← Terug naar "Arrest nr. 77/98 van 24 juni 1998 Rolnummer 1201 In zake : de prejudiciële vraag over
artikel 56bis, § 2, eerste lid, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor
loonarbeiders ,(...) Het
Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters L. De Grève en M. Melchior, en de rechters H. (...)"
| Arrest nr. 77/98 van 24 juni 1998 Rolnummer 1201 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 56bis, § 2, eerste lid, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders ,(...) Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters L. De Grève en M. Melchior, en de rechters H. (...) | Arrêt n° 77/98 du 24 juin 1998 Numéro du rôle : 1201 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 56bis, § 2, alinéa 1 er , des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés La Cour d'arbitrage, composée des présidents L. De Grève et M. Melchior, et des juges H. Boel, L(...) |
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
| Arrest nr. 77/98 van 24 juni 1998 | Arrêt n° 77/98 du 24 juin 1998 |
| Rolnummer 1201 | Numéro du rôle : 1201 |
| In zake : de prejudiciële vraag over artikel 56bis, § 2, eerste lid, | En cause : la question préjudicielle concernant l'article 56bis, § 2, |
| van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor | alinéa 1er, des lois coordonnées relatives aux allocations familiales |
| loonarbeiders (koninklijk besluit van 19 december 1939), gesteld door | pour travailleurs salariés (arrêté royal du 19 décembre 1939), posée |
| de Arbeidsrechtbank te Gent. | par le Tribunal du travail de Gand. |
| Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
| samengesteld uit de voorzitters L. De Grève en M. Melchior, en de | composée des présidents L. De Grève et M. Melchior, et des juges H. |
| rechters H. Boel, L. François, J. Delruelle, R. Henneuse en M. | Boel, L. François, J. Delruelle, R. Henneuse et M. Bossuyt, assistée |
| Bossuyt, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter L. De Grève, | du greffier L. Potoms, présidée par le président L. De Grève, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vraag | I. Objet de la question préjudicielle |
| Bij vonnis van 18 november 1997 in zake M. Pataer tegen de Rijksdienst | Par jugement du 18 novembre 1997 en cause de M. Pataer contre l'Office |
| voor Kinderbijslag voor Werknemers, waarvan de expeditie ter griffie | national d'allocations familiales pour travailleurs salariés, dont |
| van het Hof is ingekomen op 26 november 1997, heeft de | l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 26 novembre 1997, le |
| Arbeidsrechtbank te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Tribunal du travail de Gand a posé la question préjudicielle suivante : |
| « In hoeverre schenden de bepalingen van artikel 56bis, § 2, eerste | « Dans quelle mesure les dispositions de l'article 56bis, § 2, alinéa |
| lid, van de bij koninklijk besluit van 19 december 1939 samengeordende | 1er, des lois relatives aux allocations familiales pour travailleurs |
| wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, de artikelen | salariés, coordonnées par arrêté royal du 19 décembre 1939, |
| 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet, doordat er uitsluitend een | violent-elles les articles 10 et 11 de la Constitution coordonnée en |
| wettelijk vermoeden dat er huishouden wordt gevormd wordt ingesteld | tant qu'il est uniquement établi une présomption légale de ménage en |
| bij samenwoonst van twee personen van een verschillend geslacht | cas de cohabitation de deux personnes de sexe différent (sauf s'il |
| (behalve bij bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad) terwijl | s'agit de parents ou d'alliés jusqu'au troisième degré inclusivement), |
| dat vermoeden niet bestaat bij samenwoonst van personen van hetzelfde | alors que cette présomption n'existe pas en cas de cohabitation de |
| geslacht ? » | personnes du même sexe ? » |
| II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil | II. Les faits et la procédure antérieure |
| De verzoekster voor de Arbeidsrechtbank ontving na het overlijden van | La requérante devant le Tribunal du travail a perçu pour sa fille, |
| haar echtgenoot in 1986 voor haar dochter een bijzondere kinderbijslag | après le décès de son conjoint en 1986, des allocations familiales |
| voor wezen. | spéciales d'orphelin. |
| En 1995, l'Office national d'allocations familiales pour travailleurs | |
| In 1995 vorderde de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers de | salariés réclame le remboursement de la majoration pour orphelin |
| wezentoeslag terug voor de periode tussen 1 juli 1988 en 10 januari | relative à la période comprise entre le 1er juillet 1988 et le 10 |
| 1994 ten bedrage van 482.374 frank, omdat de verzoekster in die | janvier 1994, d'un montant de 482.374 francs, au motif que la |
| periode zou hebben samengewoond met een man. | requérante aurait cohabité avec un homme au cours de cette période. |
| Volgens artikel 56bis van de gecoördineerde wetten betreffende de kinderbijslag verliest men het voordeel van de bijzondere kinderbijslag voor wezen indien de overlevende vader of moeder opnieuw een huwelijk aangaat of een huishouden vormt. Voor de toepassing van dat artikel wordt als huishouden aangezien elke samenwoning van personen van verschillend geslacht, behalve wanneer die personen bloed- of aanverwanten zijn tot en met de derde graad. De verzoekster vecht de beslissing van de Rijksdienst aan bij de Arbeidsrechtbank. Daarbij betwist zij ooit permanent effectief te hebben samengewoond met de desbetreffende man. Tevens vraagt zij de | En vertu de l'article 56bis des lois coordonnées relatives aux allocations familiales, on perd l'avantage des allocations familiales d'orphelin spéciales si le père survivant ou la mère survivante est à nouveau engagé dans les liens d'un mariage ou est établi en ménage. Pour l'application de cet article, il y a présomption d'établissement en ménage lorsqu'il y a cohabitation entre personnes de sexe différent, sauf lorsque ces personnes sont parentes ou alliées jusqu'au troisième degré inclusivement. La requérante attaque la décision de l'Office susdit auprès du Tribunal du travail. Elle conteste avoir cohabité effectivement de façon permanente avec l'homme en question. Elle demande également au |
| Arbeidsrechtbank een prejudiciële vraag te stellen aan het Hof omdat | Tribunal du travail de poser une question préjudicielle à la Cour, car |
| ze meent dat de voormelde bepaling van de kinderbijslagregeling de | elle estime que la disposition susvisée de la réglementation relative |
| artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt. Het vermoeden van | aux allocations familiales viole les articles 10 et 11 de la |
| samenwoning dat de wetgever hanteert, speelt immers slechts voor | Constitution. La présomption de cohabitation retenue par le |
| personen van verschillend geslacht en niet bij samenwoning van | législateur ne vaut en effet que pour des personnes de sexe différent |
| personen van hetzelfde geslacht, bijvoorbeeld homofielen en | et non en cas de cohabitation de personnes du même sexe, par exemple |
| lesbiennes, die evengoed een huishouden kunnen vormen. | des homosexuels ou des lesbiennes, qui sont tout autant susceptibles |
| de former un ménage. | |
| III. De rechtspleging voor het Hof | III. La procédure devant la Cour |
| Bij beschikking van 26 november 1997 heeft de voorzitter in functie de | Par ordonnance du 26 novembre 1997, le président en exercice a désigné |
| rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 | les juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi |
| van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. | spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. |
| De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was | Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application |
| om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. | des articles 71 ou 72 de la loi organique. |
| Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel | La décision de renvoi a été notifiée conformément à l'article 77 de la |
| 77 van de organieke wet bij op 6 januari 1998 ter post aangetekende brieven. | loi organique, par lettres recommandées à la poste le 6 janvier 1998. |
| Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is | L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au |
| bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 14 januari 1998. | Moniteur belge du 14 janvier 1998. |
| Memories zijn ingediend door : | Des mémoires ont été introduits par : |
| - de Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, bij op 18 februari 1998 | - le Conseil des ministres, rue de la Loi 16, 1000 Bruxelles, par |
| ter post aangetekende brief; | lettre recommandée à la poste le 18 février 1998; |
| - M. Pataer, Beukenstraat 4, 9820 Merelbeke, bij op 19 februari 1998 | - M. Pataer, Beukenstraat 4, 9820 Merelbeke, par lettre recommandée à |
| ter post aangetekende brief. | la poste le 19 février 1998. |
| Van die memories is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de | Ces mémoires ont été notifiés conformément à l'article 89 de la loi |
| organieke wet bij op 4 maart 1998 ter post aangetekende brieven. | organique, par lettres recommandées à la poste le 4 mars 1998. |
| M. Pataer heeft een memorie van antwoord ingediend bij op 2 april 1998 | M. Pataer a introduit un mémoire en réponse par lettre recommandée à |
| ter post aangetekende brief. | la poste le 2 avril 1998. |
| Bij beschikking van 29 april 1998 heeft het Hof de termijn waarbinnen | Par ordonnance du 29 avril 1998, la Cour a prorogé jusqu'au 26 |
| het arrest moet worden gewezen, verlengd tot 26 november 1998. | novembre 1998 le délai dans lequel l'arrêt doit être rendu. |
| Bij beschikking van 29 april 1998 heeft het Hof de zaak in gereedheid | Par ordonnance du 29 avril 1998, la Cour a déclaré l'affaire en état |
| verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 27 mei 1998. | et fixé l'audience au 27 mai 1998. |
| Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten | Cette ordonnance a été notifiée aux parties ainsi qu'à leurs avocats, |
| bij op 30 april 1998 ter post aangetekende brieven. | par lettres recommandées à la poste le 30 avril 1998. |
| Op de openbare terechtzitting van 27 mei 1998 : | A l'audience publique du 27 mai 1998 : |
| - zijn verschenen : | - ont comparu : |
| . Mr. L. Mortier loco Mr. G. Mortier, advocaten bij de balie te Gent, | - Me L. Mortier loco Me G. Mortier, avocats au barreau de Gand, pour |
| voor M. Pataer; | M. Pataer; |
| . Mr. J. Vanden Eynde, advocaat bij de balie te Brussel, voor de | - Me J. Vanden Eynde, avocat au barreau de Bruxelles, pour le Conseil |
| Ministerraad; | des ministres; |
| - hebben de rechters-verslaggevers M. Bossuyt en R. Henneuse verslag uitgebracht; | - les juges-rapporteurs M. Bossuyt et R. Henneuse ont fait rapport; |
| - zijn de voornoemde advocaten gehoord; | - les avocats précités ont été entendus; |
| - is de zaak in beraad genomen. | - l'affaire a été mise en délibéré. |
| De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende | La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants |
| van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. | de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. |
| IV. De in het geding zijnde bepaling | IV. La disposition en cause |
| De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 56bis, § 2, eerste | La question préjudicielle porte sur l'article 56bis, § 2, alinéa 1er, |
| lid, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor | des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour |
| loonarbeiders. Die bepaling luidt : | travailleurs salariés. Cette disposition énonce : |
| « De in § 1 bedoelde kinderbijslag wordt nochtans verleend tegen de | « Les allocations familiales prévues au § 1er sont toutefois accordées |
| bij artikel 40 bepaalde bedragen indien de overlevende vader of moeder | aux taux prévus à l'article 40, lorsque le père survivant ou la mère |
| een huwelijk aangaat of een huishouden vormt. Voor de toepassing van | survivante est engagé dans les liens d'un mariage ou est établi en |
| deze paragraaf is er een vermoeden dat er een huishouden wordt | ménage. Pour l'application du présent paragraphe, il y a présomption |
| gevormd, wanneer er samenwoning is van personen van verschillend | d'établissement en ménage, lorsqu'il y a cohabitation entre personnes |
| geslacht, behalve wanneer die personen bloed- of aanverwanten zijn tot | de sexe différent, sauf lorsque ces personnes sont parentes ou alliées |
| en met de derde graad. Tegen dit vermoeden is het tegenbewijs | jusqu'au troisième degré inclusivement. Cette présomption peut être |
| mogelijk. » | renversée par la preuve contraire. » |
| V. In rechte | V. En droit |
| - A - | - A - |
| Memorie van M. Pataer | Mémoire de M. Pataer |
| A.1. M. Pataer herhaalt in haar memorie de argumenten die ze aanvoert | A.1. M. Pataer réitère dans son mémoire les arguments qu'elle invoque |
| voor de Arbeidsrechtbank. Ze oordeelt dat artikel 56bis, § 2, van de | devant le Tribunal du travail. Elle estime que l'article 56bis, § 2, |
| gecoördineerde wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders | des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour |
| de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt doordat voor de | travailleurs salariés viole les articles 10 et 11 de la Constitution |
| toepassing van dat artikel als huishouden wordt aangezien elke | en ce que, pour l'application de cet article, est considérée comme |
| samenwoning van personen van verschillend geslacht en niet de | ménage toute cohabitation de personnes de sexe différent et non pas la |
| samenwoning van personen van hetzelfde geslacht. Dat onderscheid | cohabitation de personnes du même sexe. Cette distinction ne repose |
| berust volgens haar niet op een objectief criterium en er bestaat geen | pas, à son estime, sur un critère objectif et il n'existe aucune |
| redelijke verantwoording voor. | justification raisonnable pour l'établir. |
| Memorie van de Ministerraad | Mémoire du Conseil des ministres |
| A.2.1. Voorafgaand aan de bespreking van de grond van de zaak, schetst | A.2.1. Préalablement à l'examen du fond de l'affaire, le Conseil des |
| de Ministerraad uitvoerig de totstandkoming van het wettelijk kader | ministres évoque dans le détail la genèse du cadre légal sur lequel |
| waarop de prejudiciële vraag betrekking heeft. | porte la question préjudicielle. |
| A.2.2. Wat de doelstelling van de aan het Hof voorgelegde bepalingen | A.2.2. En ce qui concerne l'objectif des dispositions soumises à la |
| betreft, wijst de Ministerraad erop dat het systeem van de | Cour, le Conseil des ministres attire l'attention sur le fait que le |
| kinderbijslagen wordt beschouwd als een verzekeringsstelsel waarbij | système des allocations familiales est considéré comme un régime |
| met de werkelijke inkomsten van de huishoudens geen rekening wordt | d'assurances qui ne tient pas compte des ressources réelles des |
| gehouden. | ménages. |
| Het doel van de bijzondere toelage voor wezen strekt ertoe het | Le but de l'allocation spéciale d'orphelin vise à couvrir le risque |
| bijkomend risico te dekken van het overlijden van een van de ouders | supplémentaire de décès de l'un des parents, qui aurait pour effet de |
| waardoor het kerngezin wordt teruggebracht tot één persoon. Het | ramener la cellule familiale à une seule personne. La reconstitution |
| hersamenstellen van het gezin door een nieuw huwelijk of het | du ménage par un nouveau mariage ou par la cohabitation avec une |
| samenwonen met een persoon van verschillend geslacht, plaatst het kind | personne de sexe différent met l'enfant dans une situation quasiment |
| in een nagenoeg identieke situatie als vroeger en neemt de reden van | identique à celle qui existait précédemment et supprime la cause de |
| de bijzondere toelage weg. | l'allocation spéciale. |
| A.2.3. Voorts meent de Ministerraad dat het criterium van onderscheid, | A.2.3. Le Conseil des ministres estime par ailleurs que le critère de |
| namelijk het geslacht van de persoon met wie de overlevende ouder gaat | distinction, à savoir le sexe de la personne avec laquelle le parent |
| samenwonen, objectief is. Het invoeren van het vermoeden dat alleen de overlevende ouder die samenwoont met een persoon van verschillend geslacht een nieuw huishouden vormt, is ook een adequaat onderscheid en niet onevenredig met het doel dat de wetgever voor ogen stond, omdat daardoor de oorspronkelijke gezinssituatie wordt hersteld en een discriminatie wordt vermeden ten aanzien van personen die een nieuw huwelijk aangaan. Het instellen van een vermoeden strekt ertoe, vanuit een feitelijke toestand die het overgrote deel van de situaties dekt, juridische consequenties te trekken en bewijsproblemen te vermijden, zodat niet op onaanvaardbare wijze inbreuk moet worden gepleegd op het privé-leven om na te gaan of in geval van samenwoning werkelijk een huishouden wordt gevormd. | survivant va cohabiter, est objectif. L'instauration de la présomption selon laquelle seul le parent survivant qui cohabite avec une personne de sexe différent constitue un nouveau ménage est également une distinction adéquate et non disproportionnée au but que le législateur se fixait puisque cela rétablit la situation familiale originaire et évite une discrimination à l'égard des personnes qui contractent un nouveau mariage. L'instauration d'une présomption vise, à partir d'une situation de fait couvrant l'immense majorité des situations, à tirer des conséquences juridiques et à éviter des problèmes de preuve, de façon à ne pas devoir porter atteinte de manière inadmissible à la vie privée pour vérifier si, en cas de cohabitation, un ménage est effectivement formé. |
| A.2.4. De Ministerraad wijst er ook op dat het huwelijk enkel is | A.2.4. Le Conseil des ministres souligne également que le mariage |
| toegestaan tussen personen van verschillend geslacht, zodat het niet | n'est autorisé qu'entre des personnes de sexe différent, en sorte |
| onevenredig is enkel de situatie van het samenwonen van personen van | qu'il n'est pas disproportionné d'y assimiler exclusivement la |
| verschillend geslacht hiermee gelijk te stellen. | situation de la cohabitation de personnes de sexe différent. |
| Ook wordt beklemtoond dat noch bij het ontstaan, noch bij het | Il est également souligné qu'il n'est tenu compte, ni lors de la |
| wegvallen van de wezentoeslag rekening wordt gehouden met de economische impact die de wijzigende gezinssituatie heeft. A.2.5. In acht nemend het verzekeringsprincipe waarop het stelsel van de kinderbijslagen is gestoeld, is het niet onredelijk te stellen dat zoals het objectieve feit van het overlijden van een ouder aanleiding geeft tot het ontstaan van het recht op een wezentoelage, slechts door het objectieve feit van het aangaan van een nieuw huwelijk of een nieuw huishouden met een persoon van verschillend geslacht het risico van het verlies van een vader- of moederfiguur wordt hersteld en het verlies dat aanleiding gaf tot verlenen van wezengeld, ongedaan wordt gemaakt. | naissance ni lors de la suppression de l'allocation d'orphelin, de l'impact économique provoqué par la modification apportée à la situation familiale. A.2.5. Compte tenu du principe de l'assurance sur lequel se fonde le régime des allocations familiales, il n'est pas déraisonnable d'affirmer que de même que le fait objectif du décès d'un parent donne lieu à la naissance du droit à une allocation d'orphelin, seul le fait objectif de contracter un nouveau mariage ou de former un nouveau ménage avec une personne de sexe différent restaure le risque de la perte de la figure d'un père ou d'une mère et élimine la perte qui a donné lieu à l'octroi de l'allocation d'orphelin. |
| Memorie van antwoord van M. Pataer | Mémoire en réponse de M. Pataer |
| A.3.1. Volgens M. Pataer kan voor deze zaak geen lering worden | A.3.1. Selon M. Pataer, aucun enseignement ne peut être tiré pour la |
| getrokken uit het arrest nr. 56/97 van 10 oktober 1997, dat betrekking | présente affaire, de l'arrêt n° 56/97 du 10 octobre 1997, qui porte |
| had op dezelfde bepaling van de kinderbijslagwet, doch waarin een | sur la même disposition de la loi relative aux allocations familiales |
| ander probleem aan de orde was. | mais concerne un autre problème. |
| A.3.2. De stelling wordt herhaald dat de aan het Hof voorgelegde | A.3.2. Il est répété que la disposition soumise au contrôle de la Cour |
| bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt doordat de | viole les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que la catégorie |
| categorie van wezen van wie de overlevende ouder gaat samenwonen met | des orphelins dont le parent survivant est établi en ménage avec une |
| een persoon van verschillend geslacht, het voordeel van de bijzondere | personne de sexe différent perd le bénéfice des allocations spéciales |
| wezenbijslag verliest op dezelfde wijze als wanneer de overlevende ouder een nieuw huwelijk aangaat, terwijl de categorie van wezen van wie de overlevende ouder gaat samenwonen met iemand van hetzelfde geslacht, dat voordeel behoudt. De verzoekende partij voor de Arbeidsrechtbank stelt in dit verband onder meer dat een onderscheid op basis van geslacht in casu niet wordt gerechtvaardigd door de openbare orde, dat een bestendige levensgemeenschap tussen twee personen van hetzelfde geslacht, evenals een heteroseksueel kerngezin, als een feitelijk gezin moet worden aangezien, zodat beide situaties vergelijkbaar zijn wat de toestand van het kind betreft en bijgevolg in het kader van de kinderbijslagregeling op dezelfde wijze moeten worden behandeld. Het feit dat een huwelijk vooralsnog slechts kan worden aangegaan door personen van verschillend geslacht, doet daaraan niets af. Er wordt tevens gewezen op het feit dat, sinds de totstandkoming van | de la même manière que lorsque le parent survivant contracte un nouveau mariage, alors que la catégorie des orphelins dont le parent survivant est établi en ménage avec une personne de même sexe conserve cet avantage. La partie requérante devant le Tribunal du travail affirme notamment à cet égard qu'une distinction opérée sur la base du sexe ne se justifie pas en l'espèce par l'ordre public, qu'une communauté durable entre deux personnes de même sexe doit être considérée comme une famille de fait, tout comme une cellule familiale hétérosexuelle, de sorte que les deux situations sont comparables en ce qui concerne la situation de l'enfant et qu'elles doivent par conséquent être traitées de la même manière dans le cadre du régime des allocations familiales. Le fait qu'un mariage ne peut jusqu'à présent être contracté qu'entre personnes de sexe différent n'y change rien. Il est également souligné que depuis l'adoption du régime des |
| de kinderbijslagregeling, de maatschappelijke opvattingen over wie een | allocations familiales, les conceptions de la société sur le point de |
| huishouden vormt fundamenteel zijn gewijzigd. | savoir qui forme un ménage ont fondamentalement changé. |
| A.3.3. Ten slotte wordt ook gesteld dat de bestreden bepaling het | A.3.3. Il est enfin affirmé également que la disposition litigieuse |
| recht op privé-leven en het recht op vrije partnerkeuze van de | viole le droit du parent survivant à la vie privée et au libre choix |
| overlevende ouder schendt. De bestreden maatregel is ook niet adequaat | d'un partenaire. La mesure litigieuse n'est pas non plus adéquate par |
| ten aanzien van het door de wetgever nagestreefde doel, vermits enkel | rapport à l'objectif poursuivi par le législateur, puisque seules sont |
| de gezinnen waar de partners van verschillend geslacht zijn worden | défavorisées les familles dont les partenaires sont de sexe différent |
| benadeeld en niet de nieuwe gezinnen gevormd door personen van | et non les nouvelles familles formées par des personnes de même sexe, |
| hetzelfde geslacht, terwijl de wees in beide gevallen wordt | alors que l'orphelin est dans les deux cas replacé dans sa situation |
| teruggeplaatst in zijn oorspronkelijke gezinssituatie. | familiale initiale. |
| - B - B.1.1. Krachtens artikel 56bis, § 1, van de kinderbijslagwet is het weeskind rechthebbende op bijzondere kinderbijslag indien de vader of de moeder, in de loop van de twaalf maanden die onmiddellijk het overlijden van een van de ouders voorafgaan, de voorwaarden heeft vervuld om aanspraak te maken op minstens zes maanden kinderbijslag in het stelsel van de werknemers. B.1.2. Indien de overlevende vader of moeder een huwelijk aangaat of een huishouden vormt, gaat het recht op de bijzondere wezenbijslag verloren en wordt enkel nog de basiskinderbijslag toegekend. De wet vermoedt dat personen een huishouden vormen wanneer ze van verschillend geslacht zijn en samenwonen, behalve wanneer zij bloed- of aanverwanten zijn tot en met de derde graad. Tegen dat vermoeden is | - B - B.1.1. En vertu de l'article 56bis, § 1er, des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés, l'orphelin est attributaire des allocations familiales spéciales si le père ou la mère a satisfait aux conditions pour prétendre à au moins six allocations forfaitaires mensuelles dans le régime des travailleurs salariés au cours des douze mois précédant immédiatement le décès d'un des parents. B.1.2. Lorsque le père survivant ou la mère survivante est engagé dans les liens d'un mariage ou est établi en ménage, le droit aux allocations spéciales d'orphelin disparaît et seules les allocations familiales de base sont encore attribuées. La loi présume l'établissement en ménage, lorsqu'il y a cohabitation entre personnes de sexe différent, sauf lorsque ces personnes sont parentes ou alliées jusqu'au troisième degré inclusivement. Cette présomption peut être renversée par la preuve contraire (article |
| het tegenbewijs mogelijk (artikel 56bis, § 2). | 56bis, § 2). |
| B.1.3. De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 56bis, § 2, | B.1.3. Le juge a quo demande à la Cour si l'article 56bis, § 2, alinéa |
| 1er, des lois relatives aux allocations familiales pour travailleurs | |
| eerste lid, van de kinderbijslagwet de artikelen 10 en 11 van de | salariés viole les articles 10 et 11 de la Constitution en tant que |
| Grondwet schendt doordat uitsluitend een wettelijk vermoeden dat een | cet article n'institue la présomption légale d'établissement en ménage |
| huishouden wordt gevormd, wordt ingesteld bij samenwoning van twee | qu'en cas de cohabitation de deux personnes de sexe différent, les |
| personen van verschillend geslacht, bloed- en aanverwanten tot en met | parents ou alliés jusqu'au troisième degré inclusivement exceptés, |
| de derde graad uitgezonderd, terwijl dat vermoeden niet bestaat bij samenwoning van personen van hetzelfde geslacht. B.2.1. Artikel 56bis, § 1, van de kinderbijslagwet geeft recht op een bijzondere toelage, ongeacht de economische situatie waarin het overlijden de wees plaatst. De bijzondere toelage valt weg indien een gezinstoestand ontstaat analoog aan die welke in de meeste gevallen aan het overlijden voorafging. Dit is in de eerste plaats het geval wanneer de overlevende ouder een huwelijk aangaat. Om te vermijden dat gehuwden zouden worden gediscrimineerd en dat het huwelijk om financiële redenen zou worden ontmoedigd, heeft de wetgever tevens bepaald dat de bijzondere toelage wegvalt wanneer de overlevende ouder een huishouden vormt (Gedr. St., | alors que cette présomption n'existe pas en cas de cohabitation de personnes de même sexe. B.2.1. L'article 56bis, § 1er, de la loi relative aux allocations familiales pour travailleurs salariés ouvre le droit à une allocation spéciale, quelle que soit la situation économique dans laquelle le décès place l'orphelin. L'allocation spéciale disparaît lorsqu'il s'établit une situation familiale analogue à celle qui dans la plupart des cas précédait le décès. C'est en premier lieu le cas lorsque le parent survivant est engagé dans les liens du mariage. En vue d'éviter que les personnes mariées soient discriminées et que des raisons financières détournent du mariage, le législateur a également décidé de supprimer l'allocation spéciale lorsque le parent survivant s'établit en ménage (Doc. parl., |
| Kamer, 1949-1950, nr. 152, p. 4; advies van de Raad van State, Gedr. | Chambre, 1949-1950, n° 152, p. 4; avis du Conseil d'Etat, Doc. parl., |
| St., Kamer, 1949-1950, nr. 121, p. 4). | Chambre, 1949-1950, n° 121, p. 4). |
| B.2.2. De wetgever vermocht ten aanzien van de aan het Hof voorgelegde | B.2.2. Le législateur a raisonnablement pu présumer, à propos de la |
| regeling redelijkerwijze te vermoeden dat twee personen van | réglementation soumise à la Cour, que deux personnes de sexe différent |
| verschillend geslacht die samenleven een huishouden vormen en dat niet | qui cohabitent constituent un ménage et ne pas le présumer lorsque les |
| te vermoeden wanneer de samenwonenden van hetzelfde geslacht zijn. Dit | cohabitants sont du même sexe. En effet, cela correspond à ce qui se |
| stemt immers overeen met wat zich in de meeste gevallen voordoet. | produit dans la grande majorité des cas. |
| B.2.3. Overigens heeft de aan het Hof voorgelegde regeling niet tot | B.2.3. Par ailleurs, la réglementation soumise à la Cour n'a pas pour |
| gevolg dat bij het samenwonen van de overlevende ouder met een persoon | effet que l'allocation spéciale d'orphelin soit retirée ipso facto en |
| van verschillend geslacht (bloed- en aanverwanten tot en met de derde | cas de cohabitation du parent survivant avec une personne de sexe |
| graad uitgezonderd) de bijzondere wezenbijslag ipso facto wordt | différent (les parents et alliés jusqu'au troisième degré exceptés). |
| ingetrokken. De wet bevat een weerlegbaar vermoeden dat de betrokkenen | La loi prévoit une présomption réfragable permettant aux intéressés de |
| toestaat aan te tonen dat er geen huishouden wordt gevormd en derhalve | démontrer qu'il n'y a pas établissement en ménage et qu'il n'est donc |
| geen sprake is van een herstel van de vroegere toestand, waardoor het | pas question d'une restauration de la situation ancienne, ce qui a |
| recht op wezenbijslag behouden blijft. | pour conséquence que le droit à l'allocation d'orphelin est conservé. |
| Op die wijze kan de rechter bij betwistingen van geval tot geval, en | De cette manière, le juge peut, en cas de contestation, apprécier, cas |
| rekening houdend met de concrete omstandigheden, oordelen of er al dan | par cas et en tenant compte des circonstances concrètes, s'il existe |
| niet sprake is van een huishouden in de zin van de wet. | ou non un ménage au sens de la loi. |
| B.3.1. Uit het bovenstaande blijkt dat voor het door de wetgever | B.3.1. Il résulte de ce qui précède que la distinction opérée par le |
| gemaakte onderscheid een objectieve en redelijke verantwoording | législateur est susceptible d'une justification objective et |
| bestaat. | raisonnable. |
| B.3.2. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.3.2. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
| Om die redenen, | Par ces motifs, |
| het Hof | la Cour |
| zegt voor recht : | dit pour droit : |
| De bepalingen van artikel 56bis, § 2, eerste lid, van de bij | Les dispositions de l'article 56bis, § 2, alinéa 1er, des lois |
| koninklijk besluit van 19 december 1939 samengeordende wetten | relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés, |
| betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders schenden de artikelen | coordonnées par arrêté royal du 19 décembre 1939, ne violent pas les |
| 10 en 11 van de Grondwet niet, doordat zij een vermoeden dat een | articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu'elles établissent une |
| huishouden wordt gevormd instellen bij samenwoning van twee personen | présomption de ménage en cas de cohabitation de deux personnes de sexe |
| van een verschillend geslacht (behalve bij bloed- en aanverwanten tot | différent (sauf s'il s'agit de parents ou d'alliés jusqu'au troisième |
| en met de derde graad), terwijl dat vermoeden niet bestaat bij | degré inclusivement), alors que cette présomption n'existe pas en cas |
| samenwoning van personen van hetzelfde geslacht. | de cohabitation de personnes du même sexe. |
| Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
| artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
| Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 24 juni 1998. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 24 juin 1998. |
| De griffier, | Le greffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |
| De voorzitter, | Le président, |
| L. De Grève. | L. De Grève. |