31 JANUARI 2022. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 21 januari 2021 tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus (COVID-19)

Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 1 juni 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/06/2004 pub. 19/10/2004 numac 2004033073 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de uitoefening door de Duitstalige Gemeenschap van sommige bevoegdheden van het Waalse Gewest inzake de ondergeschikte besturen type decreet prom. 01/06/2004 pub. 20/12/2004 numac 2004033084 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de gezondheidspromotie 2004/33084 sluiten betreffende de gezondheidspromotie en inzake medische preventie, artikel 10.6.7, tweede lid, ingevoegd bij het decreet van 29 oktober 2021;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België, gewijzigd bij het samenwerkingsakkoord van 27 september 2021 en het samenwerkingsakkoord van 28 oktober 2021, artikel 2bis, § § 2 en 3;

Gelet op het besluit van de Regering van 21 januari 2021 tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus (COVID-19);

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid wordt gerechtvaardigd door het feit dat het gebruik van het COVID Safe Ticket (CST) beperkt is tot 31 januari 2022 met toepassing van artikel 3.8, derde lid, van het besluit van de Regering van 21 januari 2021 tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus (COVID-19); dat maatregelen moeten worden getroffen die zo goed mogelijk aansluiten op de snelle ontwikkeling van de epidemiologische uitgangssituatie en dat daarom beslissingen op basis van actuele gegevens moeten worden genomen; dat op basis van de indicatoren vermeld in artikel 10.6.3, § 1, tweede lid, van het decreet van 1 juni 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/06/2004 pub. 19/10/2004 numac 2004033073 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de uitoefening door de Duitstalige Gemeenschap van sommige bevoegdheden van het Waalse Gewest inzake de ondergeschikte besturen type decreet prom. 01/06/2004 pub. 20/12/2004 numac 2004033084 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de gezondheidspromotie 2004/33084 sluiten wordt beoordeeld of de epidemiologische situatie zorgwekkend is en dat die indicatoren op basis van zo actueel mogelijke gegevens moeten worden getoetst; dat de besloten maatregelen onderbouwd worden door de meest recente bevindingen die op de vergadering van het Overlegcomité van 21 januari 2022 werden gepresenteerd; dat de epidemiologische situatie in het Duitse taalgebied uiterst zorgwekkend blijft; dat de handhaving van de maatregelen om de volksgezondheid te beschermen, overbelasting van de gezondheidszorg te voorkomen en het maatschappelijk leven in zo veilig mogelijke omstandigheden te hervatten, dringend noodzakelijk is; dat de omikronvariant van het coronavirus (COVID-19) in het Duitse taalgebied dominant is en dat die variant nog veel besmettelijker is dan de natuurlijke variant van het virus en de tot dusver bekende mutanten ervan; dat het virus zich daardoor nog sneller onder de bevolking verspreidt; dat het gebruik van het CST om die redenen met drie maanden dient te worden te verlengd;

Overwegende dat dit besluit bijgevolg zo snel mogelijk moet worden aangenomen;

Overwegende dat de RAG op 26 januari 2022 een evaluatie heeft gemaakt met toepassing van artikel 10.6.7, eerste lid, 2°, van het decreet van 1 juni 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/06/2004 pub. 19/10/2004 numac 2004033073 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de uitoefening door de Duitstalige Gemeenschap van sommige bevoegdheden van het Waalse Gewest inzake de ondergeschikte besturen type decreet prom. 01/06/2004 pub. 20/12/2004 numac 2004033084 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de gezondheidspromotie 2004/33084 sluiten en met toepassing van artikel 13bis van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021;

Overwegende dat de zevendagenincidentie van nieuwe besmettingen met het coronavirus (COVID-19) op 26 januari 2022 in het gehele Duitse taalgebied 2.190 per 100.000 inwoners bedraagt; dat de veertiendagenincidentie van nieuwe besmettingen met het coronavirus (COVID-19) op 1 januari 2022 in het gehele Duitse taalgebied 3.043 per 100.000 inwoners bedraagt; dat de incidentiewaarde op 1 januari 2022 357 per 100.000 inwoners bedroeg; dat deze incidentiewaarde, die sowieso al hoog was, sindsdien bijna vertienvoudigd is;

Overwegende dat de veertiendagenincidentie op 27 januari 2022 bij 4.766 nieuwe infecties per 100.000 inwoners ligt voor het gehele Belgische grondgebied; dat de incidentiewaarde in het Duitse taalgebied weliswaar iets lager ligt dan het Belgische gemiddelde, maar dat de incidentiewaarden nog nooit zo hoog waren sinds de uitbraak van de pandemie.

Overwegende dat de positiviteitsratio van 17 tot 23 januari in het Duitse taalgebied opgelopen is tot 53,8 %, terwijl hij voor heel België 45,6 % bedraagt; dat de positiviteitsratio in het Duitse taalgebied de laatste weken zelfs nog gestegen is en nog altijd duidelijk hoger ligt dan in de rest van België; dat die recordwaarde in verband wordt gebracht met de uitbreiding van de omikronvariant;

Overwegende dat het percentage van het aantal personen met een volledige basisvaccinatie in het Duitse taalgebied 69 % van de totale bevolking bedraagt; dat de vaccinatiegraad in heel België met 77 % beduidend hoger ligt dan in het Duitse taalgebied; dat het aantal toegediende vaccinaties in het Duitse taalgebied nauwelijks toeneemt; dat 31 % van de bevolking in het Duitse taalgebied dus nog geen volledige basisvaccinatie heeft gekregen; dat niet-gevaccineerden een groter risico lopen een ernstig verloop van de ziekte te krijgen;

Overwegende dat, volgens de stand van 24 januari 2022, dertien personen wegens COVID-19 stationair opgenomen zijn in de ziekenhuizen in het Duitse taalgebied; dat het aantal stationair behandelde COVID-19-patiënten sinds 21 januari 2022 dus meer dan verdrievoudigd is; dat de actuele trend op een verdere toename van het aantal ziekenhuisopnames wijst; dat, volgens de stand van 24 januari 2022, twee personen op de afdeling intensieve zorg behandeld worden; dat de bezetting van het aantal intensievezorgbedden in het Duitse taalgebied constant blijft; dat de plaatsen op intensieve zorg in de ziekenhuizen in het Duitse taalgebied vaak volzet zijn; dat één van de beide ziekenhuizen in het Duitse taalgebied geen afdeling intensieve zorg heeft; dat de patiënten daardoor naar andere ziekenhuizen moeten worden overgebracht; dat het werkelijke aantal intensievezorgpatiënten uit het Duitse taalgebied dus hoger ligt;

Overwegende dat ernstige ziekteverschijnselen, naast de druk op de ziekenhuizen, een grotere belasting vormen voor de gezondheidszorg in het algemeen; dat het aantal ernstige ziekteverschijnselen, ondanks een over het algemeen milder ziekteverloop bij besmetting met de dominante omikronvariant van het coronavirus (COVID-19), door het grote aantal besmettingen zeer hoog blijft;

Overwegende dat het gebruik van het CST in het Duitse taalgebied kennelijk heeft bijgedragen tot het beperken van de verspreiding van het virus en, in het bijzonder, tot het beperken van de verzadiging van het gezondheidszorgsysteem;

Overwegende dat de huidige maatregelen dus duidelijk bijdragen tot het voorkomen van een overbelasting van het ziekenhuissysteem, in het bijzonder in het Duitse taalgebied;

Overwegende dat uit deze evaluatie blijkt dat de epidemiologische situatie in het Duitse taalgebied het gebruik van het COVID Safe Ticket in bepaalde sectoren blijft rechtvaardigen om de verspreiding van het coronavirus (COVID-19) en de gevolgen daarvan te beperken;

Overwegende dat besmetting met de omikronvariant niet noodzakelijk tot de ontwikkeling van ernstige vormen van de ziekte leidt, in het bijzonder en vooral niet bij personen die gevaccineerd zijn of hersteld zijn;

Overwegende dat de toegang tot plaatsen en evenementen die aan het gebruik van het CST zijn onderworpen, niet onnodig mag worden beperkt voor personen van wie kan worden verwacht dat zij een lager risico lopen om ernstige vormen van de ziekte te ontwikkelen;

Overwegende dat, om dit risico te beperken, het mogelijk is om het risico van besmetting op de locatie te beïnvloeden, maar ook om het risico te beïnvloeden dat mensen die de locatie bezoeken ernstige vormen van de ziekte ontwikkelen;

Overwegende dat, met betrekking tot het risico op het oplopen van de ziekte en het ontwikkelen van een ernstige vorm op deze plaatsen en evenementen, het ook mogelijk is om op te treden tegen de blootstelling aan het besmettingsgevaar;

Overwegende dat een persoon met een negatieve test in dit opzicht dus ertoe bijdraagt het besmettingsgevaar te verminderen en dus te voorkomen dat het gezondheidsstelsel overbelast raakt;

Overwegende dat de COVID-19-gezondheidscrisis economische en sociale gevolgen heeft, wat betekent dat de toegang tot sociale en culturele evenementen mogelijk moet blijven;

Overwegende dat het belangrijk is dat culturele inrichtingen openblijven en dat men culturele evenementen aanbiedt, aangezien ze de geestelijke gezondheid en het welzijn van de bevolking ten goede komen;

Overwegende dat bij het openhouden van die sectoren echter rekening moet worden gehouden met de epidemiologische situatie in het Duitse taalgebied en in het bijzonder met de verspreiding van het coronavirus (COVID-19);

Overwegende dat het belang van de betrokken sectoren vanuit sociaal en economisch oogpunt vereist dat maatregelen worden genomen die het openhouden van deze sectoren combineren met het voorkomen van het gezondheidsrisico dat verbonden is aan de overbezetting van ziekenhuisbedden door patiënten met een besmetting met het coronavirus (COVID-19);

Overwegende dat het om deze redenen raadzaam is preventieve maatregelen te blijven nemen in de mate die strikt noodzakelijk is om de gezondheid te beschermen en overbelasting van de gezondheidszorg te voorkomen;

Overwegende dat het CST bijdraagt tot een vermindering van de belasting van het gezondheidssysteem, ook al kan besmetting met het coronavirus (COVID-19) daardoor niet volledig worden voorkomen;

Overwegende dat het daarom raadzaam is het gebruik van het COVID Safe Ticket te verlengen om, gelet op de stijgende besmettingscijfers, het besmettingsgevaar van onvoldoende beschermde personen tot een minimum te beperken en tegelijk dergelijke evenementen te laten plaatsvinden of dergelijke voorzieningen open te kunnen houden;

Op de voordracht van de Minister van Gezondheid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 3.8, derde lid, van het besluit van de Regering van 21 januari 2021 tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus (COVID-19), ingevoegd bij het besluit van 29 oktober 2021, worden de woorden "31 januari 2022" vervangen door de woorden "30 april 2022".

Art. 2.Overeenkomstig artikel 10.6.8 van het decreet van 1 juni 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/06/2004 pub. 19/10/2004 numac 2004033073 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de uitoefening door de Duitstalige Gemeenschap van sommige bevoegdheden van het Waalse Gewest inzake de ondergeschikte besturen type decreet prom. 01/06/2004 pub. 20/12/2004 numac 2004033084 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de gezondheidspromotie 2004/33084 sluiten betreffende de gezondheidspromotie en inzake medische preventie wordt de evaluatie van de Risk Assessment Group, evenals dit besluit, onmiddellijk na de aanneming ervan, overgezonden aan de voorzitter van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.

Art. 4.De Minister bevoegd voor Gezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 31 januari 2022.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, O. PAASCH De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting, A. ANTONIADIS