← Terug naar "Arrest nr. 47/98 van 22 april 1998 Rolnummer 1094 In zake : de prejudiciële vraag
betreffende artikel 5, § 2, van het decreet van het Waalse Gewest van 25 juli 1991 met betrekking
tot de belasting op de afvalstoffen in het Waalse Gewest, Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De
Grève, en de rechters P. (...)"
Arrest nr. 47/98 van 22 april 1998 Rolnummer 1094 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 5, § 2, van het decreet van het Waalse Gewest van 25 juli 1991 met betrekking tot de belasting op de afvalstoffen in het Waalse Gewest, Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de rechters P. (...) | Arrêt n° 47/98 du 22 avril 1998 Numéro du rôle : 1094 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 5, § 2, du décret de la Région wallonne du 25 juillet 1991 relatif à la taxation des déchets en Région wallonne, posée par le La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P. Martens(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Arrest nr. 47/98 van 22 april 1998 | Arrêt n° 47/98 du 22 avril 1998 |
Rolnummer 1094 | Numéro du rôle : 1094 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 5, § 2, van het | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 5, § 2, du |
decreet van het Waalse Gewest van 25 juli 1991 met betrekking tot de | décret de la Région wallonne du 25 juillet 1991 relatif à la taxation |
belasting op de afvalstoffen in het Waalse Gewest, gesteld door de | des déchets en Région wallonne, posée par le juge de paix du deuxième |
vrederechter van het tweede kanton Namen. | canton de Namur. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de | composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P. |
rechters P. Martens, J. Delruelle, H. Coremans, A. Arts en M. Bossuyt, | Martens, J. Delruelle, H. Coremans, A. Arts et M. Bossuyt, assistée du |
bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, | greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag | I. Objet de la question préjudicielle |
Bij vonnis van 6 mei 1997 in zake D. Bongaerts tegen het Waalse | Par jugement du 6 mai 1997 en cause de D. Bongaerts contre la Région |
Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op | |
26 mei 1997, heeft de vrederechter van het tweede kanton Namen de | wallonne, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 26 |
mai 1997, le juge de paix du second canton de Namur a posé la question | |
volgende prejudiciële vraag gesteld : | préjudicielle suivante : |
« Is artikel 5, § 2, van het decreet van de Waalse Gewestraad van 25 | « L'article 5, § 2, du décret du 25 juillet 1991 du Conseil régional |
juli 1991 [met betrekking tot de belasting op de afvalstoffen in het | wallon [relatif à la taxation des déchets en Région wallonne] qui |
Waalse Gewest], dat een onweerlegbaar vermoeden van bewoning instelt | établit une présomption irréfragable d'occupation à partir de la seule |
op grond van de enkele inschrijving van woonplaats door het | inscription de domicile faite en ses registres par l'administration |
gemeentebestuur in zijn registers, met name strijdig met de artikelen | communale, est-il notamment contraire aux articles 6 et 6bis de la |
6 en 6bis van de Grondwet en artikel 870 van het Gerechtelijk Wetboek ? » | Constitution et 870 du Code judiciaire ? » |
II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil | II. Les faits et la procédure antérieure |
D. Bongaerts heeft verzet aangetekend tegen het dwangbevel dat de | D. Bongaerts a fait opposition à la contrainte décernée le 27 novembre |
ontvanger van het Waalse Gewest op 27 november 1995 overeenkomstig | 1995 par le receveur de la Région wallonne conformément à l'article 33 |
artikel 33 van het decreet van het Waalse Gewest van 25 juli 1991 had | du décret de la Région wallonne du 25 juillet 1991. |
uitgevaardigd. | |
De eiser betwist dat hij de belasting op het huisvuil verschuldigd is, | Le demandeur conteste être redevable de la taxe sur les déchets |
een belasting die, volgens artikel 5, § 1, van het voormelde decreet, | ménagers, fixée, selon l'article 5, § 1er, du décret précité, « par |
« per gebouw of per gedeelte van een als privé-woning bewoond gebouw » | immeuble ou partie d'immeuble occupé à titre d'habitation à usage |
en niet per gezin dat een gebouw of een gedeelte van een gebouw | privé » et non par ménage occupant un immeuble ou une partie |
betrekt, is vastgesteld op 1.000 Belgische frank. | d'immeuble, à la somme de 1 000 francs belges. |
Naar luid van artikel 3 van het decreet « vloeit [de belasting] voort | Aux termes de l'article 3 du décret, « le fait générateur de la taxe |
uit het ontstaan van afvalstoffen te wijten aan het permanent of | [...] est la création de déchets inhérente à l'occupation, permanente |
tijdelijk bewonen van een gedeelte of het geheel van een gebouw [...] | ou temporaire, à usage d'habitation privée, de tout ou partie d'un |
». | immeuble [...] ». |
De vrederechter van het tweede kanton Namen merkt op dat, wat de | Le juge de paix du second canton de Namur relève qu'en ce qui concerne |
bewoning betreft, het decreet als enkel en enig bewijs slechts het | l'occupation, le décret n'entend admettre comme seule et unique preuve |
onweerlegbaar vermoeden aanvaardt dat voortvloeit uit de inschrijving | que la présomption irréfragable découlant de l'inscription aux |
in de gemeentelijke bevolkingsregisters van de woonplaats (artikel 5, | registres communaux de la population du lieu du domicile (article 5, § |
§ 2); « dat het decreet zodoende twee begrippen met elkaar verwart, | 2); « que ce faisant, le décret confond deux notions, celle de |
namelijk de bewoning van een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat | l'occupation d'un immeuble ou partie d'immeuble à usage d'habitation |
als privé-woning wordt gebruikt en de woonplaats of hoofdverblijfplaats ». « De in het decreet bedoelde bewoning kan weliswaar leiden tot het voortbrengen van afvalstoffen, maar zulks geldt niet voor de loutere domiciliëring, die er niet noodzakelijkerwijze toe leidt dat afvalstoffen worden voortgebracht; dat het decreet, door een onweerlegbaar vermoeden in te voeren volgens hetwelk domiciliëring bewoning is, de gelijkheid der burgers voor de wet lijkt aan te tasten en een discriminatie onder hen lijkt in te houden. » Hieruit volgt dat de belastingplichtigen die niet het gebouw of een gedeelte ervan bewonen en geen huisvuil voortbrengen, niettemin aan die belasting zijn onderworpen zonder enige mogelijkheid om, zelfs langs gerechtelijke weg, het bewijs te leveren van de daadwerkelijke niet-bewoning van dat goed. De vrederechter beslist dan ook om de hiervoor weergegeven prejudiciële vraag te stellen. | et celle de domiciliation, ou lieu du principal établissement ». « Si l'occupation visée dans le décret est de nature à effectivement générer des déchets, il en est tout autrement de la simple domiciliation qui n'en est pas nécessairement productive; qu'en établissant une présomption irréfragable selon laquelle la domiciliation constitue occupation, le décret paraît rompre l'égalité des citoyens devant la loi et paraît porter discrimination entre eux ». Il en résulte que les redevables de la taxe qui n'occupent pas l'immeuble ou une partie de celui-ci et ne génèrent pas des déchets ménagers sont néanmoins soumis à cette taxe sans la moindre possibilité, même judiciaire, d'apporter la preuve de la non-occupation effective des lieux. Le juge de paix décide dès lors de poser la question préjudicielle mentionnée ci-dessus. |
III. De rechtspleging voor het Hof | III. La procédure devant la Cour |
Bij beschikking van 26 mei 1997 heeft de voorzitter in functie de | Par ordonnance du 26 mai 1997, le président en exercice a désigné les |
rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 | juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi spéciale |
van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. | du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. |
De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was | Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application |
om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. | des articles 71 ou 72 de la loi organique. |
Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel | La décision de renvoi a été notifiée conformément à l'article 77 de la |
77 van de organieke wet bij op 13 juni 1997 ter post aangetekende brieven. | loi organique, par lettres recommandées à la poste le 13 juin 1997. |
Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is | L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au |
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 14 juni 1997. | Moniteur belge du 14 juin 1997. |
De Waalse Regering, rue Mazy 25-27, 5100 Namen, heeft een memorie | Le Gouvernement wallon, rue Mazy 25-27, 5100 Namur, a introduit un |
ingediend bij op 18 juli 1997 ter post aangetekende brief. | mémoire, par lettre recommandée à la poste le 18 juillet 1997. |
Bij beschikking van 28 oktober 1997 heeft het Hof de termijn | Par ordonnance du 28 octobre 1997, la Cour a prorogé jusqu'au 26 mai |
waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot 26 mei 1998. | 1998 le délai dans lequel l'arrêt doit être rendu. |
Bij beschikking van 11 maart 1998 heeft het Hof de prejudiciële vraag | Par ordonnance du 11 mars 1998, la Cour a reformulé la question |
geherformuleerd, de zaak in gereedheid verklaard en de dag van de | préjudicielle, déclaré l'affaire en état et fixé l'audience au 1er |
terechtzitting bepaald op 1 april 1998. | avril 1998. |
Van die beschikking is kennisgegeven aan de Waalse Regering en haar | Cette ordonnance a été notifiée au Gouvernement wallon ainsi qu'à son |
advocaat bij op 13 maart 1998 ter post aangetekende brieven. | avocat par lettres recommandées à la poste le 13 mars 1998. |
Op de openbare terechtzitting van 1 april 1998 : | A l'audience publique du 1er avril 1998 : |
- is verschenen : Mr. V. Thiry, advocaat bij de balie te Luik, voor de | - a comparu Me V. Thiry, avocat au barreau de Liège, pour le |
Waalse Regering; | Gouvernement wallon; |
- hebben de rechters-verslaggevers J. Delruelle en A. Arts verslag uitgebracht; | - les juges-rapporteurs J. Delruelle et A. Arts ont fait rapport; |
- is de voornoemde advocaat gehoord; | - l'avocat précité a été entendu; |
- is de zaak in beraad genomen. | - l'affaire a été mise en délibéré. |
De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende | La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants |
van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. | de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. |
IV. In rechte | IV. En droit |
- A - | - A - |
Memorie van de Waalse Regering | Mémoire du Gouvernement wallon |
A.1. De Waalse Regering brengt het arrest van het Hof nr. 41/93 van 3 | A.1. Le Gouvernement wallon rappelle l'arrêt de la Cour n° 41/93 du 3 |
juni 1993 in herinnering. In dat arrest, dat betrekking heeft op de | juin 1993. Cet arrêt, qui porte sur les articles 3, 4 et 5 du décret |
artikelen 3, 4 en 5 van het decreet van het Waalse Gewest van 25 juli | de la Région wallonne du 25 juillet 1991, se prononce donc également |
1991, doet het Hof dus eveneens uitspraak over artikel 5, § 2, van dat | sur l'article 5, § 2, de ce décret, qui fait l'objet de la présente |
decreet, waarover deze prejudiciële vraag handelt. | question préjudicielle. |
Steunend op artikel 9, § 2, van de bijzondere wet van 6 januari 1989, | Se fondant sur l'article 9, § 2, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
alsmede op artikel 26, § 2, derde lid, 1°, van die bijzondere wet, | ainsi que sur l'article 26, § 2, alinéa 3, 1°, de cette loi spéciale, |
voert de Waalse Regering aan dat « tot de rechtsvragen die in het | le Gouvernement wallon relève que « parmi les questions de droit |
arrest nr. 41/93 zijn beslecht, met name de interpretatie behoort die | tranchées dans l'arrêt 41/93, figure notamment l'interprétation que la |
het Hof geeft aan de grondwetsbepalingen ten opzichte waarvan het zijn | Cour donne des dispositions constitutionnelles par rapport auxquelles |
toetsing uitoefent (te dezen de artikelen 10 en 11), en zelfs aan | elle exerce son contrôle (en l'espèce les articles 10 et 11), et même |
iedere andere rechtsregel die het in aanmerking neemt bij zijn | de toute autre règle de droit qu'elle prend en considération lors de |
onderzoek (te dezen het beginsel ' de vervuiler betaalt ', waarop de | son examen (en l'espèce le principe dit du pollueur-payeur dont le |
decreetgever zich heeft geïnspireerd) ». | législateur décrétal s'est inspiré) ». |
Concluderend dient te worden gesteld dat artikel 5, § 2, dat deel | En conclusion, l'article 5, § 2, qui fait partie du mode de taxation |
uitmaakt van de forfaitaire wijze van belasten die het Hof in zijn | forfaitaire que la Cour n'a pas condamné dans son arrêt n° 41/93, ne |
arrest nr. 41/93 niet heeft veroordeeld, de artikelen 10 en 11 van de | viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. |
Grondwet niet schendt. | |
A.2. Ten overvloede moet worden opgemerkt dat het vermoeden vervat in | A.2. Surabondamment, il faut relever que la présomption contenue à |
artikel 5, § 2, een criterium verschaft om de belastingschuldige aan | l'article 5, § 2, procure un critère permettant de cerner le redevable |
te wijzen. Het steunt op de stappen die men bij de gemeente moet | de la taxe. Elle se fonde sur la démarche faite à la commune pour |
ondernemen voor het inschrijven van zijn woonplaats in een gebouw. | inscrire son domicile dans un immeuble. Des présomptions similaires ne |
Soortgelijke vermoedens worden in het fiscaal en het sociaal recht | sont pas rares en droit fiscal et en droit social. « De même, |
niet zelden gebruikt. « Zo ook stelt artikel 36 van het Gerechtelijk | l'article 36 du Code judiciaire présume juris et de jure, pour |
Wetboek voor de toepassing van de bevoegdheids- en procedureregels een | l'application des règles de compétence et de procédure, que le |
vermoeden iuris et de iure in, dat de hoofdverblijfplaats de plaats is | principal établissement est au lieu de l'inscription à titre principal |
waar de betrokkene in de bevolkingsregisters is ingeschreven. » Die | sur les registres de la population. » Cette règle est transposable aux |
regel kan worden getransponeerd op de betekeningen vereist door het | significations requises par le Code d'instruction criminelle. |
Wetboek van Strafvordering. | |
« In de regel kiest eenieder vrij zijn woonplaats en bepaalt hij ze | « En règle, chacun choisit librement son domicile et le fixe où cela |
naar eigen goeddunken. Hij kan ook te allen tijde van woonplaats | |
veranderen. In de tussentijd wordt hij geacht die plaats te bewonen. | lui plaît. Il peut même en changer à tout moment. Dans l'intervalle, |
Het is overigens die fictie die de instelling van de woonplaats nuttig | il est censé occuper les lieux. C'est du reste cette fiction qui rend |
maakt. » | utile l'institution du domicile. » |
« Door een onweerlegbaar vermoeden in te voeren, vangt de betwiste | « En instituant une présomption irréfragable, la disposition querellée |
bepaling de meeste feitelijke gevallen op. » Zij moet dan ook worden | rencontre la plupart des hypothèses de fait. » Il faut dès lors |
beoordeeld ten aanzien van de rechtspraak van het Hof in fiscale | l'apprécier au regard de la jurisprudence de la Cour en matière |
zaken, die criteria aanvaardt die op benaderende en vereenvoudigende | fiscale qui admet des critères qui rendent compte de la réalité de |
wijze met de werkelijkheid overeenstemmen. | manière approximative et simplificatrice. |
« Door de artikelen 3 tot 6 van het decreet van 25 juli 1991 aan te | « En adoptant les articles 3 à 6 du décret du 25 juillet 1991, le |
nemen, heeft de decreetgever met name de doeltreffendheid van het | législateur décrétal a voulu notamment garantir l'efficacité du |
mechanisme van belasting op het huisvuil willen waarborgen. | mécanisme de taxation des déchets ménagers. |
Het blijkt niet dat de wetgever zijn beoordelingsbevoegdheid te buiten | Il n'apparaît pas que le législateur a excédé son pouvoir |
is gegaan of een maatregel zonder enige verantwoording heeft genomen. | d'appréciation ou a adopté une mesure dépourvue de toute |
Hij heeft zich niet gebaseerd op overwegingen die steunden op een | justification. Il ne s'est pas basé sur des considérations qui |
beoordeling die dermate onredelijk is dat zij door het Arbitragehof | reposaient sur une appréciation à ce point déraisonnable qu'elle |
zou kunnen worden afgekeurd. » | puisse être sanctionnée par la Cour d'arbitrage. » |
A.3. Het Hof is niet bevoegd om te antwoorden op een prejudiciële | A.3. La Cour n'est pas compétente pour répondre à une question |
vraag over de rechtstreekse schending van een bepaling van het | préjudicielle l'interrogeant sur la violation directe d'une |
Gerechtelijk Wetboek. Het hoeft dan ook niet te onderzoeken of de | disposition du Code judiciaire. Elle n'a donc pas à contrôler si la |
betwiste bepaling artikel 870 van het Gerechtelijk Wetboek niet schendt. | disposition litigieuse ne viole pas l'article 870 du Code judiciaire. |
- B - | - B - |
B.1. Zoals zij door het Hof is geherformuleerd, luidt de prejudiciële | B.1. Telle qu'elle a été reformulée par la Cour, la question |
vraag als volgt : | préjudicielle s'énonce comme suit : |
« Schendt artikel 5, § 2, van het decreet van het Waalse Gewest van 25 | « L'article 5, § 2, du décret du 25 juillet 1991 de la Région wallonne |
juli 1991 met betrekking tot de belasting op de afvalstoffen in het | relatif à la taxation des déchets en Région wallonne qui établit une |
Waalse Gewest, dat een onweerlegbaar vermoeden van bewoning instelt op | présomption irréfragable d'occupation à partir de la seule inscription |
grond van de enkele inschrijving van woonplaats door het | de domicile faite en ses registres par l'administration communale, |
gemeentebestuur in zijn registers, de artikelen 10 en 11 (vroegere | viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution (anciens articles |
artikelen 6 en 6bis) van de Grondwet en 870 van het Gerechtelijk | 6 et 6bis) et 870 du Code judiciaire ? » |
Wetboek ? » B.2. Noch artikel 142 van de Grondwet, noch artikel 26, § 1, van de | B.2. Ni l'article 142 de la Constitution, ni l'article 26, § 1er, de |
bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof verleent het Hof | la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage ne confèrent |
de bevoegdheid om de schending van artikel 870 van het Gerechtelijk | à la Cour le pouvoir de censurer la violation de l'article 870 du Code |
Wetboek te beoordelen. Het Hof is bijgevolg onbevoegd om de | judiciaire. La Cour est dès lors incompétente pour répondre à la |
prejudiciële vraag te beantwoorden in zoverre zij betrekking heeft op | question préjudicielle en ce qu'elle porte sur la violation de cette |
de schending van die bepaling. | disposition. |
B.3. Artikel 1, § 1, van het decreet van het Waalse Gewest van 25 juli | B.3. L'article 1er, § 1er, du décret de la Région wallonne du 25 |
1991 met betrekking tot de belasting op de afvalstoffen in het Waalse | juillet 1991 relatif à la taxation des déchets en Région wallonne |
Gewest bepaalt : | dispose : |
« Een belasting op de afvalstoffen, geïnd onder de voorwaarden en | « Il est établi une taxe sur les déchets, perçue au profit de la |
overeenkomstig de modaliteiten bepaald in dit besluit ten voordele van | Région wallonne dans les conditions et selon les modalités déterminées |
het Waalse Gewest, wordt ingesteld. » | par le présent décret. » |
Artikel 3 van dat decreet bepaalt : | L'article 3 de ce décret dispose : |
« De belasting op het huisvuil vloeit voort uit het ontstaan van | « Le fait générateur de la taxe sur les déchets ménagers est la |
afvalstoffen te wijten aan het permanent of tijdelijk bewonen van een | création de déchets inhérente à l'occupation, permanente ou |
gedeelte of het geheel van een gebouw dat als privé-woning gebruikt | temporaire, à usage d'habitation privée, de tout ou partie d'un |
wordt en in het Waalse Gewest gelegen is. » | immeuble situé en Région wallonne. » |
Artikel 5 van dat decreet bepaalt : | L'article 5 de ce décret dispose : |
« § 1. Het bedrag van de belasting op het huisvuil wordt vastgesteld | « § 1er. Le montant de la taxe sur les déchets ménagers est fixé à 1 |
op F 1 000 per gebouw of per gedeelte van een als privé-woning bewoond | 000 francs par immeuble ou partie d'immeuble occupé à titre |
gebouw. | d'habitation à usage privé. |
§ 2. Niettegenstaande elk tegenstrijdig bewijs worden geacht een | § 2. Nonobstant toute preuve contraire, sont présumées occuper une |
privé-woning te bewonen de personen die, volgens hun inschrijving in | habitation à usage privé les personnes, qui d'après leur inscription |
het gemeentelijk bevolkingsregister, hun woonplaats op dat adres | au registre communal de la population, ont établi le lieu de leur |
hebben. | domicile à cet endroit. |
§ 3. In afwijking van § 1 wordt het bedrag van de belasting | § 3. Par dérogation au paragraphe 1er, le montant de la taxe est fixé |
vastgesteld op : | à : |
1° F 300 wanneer de privé-woning slechts één bewoner telt; | 1° 300 francs lorsque l'habitation à usage privé ne compte qu'un seul occupant; |
2° F 600 wanneer de privé-woning twee bewoners telt; | 2° 600 francs lorsque l'habitation à usage privé compte deux |
3° F 900 wanneer de privé-woning drie bewoners telt. » | occupants; 3° 900 francs lorsque l'habitation à usage privé compte trois occupants. » |
B.4. De vrederechter van het tweede kanton Namen stelt het Hof een | B.4. Le juge de paix du second canton de Namur interroge la Cour sur |
vraag over de bestaanbaarheid van artikel 5, § 2, van dat decreet met | la compatibilité de l'article 5, § 2, de ce décret avec les articles |
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het een onweerlegbaar | 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il établit une présomption |
vermoeden van bewoning instelt op grond van de enkele inschrijving van | irréfragable d'occupation à partir de la seule inscription de domicile |
woonplaats, door het gemeentebestuur, in zijn registers. | faite en ses registres par l'administration communale. |
B.5.1. Bij het arrest nr. 41/93 van 3 juni 1993 heeft het Hof het | B.5.1. Par l'arrêt n° 41/93 du 3 juin 1993, la Cour a rejeté le |
beroep tot vernietiging verworpen dat was ingesteld tegen de artikelen | recours en annulation introduit contre les articles 3, 4 et 5 du |
3, 4 en 5 van het decreet van het Waalse Gewest van 25 juli 1991. In | décret de la Région wallonne du 25 juillet 1991. Dans leur moyen |
hun enig middel afgeleid uit de schending van de artikelen 6 en 6bis | unique pris de la violation des articles 6 et 6bis de la Constitution |
van de Grondwet (thans de artikelen 10 en 11) betwistten de partijen | (aujourd'hui 10 et 11), les parties contestaient essentiellement le |
in wezen het forfaitaire karakter van de belasting. | caractère forfaitaire de la taxe. |
B.5.2. In dat arrest heeft het Hof zich niet uitgesproken over de | B.5.2. Dans cet arrêt, la Cour ne s'est pas prononcée sur la |
overeenstemming met de regels van gelijkheid en niet-discriminatie van | conformité aux règles d'égalité et de non-discrimination de la |
het onweerlegbaar vermoeden vervat in artikel 5, § 2, van het decreet | présomption irréfragable inscrite à l'article 5, § 2, du décret de la |
van het Waalse Gewest van 25 juli 1991, volgens hetwelk de bewoners | Région wallonne du 25 juillet 1991, selon laquelle les occupants d'une |
van een privé-woning de personen zijn die volgens hun inschrijving in | habitation à usage privé sont les personnes qui, d'après leur |
het gemeentelijk bevolkingsregister hun woonplaats op dat adres | inscription au registre communal de la population, ont établi le lieu |
hebben. | de leur domicile à cet endroit. |
De decreetgever heeft als element van belasting het gebruik van de | Le législateur décrétal a retenu comme élément de taxation |
woning gekozen. Het in de tweede paragraaf vervatte onweerlegbare | l'utilisation de l'habitation. La présomption irréfragable contenue au |
vermoeden om het aantal bewoners per woning voor privé-gebruik te | second paragraphe pour déterminer le nombre d'occupants par habitation |
bepalen, wordt als volgt verantwoord : | à usage privé est justifiée de la manière suivante : |
« Om al te lange betwistingen over een voor de belastingplichtige | « Afin d'éviter de trop longues contestations se rapportant à un enjeu |
tenslotte minimale financiële inzet te voorkomen kan het vermoeden dat | financier en fin de compte minime pour le redevable, la présomption |
is ingevoerd, niet worden omgekeerd. » (Gedr. St., Waalse Gewestraad, | introduite ne peut être renversée. » (Doc., Conseil régional wallon, |
1990-1991, nr. 253/1, p. 9) | 1990-1991, n° 253/1, p. 9) |
Het door de wetgever gekozen criterium - de bewoning, permanent of | Le critère retenu par le législateur - l'occupation, permanente ou |
tijdelijk, als privé-woning - om het belastbaar feit te bepalen, staat | temporaire, à usage d'habitation privée - pour déterminer le fait |
in een redelijke verhouding tot het doel dat met de invoering van de | générateur de la taxe est en rapport raisonnable avec le but poursuivi |
belasting wordt nagestreefd. | par l'instauration de la taxe. |
Gelet op het feit dat de inschrijving in het bevolkingsregister steunt | Compte tenu de ce que l'inscription au registre de la population |
op de keuze van de betrokken personen en in de meeste gevallen | repose sur le choix des personnes intéressées et correspond dans la |
overeenstemt met de werkelijke plaats van bewoning, vermocht de | plupart des cas au lieu réel d'occupation, le législateur décrétal |
decreetgever redelijkerwijze een beroep te doen op het in het artikel | pouvait raisonnablement recourir à la présomption inscrite à l'article |
5, § 2, vervatte vermoeden. Het onweerlegbare karakter van dat | 5, § 2. Le caractère irréfragable de cette présomption peut se |
vermoeden kan objectief en redelijk worden verantwoord, wegens de | justifier objectivement et raisonnablement, en raison du mode de |
forfaitaire wijze van belasten en het lage bedrag van de belasting. | taxation forfaitaire et du montant réduit de la taxe. |
B.6. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.6. Il convient de répondre par la négative à la question préjudicielle. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 5, § 2, van het decreet van het Waalse Gewest van 25 juli 1991 | L'article 5, § 2, du décret de la Région wallonne du 25 juillet 1991 |
met betrekking tot de belasting op de afvalstoffen in het Waalse | relatif à la taxation des déchets en Région wallonne, en ce qu'il |
Gewest, doordat het een onweerlegbaar vermoeden van bewoning instelt | établit une présomption irréfragable d'occupation fondée sur |
op grond van de inschrijving in het gemeentelijk bevolkingsregister, | l'inscription faite au registre communal de la population, ne viole |
schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | pas les articles 10 et 11 de la Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 22 april 1998. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 22 avril 1998. |
De griffier, | Le greffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Melchior. | M. Melchior. |