gepubliceerd op 17 augustus 1999
Bestuur voor de Kwaliteit van de Grondstoffen en de Plantaardige sector Dienst Kwaliteit van de Grondstoffen en Analyses Vanaf 1 november 1999 worden de volgende analyses voor de officiële controle van dierenvoeders verricht overeenkomsti(...) - Amprolium : de methode opgenomen in deel A van de bijlage bij richtlijn 1999/27/EG van de Commiss(...)
MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW
Bestuur voor de Kwaliteit van de Grondstoffen en de Plantaardige sector (DG4) Dienst Kwaliteit van de Grondstoffen en Analyses Vanaf 1 november 1999 worden de volgende analyses voor de officiële controle van dierenvoeders verricht overeenkomstig de hieronder aangegeven methode : - Amprolium : de methode opgenomen in deel A van de bijlage bij richtlijn 1999/27/EG van de Commissie van 20 april 1999 (P.B. L 118 van 6 mei 1999). - Diclazuril : de methode opgenomen in deel B van de bijlage bij richtlijn 1999/27/EG van de Commissie van 20 april 1999 (P.B. L 118 van 6 mei 1999). - Carbadox : de methode opgenomen in deel C van de bijlage bij richtlijn 1999/27/EG van de Commissie van 20 april 1999 (P.B. L 118 van 6 mei 1999).
Vanaf 1 november 1999 worden de volgende analysemethoden voor de officiële controle van dierenvoeders geschrapt : - De bepaling van het gehalte aan mosterdolie en theobromine : de methode opgenomen in de bijlage bij richtlijn 71/250/EEG van de Commissie van 15 juni 1971 (P.B. L 155 van 12 juli 1971), zoals laatselijk gewijzigd bij richtlijn 98/54/EG van de Commissie van 16 juli 1998 (P.B. L 208 van 24 juli 1998), en zoals bekend gemaakt in het Belgisch Staatsblad van 23 januari 1999; dit in toepassing van de richtlijn 1999/27/EG van de Commissie van 20 april 1999 (P.B. L 118 van 6 mei 1999). - De bepaling van het gehalte aan retinol (vitamine A) : de methode opgenomen in de bijlage bij richtlijn 73/46/EEG van de Commissie van 5 december 1972 (P.B. L 83 van 30 maart 1973), zoals laatstelijk gewijzigd bij richtlijn 98/54/EG van de Commissie van 16 juli 1998 (P.B. L 208 van 24 juli 1998), en zoals bekend gemaakt in het Belgisch Staatsblad van 23 januari 1999; dit in toepassing van de richtlijn 1999/27/EG van de Commissie van 20 april 1999 (P.B. L 118 van 6 mei 1999). - De bepaling van het gehalte aan zetmeel en hoogmoleculaire afbraakproducten hiervan in dierenvoeders die bietensnijdels, bietenpulp, gedroogd bietenloof of gedroogde bietenkoppen, aardappelpulp, gedroogde gist, producten met een hoog inulinegehalte of kanen bevatten, en van het gehalte aan amprolium, ethopabaat, dinitolmide (DOT), nicarbazin en menadion (vitamine K3) : de methode opgenomen in de bijlage bij richtlijn 74/203/EEG van de Commissievan 25 maart 1974 (P.B. L 108 van 22 april 1974), zoals laatselijk gewijzigd bij richtlijn 81/680/EEG van de Commissie van 30 juli 1981 (P.B. L 246 van 29 augustus 1981), en zoals bekend gemaakt in het Belgisch Staatsblad van 30 oktober 1981; dit in toepassing van de richtlijn 1999/27/EG van de Commissie van 20 april 1999 (P.B. L 118 van 6 mei 1999).
De tekst van iedere methode kan verkregen worden door voorafgaande storting van de som van F 50 op PRK 679-2005982-22 van de Dienst Informatie-Bibliotheekvan het Ministerie van Middenstand en Landbouw, WTC 3, 17e verdieping, Simon Bolivarlaan 30, 1000 Brussel, met vermelding van de gevraagde methoden.