← Terug naar "Arrest nr. 106/98 van 21 oktober 1998 Rolnummer 1165 In zake : de prejudiciële vraag
betreffende de artikelen 4 en 10, eerste lid, van de wet van 20 mei 1994 houdende statuut van de militairen
korte termijn, gesteld door de Raad van State."
Arrest nr. 106/98 van 21 oktober 1998 Rolnummer 1165 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4 en 10, eerste lid, van de wet van 20 mei 1994 houdende statuut van de militairen korte termijn, gesteld door de Raad van State. | Arrêt n° 106/98 du 21 octobre 1998 Numéro du rôle : 1165 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 4 et 10, alinéa 1 er , de la loi du 20 mai 1994 portant statut des militaires court terme, posée par le Conseil d'Eta La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P. Martens(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Arrest nr. 106/98 van 21 oktober 1998 | Arrêt n° 106/98 du 21 octobre 1998 |
Rolnummer 1165 | Numéro du rôle : 1165 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4 en 10, | En cause : la question préjudicielle relative aux articles 4 et 10, |
eerste lid, van de wet van 20 mei 1994 houdende statuut van de | alinéa 1er, de la loi du 20 mai 1994 portant statut des militaires |
militairen korte termijn, gesteld door de Raad van State. | court terme, posée par le Conseil d'Etat. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de | composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P. |
rechters P. Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, H. Coremans en A. Arts, | Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, H. Coremans et A. Arts, assistée du |
bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, | greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag | I. Objet de la question préjudicielle |
Bij arrest nr. 68.273 van 24 september 1997 in zake P. Warnotte tegen | Par arrêt n° 68.273 du 24 septembre 1997 en cause de P. Warnotte |
de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is | |
ingekomen op 15 oktober 1997, heeft de Raad van State de volgende | contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe le 15 |
prejudiciële vraag gesteld : | octobre 1997, le Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schenden de artikelen 4 en 10, eerste lid, van de wet van 20 mei | « Les articles 4 et 10, alinéa 1er, de la loi du 20 mai 1994 portant |
1994 houdende statuut van de militairen korte termijn de artikelen 10 | statut des militaires court terme méconnaissent-ils les articles 10 et |
en 11 van de Grondwet ? » | 11 de la Constitution ? » |
II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil | II. Les faits et la procédure antérieure |
P. Warnotte vordert voor de Raad van State de vernietiging van | P. Warnotte demande au Conseil d'Etat l'annulation d'actes |
administratieve handelingen waarbij wordt beslist dat hij definitief | administratifs qui décident l'échec définitif dans l'ensemble à |
gezakt is over het geheel van het opleidingsexamen en van de tests aan | l'examen de la formation et aux tests de fin d'instruction de base, la |
het einde van de basisopleiding, dat hij zijn hoedanigheid van kandidaat-vrijwilliger korte termijn verliest, dat zijn dienst als kandidaat-vrijwilliger korte termijn wordt verbroken, dat hij als dienstplichtige opnieuw in de wervingsreserve wordt opgenomen en dat hij administratief overgaat naar CRS/DIV MIL/Afdeling Stamboekuittreksels. P. Warnotte heeft dienst genomen voor twee jaar als vrijwilliger korte termijn bij de landmacht en zijn opleiding aangevangen bij het regiment Ardenner jagers. Een maand later raakt hij bij een beroepstest gewond aan de voet. De diagnose luidt dat hij breuken heeft opgelopen en hij blijft thuis met vrijstelling van dienst. Die vrijstelling wordt vervolgens verlengd. Daardoor heeft hij niet kunnen deelnemen aan de tests aan het einde van de opleidingscyclus. Daarom werden de bestreden beslissingen genomen. | perte de la qualité de candidat volontaire court terme, la résiliation de l'engagement de candidat volontaire court terme et le reversement dans la réserve de recrutement comme milicien avec passage administratif au CRS/DIV MIL/Section matricule. P. Warnotte a souscrit un engagement de deux années comme volontaire court terme à la force terrestre et entamé sa formation au sein du régiment des chasseurs ardennais. Un mois plus tard, il est blessé au pied lors d'un test professionnel. Des fractures sont diagnostiquées et il est exempté à domicile. Cette exemption est ensuite prolongée. Il n'a de la sorte pas pu présenter les tests de fin de session. C'est pour ce motif que les décisions attaquées ont été prises. |
Voor de Raad van State beklemtoont P. Warnotte dat de artikelen 4 en | Devant le Conseil d'Etat, P. Warnotte souligne que les articles 4 et |
10, eerste lid, van de wet van 20 mei 1994 discriminerend zijn, omdat | 10, alinéa 1er, de la loi du 20 mai 1994 sont discriminatoires parce |
zij niet de situatie in aanmerking nemen van een vrijwilliger die | qu'ils ne prennent pas en compte la situation d'un volontaire qui est |
gewond is door een ongeval te wijten aan de dienst, terwijl de | blessé à la suite d'un accident du fait du service, alors que les |
ambtenaren wier situatie vergelijkbaar is een verlenging van de | fonctionnaires dont la situation est comparable bénéficient d'une |
proeftijd genieten, inzonderheid bij een ongeval te wijten aan en | prolongation du stage notamment en cas d'accident par le fait du |
tijdens de dienst. Hij voert een schending van het | service et pendant le service. Il invoque une violation du principe de |
evenredigheidsbeginsel aan. | proportionnalité. |
De Raad van State beslist de hiervoor weergegeven prejudiciële vraag | Le Conseil d'Etat décide de poser la question préjudicielle mentionnée |
te stellen. | ci-dessus. |
III. De rechtspleging voor het Hof | III. La procédure devant la Cour |
Bij beschikking van 15 oktober 1997 heeft de voorzitter in functie de | Par ordonnance du 15 octobre 1997, le président en exercice a désigné |
rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 | les juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi |
van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. | spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. |
De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was | Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application |
om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. | des articles 71 ou 72 de la loi organique. |
Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel | La décision de renvoi a été notifiée conformément à l'article 77 de la |
77 van de organieke wet bij op 20 november 1997 ter post aangetekende | loi organique, par lettres recommandées à la poste le 20 novembre |
brieven. | 1997. |
Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is | L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au |
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 3 december 1997. | Moniteur belge du 3 décembre 1997. |
Memories zijn ingediend door : | Des mémoires ont été introduits par : |
- P. Warnotte, wonende te 4680 Oupeye, rue des Cerisiers 13, bij op 11 | - P. Warnotte, demeurant à 4680 Oupeye, rue des Cerisiers 13, par |
december 1997 ter post aangetekende brief; | lettre recommandée à la poste le 11 décembre 1997; |
- de Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, bij op 29 december 1997 | - le Conseil des ministres, rue de la Loi 16, 1000 Bruxelles, par |
ter post aangetekende brief. | lettre recommandée à la poste le 29 décembre 1997. |
Van die memories is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de | Ces mémoires ont été notifiés conformément à l'article 89 de la loi |
organieke wet bij op 22 januari 1998 ter post aangetekende brieven. | organique, par lettres recommandées à la poste le 22 janvier 1998. |
Bij beschikkingen van 25 maart 1998 en 29 september 1998 heeft het Hof | Par ordonnances du 25 mars 1998 et du 29 septembre 1998, la Cour a |
de termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot | |
respectievelijk 15 oktober 1998 en 15 april 1999. | prorogé respectivement jusqu'aux 15 octobre 1998 et 15 avril 1999 le |
délai dans lequel l'arrêt doit être rendu. | |
Bij beschikking van 8 juli 1998 heeft het Hof de zaak in gereedheid | Par ordonnance du 8 juillet 1998, la Cour a déclaré l'affaire en état |
verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 16 september | et fixé l'audience au 16 septembre 1998. |
1998. Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten | Cette ordonnance a été notifiée aux parties ainsi qu'à leurs avocats |
bij op 10 juli 1998 ter post aangetekende brieven. | par lettres recommandées à la poste le 10 juillet 1998. |
Op de openbare terechtzitting van 16 september 1998 : | A l'audience publique du 16 septembre 1998 : |
- zijn verschenen : | - ont comparu : |
. Mr. P. Vande Casteele, advocaat bij de balie te Brussel, voor P. | . Me P. Vande Casteele, avocat au barreau de Bruxelles, pour P. |
Warnotte; | Warnotte; |
. majoor R. Gerits, voor de Ministerraad; | . le major R. Gerits, pour le Conseil des ministres; |
- hebben de rechters-verslaggevers J. Delruelle en A. Arts verslag | - les juges-rapporteurs J. Delruelle et A. Arts ont fait rapport; |
uitgebracht; - zijn de voornoemde partijen gehoord; | - les parties précitées ont été entendues; |
- is de zaak in beraad genomen. | - l'affaire a été mise en délibéré. |
De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende | La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants |
van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. | de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. |
IV. In rechte | IV. En droit |
- A - | - A - |
Memorie van P. Warnotte | Mémoire de P. Warnotte |
A.1. Het arrest van het Hof nr. 81/95 van 14 december 1995 wordt in | A.1. L'arrêt de la Cour n° 81/95 du 14 décembre 1995 est rappelé. |
herinnering gebracht. | |
De militairen korte termijn worden gediscrimineerd ten opzichte van de | Les militaires court terme sont discriminés par rapport aux |
ambtenaren, terwijl zij zich in een vergelijkbare situatie bevinden, | fonctionnaires alors qu'ils sont dans une situation comparable |
aangezien zij eveneens onder een statuut vallen. De ambtenaren | puisqu'ils sont soumis à un statut. Les fonctionnaires bénéficient en |
genieten immers een verlenging van de proeftijd, inzonderheid bij een | effet d'une prolongation de stage, notamment en cas d'accident par le |
ongeval te wijten aan en tijdens de dienst. | fait du service et pendant le service. |
De uitsluiting van elke verlenging van de proeftijd is klaarblijkelijk | L'exclusion de toute prolongation du stage est manifestement inspirée |
ingegeven door een rendementscriterium : voorkomen dat de periode van | par un critère de rendement - éviter que la période de service utile |
nuttige dienst korter is dan de periode van vorming. Er dient evenwel | soit plus courte que la période de formation. Or, il faut relever que |
te worden opgemerkt dat de maximumduur van de dienst als vrijwilliger vijf jaar bedraagt en dat daarbij de duur moet worden gerekend van de verplichte prestaties die de militairen korte termijn in het reservekader moeten presteren, die tien jaar bedraagt. De vorming van de verzoeker zal dus vijftien jaar gevolgen hebben en renderen. De aangevoerde verantwoording kan bijgevolg niet worden aanvaard. Tot staving van dat standpunt wordt het reeds aangehaalde arrest van het Hof aangevoerd, waarin het feit dat de wetgever de gezakte kandidaat-beroepsmilitairen verplicht om in het kader korte termijn dienst te presteren, buitensporig wordt bevonden. Tevergeefs zou bovendien worden aangevoerd dat de situatie van de tijdelijke militairen volkomen verschillend is van die van de vrijwilligers. Het onevenredige karakter van de maatregel ligt des te meer voor de | la durée maximale du service de volontaire est de cinq ans et qu'à cela s'ajoute la durée des prestations obligatoires des militaires court terme dans le cadre de réserve, qui est de dix ans. La formation du requérant déploiera donc ses effets et son rendement pendant quinze ans. La justification invoquée n'est donc pas admissible. A l'appui de cette thèse, est invoqué l'arrêt de la Cour, déjà cité, qui juge excessif le fait que le législateur impose aux candidats de carrière ayant essuyé un échec, de servir dans le cadre court terme. Il est par ailleurs vain de soutenir que la situation des militaires temporaires est totalement différente de celle des volontaires. Enfin, le caractère disproportionné de la mesure est d'autant plus |
hand, daar artikel 11 van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 | évident que l'article 11 de l'arrêté royal du 11 août 1994 relatif au |
betreffende het statuut van de militairen korte termijn de verzoeker | statut des militaires court terme empêche en principe le requérant de |
in beginsel belet een dienstneming als militair korte termijn aan te | souscrire un engagement militaire court terme, dès que sa guérison |
gaan zodra zijn genezing zou zijn beëindigd. De verzoeker moet zijn | serait terminée. Il faut que le requérant puisse poursuivre sa |
vorming kunnen voortzetten zonder dat zijn ambt ondertussen wordt | formation sans subir entre-temps un retrait d'emploi. |
ingetrokken. Memorie van de Ministerraad | Mémoire du Conseil des ministres |
A.2.1. In de gestelde vraag is niet aangegeven welke categorieën van | A.2.1. La question posée n'indique pas quelles catégories de personnes |
personen moeten worden vergeleken met de kandidaat-militairen korte | doivent être comparées avec les candidats militaires court terme. La |
termijn. De kritiek van de verzoekende partij heeft betrekking op de | critique de la partie requérante a trait à la formation des militaires |
vorming van de militairen korte termijn en kan als volgt worden | court terme et peut être formulée de la manière suivante : la |
geformuleerd : de beperking van de duur van de vorming van de | limitation de la durée de formation des militaires court terme à un an |
militairen korte termijn tot één jaar is onevenredig. | est disproportionnée. |
De verwijzing naar artikel 4 van de wet van 20 mei 1994 is te dezen | La référence à l'article 4 de la loi du 20 mai 1994 n'est pas |
niet relevant, aangezien die bepaling de militairen korte termijn | pertinente en l'espèce puisque cette disposition vise les militaires |
beoogt en niet de kandidaat-militairen korte termijn. | court terme et non pas les candidats militaires court terme. |
A.2.2. Om de gestelde vraag te beantwoorden, moet men zich afvragen of | A.2.2. Pour répondre à la question posée, il faut se demander si la |
het feit dat de duur van de vorming van de kandidaat-militairen korte | limitation de la durée de formation des candidats militaires court |
termijn tot één jaar is beperkt, onevenredig is omdat die | terme à un an est disproportionnée parce qu'ils ne bénéficient pas |
kandidaat-militairen geen verlenging van de proeftijd genieten indien | d'une prolongation de stage en cas d'accident par le fait du service |
zij het slachtoffer zijn van een ongeval te wijten aan en tijdens de | et pendant le service tandis que des stagiaires à la fonction publique |
dienst, terwijl stagiairs in de openbare dienst en andere | et d'autres candidats militaires en bénéficient. |
kandidaat-militairen die verlenging van de proeftijd wel genieten. | Il ressort des travaux préparatoires de la loi que par l'instauration |
Blijkens de parlementaire voorbereiding van de wet heeft de wetgever | |
met de invoering van het statuut van de militairen korte termijn « de | du statut des militaires court terme, le législateur envisageait « le |
voortdurende verjonging van de kaders en van de troep, vooral in de | rajeunissement permanent des cadres et des troupes, en particulier |
operationele eenheden van de krijgsmacht » beoogd. De duur, die | dans les unités opérationnelles des forces armées ». La période à la |
terzelfder tijd de minimumduur, vorming inbegrepen, en de normale | fois minimale, formation comprise, et normale attendue est de deux |
verwachte duur is, bedraagt twee jaar. De wetgever wilde dus zowel een | années. Le législateur voulait donc atteindre à la fois une formation |
adequate vorming als een minimumrendement bereiken. Dat verklaart de | adéquate et un rendement minimal. Ceci explique la durée limitée dans |
in de tijd beperkte duur van de vorming van die militairen korte | le temps de la formation de ces militaires court terme. Admettre une |
termijn. Door een verlenging van de proeftijd te aanvaarden, zou noch | prolongation ne permettrait pas d'atteindre le premier but ni le |
het eerste, noch het tweede doel, namelijk het creëren en handhaven van een onontbeerlijk bestanddeel van de reserve, dat bestaat uit militairen korte termijn die voldoende ervaring « on the job » hebben opgedaan in een basisfunctie in een gevechts- of steuneenheid, kunnen worden bereikt. Dat verklaart waarom kandidaten met lichamelijke en medische problemen worden uitgesloten, zelfs al hebben die problemen zich ten gevolge van de dienst gemanifesteerd. Aan die personen wordt vanzelfsprekend alle medische verzorging verstrekt om de ziekte opgedaan of verergerd in werkelijke dienst te behandelen, in voorkomend geval hun ganse leven lang, en mogelijkerwijs wordt hun het statuut van militair invalide toegekend. Sommige parlementsleden hadden overigens kritiek op de volgens hen te lange duur van de vorming, gelet op het rendementscriterium. De wetgever had zijnerzijds de bekommernis een dubbele flexibiliteit in te voeren, ten aanzien van de strijdkrachten, enerzijds, en ten aanzien van de betrokken individuen, anderzijds. De maatregel die de vorming tot één jaar beperkt, is niet klaarblijkelijk onredelijk, gelet op de nagestreefde doelstelling. Het statuut van de kandidaat-militairen korte termijn kan niet worden | deuxième qui est de créer et maintenir une indispensable composante de la réserve, composée de militaires court terme ayant acquis une expérience suffisante « on the job » dans une fonction de base dans une unité de combat ou d'appui. Ceci explique l'exclusion des candidats ayant des problèmes physiques et médicaux, même si ces problèmes sont survenus par le fait du service. A ces personnes sont naturellement offerts tous les soins médicaux afférents à la maladie causée ou aggravée par le service, le cas échéant toute leur vie durant ainsi que la possibilité d'octroi du statut d'invalide militaire. Certains parlementaires avaient d'ailleurs critiqué la durée, selon eux trop longue, de la formation, eu égard au critère du rendement. Le législateur s'est pour sa part soucié d'instaurer une flexibilité double, d'une part, dans le chef des forces armées et, d'autre part, dans le chef des individus impliqués. La mesure qui limite la formation à une année n'est pas manifestement déraisonnable au regard de l'objectif poursuivi. Les statuts des candidats militaires court terme et des candidats |
vergeleken met dat van de kandidaat-beroepsmilitairen van het actief | militaires de carrière du cadre actif sont incomparables. Ce choix |
kader. Die keuze vloeit voort uit de uitdrukkelijke wil van de wetgever, die heeft voorzien in een per definitie flexibel en tijdelijk statuut, toegespitst op een onmiddellijk rendement, zonder te veel wederzijdse banden, enerzijds, en in een loopbaan in het leger, anderzijds. Er moet dus rekening worden gehouden met het specifieke karakter van het statuut korte termijn. Dat specifieke karakter belet eveneens een vergelijking met het statuut van de tijdelijke militairen (afgeschaft kader), aangezien die situatie fundamenteel verschillend was, vermits een veel langere diensttijd werd toegestaan, die dertig jaar kon bedragen. Andere elementen bevestigen voorts dat tijdelijke en flexibele karakter van het statuut van de militairen korte termijn : beperking van de tijdelijke terugtrekking om persoonlijke redenen tot drie maanden, die enkel om uitzonderlijke sociale redenen wordt toegestaan, en absoluut verbod van wederindienstneming. De militair korte termijn geniet overigens niet-verwaarloosbare voordelen die de kandidaat-militairen van het actief kader niet genieten en die in zekere zin een tegengewicht vormen voor het snelle rendement dat wordt beoogd en voor de beperkte vormingsperiode : reclasseringspremie, vorming met het oog op reclassering, voorrang voor dienstneming in het actief kader. De onrechtvaardigheid waarvan de verzoeker het slachtoffer meent te zijn, is dan ook een gevolg waarvan de oorzaak ligt in de aard zelf van het statuut en van de dienstneming van de (kandidaat-)militair korte termijn. Ten aanzien van het argument dat de vorming vijftien jaar gevolgen en rendement zou hebben, moet worden vastgesteld dat de wetgever terzelfder tijd twee doelstellingen wil bereiken, namelijk het onmiddellijke rendement en de aanleg van een reserve. Rekening houdend met het feit dat de draagwijdte van de tweede doelstelling niet moet worden overdreven en met de verplichtingen die er voor de militairen uit voortvloeien, lijkt het niet onredelijk om in het kader van het eerste, meer wezenlijke doel de vorming van de militairen korte termijn te beperken tot één jaar. Het beginsel dat enkel de militairen korte termijn die ten minste een volledige dienstneming hebben gediend, dit wil zeggen ten minste twee jaar, met een rendementsperiode van ten minste één jaar, als volwaardig militair korte termijn (zie artikel 20), aan verplichtingen in de reserve worden onderworpen, heeft overigens voorrang. Concluderend kan men stellen dat het onderscheid dat wordt gemaakt tussen de kandidaat-militairen korte termijn en de andere kandidaten, in redelijkheid is verantwoord en dat een redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. | résulte de la volonté expresse du législateur qui a prévu, d'une part, un statut par essence flexible et temporaire, axé sur un rendement direct sans trop de liens dans les deux sens et, d'autre part, une carrière au sein des forces armées. Il faut donc tenir compte de la spécificité du statut court terme. Cette spécificité empêche également une comparaison avec le statut des militaires temporaires (cadre abrogé) puisque cette situation était fondamentalement différente en raison de la durée autorisée de service beaucoup plus longue puisqu'elle pouvait atteindre trente années. D'autres éléments confirment encore ce caractère temporaire et flexible du statut des militaires court terme : limitation du retrait temporaire pour convenance personnelle à trois mois, pour des raisons sociales exceptionnelles uniquement, interdiction absolue de réintégration. Le militaire court terme reçoit par ailleurs des avantages non négligeables que les candidats militaires du cadre actif ne reçoivent pas et qui constituent en quelque sorte un contrepoids pour le rendement rapide recherché et la période de formation restreinte : prime de reclassement, formation de reclassement, priorité pour l'accès au cadre actif. L'injustice ressentie par le requérant constitue donc une conséquence dont la source réside dans la nature même du statut et de l'engagement du (candidat-)militaire court terme. Concernant l'argument selon lequel la formation déploierait ses effets et son rendement pendant quinze ans, force est de constater que le législateur veut atteindre à la fois deux objectifs, le rendement direct et la constitution d'une réserve. Tenant compte du fait qu'il ne faut pas exagérer la portée du deuxième objectif et des obligations qui en découlent pour les militaires, il ne paraît pas déraisonnable, dans le cadre du premier but plus essentiel, de limiter la formation des militaires court terme à une année. Le principe prévaut d'ailleurs de ne soumettre à des obligations dans la réserve que les militaires court terme ayant accompli au moins un engagement complet, c'est-à-dire au moins deux ans, avec une période de rendement d'au moins un an, comme militaire court terme à part entière (voir l'article 20). En conclusion, la distinction faite entre les candidats militaires court terme et les autres candidats est raisonnablement justifiée et il existe un rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. |
- B - | - B - |
B.1. Artikel 4 van de wet van 20 mei 1994 houdende statuut van de | B.1. L'article 4 de la loi du 20 mai 1994 portant statut des |
militairen korte termijn bepaalt : | militaires court terme dispose : |
« Voor zover deze bepalingen niet onverenigbaar zijn met de bepalingen | « Pour autant que ces dispositions ne soient pas incompatibles avec |
van deze wet, zijn alle wettelijke en reglementaire bepalingen | les dispositions de la présente loi, toutes les dispositions |
betreffende het statuut van de beroepsofficieren, de | législatives et réglementaires relatives au statut des officiers de |
beroepsonderofficieren of de beroepsvrijwilligers toepasselijk op de | carrière, des sous-officiers de carrière ou des volontaires de |
carrière sont applicables aux militaires court terme dont la formation | |
militairen korte termijn waarvan de vorming beëindigd is, naargelang | est terminée, selon la catégorie de personnel à laquelle ils |
van de personeelscategorie, waartoe zij behoren. » | appartiennent. » |
Artikel 10, eerste lid, van die wet bepaalt bovendien : « De duur van | L'article 10, alinéa 1er, de cette loi dispose par ailleurs : « La |
de vorming bedraagt één jaar ». | durée de la formation est de un an ». |
B.2. Blijkens de motivering van het arrest van de Raad van State zou | B.2. Il apparaît de la motivation de l'arrêt du Conseil d'Etat que le |
de grief die tegen de wetgever is aangevoerd, hierin bestaan dat hij | grief formulé à l'encontre du législateur serait de ne pas avoir |
geen verlenging van de duur van de vorming heeft toegestaan, en met | permis une prolongation de la durée de formation, notamment en cas |
name niet bij een ongeval te wijten aan en tijdens de dienst. | d'accident par le fait du service et pendant le service. |
B.3. Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 20 mei 1994 | B.3. Il ressort des travaux préparatoires de la loi du 20 mai 1994 que |
blijkt dat de wetgever een nieuw kader van militairen heeft willen | le législateur a voulu instaurer un nouveau cadre de militaires au |
invoeren binnen het actief kader van de strijdkrachten, namelijk dat | sein du cadre actif des forces armées, en l'occurrence celui des |
van de militairen korte termijn. Zijn doelstelling was tweeërlei : | militaires court terme. Son objectif était double : |
« 1° de voortdurende verjonging van de kaders en van de troep, vooral | « 1° le rajeunissement permanent des cadres et des troupes, en |
in de operationele eenheden van de krijgsmacht; | particulier dans les unités opérationnelles des forces armées; |
2° het opbouwen en het handhaven van een onontbeerlijke | 2° le fait de rendre possible la création et le maintien d'une |
reservecomponent mogelijk maken » (Gedr. St., Senaat, 1993-1994, nr. | indispensable composante de réserve » (Doc. parl., Sénat, 1993-1994, |
929-1, pp. 1 en 2). | n° 929-1, pp. 1 et 2). |
Volgens artikel 1 van de wet dienen de militairen korte termijn « in | Selon l'article 1er de la loi, les militaires court terme « servent |
het actief kader, uiterlijk tot het bereiken van een leeftijdsgrens | dans le cadre actif sous un régime d'engagement et de rengagements |
die de Koning bepaalt, onder een stelsel van een dienstneming en | consécutifs, au plus tard jusqu'à une limite d'âge fixée par le Roi. |
aaneensluitende wederdienstnemingen. De totale duur van de diensten in | La durée globale des services dans le cadre court terme ne peut |
het kader korte termijn mag vijf jaar niet overschrijden, ongeacht de | excéder cinq années, quelle que soit la catégorie du personnel dans |
personeelscategorie waarin de militair heeft gediend ». | laquelle le militaire a servi ». |
Volgens artikel 5 van de wet wordt « de dienstneming bedoeld in | Selon l'article 5 de la loi, « l'engagement visé à l'article 1er est |
artikel 1 [...] aangegaan voor een duur van twee jaar dienst. Elke | souscrit pour une durée de deux ans de service. Chaque rengagement |
wederdienstneming bedoeld in artikel 1 wordt aangegaan voor een duur | visé à l'article 1er est souscrit pour une durée de un an de service |
van één jaar dienst ». De wetgever heeft duidelijk gekozen voor die | ». Le législateur a clairement opté pour ce délai limité de deux ans |
beperkte termijn van twee jaar en geweigerd die termijn tot drie jaar | et refusé de le porter à trois ans (Doc. parl., Sénat, 1993-1994, n° |
te verlengen (Gedr. St., Senaat, 1993-1994, nr. 927-2, pp. 91 en 92, | 927-2, pp. 91 et 92, et Doc. parl., Chambre, 1993-1994, n° 1391/3, pp. |
en Gedr. St., Kamer, 1993-1994, nr. 1391/3, pp. 4, 5 en 6). | 4, 5 et 6). |
Bij de totstandkoming van de wet werd beklemtoond dat de korte duur, | Il a été souligné, lors de l'élaboration de la loi que la courte |
beperkt tot vijf jaar en gekoppeld aan een maximumleeftijd, een | durée, limitée à cinq ans et liée à un âge maximum, était un élément |
wezenlijk element is van dat statuut, dat overigens, afgezien van de | essentiel de ce statut, qui prend d'ailleurs en compte, outre les |
behoeften van de strijdkrachten, oog heeft voor de herintrede op de | besoins des forces armées, le souci de réinsérer l'ex-militaire court |
arbeidsmarkt van de ex-militair korte termijn (Gedr. St., Kamer, | terme sur le marché du travail (Doc. parl., Chambre, 1993-1994, n° |
1993-1994, nr. 1391/3, p. 2). De wetgever heeft bovendien « | 1391/3, p. 2). Le législateur a par ailleurs voulu mettre à la |
geëngageerde manschappen met een goede lichamelijke conditie » ter | disposition de l'armée « un effectif entraîné et en excellente |
beschikking willen stellen van het leger (idem, p. 3). | condition physique » (idem, p. 3). |
B.4. Gesteld dat de situatie van de militairen korte termijn kan | B.4. A supposer que la situation des militaires court terme puisse |
worden vergeleken met die van de ambtenaren of de andere militairen, | être comparée à celle des fonctionnaires ou des autres militaires, la |
merkt het Hof op dat de bestreden bepaling objectief en redelijk is verantwoord, gelet op het doel van de wetgever. Aan laatstgenoemde komt het toe te oordelen hoe de handhaving van het operationele karakter van de strijdkrachten moet worden gewaarborgd. Te dien einde en gelet op de afschaffing van de dienstplicht waartoe hij voordien had beslist, vermag hij een statuut voor militairen korte termijn in te voeren waarvan de specificiteit in het tijdelijke karakter en in de flexibiliteit ligt. De bepaling die de duur van de vorming van de kandidaten voor dat statuut beperkt tot één jaar, houdt rechtstreeks verband met de duur van de dienstneming die de wetgever bewust heeft beperkt tot twee jaar. B.5. Weliswaar kan de aan het Hof ter toetsing voorgelegde bepaling een ernstige weerslag hebben voor diegenen die, zoals de verzoeker voor de Raad van State, tijdens hun vorming werden verwond, maar aan de wetgever kan niet worden verweten het evenredigheidsbeginsel niet te hebben nageleefd. Er moet rekening worden gehouden met de zorg voor het operationele karakter van de strijdkrachten, dat een optimale lichamelijke geschiktheid vergt, en met de beperkte duur van de functie, die het moeilijk maakt een onderbreking in aanmerking te nemen tijdens welke het lichamelijk herstel mogelijk is. Rekening houdend met het specifieke karakter van het statuut van de militairen korte termijn vermocht de wetgever redelijkerwijze in | Cour relève que la disposition entreprise se justifie objectivement et raisonnablement, compte tenu du but du législateur. C'est à ce dernier qu'il revient d'apprécier comment doit être assuré le maintien du caractère opérationnel des forces armées. Il peut à cette fin, et compte tenu de la suppression du service militaire qu'il avait préalablement décidée, instaurer un statut de militaires court terme dont la spécificité réside dans le caractère temporaire et la flexibilité. La disposition qui limite à un an la durée de la formation des candidats à ce statut est directement en rapport avec la durée de l'engagement que le législateur a consciemment limitée à deux ans. B.5. S'il est vrai que la disposition soumise au contrôle de la Cour peut avoir des effets sévères pour ceux qui, comme le requérant devant le Conseil d'Etat, ont été blessés durant leur formation, il ne peut être reproché au législateur d'avoir manqué au principe de proportionnalité. Il y a lieu de prendre en considération le souci du caractère opérationnel des forces armées qui postule des aptitudes physiques optimales et la durée limitée de la fonction qui rend difficile la prise en compte d'une interruption permettant la récupération physique. Compte tenu du caractère spécifique du statut des militaires court |
artikel 4 voor te schrijven dat de wettelijke en reglementaire | terme, le législateur pouvait raisonnablement disposer à l'article 4 |
que les dispositions légales et réglementaires relatives au statut des | |
bepalingen betreffende het statuut van de beroepsofficieren, de | officiers de carrière, des sous-officiers de carrière ou des |
beroepsonderofficieren of de beroepsvrijwilligers niet van toepassing | volontaires de carrière ne sont pas applicables aux militaires court |
zijn op de militairen korte termijn van wie de vorming niet is beëindigd. | terme dont la formation n'est pas terminée. |
De vraag dient bijgevolg ontkennend te worden beantwoord. | La question appelle dès lors une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
De artikelen 4 en 10, eerste lid, van de wet van 20 mei 1994 houdende | Les articles 4 et 10, alinéa 1er, de la loi du 20 mai 1994 portant |
statuut van de militairen korte termijn schenden de artikelen 10 en 11 | statut des militaires court terme ne violent pas les articles 10 et 11 |
van de Grondwet niet. | de la Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 oktober 1998. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 21 octobre 1998. |
De griffier, | Le greffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Melchior. | M. Melchior. |