gepubliceerd op 28 juli 2003
Europese Unie LIFE - Communautair financieel instrument voor het Leefmilieu Programma LIFE Milieu 2003 1. Context LIFE is het communautaire financieringsinstrument voor het milieu. De derde fase van LIFE, LIFE III, betreft de periode 2000-200 In het kader van LIFE III wordt overgegaan tot een oproep tot het indienen van Belgische projectvoo(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
Europese Unie LIFE - Communautair financieel instrument voor het Leefmilieu Programma LIFE Milieu 2003 1. Context LIFE is het communautaire financieringsinstrument voor het milieu.De derde fase van LIFE, LIFE III, betreft de periode 2000-2004. De juridische basis voor LIFE III is de verordening 1655/2000/EG, goedgekeurd door de Raad op 29 juni 2000 en door het Europees Parlement op 5 juli 2000 (gepubliceerd in het Publicatieblad L192 28 juli 2000).
In het kader van LIFE III wordt overgegaan tot een oproep tot het indienen van Belgische projectvoorstellen 2003.
LIFE heeft 3 thematische onderdelen : LIFE Milieu, LIFE Natuur en LIFE Derde Landen. Deze oproep heeft betrekking op de projecten in het kader van het luik LIFE Milieu (art. 4 van de verordening). 2. Doelstelling van LIFE Milieu De doelstelling van LIFE Milieu is bij te dragen tot de ontwikkeling van innoverende technieken en methoden op milieugebied en de verdere ontwikkeling van het milieubeleid van de Europese Unie.Om deze doelstelling te bereiken, worden demonstratieprojecten ondersteund. 3. Demonstratieprojecten en projectthema's Voor ondersteuning in het kader van LIFE Milieu komen in aanmerking : demonstratieprojecten die gericht zijn op : - de integratie van leefmilieu aspecten en duurzame ontwikkeling in de inrichting en planning van het landgebruik, met inbegrip van de stedelijke gebieden en kustzones; - de bevordering van duurzaam beheer van grondwater en oppervlaktewateren; minimalisering van milieueffecten van economische activiteiten d.m.v. een preventieve aanpak; - de preventie, hergebruik en recycleren van alle soorten afval en een rationeel beheer van afvalstromen; - het verminderen van de milieueffecten van producten d.m.v. een geïntegreerde benadering van de productie, distributie, consumptie en behandeling op het einde van de levensduur, hierbij inbegrepen de ontwikkeling van milieuvriendelijke producten.
De richtsnoeren werken deze 5 thema's verder uit. Ze vormen een onderdeel van het informatiepakket (deel I). Dit informatiepakket kan worden aangevraagd bij het Directoraat-generaal Bescherming Volksgezondheid : leefmilieu (zie par. 8). 4. Wie kan een projectvoorstel indienen ? Hoewel LIFE Milieu openstaat voor alle natuurlijke en rechtspersonen die gevestigd zijn in de Lidstaten van de Europese Unie alsook in een aantal kandidaat landen (Estland, Hongarije, Letland, de Republiek Slowakije, Roemenië en Slovenië), is het programma voornamelijk gericht op de industriële sector en de overheid.Deelname aan LIFE door K.M.O.'s wordt aangemoedigd.
LIFE Milieu is niet gericht op onderzoek noch op investeringen in bestaande technologie, maar is bedoeld als overbrugging tussen de resultaten van onderzoek en ontwikkeling en de grootschalige toepassing/marktintroductie daarvan. De verspreiding van kennis moet deel uitmaken van de projecten.
Voorstellen mogen ingediend worden door een enkele indiener. Het project mag echter ook verscheidene partners betrekken. Indien er een internationale samenwerking plaatsvindt, dient het project ingediend bij de nationale autoriteiten van de coördinator/begunstigde.
Deze laatste is zowel juridisch als financieel verantwoordelijk voor de uitvoering van het project. 5. Structuur van een projectvoorstel Een LIFE projectvoorstel moet ingediend worden op voorgeschreven formulieren (informatiepakket deel III - zie par.8).
Een projectvoorstel bestaat uit 4 delen : - een samenvattend gedeelte met daarin de korte beschrijving van het project met inbegrip van algemene gegevens, samenvatting, globale kostenraming en plaatsbeschrijving. De aanvrager wordt tevens gevraagd de objectieven, de verwachte resultaten en een beschrijving van de werkzaamheden te geven; - administratief deel met daarin o.a. de formele, gedateerde en ondertekende verklaring van de aanvrager, met gedetailleerde informatie omtrent de indiener en eventuele partners; - technisch deel, met als eerste element een overzicht van de doelstellingen en daaropvolgend een gedetailleerde beschrijving van het behandelde milieuprobleem, werkprogramma, vernieuwend karakter, demonstratie-aspect, reproductiepotentieel, invloed op de werkgelegenheid, meerwaarde door internationale samenwerking aan de hand van in te vullen technische fiches. De samenvatting dient ook in het Engels bijgevoegd. De rest van de technische beschrijving kan in de taal van de indiener maar ook voor dit deel wordt het gebruik van het Engels aangeraden; - financieel deel, met daarin 3 delen. Een eerste deel bevat een overzicht van de fondsen van het project alsook het opsplitsen van de kosten per uitgave categorie voor het ganse project. In het tweede deel komt de structuur van de financiële inbreng aan bod. Tenslotte wordt het budget uitgesplitst per betrokkene en per uitgave categorie.
Alle kosten moeten uitgedrukt worden in EURO. 6. Financiële ondersteuning De financiële ondersteuning door LIFE is beperkt tot maximaal 50 % van de aanrekenbare kosten. De tussenkomst wordt beperkt tot maximum 30 % van de kosten van de acties die verwacht worden significante inkomsten op te leveren.
Alleen uitgaven die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van een project kunnen voor een bijdrage in aanmerking komen.
Projecten of delen van projecten waarvoor steun wordt ontvangen via de Structuurfondsen, het Cohesiefonds of andere budgetare instrumenten van de Unie komen niet in aanmerking voor financiële bijstand door LIFE. Uitgaven m.b.t. activiteiten die vóór 30 november 2001 zijn begonnen, komen evenmin in aanmerking voor een bijdrage van LIFE. Uitgaven voor activiteiten na deze datum kunnen wel in aanmerking genomen worden, maar zij gebeuren op risico van de indiener in afwachting van de uiteindelijke beslissing inzake financiering.
De hiernavolgende kosten worden in geen geval in aanmerking genomen : - aankoop van terreinen; - studies die niet specifiek zijn gewijd aan de doelstelling die door de gefinancierde acties wordt beoogd; - zware infrastructuurinvesteringen of structurele investeringen die geen vernieuwing inhouden, m.i.v. die activiteiten die reeds op industriële schaal zijn bevestigd; - onderzoek en technologische ontwikkeling. 7. Selectieprocedure Eens een project ingediend bij de bevoegde nationale overheden doorloopt het verschillende fasen : 7.1 Formele controle Hierbij wordt nagegaan of het voorstel correct en tijdig ingeleverd is bij de bevoegde nationale overheid, of het voorstel in zevenvoud werd ingediend, of de voorgeschreven formulieren werden gebruikt. Het voorstel mag niet handgeschreven zijn. Alle formulieren moeten ingevuld worden en juist gedateerd. Minstens één exemplaar dient de originele handtekeningen te bevatten. 7.2 Evaluatie Deze fase houdt de eigenlijke selectieprocedure in, waarbij het voorstel een inhoudelijke evaluatie ondergaat. Het projectvoorstel moet aan een aantal algemene en specifieke criteria voldoen en wordt hierop beoordeeld. 1. Algemene criteria - de acties zijn van communautair belang en leveren een significante bijdrage tot de algemene doelstelling van LIFE, zijnde implementatie, actualiseren en ontwikkelen van het milieubeleid van de Unie en duurzame ontwikkeling in de Unie; - ze worden uitgevoerd door deelnemers die technisch en financieel betrouwbaar zijn; - de acties zijn uitvoerbaar, zowel op het vlak van de technische voorstellen als van het projectbeheer (tijdsschema, budget) en het rendement. 2. Criteria specifiek voor LIFE Milieu : - oplossingen verstrekken voor een probleem dat zich frequent voordoet in de Unie of dat voor sommige Lidstaten een belangrijk voorwerp van bezorgdheid is; - technisch innoverend zijn - een voorbeeldfunctie hebben en vooruitgang betekenen ten opzichte van de huidige situatie; - een ruime toepassing van milieuvriendelijke praktijken en technologie bevorderen; - gericht zijn op de ontwikkeling en de overdracht van know-how die in identieke of gelijkaardige situaties kan worden gebruikt; - samenwerking op milieugebied bevorderen; - een kosten batenverhouding bieden die vanuit milieu-standpunt potentieel bevredigend is; - integratie bevorderen van overwegingen inzake milieu in activiteiten die economische en sociale ontwikkeling als voornaamste doelstelling hebben.
Bonussen kunnen toegekend worden aan projecten die een multinationaal karakter hebben en aan projecten die een duidelijke en positieve invloed op de werkgelegenheid hebben. 7.3 Toekennen van ondersteuning door LIFE De projecten worden volgens de verkregen puntenscore geordend. Het beschikbare budget bepaalt vervolgens welke projecten LIFE ondersteuning krijgen. 8. Informatiepakket en formulieren Een aanvraagdossier met gedetailleerde informatie betreffende te volgen procedures en deelnemingsvoorwaarden, kan, samen met de aanvraagformulieren, bekomen worden op volgende website van de Commissie : http://europa.eu.int/comm/environment/life/home.htm FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedelketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Bescherming Volksgezondheid : leefmilieu Dienst Studie en Coördinatie (LIFE) t.a.v. de heer David van Lochem Pachecolaan 19 PB 5 1010 BRUSSEL Tel : 02-210 46 63 Fax : 02-210 48 52 e-mail : david.van.lochem@health.fgov.be 9. Indiening Projecten moeten in 7 exemplaren ingediend worden. Uiterste indieningsdatum Het volledige voorstel moet ten laatste op 27 oktober 2003, om 17 uur toekomen op het onderstaande adres.
Adres voor indienen van de voorstellen FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedelketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Bescherming Volksgezondheid : leefmilieu Dienst Studie en Coördinatie (LIFE) t.a.v. de heer David van Lochem kantoren : Rijksadministratief Centrum Vesaliusgebouw, 7de verdieping, bur. 715 postadres : Pachecolaan 19 PB 5 1010 BRUSSEL Wijze van toezending : De voorstellen kunnen per post aangetekend worden toegezonden of op het bovenvermelde bezoekadres worden afgegeven. De voorkeur wordt gegeven aan toezending per post.
Als bewijs van indiening geldt de poststempel of het ontvangstbewijs, gedateerd en ondertekend door de ambtenaar die de zending in ontvangst heeft genomen.