← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a.
Bij arrest nr. 84.069 van 14 december 1999 in zake de v.z.w. Action et Liberté tegen de Belgische Staat,
waarvan de expeditie ter griffie van h « 1. Schendt artikel 10, 2°, van de wet
van 12 december 1997 tot bekrachtiging van de koninklijke b(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a. Bij arrest nr. 84.069 van 14 december 1999 in zake de v.z.w. Action et Liberté tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van h « 1. Schendt artikel 10, 2°, van de wet van 12 december 1997 tot bekrachtiging van de koninklijke b(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage a. Par arrêt n° 84.069 du 14 décembre 1999 en cause de l'a.s.b.l. Action et Liberté contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la C « 1. L'article 10, 2°, de la loi du 12 décembre 1997 portant confirmation des arrêtés royaux pris e(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 op het Arbitragehof | sur la Cour d'arbitrage |
a. Bij arrest nr. 84.069 van 14 december 1999 in zake de v.z.w. Action | a. Par arrêt n° 84.069 du 14 décembre 1999 en cause de l'a.s.b.l. |
et Liberté tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie | Action et Liberté contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue |
van het Arbitragehof is ingekomen op 28 december 1999, heeft de Raad | au greffe de la Cour d'arbitrage le 28 décembre 1999, le Conseil |
van State de volgende prejudiciële vragen gesteld : | d'Etat a posé les questions préjudicielles suivantes : |
« 1. Schendt artikel 10, 2°, van de wet van 12 december 1997 tot | « 1. L'article 10, 2°, de la loi du 12 décembre 1997 portant |
bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van | confirmation des arrêtés royaux pris en application de la loi du 26 |
de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire | juillet 1996 visant à réaliser les conditions budgétaires de la |
voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en | participation de la Belgique à l'Union économique et monétaire |
Monetaire Unie, en van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van | européenne, et de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de |
de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de | la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des |
wettelijke pensioenstelsels, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in | pensions, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce |
zoverre het het beroep dat de verzoekende partij bij de Raad van State | qu'il rend inopérant le recours introduit par le requérant devant le |
heeft ingesteld tegen het koninklijk besluit van 24 juli 1997 | Conseil d'Etat contre l'arrêté royal du 24 juillet 1997 relatif à la |
betreffende het in disponibiliteit stellen van bepaalde militairen van | procédure de mise en disponibilité de certains militaires du cadre |
het actief kader van de krijgsmacht, met toepassing van artikel 3, § | actif des forces armées, en application de l'article 3, § 1er, 1°, de |
1, 1°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de | la loi du 26 juillet 1996 visant à réaliser les conditions budgétaires |
budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese | |
Economische en Monetaire Unie, onwerkzaam maakt en de verzoekende | de la participation de la Belgique à l'Union économique et monétaire |
partij een rechterlijke garantie ontzegt die alle andere burgers | européenne et prive la requérante d'une garantie juridictionnelle, |
genieten, waardoor een ongelijke behandeling in het leven wordt | dont jouissent tous les autres citoyens, créant une différence de |
geroepen ten aanzien waarvan men zich behoort af te vragen of die | traitement dont il convient de se demander si elle est objectivement |
objectief gerechtvaardigd is ? | justifiée ? 2. Dans la mesure où il n'a pas été annulé par l'arrêt n° 68/99 du 17 |
2. Schendt artikel 10, 2°, van de wet van 12 december 1997 tot | juin 1999, l'article 10, 2°, de la loi du 12 décembre 1997 portant |
bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van | confirmation des arrêtés royaux pris en application de la loi du 26 |
de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire | juillet 1996 visant à réaliser les conditions budgétaires de la |
voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en | participation de la Belgique à l'Union économique et monétaire |
Monetaire Unie, en van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van | européenne, et de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de |
de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de | la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des |
wettelijke pensioenstelsels, voor zover het niet vernietigd is bij | |
arrest nr. 68/99 van 17 juni 1999, de artikelen 10 en 11 van de | pensions, méconnaît-il les articles 10 et 11 de la Constitution lus en |
Grondwet juncto artikel 182 ervan in zoverre het het koninklijk | combinaison avec son article 182, en tant qu'il confirme l'arrêté |
besluit van 24 juli 1997 betreffende het in disponibiliteit stellen | royal du 24 juillet 1997 relatif à la mise en disponibilité de |
van bepaalde militairen van het actief kader van de krijgsmacht, met | certains militaires du cadre actif des forces armées, en application |
toepassing van artikel 3, § 1, 1°, van de wet van 26 juli 1996 | de l'article 3, § 1er, 1°, de la loi du 26 juillet 1996 visant à |
strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname | réaliser les conditions budgétaires de la participation de la Belgique |
van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie bekrachtigt, | à l'Union économique et monétaire européenne, dès lors que le Roi ne |
doordat de Koning uit de bijzondere-machtenwet geen bevoegdheid kon | trouvait pas dans la loi de pouvoirs spéciaux la compétence de régler |
putten om een materie te regelen die de grondwetgever uitsluitend in handen van de wetgever heeft gelegd ? » | une matière constitutionnellement réservée au législateur ? » |
b. Bij arrest nr. 84.071 van 14 december 1999 in zake de v.z.w. Action | b. Par arrêt n° 84.071 du 14 décembre 1999 en cause de l'a.s.b.l. |
et Liberté tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie | Action et Liberté contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue |
van het Arbitragehof is ingekomen op 28 december 1999, heeft de Raad | au greffe de la Cour d'arbitrage le 28 décembre 1999, le Conseil |
van State de volgende prejudiciële vragen gesteld : | d'Etat a posé les questions préjudicielles suivantes : |
« 1. Schendt artikel 10, 3°, van de wet van 12 december 1997 tot | « 1. L'article 10, 3°, de la loi du 12 décembre 1997 portant |
bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van | confirmation des arrêtés royaux pris en application de la loi du 26 |
de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire | juillet 1996 visant à réaliser les conditions budgétaires de la |
voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en | participation de la Belgique à l'Union économique et monétaire |
Monetaire Unie, en van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van | européenne, et de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de |
de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de | la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des |
wettelijke pensioenstelsels, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in | pensions, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce |
zoverre het het beroep dat de verzoekende partij bij de Raad van State | qu'il rend inopérant le recours introduit par le requérant devant le |
heeft ingesteld tegen het koninklijk besluit van 24 juli 1997 | Conseil d'Etat contre l'arrêté royal du 24 juillet 1997 relatif à |
betreffende de personeelsenveloppe van militairen, met toepassing van | l'enveloppe en personnel militaire, en application de l'article 3, § 1er, |
artikel 3, § 1, 1°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot | 1°, de la loi du 26 juillet 1996 visant à réaliser les conditions |
realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan | |
de Europese Economische en Monetaire Unie, onwerkzaam maakt en de | budgétaires de la participation de la Belgique à l'Union économique et |
verzoekende partij een rechterlijke garantie ontzegt die alle andere | monétaire européenne et prive la requérante d'une garantie |
burgers genieten, waardoor een ongelijke behandeling in het leven | juridictionnelle, dont jouissent tous les autres citoyens, créant une |
wordt geroepen ten aanzien waarvan men zich behoort af te vragen of | différence de traitement dont il convient de se demander si elle est |
die objectief gerechtvaardigd is ? | objectivement justifiée ? |
2. Schendt artikel 10, 3°, van de wet van 12 december 1997 tot | 2. L'article 10, 3°, de la loi du 12 décembre 1997 portant |
bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van | confirmation des arrêtés royaux pris en application de la loi du 26 |
de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire | juillet 1996 visant à réaliser les conditions budgétaires de la |
voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en | participation de la Belgique à l'Union économique et monétaire |
Monetaire Unie, en van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van | européenne, et de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de |
de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de | la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des |
wettelijke pensioenstelsels, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet | pensions méconnaît-il les articles 10 et 11 de la Constitution lus en |
juncto artikel 182 ervan in zoverre het het koninklijk besluit van 24 | combinaison avec son article 182, dans la mesure où il confirme |
juli 1997 betreffende de personeelsenveloppe van militairen, met | l'arrêté royal du 24 juillet 1997 relatif à l'enveloppe en personnel |
toepassing van artikel 3, § 1, 1°, van de wet van 26 juli 1996 | militaire, en application de l'article 3, § 1er, 1°, de la loi du 26 |
strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname | juillet 1996 visant à réaliser les conditions budgétaires de la |
van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie bekrachtigt, | participation de la Belgique à l'Union économique et monétaire |
doordat de Koning uit de bijzondere-machtenwet geen bevoegdheid kon | européenne, dès lors que le Roi ne trouvait pas dans la loi de |
putten om een materie te regelen die de grondwetgever uitsluitend in | pouvoirs spéciaux la compétence de régler une matière |
handen van de wetgever heeft gelegd ? » | constitutionnellement réservée au législateur ? » |
c. Bij arrest nr. 84.070 van 14 december 1999 in zake de v.z.w. Action | c. Par arrêt n° 84.070 du 14 décembre 1999 en cause de l'a.s.b.l. |
et Liberté tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie | Action et Liberté contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue |
van het Arbitragehof is ingekomen op 28 december 1999, heeft de Raad | au greffe de la Cour d'arbitrage le 28 décembre 1999, le Conseil |
van State de volgende prejudiciële vragen gesteld : | d'Etat a posé les questions préjudicielles suivantes : |
« 1. Schendt artikel 10, 1°, van de wet van 12 december 1997 tot | « 1. L'article 10, 1°, de la loi du 12 décembre 1997 portant |
bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van | confirmation des arrêtés royaux pris en application de la loi du 26 |
de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire | juillet 1996 visant à réaliser les conditions budgétaires de la |
voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en | participation de la Belgique à l'Union économique et monétaire |
Monetaire Unie, en van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van | européenne, et de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de |
de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de | la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des |
wettelijke pensioenstelsels, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in | pensions, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce |
zoverre het het beroep dat de verzoekende partij bij de Raad van State | qu'il rend inopérant le recours introduit par le requérant devant le |
heeft ingesteld tegen het koninklijk besluit van 24 juli 1997 tot | Conseil d'Etat contre l'arrêté royal du 24 juillet 1997 instaurant le |
instelling van de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek en | régime volontaire de travail de la semaine de quatre jours et le |
de regeling van de halftijdse vervroegde uitstap voor sommige | régime du départ anticipé à mi-temps pour certains militaires et |
militairen en tot wijziging van het statuut van de militairen met het | modifiant le statut des militaires en vue d'instaurer le retrait |
oog op de instelling van de tijdelijke ambtsontheffing wegens | temporaire d'emploi par interruption de carrière, en application de |
loopbaanonderbreking, met toepassing van artikel 3, § 1, 1°, van de | |
wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire | l'article 3, § 1er, 1°, de la loi du 26 juillet 1996 visant à réaliser |
voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en | les conditions budgétaires de la participation de la Belgique à |
Monetaire Unie, onwerkzaam maakt en de verzoekende partij een | l'Union économique et monétaire européenne et prive la requérante |
rechterlijke garantie ontzegt die alle andere burgers genieten, | d'une garantie juridictionnelle, dont jouissent tous les autres |
waardoor een ongelijke behandeling in het leven wordt geroepen ten | citoyens, créant une différence de traitement dont il convient de se |
aanzien waarvan men zich behoort af te vragen of die objectief gerechtvaardigd is ? | demander si elle est objectivement justifiée ? 2. Dans la mesure où il n'a pas été annulé par l'arrêt n° 52/99 du 26 |
2. Schendt artikel 10, 1°, van de wet van 12 december 1997 tot | mai 1999, l'article 10, 1°, de la loi du 12 décembre 1997 portant |
bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van | confirmation des arrêtés royaux pris en application de la loi du 26 |
de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire | juillet 1996 visant à réaliser les conditions budgétaires de la |
voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en | participation de la Belgique à l'Union économique et monétaire |
Monetaire Unie, en van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van | européenne, et de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de |
de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de | la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des |
wettelijke pensioenstelsels, voor zover het niet vernietigd is bij | |
arrest nr. 52/99 van 26 mei 1999, de artikelen 10 en 11 van de | pensions méconnaît-il les articles 10 et 11 de la Constitution |
Grondwet juncto artikel 182 ervan in zoverre het het koninklijk | combinés avec son article 182, en tant qu'il confirme l'arrêté royal |
besluit van 24 juli 1997 tot instelling van de vrijwillige | du 24 juillet 1997 instaurant le régime volontaire de travail de la |
arbeidsregeling van de vierdagenweek en de regeling van de halftijdse | semaine de quatre jours et le régime du départ anticipé à mi-temps |
vervroegde uitstap voor sommige militairen en tot wijziging van het | pour certains militaires et modifiant le statut des militaires en vue |
statuut van de militairen met het oog op de instelling van de | d'instaurer le retrait temporaire d'emploi par interruption de |
tijdelijke ambtsontheffing wegens loopbaanonderbreking, met toepassing | |
van artikel 3, § 1, 1°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot | carrière, en application de l'article 3, § 1er, 1°, de la loi du 26 |
realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan | juillet 1996 visant à réaliser les conditions budgétaires de la |
de Europese Economische en Monetaire Unie bekrachtigt, doordat de | participation de la Belgique à l'Union économique et monétaire |
Koning uit de bijzondere-machtenwet geen bevoegdheid kon putten om een | européenne, dès lors que le Roi ne trouvait pas dans la loi de |
materie te regelen die de grondwetgever uitsluitend in handen van de | pouvoirs spéciaux la compétence de régler une matière |
wetgever heeft gelegd ? » | constitutionnellement réservée au législateur ? » |
Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 1859, 1860 en 1861 van de | Ces affaires sont inscrites sous les numéros 1859, 1860 et 1861 du |
rol van het Hof en werden samengevoegd. | rôle de la Cour et ont été jointes. |
De griffier, | Le greffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 op het Arbitragehof | sur la Cour d'arbitrage |
Bij twee vonnissen van 21 december 1999 en 11 januari 2000 in zake | Par deux jugements du 21 décembre 1999 et du 11 janvier 2000 en cause |
respectievelijk C. Guyaux en G. Misonne tegen de Belgische Staat, | de respectivement C. Guyaux et G. Misonne contre l'Etat belge, dont |
waarvan de expedities ter griffie van het Arbitragehof zijn ingekomen | les expéditions sont parvenues au greffe de la Cour d'arbitrage les 4 |
op 4 en 19 januari 2000, heeft de Arbeidsrechtbank te Charleroi de | et 19 janvier 2000, le Tribunal du travail de Charleroi a posé la |
volgende prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
« Alors qu'il vise à compenser la perte ou la réduction du degré | |
« Schendt artikel 7 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de | d'autonomie, et non pas la perte de revenus, l'article 7 de la loi du |
tegemoetkomingen aan gehandicapten (Belgisch Staatsblad van 1 april | 27 février 1987 relative aux allocations aux handicapés (Moniteur |
1987) niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de | belge du 1er avril 1987) ne viole-t-il pas les articles 10 et 11 de la |
integratietegemoetkoming van een gehandicapte die een inkomen geniet | |
en wiens toestand de hulp van een derde persoon of speciale apparatuur | Constitution en ce qu'il réduit totalement ou partiellement |
vergt, geheel of gedeeltelijk beperkt terwijl het beoogt het verlies | l'allocation d'intégration d'un handicapé qui bénéficie de revenus et |
aan zelfredzaamheid of de verminderde graad ervan te compenseren, en | dont l'état nécessite l'aide d'une tierce personne ou d'appareils |
niet het inkomensverlies ? » | spéciaux ? » |
Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 1862 en 1868 van de rol | Ces affaires sont inscrites sous les numéros 1862 et 1868 du rôle de |
van het Hof en werden samengevoegd. | la Cour et ont été jointes. |
De griffier, | Le greffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 op het Arbitragehof | sur la Cour d'arbitrage |
Bij vonnis van 18 januari 2000 in zake K. Ez-Zaaf tegen Y. Allart en | Par jugement du 18 janvier 2000 en cause de K. Ez-Zaaf contre Y. |
B. Wautier, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is | Allart et B. Wautier, dont l'expédition est parvenue au greffe de la |
ingekomen op 31 januari 2000, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te | Cour d'arbitrage le 31 janvier 2000, le Tribunal de première instance |
Nijvel de volgende prejudiciële vraag gesteld: | de Nivelles a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 320 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 | « L'article 320 du Code civil viole-t-il les articles 10 et 11 de la |
van de Grondwet, gelezen in samenhang met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind, in zoverre het de rechtbank van eerste aanleg niet toestaat machtiging te verlenen opdat een andere man dan de echtgenoot het kind erkent, als het kind werd verwekt vóór het huwelijk van de moeder, terwijl het de machtiging tot erkenning door diezelfde man wel toestaat als het kind tijdens het huwelijk werd verwekt, maar op een ogenblik waarop de moeder van haar echtgenoot gescheiden leefde ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1876 van de rol van het Hof. De griffier, | Constitution combinés avec les articles 8 et 14 de la Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme et de la Convention internationale des droits de l'enfant en tant qu'il ne permet pas au tribunal de première instance d'autoriser la reconnaissance de l'enfant par un autre homme que le mari si l'enfant a été conçu avant le mariage de la mère, tout en permettant d'autoriser la reconnaissance par ce même homme si l'enfant a été conçu pendant le mariage mais à un moment où la mère vivait séparée de son mari ? » Cette affaire est inscrite sous le numéro 1876 du rôle de la Cour. Le greffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |