces recettes
van de dotatie, ten belope van die meeropbrengsten. De betwiste regel supplémentaires. La règle contestée fournit elle-même le fondement
biedt daartoe zelf de rechtsgrond. juridique à cette fin.
De Vlaamse Regering herhaalt dat er in werkelijkheid niets is Le Gouvernement flamand répète que rien n'a changé en réalité par
gewijzigd ten aanzien van de vroegere situatie - vóór de ontbinding rapport à la situation antérieure - avant la dissolution de la s.c.
van de c.v. Imalso - die door de verzoekende partijen nooit als Imalso -, que les parties requérantes n'ont jamais dénoncée ou
discriminatoir is omschreven of ervaren. ressentie comme étant discriminatoire.
Naar het oordeel van de Vlaamse Regering behoort het tot de Le Gouvernement flamand estime qu'il relève de la liberté politique du
beleidsvrijheid van de decreetgever om bij de regelgeving inzake de législateur décrétal de tenir compte des recettes dont bénéficient
dotatie rekening te houden met inkomsten die bepaalde provincies certaines provinces lorsqu'il fixe les règles en matière de dotation,
genieten, a fortiori wanneer de werken die tot die inkomsten hebben geleid niet met provinciale fondsen werden gefinancierd maar met fondsen van de Belgische Staat, in zijn rechten ter zake opgevolgd door het Vlaamse Gewest. A.7. De verzoekende partijen repliceren dat het Vlaamse Gewest niet aantoont welke de rechtvaardiging is voor de bestreden bepaling, die afwijkt van de objectieve, niet-discriminerende criteria die de decreetgever heeft vastgesteld voor de verdeling van de dotaties uit het Provinciefonds over de vijf Vlaamse provincies. Die rechtvaardiging kan naar hun oordeel niet bestaan in de omstandigheid dat de Scheldetunnel een project is van algemeen belang, zodat het Gewest gemachtigd zou zijn de provinciale meeropbrengsten op te eisen. Het Vlaamse Gewest heeft immers in verscheidene provincies projecten van algemeen belang gerealiseerd, die voor de betreffende provincie inkomsten opleveren. Daartoe behoren onder meer alle infrastructuurwerken uitgevoerd door of voor rekening van het Vlaamse Gewest (autosnelwegen, kanalen, enz.) die tot gevolg hebben dat bepaalde gebieden worden ontsloten zodat de provincie bijkomende inkomsten kan realiseren via de opcentiemen op de onroerende voorheffing. De verzoekende partijen sluiten niet uit dat de impact van gewestelijke infrastructuurwerken op de provinciale inkomsten een objectief criterium kan zijn bij de toekenning van de dotaties aan de provincies, doch op voorwaarde dat dit criterium wordt toegepast voor alle provincies en voor alle projecten. In dit geval wordt echter de gewestelijke financiering van twee provincies verminderd voor één project, te weten de Scheldetunnel. Daardoor worden de verzoekende partijen anders behandeld dan de andere Vlaamse provincies, zonder dat dit gesteund is op een objectief en pertinent criterium. Minstens zou de maatregel disproportioneel zijn ten aanzien van het doel dat zij beweert te dienen. a fortiori lorsque les travaux qui sont à l'origine de ces recettes n'ont pas été financés au moyen de fonds provinciaux mais avec des fonds de l'Etat belge, auquel a succédé en droit la Région flamande. A.7. Les parties requérantes répliquent que la Région flamande ne dit pas ce qui justifierait que la disposition attaquée déroge aux critères objectifs, non discriminatoires, que le législateur décrétal a fixés en vue de la répartition des dotations du Fonds des provinces entre les cinq provinces flamandes. Cette justification ne peut, selon elles, consister dans la circonstance que le tunnel sous l'Escaut est un projet d'intérêt général, de sorte que la Région serait habilitée à exiger les recettes provinciales supplémentaires. En effet, la Région flamande a réalisé dans différentes provinces des projets d'intérêt général qui procurent des recettes aux provinces concernées. Il en est notamment ainsi de tous les travaux d'infrastructure réalisés par ou pour le compte de la Région flamande (autoroutes, canaux, etc.), qui ont pour résultat de désenclaver certaines zones, de sorte que la province peut réaliser des recettes supplémentaires par le biais des centimes additionnels au précompte immobilier. Les parties requérantes n'excluent pas que l'incidence des travaux d'infrastructure régionaux sur les recettes provinciales puisse constituer un critère objectif pour l'octroi des dotations aux provinces, mais à la condition que ce critère soit appliqué à toutes les provinces et pour tous les projets. Or, dans le cas d'espèce, le financement régional de deux provinces est réduit en raison d'un seul projet, à savoir le tunnel sous l'Escaut. Les parties requérantes sont ainsi traitées différemment des autres provinces flamandes, sans que ceci repose sur un critère objectif et pertinent. La mesure serait à tout le moins disproportionnée à l'objectif qu'elle prétend servir.
- B - - B -
B.1. De provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen vorderen de B.1. Les provinces d'Anvers et de Flandre orientale demandent
vernietiging van artikel 26 van het decreet van 19 december 1998 l'annulation de l'article 26 du décret du 19 décembre 1998 contenant
houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1999, dat luidt : diverses mesures d'accompagnement du budget 1999, qui dispose :
« § 1. De Vlaamse regering wordt ertoe gemachtigd om jaarlijks het «

Art. 26.§ 1er. Le Gouvernement flamand est autorisé à diminuer,

aandeel van de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen bij de betaling chaque année à l'occasion du paiement de la dernière avance
van het laatste kwartaalvoorschot van het Provinciefonds te trimestrielle du ` Vlaams Provinciefonds ', les quotes-parts
verminderen met respectievelijk 32 206 000 frank voor de provincie attribuées aux provinces d'Anvers et de Flandre orientale de
Antwerpen en 1 305 000 frank voor de provincie Oost-Vlaanderen. Deze 32.206.000 francs pour la province d'Anvers et de 1.305.000 francs
vermindering kan slechts gebeuren voorzover respectievelijk de pour la province de Flandre orientale. Cette réduction ne peut être
appliquée que dans la mesure où la province d'Anvers et/ou la province
provincie Antwerpen en/of de provincie Oost-Vlaanderen de de Flandre orientale n'ont pas versé à la Région flamande, à la date
meeropbrengst van de opcentiemen van het voorbije jaar op de de paiement de la dernière avance trimestrielle du ` Vlaams
onroerende goederen, omschreven in de wet van 8 mei 1929 met Provinciefonds ', le produit supplémentaire des centimes additionnels
betrekking tot het aanleggen van een tunnel onder de Schelde te de l'année passée pour les biens immeubles définis par la loi du 8 mai
Antwerpen en de inrichting der gronden op de Linkeroever, niet aan het 1929 relative à la construction d'un tunnel sous l'Escaut, à Anvers,
Vlaamse Gewest zou hebben overgemaakt, op datum van de betaling van et à l'aménagement de la rive gauche. L'abandon du produit
het laatste kwartaalvoorschot van het Provinciefonds. De afstand van supplémentaire est limité à 32.206.000 francs pour la province
de meeropbrengst wordt beperkt tot 32 206 000 frank voor de provincie d'Anvers et de 1.305.000 francs pour la province de Flandre orientale.
Antwerpen en tot 1 305 000 frank voor de provincie Oost-Vlaanderen.
§ 2. Het bedrag van 32 206 000 frank en 1 305 000 frank wordt met § 2. Les montants de 32.206.000 francs et de 1.305.000 francs sont
ingang van het begrotingsjaar 2000 jaarlijks aangepast, conform de ajustés annuellement, à partir de l'année budgétaire 2000, en fonction
jaarlijkse aanpassing van het Provinciefonds. » de l'ajustement annuel du ` Vlaams Provinciefonds ' ».
B.2. Het eerste middel is afgeleid uit een schending van de artikelen B.2. Le premier moyen est pris de la violation des articles 162,
162, eerste lid, en 170, § 3, van de Grondwet, doordat de bestreden alinéa 1er, et 170, § 3, de la Constitution, en ce que la disposition
bepaling de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen zou verplichten om attaquée obligerait les provinces d'Anvers et de Flandre orientale,
een deel van hun inkomsten te betrekken uit opcentiemen op de d'une part, à tirer une partie de leurs recettes de centimes
onroerende voorheffing, enerzijds, en een deel van hun inkomsten af te additionnels au précompte immobilier et, d'autre part, à céder une
staan aan het Vlaamse Gewest, anderzijds, terwijl uitsluitend de partie de leurs recettes à la Région flamande, alors que seul le
federale wetgever bevoegd is voor de regeling van de provinciale législateur fédéral est compétent pour régler la fiscalité
fiscaliteit. provinciale.
B.3. Krachtens artikel 6, § 1, VIII, 2°, van de bijzondere wet van 8 B.3. En vertu de l'article 6, § 1er, VIII, 2°, de la loi spéciale du 8
augustus 1980 tot hervorming der instellingen zijn de gewesten bevoegd août 1980 de réformes institutionnelles, les régions sont compétentes
voor de algemene financiering van de provincies. pour le financement général des provinces.
Het Vlaamse Gewest heeft die bevoegdheid uitgeoefend bij decreet van La Région flamande a exercé cette compétence en adoptant le décret du
29 april 1991 betreffende het Vlaams Provinciefonds. Op de begroting 29 avril 1991 relatif au Fonds flamand des provinces. Une dotation est
van het Vlaamse Gewest wordt jaarlijks een dotatie uitgetrokken voor inscrite chaque année au budget de la Région flamande pour le Fonds
het Vlaams Provinciefonds. Die dotatie wordt verdeeld onder de vijf flamand des provinces. Cette dotation est répartie entre les cinq
Vlaamse provincies, deels in gelijke delen, deels op basis van provinces flamandes, partiellement en parts égales et partiellement
volgende criteria : het bevolkingscijfer, de oppervlakte, de sur la base des critères suivants : le nombre d'habitants, la
bevolkingsdichtheid, de actieve bevolking en de opbrengst van de superficie, la densité de population, la population active et le
grondbelasting van de provincies. rendement de l'impôt foncier des provinces.
De betaling van de dotatie uit het Provinciefonds gebeurt bij wijze Le paiement de la dotation du Fonds des provinces s'opère par le
van kwartaalvoorschotten. Tijdens de eerste maand van elk kwartaal versement d'avances trimestrielles. Dans le courant du premier mois de
wordt aan iedere provincie een voorschot uitbetaald gelijk aan één chaque trimestre, il est accordé à chaque province une avance égale au
vierde van het aandeel van die provincie in de dotatie van het laatste quart de sa quote-part dans la dotation de la dernière année pour
jaar waarvoor de Vlaamse Regering de verdeling heeft bepaald. Bij een laquelle le Gouvernement flamand a fixé la répartition. Lors de la
volgende vaststelling van de dotatie, wordt het eventuele teveel fixation ultérieure de la dotation, le trop-perçu éventuel est débité
gedebiteerd van de rekening van de betrokken provincie. B.4. De bestreden bepaling machtigt de Vlaamse Regering om het laatste kwartaalvoorschot van de dotatie uit het Provinciefonds aan de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen met een bepaald bedrag te verminderen. Zij betreft derhalve de financiering van de provincies. Aan die vaststelling wordt geen afbreuk gedaan door de verwijzing naar de opbrengst van de opcentiemen op de onroerende voorheffing verschuldigd op bepaalde onroerende goederen. In tegenstelling tot wat de verzoekende partijen beweren, houdt de bestreden bepaling geen verplichting in om een deel van hun inkomsten te betrekken uit provinciale opcentiemen op de onroerende voorheffing noch om een deel van hun inkomsten af te staan aan het Vlaamse Gewest, doch beperkt zij zich tot het in rekening brengen, met het oog op de vaststelling van de dotatie uit het Provinciefonds, van bepaalde inkomsten die door de du compte de la province concernée. B.4. La disposition attaquée autorise le Gouvernement flamand à diminuer d'un montant déterminé la dernière avance trimestrielle de la dotation du Fonds des provinces accordée aux provinces d'Anvers et de Flandre orientale. Cette disposition concerne par conséquent le financement des provinces. Ne change rien à cette constatation, la circonstance qu'il est fait référence au produit des centimes additionnels au précompte immobilier dû sur certains biens immobiliers. Contrairement à ce que soutiennent les parties requérantes, la disposition litigieuse ne leur impose aucune obligation de tirer une partie de leurs revenus de centimes additionnels provinciaux au précompte immobilier ni de céder une partie de leurs recettes à la Région flamande, mais elle se borne à prendre en compte, en vue de fixer la dotation du Fonds des provinces, certaines recettes que les provinces concernées tirent des centimes
bedoelde provincies uit opcentiemen worden betrokken. Aldus raakt die additionnels. Cette réglementation ne touche donc pas à la compétence
regeling niet aan de bevoegdheid van de federale wetgever bedoeld in du législateur fédéral visée aux articles 162, alinéa 1er, et 170, §
de artikelen 162, eerste lid, en 170, § 3, van de Grondwet. 3, de la Constitution.
B.5. Het eerste middel is niet gegrond. B.5. Le premier moyen n'est pas fondé.
B.6. Het tweede middel is afgeleid uit een schending van de artikelen
10 en 11 van de Grondwet doordat de bestreden bepaling een ongelijke B.6. Le second moyen est pris de la violation des articles 10 et 11 de
la Constitution en ce que la disposition attaquée instaurerait un
behandeling zou invoeren van de verzoekende partijen ten opzichte van traitement inégal des parties requérantes par rapport aux trois autres
de drie andere Vlaamse provincies. provinces flamandes.
B.7. Het komt de decreetgever toe om, in de uitoefening van zijn B.7. C'est au législateur décrétal qu'il appartient, dans l'exercice
bevoegdheid voor de financiering van de provincies, de criteria en de sa compétence pour le financement des provinces, de fixer et de
gegevens vast te stellen en aan te wijzen voor de berekening van de désigner les critères et les éléments devant servir au calcul de la
dotatie aan elke provincie. Het Hof dient erover te waken dat de dotation de chaque province. La Cour doit veiller à ce que le
decreetgever daarbij de beginselen van gelijkheid en législateur décrétal respecte, à cet égard, les principes d'égalité et
niet-discriminatie in acht neemt. De decreetgever beschikt ter zake de non-discrimination. Le législateur décrétal dispose en ce domaine
over een ruime beoordelingsmarge. Het Hof kan een verschil in d'une large marge d'appréciation. La Cour peut seulement considérer
behandeling slechts ongrondwettig bevinden wanneer daarvoor geen qu'une différence de traitement est inconstitutionnelle lorsqu'elle
redelijke verantwoording bestaat. n'est pas susceptible de justification raisonnable.
B.8. Beide verzoekende provincies waren aandeelhouders van de B.8. Les deux provinces requérantes étaient détentrices de parts de la
Intercommunale Maatschappij van de Linker Scheldeoever (Imalso), op 9 Société intercommunale de la rive gauche de l'Escaut (Imalso),
maart 1929 opgericht als een burgerlijke vennootschap die de constituée le 9 mars 1929 en tant que société civile ayant adopté la
rechtsvorm van een coöperatieve vennootschap heeft aangenomen. De forme de la société coopérative. La création de Imalso a été confirmée
oprichting van Imalso werd bekrachtigd bij wet van 8 mei 1929. De par la loi du 8 mai 1929. Aux termes de l'article 2 de ses statuts, la
vennootschap had naar luid van artikel 2 van de statuten als doel « société avait pour objet « l'établissement, l'entretien et
het aanleggen, het onderhouden en het uitbaten van eene tunnel onder l'exploitation du tunnel sous l'Escaut, au droit d'Anvers, ainsi que
de Schelde, rechtover Antwerpen, alsmede het productief en ten gelde
maken van de gronden van den linker Scheldeoever en de uitvoering van la mise en valeur et la réalisation des terrains de la rive gauche de
al de werken welke dit productief en ten gelde maken zouden kunnen l'Escaut et l'exécution de tous les travaux que cette mise en valeur
omvatten ». et cette réalisation pourraient comporter ».
Du fait des travaux financés avec des fonds publics, un certain nombre
Door de met overheidsgeld gefinancierde werken steeg een aantal de biens immobiliers ont vu croître fortement leur valeur. Les
onroerende goederen sterk in waarde. De aandeelhouders kwamen overeen détenteurs de parts convinrent de faire apport à la société des
om de meeropbrengsten ten gevolge van die stijging in de vennootschap recettes supplémentaires résultant de cette hausse. En ce qui concerne
in te brengen. Voor de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen les provinces d'Anvers et de Flandre orientale, ces recettes
bestonden die meeropbrengsten uit de stijging van het resultaat van de supplémentaires résultaient de l'accroissement du produit de l'impôt
grondbelasting en de opcentiemen op bepaalde onroerende goederen. foncier et des centimes additionnels sur certains biens immobiliers.
Volgens artikel 4 van de statuten werd Imalso opgericht voor een duur Selon l'article 4 de ses statuts, Imalso a été constituée pour une
van 70 jaar. Bijgevolg werd Imalso van rechtswege ontbonden door het verstrijken van de duur in 1999. Artikel 34 van het decreet van 19 december 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1999 heeft de voornoemde wet van 8 mei 1929 opgeheven. De uitvoering van de opdrachten van Imalso en de rechten, verplichtingen en goederen van de maatschappij werden overgedragen aan het Vlaamse Gewest, namelijk aan de nieuw opgerichte « dienst met afzonderlijk beheer LSO = Linkerscheldeoever ». B.9. Door de ontbinding van de coöperatieve vennootschap Imalso verdween de verplichting om de meeropbrengsten, ten gevolge van de waardevermeerdering van de gronden, over te dragen aan de beheerder van de tunnel. De decreetgever vermocht redelijkerwijze van oordeel te zijn dat die meeropbrengsten de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen in een financiële situatie hebben geplaatst die een aanpassing van hun dotatie uit het Provinciefonds kon verantwoorden. B.10. Het tweede middel is niet gegrond. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 13 juli 2000. De griffier, De voorzitter, durée de 70 ans. La société a par conséquent été dissoute de plein droit à l'échéance, en 1999. L'article 34 du décret du 19 décembre 1998 contenant diverses mesures d'accompagnement du budget 1999 a abrogé la loi précitée du 8 mai 1929. L'exécution des missions de Imalso et les droits, obligations et biens de la société ont été transférés à la Région flamande, à savoir au service à gestion séparée, nouvellement créé, « Linker Scheldeoever - LSO ». B.9. Du fait de la dissolution de la société coopérative Imalso, l'obligation de céder au gestionnaire du tunnel les recettes supplémentaires résultant de la plus-value des terrains disparaissait. Le législateur décrétal pouvait raisonnablement considérer que ces recettes supplémentaires ont placé les provinces d'Anvers et de Flandre orientale dans une situation financière qui pouvait justifier une adaptation de la dotation qu'elles reçoivent du Fonds des provinces. B.10. Le deuxième moyen n'est pas fondé. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi prononcé en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 13 juillet 2000. Le greffier, Le président,
L. Potoms. G. De Baets. L. Potoms. G. De Baets.
^