← Terug naar "Arrest nr. 1/99 van 13 januari 1999 Rolnummer 1324 In zake : de prejudiciële vragen
betreffende de artikelen 43 en 44 van het Wetboek van Strafvordering en de artikelen 962 en volgende
van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Be Het Arbitragehof, samengesteld
uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de rechters H. (...)"
Arrest nr. 1/99 van 13 januari 1999 Rolnummer 1324 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 43 en 44 van het Wetboek van Strafvordering en de artikelen 962 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Be Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de rechters H. (...) | Arrêt n° 1/99 du 13 janvier 1999 Numéro du rôle : 1324 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 43 et 44 du Code d'instruction criminelle et aux articles 962 et suivants du Code judiciaire, posées par la Cour d'appel de La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges H. Boel, L(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Arrest nr. 1/99 van 13 januari 1999 | Arrêt n° 1/99 du 13 janvier 1999 |
Rolnummer 1324 | Numéro du rôle : 1324 |
In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 43 en 44 van | En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 43 et |
het Wetboek van Strafvordering en de artikelen 962 en volgende van het | 44 du Code d'instruction criminelle et aux articles 962 et suivants du |
Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel. | Code judiciaire, posées par la Cour d'appel de Bruxelles. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de | composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges H. |
rechters H. Boel, L. François, G. De Baets, E. Cerexhe en R. Henneuse, | Boel, L. François, G. De Baets, E. Cerexhe et R. Henneuse, assistée du |
bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, | greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen | I. Objet des questions préjudicielles |
Bij arrest van 31 maart 1998 in zake het openbaar ministerie en J. De | Par arrêt du 31 mars 1998 en cause de J. De Witte et autres contre A. |
Witte en anderen tegen A. Baydoun en anderen, waarvan de expeditie ter | Baydoun et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour |
griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 10 april 1998, heeft het | d'arbitrage le 10 avril 1998, la Cour d'appel de Bruxelles a posé les |
Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : | questions préjudicielles suivantes : |
1. « Worden de artikelen 10 en 11 en van de Grondwet, afzonderlijk of | |
in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de | |
Rechten van de Mens, geschonden door de artikelen 43, 44 (en voor | 1. « Les articles 43, 44 (et pour autant que de besoin, 148) du Code |
zover nodig 148) van het Wetboek van Strafvordering en de artikelen | |
962 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek, indien zij in het licht | d'instruction criminelle et les articles 962 et suivants du Code |
van artikel 2 van het Gerechtelijk Wetboek in die zin worden | judiciaire, s'ils sont interprétés à la lumière de l'article 2 du Code |
geïnterpreteerd dat zij de door een onderzoeksrechter in de fase van | judiciaire comme ne dispensant pas l'expert, désigné par un juge |
het onderzoek of door het parket in de fase van het vooronderzoek | d'instruction dans la phase de l'instruction ou par le parquet dans la |
aangestelde deskundige er niet van ontslaan, voor zover mogelijk en | phase d'information, de respecter, dans la mesure du possible et sans, |
zonder daardoor de behoeften van het onderzoek te schaden, de regels | ce faisant, nuire aux besoins de l'enquête, les règles de la |
betreffende het contradictoir karakter die zijn vervat in de voormelde | contradiction contenues dans les articles précités du Code judiciaire, |
artikelen van het Gerechtelijk Wetboek na te leven ? » | |
2. « Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk of in | violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution, lus isolément ou |
samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de | combinés avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de |
Rechten van de Mens, geschonden door de regels die toepasselijk zijn | l'homme ? » 2. « Les règles applicables à l'expertise en matière pénale, plus |
op het deskundigenonderzoek in strafzaken, inzonderheid de artikelen | |
43, 44 (en voor zover nodig 148) van het Wetboek van Strafvordering en | particulièrement les articles 43, 44 (et pour autant que de besoin |
de artikelen 962 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek, indien zij | 148) du Code d'instruction criminelle, et les articles 962 et suivants |
in die zin worden geïnterpreteerd dat zij de in strafzaken door het | du Code judiciaire, s'ils sont interprétés en ce sens qu'ils |
openbaar ministerie of door een onderzoeksgerecht aangestelde | n'obligeraient jamais l'expert désigné en matière pénale, par le |
deskundige nooit zouden verplichten een minimaal contradictoir | ministère public ou par une juridiction d'instruction, à respecter la |
karakter na te leven bij het vervullen van zijn opdracht, en in die | moindre contradiction dans l'accomplissement de sa mission, et en ce |
zin dat de beslissing waarbij het deskundigenonderzoek wordt bevolen, | sens que la décision ordonnant l'expertise ne devrait, sur ce point, |
op dat vlak niet specifiek zou moeten worden gemotiveerd, noch, op | pas être spécifiquement motivée, ni ne serait, sur ce même point, |
susceptible d'aucune censure juridictionnelle ultérieure, violent-ils | |
datzelfde vlak, vatbaar zou zijn voor enige latere jurisdictionele | les articles 10 et 11 de la Constitution, lus isolément ou combinés |
toetsing ? » | avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme ? » |
II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil | II. Les faits et la procédure antérieure |
A. Baydoun, M. Nasser en J. Soto werden voor de Correctionele | A. Baydoun, M. Nasser et J. Soto ont été poursuivis devant le Tribunal |
Rechtbank te Brussel vervolgd omdat zij ervan werden beticht op 25 | correctionnel de Bruxelles, étant prévenus d'avoir, le 25 février |
februari 1990, door gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg, maar | 1990, par défaut de prévoyance ou de précaution, mais sans intention |
zonder het oogmerk om de persoon van een ander aan te randen, | d'intenter à la personne d'autrui, involontairement causé la mort de |
onopzettelijk de dood van A. Cardinaels te hebben veroorzaakt. | A. Cardinaels. |
Na een eerste beschikking waarbij een nader onderzoek werd bevolen, | Après une première ordonnance de plus ample informé prononcée par la |
uitgesproken door de raadkamer op 28 juni 1991, is het onderzoek | chambre du conseil le 28 juin 1991, l'instruction s'est prolongée |
voortgezet tot in 1995. Tijdens dat onderzoek werden door de | jusqu'en 1995. Au cours de celle-ci, plusieurs rapports ont été |
onderzoekende magistraat tal van verslagen bevolen. | ordonnés par le magistrat instructeur. |
De Correctionele Rechtbank te Brussel heeft uitspraak gedaan bij een | |
vonnis van 18 juni 1996, waarin elk van de beklaagden werd veroordeeld | Le Tribunal correctionnel de Bruxelles a statué par un jugement du 18 |
tot een gevangenisstraf van zes maanden met drie jaar uitstel en een | juin 1996, lequel a condamné chacun des prévenus à un emprisonnement |
boete van 100 frank. In hetzelfde vonnis werd uitspraak gedaan over de | de six mois avec sursis de trois ans et à une amende de 100 francs. Le |
vorderingen van de burgerlijke partijen. | même jugement a statué sur les demandes des parties civiles. |
Op verzet van de medebeklaagden M. Nasser en J. Soto, die bij verstek | Sur opposition des coprévenus, M. Nasser et J. Soto, qui avaient été |
waren veroordeeld, heeft de Correctionele Rechtbank te Brussel op 15 | condamnés par défaut, le Tribunal correctionnel de Bruxelles a |
april 1997 een vonnis uitgesproken waarin het verzet ontvankelijk maar | prononcé le 15 avril 1997 un jugement déclarant recevables mais non |
niet gegrond werd verklaard. | fondées les oppositions formées devant lui. |
Tegen de twee vonnissen werd door de beklaagden en door de procureur | Les deux jugements ont été frappés d'appel par les prévenus et par le |
des Konings hoger beroep ingesteld. | procureur du Roi. |
De beklaagden, die van oordeel waren dat zij werden veroordeeld op | Estimant qu'ils avaient été condamnés sur la base de rapports |
grond van deskundigenverslagen waarvan zij het eenzijdig of | d'expertise dont ils contestaient le caractère unilatéral ou non |
niet-contradictoir karakter betwistten, hebben, bij conclusie voor het | contradictoire, les prévenus ont, en termes de conclusions, devant la |
Hof van Beroep te Brussel, aan dat Hof gevraagd de uitspraak op te | Cour d'appel de Bruxelles, demandé à celle-ci de surseoir à statuer et |
schorten en aan het Arbitragehof de voormelde vragen te stellen. | de poser à la Cour d'arbitrage les questions précitées. |
III. De rechtspleging voor het Hof | III. La procédure devant la Cour |
Bij beschikking van 10 april 1998 heeft de voorzitter in functie de | Par ordonnance du 10 avril 1998, le président en exercice a désigné |
rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 | les juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi |
van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. | spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. |
De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was | Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application |
om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. | des articles 71 ou 72 de la loi organique. |
Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel | La décision de renvoi a été notifiée conformément à l'article 77 de la |
77 van de organieke wet bij op 5 en 11 mei 1998 ter post aangetekende | loi organique, par lettres recommandées à la poste les 5 et 11 mai |
brieven. | 1998. |
Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is | L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au |
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 12 mei 1998. | Moniteur belge du 12 mai 1998. |
Memories zijn ingediend door : | Des mémoires ont été introduits par : |
- A. Baydoun, wonende te 1090 Brussel, Eugène Hubertstraat 22, bij op | - A. Baydoun, demeurant à 1090 Bruxelles, rue Eugène Hubert 22, par |
10 juni 1998 ter post aangetekende brief; | lettre recommandée à la poste le 10 juin 1998; |
- M. Nasser, wonende te 7911 Frasnes, chaussée de Renaix 75, bij op 17 | - M. Nasser, demeurant à 7911 Frasnes, chaussée de Renaix 75, par |
juni 1998 ter post aangetekende brief; | lettre recommandée à la poste le 17 juin 1998; |
- J. Soto, die keuze van woonplaats heeft gedaan te 1081 Brussel, | - J. Soto, ayant élu domicile à 1081 Bruxelles, avenue de la Liberté |
Vrijheidslaan 34, bij op 18 juni 1998 ter post aangetekende brief; | 34, par lettre recommandée à la poste le 18 juin 1998; |
- de Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, bij op 19 juni 1998 ter | - le Conseil des ministres, rue de la Loi 16, 1000 Bruxelles, par |
post aangetekende brief. | lettre recommandée à la poste le 19 juin 1998. |
Van die memories is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de | Ces mémoires ont été notifiés conformément à l'article 89 de la loi |
organieke wet bij op 17 september 1998 ter post aangetekende brieven. | organique, par lettres recommandées à la poste le 17 septembre 1998. |
Memories van antwoord zijn ingediend door : | Des mémoires en réponse ont été introduits par : |
- de Ministerraad, bij op 9 oktober 1998 ter post aangetekende brief; | - le Conseil des ministres, par lettre recommandée à la poste le 9 octobre 1998; |
- A. Baydoun, bij op 15 oktober 1998 ter post aangetekende brief. | - A. Baydoun, par lettre recommandée à la poste le 15 octobre 1998. |
Bij beschikking van 29 september 1998 heeft het Hof de termijn | Par ordonnance du 29 septembre 1998, la Cour a prorogé jusqu'au 10 |
waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot 10 april 1999. | avril 1999 le délai dans lequel l'arrêt doit être rendu. |
Bij beschikking van 18 november 1998 heeft het Hof de zaak in | Par ordonnance du 18 novembre 1998, la Cour a déclaré l'affaire en |
gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 16 | état et fixé l'audience au 16 décembre 1998. |
december 1998. | |
Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten | Cette ordonnance a été notifiée aux parties ainsi qu'à leurs avocats |
bij op 20 november 1998 ter post aangetekende brieven. | par lettres recommandées à la poste le 20 novembre 1998. |
Op de openbare terechtzitting van 16 december 1998 : | A l'audience publique du 16 décembre 1998 : |
- zijn verschenen : | - ont comparu : |
. Mr. M. Mahieu, advocaat bij de balie te Brussel, voor A. Baydoun; | . Me M. Mahieu, avocat au barreau de Bruxelles, pour A. Baydoun; |
. Mr. M. Mahieu, voornoemd, loco Mr. J.-L. Crucke, advocaat bij de | . Me M. Mahieu, précité, loco Me J.-L. Crucke, avocat au barreau de |
balie te Doornik, voor M. Nasser; | Tournai, pour M. Nasser; |
. Mr. A. Van Rymenant loco Mr. A. Gooris, advocaten bij de balie te | . Me A. Van Rymenant loco Me A. Gooris, avocats au barreau de |
Brussel, voor J. Soto; | Bruxelles, pour J. Soto; |
. Mr. W. Timmermans loco Mr. P. Traest, advocaten bij de balie te | . Me W. Timmermans loco Me P. Traest, avocats au barreau de Bruxelles, |
Brussel, voor de Ministerraad; | pour le Conseil des ministres; |
- hebben de rechters-verslaggevers E. Cerexhe en H. Boel verslag | - les juges-rapporteurs E. Cerexhe et H. Boel ont fait rapport; |
uitgebracht; | |
- zijn de voornoemde advocaten gehoord; | - les avocats précités ont été entendus; |
- is de zaak in beraad genomen. | - l'affaire a été mise en délibéré. |
De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende | La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants |
van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. | de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. |
IV. In rechte | IV. En droit |
- A - | - A - |
Standpunt van A. Baydoun | Position de A. Baydoun |
A.1.1. Het Hof dient het eerste deel van de prejudiciële vraag | A.1.1. La Cour doit répondre positivement à la première partie de la |
bevestigend en het tweede deel ontkennend te beantwoorden. | question préjudicielle et négativement à la seconde partie. |
Dat zou erop neerkomen vast te stellen dat het inquisitoriaal en | Ceci reviendrait à constater que le caractère inquisitoire et secret |
geheim karakter van de voorafgaande rechtspleging slechts vereist is | de la procédure préalable n'est requis que lorsqu'il est justifié. Ce |
wanneer het verantwoord is. Het is dus niet het beginsel dat de | n'est donc pas le principe qui appelle la censure, mais son caractère |
censuur vereist, doch het absoluut en onvoorwaardelijk karakter ervan | absolu, inconditionnel et sans recours, notamment en ce qu'il est |
zonder mogelijkheid tot beroep, met name in zoverre het eenvormig van | appliqué uniformément aux expertises ordonnées dans cette phase. |
toepassing is op de in die fase bevolen deskundigenonderzoeken. Het kan weliswaar gebeuren dat een deskundigenonderzoek dat tijdens de voorafgaande rechtspleging wordt bevolen, eenzijdig moet worden gevoerd, hetzij omdat de betrokken partijen nog niet zijn geïdentificeerd, hetzij omdat de tegenspraak de doeltreffendheid van dat onderzoek onherroepelijk in gevaar zou brengen. Het beginsel blijft in dat geval verantwoord. Wanneer daarentegen een van de voormelde bezwaren de tegenspraak niet meer in de weg staat, vereist de bescherming van de andere waarden, namelijk de inachtneming van het recht van verdediging en het zoeken naar de waarheid, die tegenspraak. | Il peut certes advenir qu'une expertise ordonnée lors de la procédure préalable doive être effectuée de façon unilatérale, soit que l'on n'ait pas encore identifié les parties concernées, soit que la contradiction compromette irrémédiablement l'efficacité de la démarche. Le principe demeure dans ce cas justifié. En revanche, lorsque la contradiction ne se heurte plus à l'une des objections qui précèdent, la protection des autres valeurs, à savoir le respect du droit de défense et la recherche de la vérité, commande cette contradiction. |
A.1.2. Na kennis te hebben genomen van het arrest dat het Hof op 24 | A.1.2. Ayant pris connaissance de l'arrêt rendu par la Cour le 24 juin |
juni 1998 heeft gewezen en waarin het heeft geantwoord op soortgelijke | 1998 par lequel elle a répondu à des questions préjudicielles |
prejudiciële vragen, doet A. Baydoun in zijn memorie van antwoord | similaires, A. Baydoun fait valoir que la jurisprudence de la Cour est |
gelden dat de rechtspraak van het Hof evolueert en hij nodigt het Hof | une oeuvre évolutive et invite la Cour à réaffirmer la solution qui |
uit de oplossing die uit zijn arrest naar voren lijkt te komen, te herbevestigen maar op een meer richtinggevende wijze en niet als een loutere mogelijkheid, zodat volledige doeltreffendheid eraan zou kunnen worden gegeven. Dat zou inhouden, enerzijds, dat het Hof overweging B.6 van het voormelde arrest herformuleert en, anderzijds, dat het het dictum en de overwegingen van dat arrest met elkaar in overeenstemming brengt. A.1.3. Overweging B.6 van het arrest zou te dezen als volgt kunnen worden geherformuleerd : « Het Hof stelt vast dat de huidige regeling op zich geen inbreuk maakt op de regels van een eerlijke behandeling van de zaak. Enerzijds, moeten de aan zijn toetsing voorgelegde teksten in die zin worden geïnterpreteerd dat zij vereisen [en niet : dat zij toestaan] dat het deskundigenonderzoek op tegenspraak zou worden gevoerd wanneer de magistraat die het beveelt in het stadium van het opsporingsonderzoek of het gerechtelijk onderzoek van oordeel is dat te dezen de tegenspraak geen afbreuk doet aan de in B.5 vermelde doelstellingen. Anderzijds, is de feitenrechter in zijn oordeel door geen enkele tekst gebonden door de vaststellingen of conclusies van een deskundigenonderzoek; bij dat oordeel moet [en niet : kan] hij rekening houden met het al dan niet contradictoir karakter | paraît se dégager de son arrêt mais d'une manière plus directive et non en termes de simple faculté, ce qui permettrait de lui conférer une pleine effectivité. Ceci impliquerait, d'une part, qu'elle reformule le motif B.6 de l'arrêt précité et que, d'autre part, elle concilie le dispositif et les motifs de celui-ci. A.1.3. Le B.6 de l'arrêt pourrait, en l'espèce, être reformulé comme suit : « La Cour constate que le système actuel ne porte pas en soi atteinte aux règles du procès équitable. D'une part, les textes soumis à son contrôle doivent s'interpréter comme requérant [et non pas comme autorisant] que l'expertise soit rendue contradictoire lorsque le magistrat qui l'ordonne au stade de l'information ou de l'instruction estime qu'en l'espèce la contradiction ne porte pas atteinte aux objectifs mentionnés en B.5. D'autre part, aucun texte ne lie l'appréciation du juge du fond aux constatations ou aux conclusions d'une expertise, et cette appréciation doit [et non : peut] tenir |
van het deskundigenonderzoek ». | compte du caractère contradictoire ou non de celle-ci ». |
A.1.4. Het dictum en de motieven van het arrest nr. 74/98 doen | A.1.4. Concilier le dispositif et les motifs de l'arrêt n° 74/98 |
overeenstemmen zou erop neerkomen overweging B.8 van het arrest nr. | reviendrait à mettre en harmonie le motif B.8 de l'arrêt n° 24/97, aux |
24/97, waarin het Hof stelt : « Artikel 2 van het Gerechtelijk Wetboek | termes duquel la Cour énonce que « l'article 2 du Code judiciaire |
verzet er zich tegen dat onder meer de bepalingen die, in dat Wetboek, | s'oppose à ce que, notamment, les dispositions qui, dans ce Code, se |
over het akkoord tussen partijen handelen of sommige gevolgen | réfèrent à l'accord des parties ou subordonnent certains effets à leur |
afhankelijk stellen van het initiatief van de partijen, zouden worden | initiative s'appliquent en matière pénale, où l'autonomie de la |
toegepast in strafzaken, waarin de wilsautonomie van de privé-personen | volonté des particuliers n'a pas de place », avec la seconde branche |
geen plaats heeft », in harmonie te brengen met het tweede onderdeel | |
van het dictum van hetzelfde arrest, waarin het Hof verklaart dat het | du dispositif de ce même arrêt dans lequel elle déclare que c'est bien |
wel degelijk is « in zoverre, zoals aangegeven in B.8, de toepassing | « dans la mesure, indiquée au B.8, où leur application est compatible |
van die bepalingen verenigbaar is met de beginselen van de | |
strafwetgeving » dat « de artikelen 43, 44 en 148 van het Wetboek van | avec les principes du droit répressif » que « les articles 43, 44 et |
Strafvordering en de artikelen 962 en volgende van het Gerechtelijk | 148 du Code d'instruction criminelle et les articles 962 et suivants |
Wetboek, geïnterpreteerd in het licht van artikel 2 van het | du Code judiciaire, interprétés à la lumière de l'article 2 du Code |
Gerechtelijk Wetboek, in die zin dat die bepalingen de door een | |
strafrechter, handelend in de hoedanigheid van feitenrechter, | judiciaire comme ne dispensant pas l'expert désigné par un juge pénal |
aangestelde deskundige er niet van vrijstellen [...] de in de | agissant en qualité de juge du fond de respecter [...] les règles de |
voormelde artikelen van het Gerechtelijk Wetboek vervatte regels | |
betreffende het contradictoir karakter in acht te nemen, [...] de | la contradiction contenues dans les articles précités du Code |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet [niet schenden], noch afzonderlijk, | judiciaire ne violent pas les articles 10 et 11 de la Constitution, |
noch in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor | lus isolément ou combinés avec l'article 6 de la Convention européenne |
de Rechten van de Mens ». | des droits de l'homme ». |
Dat dictum weerspiegelt op zich dus wel degelijk de nuance van de | A lui seul, ce dispositif reflète donc bien la nuance de la décision |
beslissing die het bevat. | qu'il contient. |
Het dictum van hetzelfde arrest nr. 74/98 daarentegen brengt de | En revanche, le dispositif du même arrêt n° 74/98 exprime la solution |
gekozen oplossing op een kennelijk meer categorische manier tot | |
uitdrukking dan de motieven van hetzelfde arrest, aangezien dat dictum | consacrée de manière apparemment plus catégorique que les motifs du |
immers stelt : « In zoverre zij de door het parket in de loop van het | même arrêt puisqu'il énonce en effet qu' » en ce qu'ils n'obligent pas |
strafrechtelijk vooronderzoek (opsporingsonderzoek) of door de rechter | l'expert désigné par le parquet dans le cours de l'information pénale |
in de loop van het gerechtelijk onderzoek aangestelde deskundige niet | |
verplichten de regels van het contradictoir karakter, vervat in de | ou par le juge dans le cours de l'instruction à respecter les règles |
artikelen 962 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek, in acht te | de la contradiction contenues dans les articles 962 et suivants du |
nemen, schenden de artikelen 43 en 44 van het Wetboek van | Code judiciaire, les articles 43, 44 du Code d'instruction criminelle, |
Strafvordering, artikel 10 van de wet van 1 juni 1849 ' op de | l'article 10 de la loi du 1er juin 1849 sur la révision des tarifs en |
herziening van den tarief in lyfstraffelyke zaken ' en de voormelde | matière criminelle et les articles précités du Code judiciaire ne |
artikelen van het Gerechtelijk Wetboek niet de artikelen 10 en 11 van | violent pas les articles 10 et 11 de la Constitution, lus isolément ou |
de Grondwet, afzonderlijk of in samenhang gelezen met artikel 6 van | combinés avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de |
het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens », en zulks zonder te | l'homme », et ce sans se référer aux tempéraments exprimés au motif |
verwijzen naar de temperingen uitgedrukt in het hierboven overgenomen | |
motief B.6. | B.6 reproduit ci-dessus. |
In het licht van wat voorafgaat lijkt het wenselijk dat het Hof te | Au vu de ce qui précède, il paraît souhaitable qu'en l'espèce, la Cour |
dezen dat dictum als volgt herformuleert : | reformule ce dispositif comme il suit : |
« In zoverre zij, in de mate aangegeven in B.6, de door het parket in | « En ce [que], dans la mesure indiquée au B.6, ils n'obligent pas |
de loop van het strafrechtelijk vooronderzoek (opsporingsonderzoek) of | l'expert désigné par le parquet dans le cours de l'information pénale |
door de rechter in de loop van het gerechtelijk onderzoek aangestelde | |
deskundige niet verplichten de regels van het contradictoir karakter, | ou par le juge dans le cours de l'instruction à respecter les règles |
vervat in de artikelen 962 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek, | de la contradiction contenues dans les articles 962 et suivants du |
in acht te nemen, schenden de artikelen 43 en 44 van het Wetboek van | Code judiciaire, les articles 43 et 44 du Code d'instruction |
Strafvordering, artikel 10 van de wet van 1 juni 1849 ' op de | criminelle et l'article 10 de la loi du 1er juin 1849 sur la révision |
herziening van den tarief in lyfstraffelyke zaken ' en de voormelde | des tarifs en matière criminelle et les articles précités du Code |
artikelen van het Gerechtelijk Wetboek niet de artikelen 10 en 11 van | judiciaire ne violent pas les articles 10 et 11 de la Constitution, |
de Grondwet, afzonderlijk of in samenhang gelezen met artikel 6 van | lus isolément ou combinés avec l'article 6 de la Convention européenne |
het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. » | des droits de l'homme. » |
Door de gesuggereerde dubbele wijziging zou het mogelijk zijn | La double modification suggérée permettrait d'éviter des applications |
uiteenlopende toepassingen van het arrest te vermijden. | diversifiées de l'arrêt. |
Standpunt van M. Nasser | Position de M. Nasser |
A.2. Deze partij, die medebeklaagde is voor de feitenrechter, verwijst | A.2. Cette partie, coprévenu devant le juge du fond, se réfère au |
naar de inhoud van de memories neergelegd door A. Baydoun. | contenu des mémoires déposés par A. Baydoun. |
Standpunt van J. Soto | Position de J. Soto |
A.3. Deze partij, die medebeklaagde is voor de feitenrechter, verwijst | A.3. Cette partie, coprévenu devant le juge du fond, se réfère au |
naar de inhoud van de memories neergelegd door A. Baydoun. | contenu des mémoires déposés par A. Baydoun. |
Standpunt van de Ministerraad | Position du Conseil des ministres |
A.4. De twee prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden | A.4. Il convient de répondre de manière négative aux deux questions |
beantwoord, wat er voor het Hof op neerkomt het arrest nr. 74/98, dat | préjudicielles, ce qui consiste, pour la Cour, à confirmer l'arrêt n° |
het op 24 juni 1998 als antwoord op soortgelijke vragen heeft gewezen, | 74/98 qu'elle a rendu le 24 juin 1998 répondant à des questions |
te bevestigen, enerzijds, en, wat de tweede prejudiciële vraag | |
betreft, rekening te houden met het feit dat het ontbreken van een | similaires, d'une part, et, en ce qui concerne la deuxième question |
specifieke motivering van de beslissing om het deskundigenonderzoek te | préjudicielle, de tenir compte de ce que l'absence d'une motivation |
bevelen door het openbaar ministerie of door een onderzoeksgerecht op | spécifique de la décision ordonnant l'expertise par le ministère |
het vlak van het niet-contradictoir karakter van het bevolen | public ou par une juridiction d'instruction sur le point de la |
deskundigenonderzoek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, | non-contradiction de l'expertise ordonnée ne viole pas les articles 10 |
afzonderlijk of in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees | et 11 de la Constitution, lus isolément ou combinés avec l'article 6 |
Verdrag voor de Rechten van de Mens niet schendt, anderzijds. Uit het | de la Convention européenne des droits de l'homme. Il découle de la |
antwoord op de eerste prejudiciële vraag vloeit voort dat het | réponse à la première question préjudicielle que la non-contradiction |
niet-contradictoir karakter van het deskundigenonderzoek de regel is, | de l'expertise est de règle, et que cette non-contradiction est fondée |
en dat dit niet-contradictoir karakter gegrond is op de fundamentele | sur les principes fondamentaux qui gouvernent la procédure pénale au |
beginselen die de strafrechtspleging regelen in het stadium van het | stade de l'information et de l'instruction. Pour autant que de besoin, |
opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek. Voor zover nodig | il faut rappeler la possibilité de contester le rapport de l'expertise |
dient te worden herinnerd aan de mogelijkheid om het | devant le juge du fond et le principe de la libre appréciation de la |
deskundigenverslag voor de feitenrechter te betwisten, en aan het | preuve en matière pénale. |
beginsel van de vrije beoordeling van het bewijs in strafzaken. | |
- B - | - B - |
B.1. Het probleem gesteld door de prejudiciële vragen is of de | B.1. Le problème posé par les questions préjudicielles est de savoir |
artikelen 43 en 44 van het Wetboek van Strafvordering en de artikelen | si les articles 43 et 44 du Code d'instruction criminelle et les |
962 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek, in die zin | articles 962 et suivants du Code judiciaire, interprétés en ce sens |
geïnterpreteerd dat zij de door het openbaar ministerie of de | qu'ils n'obligeraient pas l'expert désigné par le ministère public ou |
onderzoeksrechter in de loop van het strafrechtelijk vooronderzoek | le juge d'instruction dans le cours de l'information pénale et de |
(opsporingsonderzoek) en het gerechtelijk onderzoek aangestelde | |
deskundige niet zouden verplichten de in de voormelde artikelen van | l'instruction à respecter les règles de la contradiction contenues |
het Gerechtelijk Wetboek vervatte regels betreffende het contradictoir | |
karakter na te leven, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in | dans les articles précités du Code judiciaire, violent les articles 10 |
samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de | et 11 de la Constitution, combinés avec l'article 6 de la Convention |
Rechten van de Mens schenden. | européenne des droits de l'homme. |
B.2.1. Het deskundigenonderzoek wordt in het Wetboek van | B.2.1. L'expertise n'est traitée par le Code d'instruction criminelle |
Strafvordering slechts behandeld in zoverre het betrekking heeft op de | |
bevoegdheidstoewijzingen aan de procureur des Konings in geval van | qu'en ce qui concerne les attributions du procureur du Roi en cas de |
heterdaad (artikelen 43 en 44) en die aan de rechter in de | flagrant crime (articles 43 et 44) et celles du juge au tribunal de |
politierechtbank (artikel 148). | police (article 148). |
B.2.2. De rechtspraak is lang van oordeel geweest dat de artikelen 962 | B.2.2. La jurisprudence a longtemps considéré que les articles 962 à |
tot 991 van het Gerechtelijk Wetboek betreffende het | 991 du Code judiciaire relatifs à l'expertise, dispositions dont |
deskundigenonderzoek, waarvan sommige bepalingen eisen dat het op | certaines exigent qu'elle se déroule d'une manière contradictoire, ne |
tegenspraak verloopt, niet noodzakelijk moeten worden toegepast op de | doivent pas obligatoirement être appliqués aux expertises ordonnées en |
in strafzaken bevolen deskundigenonderzoeken. | matière pénale. |
Evenwel zijn krachtens artikel 2 van het Gerechtelijk Wetboek de | Toutefois, en vertu de l'article 2 du Code judiciaire, les règles de |
regels van tegenspraak, vervat in de artikelen 962 en volgende van dat | la contradiction contenues dans les articles 962 et suivants du même |
Wetboek, van toepassing op het deskundigenonderzoek bevolen door een | Code s'appliquent à l'expertise ordonnée par un juge pénal agissant en |
strafrechter in de hoedanigheid van feitenrechter, in zoverre de | qualité de juge du fond, dans la mesure où leur application est |
toepassing ervan bestaanbaar is met de rechtsbeginselen in strafzaken. | compatible avec les principes du droit répressif. |
B.3. De verschillen in behandeling waarover het Hof wordt ondervraagd, | B.3. Les différences de traitement à propos desquelles la Cour est |
zijn die welke blijken tussen partijen bij een proces waarbij een | interrogée sont celles qui apparaissent entre parties à un procès au |
deskundigenonderzoek wordt voorgelegd, naargelang dat | |
deskundigenonderzoek is bevolen door de feitenrechter, | cours duquel une expertise est produite, suivant que cette expertise a |
burgerrechtelijk of strafrechtelijk, enerzijds, of door het openbaar | été ordonnée par le juge du fond, civil ou pénal, d'une part, ou par |
ministerie of de rechter in de loop van het opsporingsonderzoek of het | le ministère public ou le juge dans le cours de l'information ou de |
gerechtelijk onderzoek, anderzijds : die twee laatstvermelde gevallen | l'instruction, d'autre part : ces deux derniers cas sont les seuls |
zijn de enige waarvoor het verloop van het deskundigenonderzoek niet | pour lesquels le déroulement de l'expertise ne revêt pas |
noodzakelijk een contradictoir karakter heeft. | obligatoirement un caractère contradictoire. |
B.4. Het feit dat het deskundigenonderzoek verplicht contradictoir is | B.4. Le fait que l'expertise est obligatoirement contradictoire |
wanneer de feitenrechter - in burgerlijke of in strafrechtelijke zaken | lorsque le juge du fond - civil ou pénal - l'a ordonnée et non |
- het heeft bevolen en niet wanneer het bevolen is in het stadium van | lorsqu'elle est ordonnée au stade de l'information ou de l'instruction |
het opsporingsonderzoek of het gerechtelijk onderzoek, houdt een | implique une différence de traitement en relation avec un critère |
verschil in behandeling in dat verband houdt met een objectief | |
criterium : de al dan niet voorbereidende fase van het proces tijdens | objectif : la phase, préparatoire ou non, du procès au cours de |
welke het deskundigenonderzoek wordt uitgevoerd. | laquelle l'expertise a lieu. |
B.5. Het contradictoir karakter van het deskundigenonderzoek dat door | B.5. Le caractère contradictoire de l'expertise ordonnée par le juge |
de feitenrechter wordt bevolen is coherent met de toekenning van | du fond est cohérent avec l'attribution de ce même caractère à |
datzelfde karakter aan het geheel van de rechtspleging die moet worden gevolgd wanneer de zaak voor die rechter komt. Wanneer het deskundigenonderzoek wordt bevolen door het openbaar ministerie in de loop van het opsporingsonderzoek of door de onderzoeksrechter in de loop van het gerechtelijk onderzoek, dient daarentegen rekening te worden gehouden met het feit dat de wetgever heeft gewild dat de strafrechtspleging in die stadia nog inquisitoriaal zou zijn om, enerzijds, rekening houdend met het vermoeden van onschuld, te vermijden dat personen onnodig in diskrediet worden gebracht en, anderzijds, met het oog op doeltreffendheid, snel te kunnen handelen, zonder de schuldigen op de hoogte te brengen. Die doelstellingen zijn van die aard dat de wetgever ze als primordiaal heeft kunnen beschouwen, wat niet belet dat hij zonder het gelijkheidsbeginsel te schenden die optie kan milderen en kan bepalen in welke gevallen en onder welke voorwaarden een deskundigenonderzoek contradictoir moet zijn, zelfs in het stadium van het opsporingsonderzoek of het gerechtelijk onderzoek. B.6. Het Hof stelt vast dat de huidige regeling op zich geen inbreuk maakt op de regels van een eerlijke behandeling van de zaak. Enerzijds, moeten de aan zijn toetsing voorgelegde teksten in die zin worden geïnterpreteerd dat zij toestaan dat, in tegenstelling met wat de formulering van de tweede prejudiciële vraag zou laten veronderstellen, het deskundigenonderzoek op tegenspraak zou worden gevoerd wanneer de magistraat die het beveelt in het stadium van het opsporingsonderzoek of het gerechtelijk onderzoek van oordeel is dat te dezen de tegenspraak geen afbreuk doet aan de in B.5 vermelde doelstellingen. Anderzijds, is de feitenrechter in zijn oordeel door geen enkele tekst gebonden door de vaststellingen of conclusies van een deskundigenonderzoek; bij dat oordeel kan hij rekening moeten houden met het al dan niet contradictoir karakter van het deskundigenonderzoek. | l'ensemble de la procédure à suivre dès que ce juge est saisi. En revanche, lorsque l'expertise est ordonnée par le ministère public dans le cours de l'information ou par le juge d'instruction dans le cours de l'instruction, il faut tenir compte de ce que le législateur a voulu que la procédure pénale soit encore inquisitoire à ces stades afin, d'une part, compte tenu de la présomption d'innocence, d'éviter de jeter inutilement le discrédit sur les personnes, d'autre part, dans un souci d'efficacité, d'être en mesure d'agir vite, sans alerter les coupables. Ces objectifs sont de telle nature que le législateur a pu les regarder comme primordiaux, ce qui n'empêche pas qu'il puisse, sans violer le principe d'égalité, tempérer cette option et déterminer dans quels cas et à quelles conditions une expertise doit être contradictoire, même au stade de l'information ou de l'instruction. B.6. La Cour constate que le système actuel ne porte pas en soi atteinte aux règles du procès équitable. D'une part, les textes soumis à son contrôle doivent s'interpréter comme permettant, contrairement à ce que laisserait supposer le libellé de la seconde question préjudicielle, que l'expertise soit rendue contradictoire lorsque le magistrat qui l'ordonne au stade de l'information ou de l'instruction estime qu'en l'espèce la contradiction ne porte pas atteinte aux objectifs mentionnés en B.5. D'autre part, aucun texte ne lie l'appréciation du juge du fond aux constatations ou aux conclusions d'une expertise, et cette appréciation peut devoir tenir compte du caractère contradictoire ou non de celle-ci. |
B.7. Uit de overwegingen die voorafgaan volgt dat de vragen ontkennend | B.7. Il résulte des considérations qui précèdent qu'il y a lieu de |
dienen te worden beantwoord. | répondre par la négative aux questions préjudicielles. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
In zoverre zij de door het parket in de loop van het strafrechtelijk | En ce qu'ils n'obligent pas l'expert désigné par le parquet dans le |
vooronderzoek (opsporingsonderzoek) of door de rechter in de loop van | cours de l'information pénale ou par le juge dans le cours de |
het gerechtelijk onderzoek aangestelde deskundige niet verplichten de | l'instruction à respecter les règles de la contradiction contenues |
regels van het contradictoir karakter, vervat in de artikelen 962 en | dans les articles 962 et suivants du Code judiciaire, les articles 43 |
volgende van het Gerechtelijk Wetboek, in acht te nemen, schenden de | |
artikelen 43 en 44 van het Wetboek van Strafvordering en de voormelde | et 44 du Code d'instruction criminelle et les articles précités du |
artikelen van het Gerechtelijk Wetboek niet de artikelen 10 en 11 van | Code judiciaire ne violent pas les articles 10 et 11 de la |
de Grondwet, afzonderlijk of in samenhang gelezen met artikel 6 van | Constitution, lus isolément ou combinés avec l'article 6 de la |
het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. | Convention européenne des droits de l'homme. |
Aldus uitgesproken in het Frans en in het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 13 januari 1999. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 13 janvier 1999. |
De griffier, | Le greffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Melchior. | M. Melchior. |