← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij
arresten van 30 september 1998 in zake het openbaar ministerie tegen respectievelijk H. Berndt, P. Biondolillo,
H. Zhang, G. Heusden, de b.v.b « Is artikel 35, laatste lid, van de wet van 27 juni 1969,
doordat het, naast de strafrechtelijke s(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arresten van 30 september 1998 in zake het openbaar ministerie tegen respectievelijk H. Berndt, P. Biondolillo, H. Zhang, G. Heusden, de b.v.b « Is artikel 35, laatste lid, van de wet van 27 juni 1969, doordat het, naast de strafrechtelijke s(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par arrêts du 30 septembre 1998 en cause du ministère public contre respectivement H. Berndt, P. Biondolillo, H. Zhang, G. Heusden, la s.p.r.l. Saint-Vin « L'article 35, dernier alinéa, de la loi du 27 juin 1969 en ce qu'il prévoit, à côté de la sanctio(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 op het Arbitragehof | sur la Cour d'arbitrage |
Bij arresten van 30 september 1998 in zake het openbaar ministerie | Par arrêts du 30 septembre 1998 en cause du ministère public contre |
tegen respectievelijk H. Berndt, P. Biondolillo, H. Zhang, G. Heusden, | respectivement H. Berndt, P. Biondolillo, H. Zhang, G. Heusden, la |
de b.v.b.a. Saint-Vincent, de n.v. Le Burenville en I. Ahmed, waarvan | s.p.r.l. Saint-Vincent, la s.a. Le Burenville et I. Ahmed, dont les |
de expedities ter griffie van het Arbitragehof zijn ingekomen op 9 | expéditions sont parvenues au greffe de la Cour d'arbitrage le 9 |
oktober 1998, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende | octobre 1998, la Cour d'appel de Liège a posé la question |
prejudiciële vraag gesteld : | préjudicielle suivante : |
« Is artikel 35, laatste lid, van de wet van 27 juni 1969, doordat | « L'article 35, dernier alinéa, de la loi du 27 juin 1969 en ce qu'il |
het, naast de strafrechtelijke sanctie sensu stricto, voorziet in de | prévoit, à côté de la sanction pénale sensu stricto, la condamnation |
veroordeling tot de betaling, ten bate van de Rijksdienst voor Sociale | au paiement au profit de l'Office national de sécurité sociale des |
Zekerheid, van de bijdragen, bijdrageopslagen en verwijlintresten die | cotisations, majorations de cotisations et intérêts de retard non |
niet werden gestort, de veroordeling ambtshalve van de werkgever tot | versés, la condamnation d'office de l'employeur au paiement d'une |
de betaling van een vergoeding gelijk aan het drievoud van de ontdoken | indemnité égale au triple des cotisations éludées avec un montant |
bijdragen met een minimumbedrag van 51.000 frank, discriminerend ten | minimum de 51.000 francs, est-il discriminatoire au regard des |
aanzien van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in verhouding tot | articles 10 et 11 de la Constitution par rapport à la situation de |
de situatie van elke andere beklaagde die kan worden veroordeeld op | tout autre prévenu susceptible d'être condamné au plan pénal sensu |
het strafrechtelijk vlak sensu stricto en tot de verplichting om de | stricto et à l'obligation de réparer les conséquences dommageables du |
schadelijke gevolgen van het strafbaar feit te herstellen, in zoverre | fait infractionnel, en ce que cette condamnation supplémentaire |
die bijkomende veroordeling, die als « maatregel van burgerlijke aard | qualifiée de « mesure de nature civile » tout en ne réparant pas un |
» wordt gekwalificeerd hoewel hij niet een reëel nadeel herstelt en | préjudice réel et alors qu'elle participe à l'aspect répressif de la |
terwijl zij bijdraagt tot het repressieve aspect van de bepaling, niet | disposition, ne serait pas susceptible de tomber sous l'application de |
zou kunnen vallen onder de toepassing van artikel 65 van het | l'article 65 du Code pénal, dans l'hypothèse où une peine plus forte |
Strafwetboek, in het geval waarin een strengere straf zou moeten | |
worden toegepast voor een andere overtreding, alsmede van de artikelen | devrait être appliquée pour une autre infraction et des articles 1er, |
1, 3, 6, 8 van de wet van 29 juni 1964 ? » | 3, 6, 8 de la loi du 29 juin 1964 ? » |
Die zaken zijn ingeschreven respectievelijk onder nummers 1429, 1430, | Ces affaires sont inscrites respectivement sous les numéros 1429, |
1431, 1432 en 1433 van de rol van het Hof en zijn samengevoegd met de | 1430, 1431, 1432 et 1433 du rôle de la Cour et ont été jointes avec |
zaak met rolnummer 1365. | l'affaire portant le numéro 1365 du rôle. |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 op het Arbitragehof | sur la Cour d'arbitrage |
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 19 september | Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 19 |
1998 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 21 | septembre 1998 et parvenue au greffe le 21 septembre 1998, A. Henneau, |
september 1998, hebben A. Henneau, wonende te 1400 Nijvel, rue | demeurant à 1400 Nivelles, rue Théodore Berthels 7/2, J. Adam, |
Théodore Berthels 7/2, J. Adam, wonende te 9000 Gent, Spiegelhofstraat | demeurant à 9000 Gand, Spiegelhofstraat 57, et S. Verhulst, demeurant |
57, en S. Verhulst, wonende te 7100 La Louvière, rue des Rentiers | à 7100 La Louvière, rue des Rentiers 45/16, ont introduit un recours |
45/16, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 3 en 4 van | en annulation des articles 3 et 4 de la loi du 10 février 1998 portant |
de wet van 10 februari 1998 tot wijziging van de wet van 27 december | modification de la loi du 27 décembre 1973 relative au statut du |
1973 betreffende het statuut van het personeel van het operationeel | |
korps van de rijkswacht en van de wet van 11 juli 1978 tot regeling | personnel du corps opérationnel de la gendarmerie et de la loi du 11 |
van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het | juillet 1978 organisant les relations entre les autorités publiques et |
rijkswachtpersoneel van het operationeel korps (bekendgemaakt in het | les syndicats du personnel du corps opérationnel de la gendarmerie |
Belgisch Staatsblad van 20 maart 1998), wegens schending van de | (publiée au Moniteur belge du 20 mars 1998), pour cause de violation |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | des articles 10 et 11 de la Constitution. |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 1418 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 1418 du rôle de la Cour. |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 op het Arbitragehof | sur la Cour d'arbitrage |
Bij vonnis van 23 september 1998 in zake D. Behling tegen C. Vrancken, | Par jugement du 23 septembre 1998 en cause de D. Behling contre C. |
waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op | Vrancken, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour |
2 oktober 1998, heeft de Jeugdrechtbank te Verviers de volgende | d'arbitrage le 2 octobre 1998, le Tribunal de la jeunesse de Verviers |
prejudiciële vraag gesteld : | a posé la question préjudicielle suivante : |
« Is artikel 69, § 1, derde lid, van de samengeordende wetten | « L'article 69, § 1er, alinéa 3, des lois coordonnées relatives aux |
betreffende de kinderbijslag [voor loonarbeiders] strijdig met de | allocations familiales [pour travailleurs salariés], est-il contraire |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het verschillende | aux articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il crée des |
situaties creëert voor de ouder die belast is met de voornaamste | situations différentes pour le parent ayant en charge l'hébergement |
huisvesting van het kind naargelang het de vader of moeder betreft | principal de l'enfant suivant qu'il soit un père ou une mère lorsque |
wanneer het ouderlijk gezag door die beide ouders gezamenlijk | l'exercice de l'autorité parentale reste conjoint entre ces deux |
uitgeoefend blijft ? » | parents ? » |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 1422 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 1422 du rôle de la Cour. |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 op het Arbitragehof | sur la Cour d'arbitrage |
Bij arrest van 2 oktober 1998 in zake de Rijksdienst voor | Par arrêt du 2 octobre 1998 en cause de l'Office national |
d'allocations familiales pour travailleurs salariés contre C. | |
Kinderbijslag voor Werknemers tegen C. Dumeunier, waarvan de expeditie | Dumeunier, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour |
ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 8 oktober 1998, heeft | d'arbitrage le 8 octobre 1998, la Cour du travail de Mons a posé la |
het Arbeidshof te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
« Vloeit uit de combinatie van de artikelen 56, § 2, eerste lid, 1°, | « Une lecture combinée des articles 56, § 2, alinéa 1er, 1°, littera |
littera a), en 57 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag een met het voorschrift van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet onverenigbare discriminatie voort tussen de werknemers van de privé-sector en die van de openbare sector die, lang vóór de pensioenleeftijd, worden getroffen door een arbeidsongeschiktheid of invaliditeit : terwijl eerstgenoemden in de meeste gevallen de in artikel 56, § 2, eerste lid, 1°, littera a), bedoelde uitkering zullen genieten vooraleer zij worden gepensioneerd en bijgevolg nadien het recht op verhoogde bijslag zullen behouden, zullen laatstgenoemden in de regel kunnen worden gepensioneerd vooraleer zij dat recht hebben kunnen verwerven ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1427 van de rol van het Hof. De griffier, | a), et 57 des lois coordonnées sur les allocations familiales, crée-t-elle une discrimination incompatible avec le prescrit des articles 10 et 11 de la Constitution entre les travailleurs du secteur privé et ceux du secteur public qui, longtemps avant l'âge de la retraite, sont atteints d'une incapacité de travail ou d'une invalidité : alors que les premiers bénéficieront dans la plupart des cas de l'indemnité prévue par l'article 56, § 2, alinéa 1er, 1°, littera a), avant leur admission à la pension et conserveront dès lors par la suite le droit à des allocations majorées, les seconds pourront en règle être admis à la pension avant d'avoir pu acquérir ce droit ? » Cette affaire est inscrite sous le numéro 1427 du rôle de la Cour. Le greffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |