gepubliceerd op 07 juni 1997
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van de gemeentelijke stedebouwkundige verordening met betrekking tot buitenontvangstantennes van de gemeente Watermaal-Bosvoorde. - Erratum
27 FEBRUARI 1997. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van de gemeentelijke stedebouwkundige verordening met betrekking tot buitenontvangstantennes van de gemeente Watermaal-Bosvoorde. - Erratum
In het Belgisch Staatsblad nr. 101 van 31 mei 1997, bl. 14520, gelieve bij te voegen : GEMEENTELIJKE STEDEBOUWKUNDIGE VERORDENING MET BETREKKING TOT BUITENONTVANGSTANTENNES
Artikel 1.Behoudens waar gewestelijke en gemeentelijke voorschriften of reglementen het uitdrukkelijk verbieden, kan de buitenshuis plaatsing van hertz- of parabolische antennes, ontvangstantennes voor radio en televisieontvangsten of elke gelijkwaardige ontvangstinstallatie toegestaan worden mits het bekomen van een stedebouwkundige vergunning en te voldoen aan volgende voorwaarden : - de antenne mag niet zichtbaar zijn vanuit elke ruimte toegankelijk voor het publiek (straat, voetgangersweg, park, enz.); - geen enkele antenne mag geplaatst worden op een gebouw die beschermd is of die op de inventaris of de bewaarlijst staat; - in geen geval mag de plaatsing van de antenne de architecturale kwaliteiten van het gebouw waarop ze geplaatst wordt aantasten.
Art. 2.De antenne zal zich moeten kunnen invoegen in een bol met maximum diameter van 1,20 m.
Het uitsteeksel van de draagkonstructie van de antenne zal, ten opzichte van de maximum toegelaten bol, niet meer mogen bedragen dan 1,00 m.
De uiterste kant van de antenne zal op minstens 60 cm van de gemene grenzen moeten geplaatst worden.
Art. 3.Geen enkele antenne mag op de gebouwen van de « Logis » of van de « Floréal » geplaatst worden.
Art. 4.Voor de eengezinswoningen mag maar één enkele antenne per gebouw voorzien worden.
Voor elk ander type van gebouw (appartementsgebouw, kantoorgebouw, bedrijven, hotels, enz.) dient een gemeenschappelijke antenne te worden voorzien.
Art. 5.Voor alle gebouwen moet de antenne : a) hetzij geplaatst worden in de tuin, op het niveau van de grond en verborgen door beplantingen met blijvend gebladerte;b) hetzij verborgen worden op het niveau van de technische verdieping voor de gebouwen met een plat dak;c) hetzij geplaatst worden op de achterhelling van het hellende dak. De antenne mag nooit worden aangebracht tegen de gevels van een gebouw.
Art. 6.De eigenaars of gebruikers van antenne bevestigd op daken of verhoogde gedeelten van gebouwen moeten regelmatig en minstens eenmaal per jaar de stabiliteit ervan kontroleren.
Tijdelijke maatregelen
Art. 7.De antennes die bij de inwerkingtreding van dit reglement niet overeenstemmen met de vereiste voorwaarden zullen moeten beantwoorden aan de voorwaarden van huidig reglement binnen een tijdspanne van zes maanden vanaf de inwerkingtreding.
Uitzonderingen
Art. 8.De instellingen van collectief belang of van openbare diensten, zoals omschreven in de verklaring van de voornaamste in de stedebouwkundige voorschriften gebruikte termen van het gewestelijke ontwikkelingsplan dat in werking getreden is op 10 april 1995, zijn niet onderworpen aan de voorwaarden van het huidige reglement.
In ieder geval, het college van burgemeester en schepenen behoudt zich het recht voor om de aanvraag te bestuderen rekening houdend met de voorschriften van huidig reglement en met de goede aanleg van de plaatsen.
Art. 9.Bij het in voege treden van een latere algemene reglementering toepasselijk in de gemeente zullen de meer beperkende voorschriften, in de mate dat ze deze vervolledigen, van toepassing blijven.