Etaamb.openjustice.be
Document van 26 maart 2013
gepubliceerd op 26 juni 2013

Beslissing van het Brussels Instituut voor Milieubeheer houdende de vaststelling van een alternatieve berekeningsmethode tengevolge van een gelijkwaardigheidsaanvraag voor een van bouwproduct in het kader van de energieprestatieregelgeving

bron
brussels instituut voor milieubeheer
numac
2013031393
pub.
26/06/2013
prom.
26/03/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 MAART 2013. - Beslissing van het Brussels Instituut voor Milieubeheer houdende de vaststelling van een alternatieve berekeningsmethode tengevolge van een gelijkwaardigheidsaanvraag voor een van bouwproduct in het kader van de energieprestatieregelgeving


Het Brussels Instituut voor Milieubeheer, Gelet op de ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen, het artikel 5, § 2, gewijzigd bij de ordonnantie van 14 mei 2009;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering tot vaststelling van de procedure voor een alternatieve berekeningsmethode voor nieuwe gebouwen van de 5 maart 2009;

Overwegende de aanvraag van NV RENSON VENTILATION SA van 22 februari 2013 voor het beoordelen van het vraaggestuurde ventilatiesysteem « RENSON SYSTEEM C/EVO II smartzone CO2 »;

Overwegende het feit dat het bewezen wordt dat het bouwproduct conform met de geldende EPB-eisen is;

Overwegende de energetische karakterisering van de ATG-E nr. 13/E011;

Overwegende dat uit de technische beschrijving van het bouwproduct en de ATG-E die bij de aanvraag werden gevoegd blijkt dat de prestatieniveaus van het systeem op het vlak van binnenluchtkwaliteit conform de eisen beschreven in NBN D50-001 zijn en verantwoordelijk zijn voor minder warmteverliezen dan de klassieke systemen, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit heeft betrekking op een energetische karakterisering van het bouwproduct ventilatiesysteem « RENSON SYSTEEM C+EVO II smartzone CO2 » binnen het volgende toepassingsgebied : 1° Het systeem zoals beschreven in de ATG-E nr.13/E011, waarbij : a) alle componenten vanhet ventilatiesysteem, behalve de kanalen en de doorstromingopeningen, moeten van het merk RENSON zijn; b) het geïnstaleerde systeem alsook de componenten moeten aan de eisen van de relevante wetgevingen voldoen (o.a. eisen in verband met regelbare toevoeropeningen). 2° Bestemming : EPB-eenheid Wooneenheid met individuele afzuiging.

Art. 2.§ 1. Algemeen Het bouwproduct « RENSON SYSTEEM C+EVO II smartzone CO2 » bestaat in twee configuraties, elk combineerbaar met zelfregelende toevoeropeningen van het type P3 en P4. 1° Configuratie 1 : vochtdetectie in de badkamer met aanwezigheidsdetectie als een wc in de badkamer aanwezig is, aanwezigheidsdetectie in wc, vochtdetectie in de wasplaats, vocht- of C02-detectie in de keuken, en centrale CO2-detectie voor alle slaapkamers.2° Configuratie 2 : vochtdetectie in de badkamer met aanwezigheidsdetectie als een wc in de badkamer aanwezig is, aanwezigheidsdetectie in wc, vochtdetectie in de wasplaats, vocht- of CO2-detectie in de keuken, en afzonderlijke CO2-detectie per slaapkamer § 2.Energetische karakterisering De energetische karakterisering kan in de berekeningsmethode van 21 december 2007 gevaloriseerd worden door de substitutie van de volgende formule : Vdedic,seci = [0.2 + 0.5exp(-VEPW/500]. mseci.Vseci Door : Vdedic,seci = [0.2 + 0.5exp(-VEPW/500]. mseci.FDC.Vseci Met : - mseci : in de regelgeving beschreven vermenigvuldigingsfactor m voor het geïnstalleerde systeem C, bijlage B, punt B.1.3. van de bijlage II van het besluit van de BHG Regering van 21 december 2007; - fDC : reductiefactor voor warmteverliezen door bewuste ventilatie van het vraaggestuurde systeem.

Voor het systeem « RENSON SYSTEEM C+EVO II smartzone CO2 » is de reductiefactor fDC gelijk aan : 1° 0,45 voor configuratie 1 2° 0,40 voor configuratie 2 De energetische karakterisering van het bouwproduct « RENSON SYSTEEM C+EVO II smartzone CO2 » kan in de berekeningsmethodes van 5 mei 2011 en 21 februari 2013 wijzigen gevaloriseerd worden door een reductiefactor voor ventilatie freduc, vent, sec i gelijk aan : 1° 0n45 voor configuratie 1 2° 0,40 voor configuratie 2 Art.3. De huidige beslissing is geldig voor de bouwaanvragen die tot en met 31 december 2014 worden ingediend.

Brussel, 26 maart 2013.

R. DE LAET, Directeur J.-P. HANNEQUART, Directeur-Generaal

^