Etaamb.openjustice.be
Document van 20 juli 2017
gepubliceerd op 30 oktober 2017

Besluit van de Regering betreffende meldingsplichtige infectieziekten

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2017204722
pub.
30/10/2017
prom.
20/07/2017
ELI
eli/besluit/2017/07/20/2017204722/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 JULI 2017. - Besluit van de Regering betreffende meldingsplichtige infectieziekten


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 1 juni 2004 betreffende de gezondheidspromotie en inzake medische preventie, artikel 10.2, § 4, ingevoegd bij het decreet van 20 februari 2017;

Gelet op het decreet van 31 maart 2014 betreffende het centrum voor de gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren, artikel 3.22, derde lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 maart 1971 betreffende de profylaxe tegen overdraagbare ziekten;

Gelet op advies 61.628/3 van de Raad van State, gegeven op 5 juli 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Gezondheid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De lijst van de meldingsplichtige infectieziekten in de zin van het decreet van 1 juni 2004 betreffende de gezondheidspromotie en inzake medische preventie en het decreet van 31 maart 2014 betreffende het centrum voor de gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren wordt vastgelegd in bijlage 1 van dit besluit.

Art. 2.De procedure voor de meldingsplicht in de zin van het decreet van 1 juni 2004 betreffende de gezondheidspromotie en inzake medische preventie wordt vastgesteld in bijlage 2 van dit besluit.

Art. 3.De specifieke meldingsprocedure en de lijst van de preventieve maatregelen in de zin van het decreet van 31 maart 2014 betreffende het centrum voor de gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren wordt vastgesteld in bijlage 3 van dit besluit.

Art. 4.Het koninklijk besluit van 1 maart 1971 betreffende de profylaxe tegen overdraagbare ziekten wordt opgeheven.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 6.De minister bevoegd voor Gezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 20 juli 2017.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, O. PAASCH De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, A. ANTONIADIS

Bijlage 1 van het besluit van de Regering 3508/EX/VIII/B/III van 20 juli 2017 betreffende meldingsplichtige infectieziekten Lijst van de meldingsplichtige infectieziekten 1. De volgende ziekten vallen onder de meldingsplicht zodra een klinisch vermoeden bestaat, d.w.z. : a) de zwaartegraad van de vermoede ziekte is hoog, en/of b) voor de vermoede ziekte bestaan geen therapeutische maatregelen, en/of c) het epidemische gevarenpotentieel vereist preventieve maatregelen en controlemechanismen : - acute verlamming (vermoeden van poliomyelitis) - botulisme - cholera - difterie (corynebakterium diphtheriae) - hemorragische virale koorts (filovirussen [ebolavirus, marburgvirus], zikavirussen en arenavirussen [Lassa]) - invasieve meningokokkeninfectie - kinkhoest - mazelen - collectieve voedseltoxi-infecties (CVTI's) - pest - pokken - zwaar acuut ademsyndroom met epidemiologische virale context - hondsdolheid - hemolytisch-uremisch syndroom door E.coli EHEC/VTEC 2. De volgende ziekten vallen onder de onmiddellijke meldingsplicht, zodra de diagnostische bevestiging beschikbaar is : - antrax (miltvuur) - inheemse Chikungunya - inheemse Denguekoorts - inheemse gele koorts - inheemse malaria - inheemse West-Nijl-koorts - brucellose - E.coli VTEC / eenvoudige EHEC-infectie - Epidemie* overdraagbaar bij verzorgende activiteiten (ziekenhuis, bejaardentehuis, rust- en verzorgingstehuis, andere verzorgingsinstellingen in de ruimste zin van het woord) met multiresistente bacteriën (MRSA, VRE, Enterobacteriaceae ESBL + en/of CPE+, Actinobacter baumannii en Pseudomonas aeruginosa multresistent**) - hepatitis A - infectie met Corynebactium ulcerans - invasieve infectie met Haemophilus Influenzae type b - congenitale rodehond - congenitale syfilis - legionellose - leptospirose - listeriose - nieuwe influenzae serotypen - psittacose (papegaaienziekte) - Q-koorts - rickettsiose (Rickettsia spp.) - tuberculose - tularemie (hazenpest) - tyfus - Paratyfuskoorts - elk infectieprobleem met ongewoon of bijzonder ziektebeeld * Als epidemie geldt "een plotse stijging van de incidentie van een micro-organisme in vergelijking met de gewoonlijke aanwezigheid ervan in de betrokken instelling". ** multiresistent : "ongevoelig voor minstens één antimicrobieel middel van de drie of meer als werkzaam beschouwde categorieën".

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering 3508/EX/VIII/B/III van 20 juli 2017 betreffende meldingsplichtige infectieziekten.

Eupen, 20 juli 2017.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, O. PAASCH De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, A. ANTONIADIS

Bijlage 2 van het besluit van de Regering 3508/EX/VIII/B/III van 20 juli 2017 betreffende meldingsplichtige infectieziekten Algemene procedure voor de meldingsplicht : Hoe en aan wie moet u een infectieziekte melden ? De infectieziekten (zie bijlage 1) worden gemeld bij de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten. De volgende mogelijkheden staan ter beschikking : 1. Wanneer : - de ziekte onmiddellijk een epidemisch karakter heeft (bijvoorbeeld : in geval van een voedselinfectie door giftige stoffen), en/of - de zieke een buitengewoon gevaar voor zijn omgeving vormt (bijvoorbeeld door een invasieve meningokokkeninfectie) dan geschiedt de melding onmiddellijk per telefoon op het nummer 071-205 105. 2. In alle andere gevallen : - via de webinterface MATRA (https ://www.wiv-isp.be/matra/CF/ cf_declarer.aspx) : die interface maakt een snelle en veilige melding mogelijk; elke online gemelde ziekte vereist een onmiddellijke maatregel; een sms wordt automatisch doorgezonden naar de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten, zodat hij onmiddellijk stappen kan ondernemen. - via e-mail : surveillance.sante@aviq.be - via fax : 071-205 107 Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering 3508/EX/VIII/B/III van 20 juli 2017 betreffende meldingsplichtige infectieziekten.

Eupen, 20 juli 2017.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, O. PAASCH De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, A. ANTONIADIS

Bijlage 3 van het besluit van de Regering 3508/EX/VIII/B/III van 20 juli 2017 betreffende meldingsplichtige infectieziekten Specifieke meldingsprocedure en preventieve maatregelen om de uitbreiding van bepaalde besmettelijke ziekten in de schoolomgeving te voorkomen A. Specifieke meldingsprocedure in de schoolomgeving, voor de inrichtende macht en voor de ouders of de personen belast met de opvoeding van het zieke kind De schoolleiding moet volgende ziekten onmiddellijk telefonisch melden bij de lokale vestiging van het Centrum voor de gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren (Kaleido-Ostbelgien). - Hersenvliesontsteking (Meningokokkeninfectie) : een noodgeval* - Difterie : een noodgeval* - Poliomyelitis (kinderverlamming) : een noodgeval* - Gastro-enteritis - Hepatitis A* - Roodvonk - Tuberculose* - Kinkhoest - Bof - Mazelen* - Rubella (rodehond) - Waterpokken - Impetigo - Scabiës (schurft) - Dermatophytose Tinea** (aantasting van de hoofdhuid door draadzwam) Pediculose (hoofdluizen) * Die ziekten moeten bovendien door de behandelende arts worden gemeld bij de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten (zie bijlage 1). ** Hoewel die ziekte niet in bijlage 1 voorkomt, moet ze door de behandelende arts gemeld worden bij de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten, omdat ze in de schoolomgeving, door het nauwe contact van de leerlingen, een hoog besmettingsgevaar inhoudt.

Elk vermoeden van een bijzonder verontrustend epidemisch verloop van een besmettelijke ziekte moet ook aan de lokale vestiging van Kaleido-Ostbelgien gemeld worden.

De personen belast met de opvoeding van het zieke kind zijn ertoe verplicht de bovenvermelde ziekten bij de school of bij Kaleido-Ostbelgien te melden.

Ook de bevoegde schoolleiding is ertoe verplicht Kaleido-Ostbelgien in te lichten over de bovengenoemde ziekten (bij vermoeden of bij melding door de ouders).

Indien de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien de ziekte bij een schoolkind vaststelt, licht hij ook de ouders of de personen belast met de opvoeding van het zieke kind in, naargelang van de ziekte en eventueel in overleg met de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten.

De schoolarts van Kaleido-Ostbelgien neemt zo nodig contact op met de behandelende arts om de diagnose te laten bevestigen.

Daarbij nemen de behandelende arts en de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien, in overleg met de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten, alle nodige profylactische maatregelen in de omgeving van het zieke kind.

Indien nodig neemt Kaleido-Ostbelgien contact op met de bevoegde schoolleiding en deelt haar mee of nog andere stappen moeten worden ondernomen en welke maatregelen Kaleido-Ostbelgien voor de schoolomgeving neemt.

Kaleido-Ostbelgien licht het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap dat bevoegd is voor Gezondheid, de toezichthoudende minister en de Minister van Gezondheid in over de besmettelijke ziekte die werd gemeld bij de inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten en hoe die ziekte verloopt.

B. Preventieve maatregelen om de uitbreiding van bepaalde besmettelijke ziekten in de schoolomgeving te voorkomen Bij bepaalde ziekten moeten profylactische maatregelen genomen worden indien het gevaar bestaat dat de ziekte zich uitbreidt in de omgeving van de zieke.

Overeenkomstig artikel 3.22, eerste lid, van het decreet van 31 maart 2014 betreffende het centrum voor de gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren zijn de instructies van de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien bindend voor de personen belast met de opvoeding van de leerlingen, de inrichtende macht en het personeel van de school. Alle in interne schoolreglementen vermelde maatregelen zijn daaraan ondergeschikt.

Afhankelijk van het geval, en ongeacht de volgende beschreven maatregelen, kan de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien door zijn medische deskundigheid andere maatregelen bevelen of maatregelen aanpassen.

De inrichtende macht waarborgt dat alle middelen van de school ter beschikking gesteld worden van Kaleido-Ostbelgien om het noodgeval op het gebied van de volksgezondheid te beheren.

Elke inrichtende macht is ertoe verplicht Kaleido-Ostbelgien bij het begin van het schooljaar twee telefoonnummers mee te delen die in noodsituaties ook tijdens het weekeinde en op feestdagen gebeld mogen worden om de nodige inlichtingen en maatregelen mee te delen.

Indien de school gesloten wordt, geeft de inrichtende macht opdracht om het gebouw voor zover nodig te ontsmetten, na overleg met de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien, zoals verordend door de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten. 1. Specifieke maatregelen per ziekte De specifieke maatregelen die bij het optreden van bepaalde besmettelijke ziekten moeten worden genomen, worden per ziekte uitvoerig beschreven op basis van de volgende vijf aspecten : - maatregelen die betrekking hebben op de zieke leerling/student; - maatregelen die betrekking hebben op de andere leerlingen/studenten van de school; - door Kaleido-Ostbelgien meegedeelde inlichtingen die bestemd zijn voor de leerlingen/studenten en/of hun ouders en voor de betrokken klas en de school; - algemene hygiënische maatregelen; - melding bij de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten. 1.1. Hersenvliesontsteking, meningokokkeninfectie : een noodgeval 1.1.1 Maatregelen die betrekking hebben op de zieke leerling/student Verwijdering uit de school tot klinische genezing. 1.1.2 Maatregelen die betrekking hebben op de andere leerlingen/studenten van de school Zodra een klinisch vermoeden van meningokokkeninfectie bestaat, schrijft de verantwoordelijke arts van Kaleido-Ostbelgien een passende antibioticaprofylaxe voor. Die profylaxe wordt aanbevolen voor de leerlingen en studenten die in de zeven dagen voor het uitbreken van de ziekte in contact waren met de zieke en een verhoogd risico lopen.

De antibioticaprofylaxe moet zo snel mogelijk worden toegediend, bij voorkeur binnen 24-48 uur; ze blijft ook aanbevolen tot zeven dagen na het optreden van de ziekte.

Als contactpersonen met een verhoogd risico worden personen beschouwd die - tot de naaste familie van de zieke behoren; - met de zieke onder hetzelfde dak wonen; - intieme of nauwe contacten met de zieke hebben (elkaar kussen, tandenborstel delen, bestek delen, herhaaldelijk lichamelijk contact, zakdoeken delen, bed delen, groepsactiviteiten/sportactiviteiten doen waarbij men lichamelijk nauw met elkaar in contact komt enz...);

Indien zich over een periode van minder dan één maand binnen een school minstens twee gevallen in twee verschillende gezinnen voordoen, kan de antibioticaprofylaxe door de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien uitgebreid worden tot de hele klas van de betrokkenen en tot alle personen die met het zieke kind activiteiten hebben gedaan (op school of in de vrije tijd). Dit geldt ongeacht de leeftijd van die personen.

Indien zich binnen een periode van één maand twee gevallen in twee verschillende gezinnen binnen één school voordoen, wordt aanbevolen om alle contactpersonen met een verhoogd risico in te enten. Die vaccinatie moet aangepast zijn aan het serotype.

In geval van verblijven in een internaat of pedagogische verblijven die de school organiseert, analyseert de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of - bij gebrek aan zo'n arts - elke andere arts het risico geval per geval. Hij bepaalt op basis van de situatie welke leerlingen of studenten een antibioticaprofylaxe krijgen.

Indien de leerling/student afwezig is, indien de ouders dit wensen of indien de noodsituatie dit vereist, kan een andere arts van hun keuze, in de plaats van de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien, de passende antibioticaprofylaxe toedienen. De personen belast met de opvoeding van de minderjarige leerling of de meerderjarige leerling/student moeten een attest overleggen waaruit blijkt dat de bedoelde antibioticaprofylaxe werd nageleefd opdat de leerling/student school kan lopen. Zo niet wordt de leerling/student zeven kalenderdagen, te rekenen vanaf het tijdstip van het laatste contact met de zieke leerling/student, uit de school verwijderd. 1.1.3 Mededeling van inlichtingen door Kaleido-Ostbelgien, bestemd voor de leerlingen/studenten en/of hun ouders en voor de betrokken klas en de school Zodra een geval is opgetreden, zorgt de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of, bij gebrek aan zo'n arts, elke andere arts dat de personen belast met de opvoeding en/of de leerlingen/studenten over de ziekte en over de toepassing van de maatregelen ingelicht worden.

Dezelfde informatie wordt gegeven aan de personen belast met de opvoeding van een minderjarige leerling of aan de meerderjarige leerlingen/studenten die, op het ogenblik dat het geval zich voordoet, sinds zeven dagen of minder afwezig zijn. 1.1.4 Algemene hygiënische maatregelen De hygiënische maatregelen die genomen worden bij ziekten die via de lucht worden overgedragen, moeten versterkt worden (zie deel II). 1.1.5 Melding bij de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten De schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of, bij gebrek aan zo'n arts, elke andere arts meldt het ziektegeval zo snel mogelijk bij de inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten.

Wanneer de inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten als eerste verwittigd wordt, meldt hij het ziektegeval aan de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of, bij gebrek aan zo'n arts, aan elke andere arts.

Het schoolhoofd informeert de dienst voor arbeidsgeneeskunde die bevoegd is voor het personeel van de school. 1.2. Difterie : een noodgeval 1.2.1 Maatregelen die betrekking hebben op de zieke leerling/student Verwijdering uit de school tot klinische genezing en overlegging van een attest waaruit blijkt dat twee bacteriologische onderzoeken die op basis van keeluitstrijken verricht zijn en die minstens 24 uur uit elkaar lagen, negatief waren. Die keeluitstrijken worden minstens 24 uur na het einde van de antibioticumtherapie gemaakt.

Als de patiënt genezen is, wordt hem een herhaling van de vaccinatie aanbevolen. 1.2.2 Maatregelen die betrekking hebben op de andere leerlingen/studenten van de school De schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of, bij gebrek aan zo'n arts, elke andere arts schrijft de personen die in de zeven dagen voor het uitbreken van de ziekte in contact waren met de zieke en een verhoogd risico lopen het volgende voor : een onderzoek om de ziekte vroegtijdig op te sporen en een antibioticaprofylaxe (zonder het resultaat van het onderzoek af te wachten).

Als contactpersonen met een verhoogd risico worden personen beschouwd die - tot de naaste familie van de zieke behoren; - met de zieke onder hetzelfde dak wonen; - intieme of nauwe contacten met de zieke hebben (elkaar kussen, tandenborstel delen, bestek delen, herhaaldelijk lichamelijk contact, zakdoeken delen, bed delen, groepsactiviteiten of sportactiviteiten doen waarbij men lichamelijk nauw met elkaar in contact komt enz.);

Wanneer de betrokkenen dit wensen of de noodsituatie dit vereist, kan een arts van hun keuze, in de plaats van de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien, de gepaste antibioticaprofylaxe toedienen. De personen belast met de opvoeding van de minderjarige leerling of de meerderjarige leerling/student moeten een attest overleggen waaruit blijkt dat de bedoelde antibioticaprofylaxe werd nageleefd opdat de leerling/student school kan lopen. Zo niet wordt de leerling/student veertien kalenderdagen, te rekenen vanaf het tijdstip van het laatste contact met de zieke leerling/student, uit de school verwijderd.

De dienst Kaleido-Ostbelgien overlegt met de zieke persoon om vast te stellen of er mogelijke risicocontacten waren en identificeert die risicocontacten.

Het volgende wordt aanbevolen : de herhaling van de vaccinatie van de leerlingen die meer dan 5 jaar geleden voor het laatst gevaccineerd werden en de vaccinatie van de niet-gevaccineerde leerlingen/studenten volgens het geldende schema.

Aan de personen belast met de opvoeding van de minderjarige leerling of aan de meerderjarige leerling/student wordt meegedeeld dat de vaccinatie tegen difterie een vrijwillige vaccinatie is. 1.2.3 Mededeling van inlichtingen door Kaleido-Ostbelgien, bestemd voor de leerlingen/studenten en/of hun ouders en voor de betrokken klas en de school De schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of, bij gebrek aan zo'n arts, elke andere arts bespreekt met de inspecteur voor meldingsplichtige infectieziekten welke informatie aan de ouders en de leerlingen/studenten moet worden gegeven. 1.2.4 Algemene hygiënische maatregelen De hygiënische maatregelen die genomen worden bij ziekten die via de lucht overgedragen kunnen worden, moeten versterkt worden (zie deel II). 1.2.5 Melding bij de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten De schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of, bij gebrek aan zo'n arts, elke andere arts meldt het ziektegeval zo snel mogelijk bij de inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten.

Wanneer de inspecteur als eerste verwittigd wordt, meldt hij het ziektegeval aan de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of, bij gebrek aan zo'n arts, aan elke andere arts.

Het schoolhoofd informeert de dienst voor arbeidsgeneeskunde die bevoegd is voor het personeel van de school. 1.3. Poliomyelitis (kinderverlamming) : een noodgeval 1.3.1 Maatregelen die betrekking hebben op de zieke leerling/student Verwijdering uit de school tot het virologisch onderzoek in twee opeenvolgende fecale stalen, verkregen met een tijdsverschil van minstens 24 uur, negatief is bevonden. 1.3.2 Maatregelen die betrekking hebben op de andere leerlingen/studenten van de school De schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of, bij gebrek aan zo'n arts, elke andere arts neemt daartoe contact op met de inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten.

De begeleiding van de naaste gezinsomgeving van de zieke geschiedt volgens de aanwijzingen van de inspecteur voor meldingsplichtige infectieziekten. 1.3.3 Mededeling van inlichtingen door Kaleido-Ostbelgien, bestemd voor de leerlingen/studenten en/of hun ouders en voor de betrokken klas en de school De leerlingen/studenten en hun ouders worden geïnformeerd over de ziekte en over de nadere regels voor de toepassing van de maatregelen. 1.3.4 Algemene hygiënische maatregelen De hygiënische maatregelen die genomen worden bij ziekten die fecaal-oraal worden overgedragen, moeten versterkt worden (zie deel II). 1.3.5 Melding bij de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten De schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of, bij gebrek aan zo'n arts, elke andere arts meldt het ziektegeval zo snel mogelijk bij de inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten.

Wanneer de inspecteur als eerste verwittigd wordt, meldt hij het ziektegeval aan de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of, bij gebrek aan zo'n arts, aan elke andere arts.

Het schoolhoofd informeert de dienst voor arbeidsgeneeskunde die bevoegd is voor het personeel van de school. 1.4. Gastro-enteritis 1.4.1 Maatregelen die betrekking hebben op de zieke leerling/student Verwijdering uit de school tot klinische genezing met aanbeveling om de leerling/student door een arts te laten onderzoeken. 1.4.2 Maatregelen die betrekking hebben op de andere leerlingen/studenten van de school Geen bijzondere maatregelen, behalve in uitzonderlijke en/of epidemische situaties.

Of een situatie uitzonderlijk is, wordt bepaald en meegedeeld door de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien.

Uitzonderlijke situaties worden gekenmerkt door ernstige klinische ziektebeelden, een hoog aantal zieke leerlingen/studenten, een lange besmettingsperiode, moeilijkheden om de epidemie in te dijken, de aanwezigheid van een ziekteverwekker die niet in onze regio's endemisch is (zoals Salmonella typhi, Shigella, Coli Entero) of de aanwezigheid van een onbekende nieuwe ziektekiem.

In die situaties bepaalt de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of, bij gebrek aan zo'n arts, elke andere arts welke maatregelen moeten worden genomen. Bij massale voedselinfecties door giftige stoffen wordt aanbevolen om te zoeken naar de besmettingsbronnen.

Het epidemische karakter van een situatie wordt bepaald door het aantal gevallen dat binnen een bepaalde tijd binnen een collectiviteit opgetreden is. Dat aantal varieert naargelang van de ziekteverwekker. 1.4.3 Mededeling van inlichtingen door Kaleido-Ostbelgien, bestemd voor de leerlingen/studenten en/of hun ouders en voor de betrokken klas en de school In epidemische en/of uitzonderlijke situaties worden de leerlingen/studenten en hun ouders door Kaleido-Ostbelgien geïnformeerd over de ziekte en de eventueel te nemen maatregelen. 1.4.4 Algemene hygiënische maatregelen De hygiënische maatregelen die genomen worden bij ziekten die fecaal-oraal worden overgedragen, moeten versterkt worden (zie deel II). 1.4.5 Melding bij de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten In epidemische en/of uitzonderlijke situaties meldt de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of, bij gebrek aan zo'n arts, elke andere arts de ziektegevallen binnen 24 uur bij de inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten.

Wanneer de inspecteur als eerste verwittigd wordt, meldt hij het ziektegeval aan de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of, bij gebrek aan zo'n arts, aan elke andere arts.

Het schoolhoofd informeert de dienst voor arbeidsgeneeskunde die bevoegd is voor het personeel van de school. 1.5. Hepatitis A 1.5.1 Maatregelen die betrekking hebben op de zieke leerling/student Verwijdering uit de school gedurende twee weken, vanaf het begin van de symptomen of van de diagnose. 1.5.2 Maatregelen die betrekking hebben op de andere leerlingen/studenten van de school Indien binnen een periode van één maand in een schoolklas twee gevallen uit twee verschillende gezinnen voorkomen, wordt de vaccinatie aanbevolen voor alle leerlingen/studenten van de klas die niet immuun zijn en die de jongste twee weken nauw contact met één van de zieke personen hadden.

Onder nauw contact wordt verstaan : - personen die dezelfde sanitaire voorzieningen gebruikt hebben; - personen die onder hetzelfde dak wonen. 1.5.3 Mededeling van inlichtingen door Kaleido-Ostbelgien, bestemd voor de leerlingen/studenten en/of hun ouders en voor de betrokken klas en de school Zodra het eerste ziektegeval optreedt, worden de leerlingen/studenten en hun ouders ingelicht hoe de ziekte overgedragen wordt en welke vaccinatiemogelijkheden er voor niet-immune personen bestaan. 1.5.4 Algemene hygiënische maatregelen De hygiënische maatregelen die genomen worden bij ziekten die fecaal-oraal worden overgedragen, moeten versterkt worden (zie deel II). 1.5.5 Melding bij de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten De schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of, bij gebrek aan zo'n arts, elke andere arts meldt alle gevallen van hepatitis A bij de inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten.

Het schoolhoofd informeert de dienst voor arbeidsgeneeskunde die bevoegd is voor het personeel van de school. 1.6. Roodvonk 1.6.1 Maatregelen die betrekking hebben op de zieke leerling/student Verwijdering uit de school gedurende 24 uur vanaf het begin van de antibioticumtherapie. 1.6.2 Maatregelen die betrekking hebben op de andere leerlingen/studenten van de school Geen antibioticaprofylaxe en geen bijzondere maatregelen 1.6.3 Mededeling van inlichtingen door Kaleido-Ostbelgien, bestemd voor de leerlingen/studenten en/of hun ouders en voor de betrokken klas en de school Leerlingen/studenten en/of hun ouders worden ingelicht over de ziekte en over de eventueel te treffen maatregelen. 1.6.4 Algemene hygiënische maatregelen De hygiënische maatregelen die genomen worden bij ziekten die via de lucht worden overgedragen, moeten versterkt worden (zie deel II). 1.6.5 Melding bij de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten Geen meldingsplicht. 1.7. Tuberculose 1.7.1. Maatregelen die betrekking hebben op de zieke leerling/student Bij besmettelijke tuberculose : verwijdering uit de school tot vaststaat dat het besmettingsgevaar geweken is.

Tuberculose wordt als besmettelijk beschouwd als ze gedetecteerd wordt in een staal van de luchtwegen, met aanwezigheid van mycobacteriën bij direct microscopisch onderzoek. De aanwezigheid van een belangrijke haard op het röntgenbeeld kan ook op besmettelijke tuberculose wijzen, zelfs als het bacteriologisch onderzoek negatief was.

Voor de zieke terug naar school mag, moet een medisch attest worden ingediend waaruit blijkt dat geen besmettingsgevaar meer bestaat en dat de patiënt de behandeling tot het einde correct gevolgd heeft.

Bij niet-besmettelijke tuberculose mag de zieke naar school zodra de klinische staat het toelaat.

Geen verwijdering uit de school indien de tuberculeuze infectie zich alleen in een positieve intradermoreactie uit. 1.7.2 Maatregelen die betrekking hebben op de andere leerlingen/studenten van de school Wanneer een besmettelijke tuberculose optreedt, wordt in de schoolomgeving een systematische vroegtijdige opsporing van de ziekte georganiseerd. De opsporingsmodaliteiten variëren naargelang van de besmettelijkheid van de zieke en naargelang van de aard van zijn contacten met zijn omgeving.

Ze worden besloten door de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien, in overleg met de inspecteur voor meldingsplichtige infectieziekten.

Bij de regelmatige gezondheidsonderzoeken wordt in het algemeen bijzondere aandacht besteed aan risicoleerlingen/risicostudenten, zoals nieuwkomers.

Hierbij wordt aanbevolen om de door FARES (vzw Fonds des affections respiratoires) ontwikkelde strategie voor het indijken van tuberculose in de scholen te volgen. 1.7.3 Mededeling van inlichtingen door Kaleido-Ostbelgien, bestemd voor de leerlingen/studenten en/of hun ouders en voor de betrokken klas en de school Als er maatregelen moeten worden getroffen, worden de leerlingen/studenten en hun ouders geïnformeerd over het doel van de onderzoeken, de manier waarop de onderzoeken worden uitgevoerd en de opvolging. Ook het besmettingsrisico wordt uitgelegd. 1.7.4 Algemene hygiënische maatregelen De hygiënische maatregelen die genomen worden bij ziekten die via de lucht worden overgedragen, moeten versterkt worden (zie deel II). 1.7.5 Melding bij de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten De schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of, bij gebrek aan zo'n arts, elke andere arts is ertoe verplicht alle ziektegevallen zo snel mogelijk te melden bij de inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten.

Wanneer de inspecteur als eerste verwittigd wordt, meldt hij het ziektegeval aan de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of, bij gebrek aan zo'n arts, aan elke andere arts, alsook aan FARES. Het schoolhoofd informeert de dienst voor arbeidsgeneeskunde die bevoegd is voor het personeel van de school. 1.8. Kinkhoest 1.8.1 Maatregelen die betrekking hebben op de zieke leerling/student Verwijdering uit de school gedurende vijf dagen vanaf het begin van een geschikte antibioticatherapie. Bij weigering van de behandeling duurt de verwijdering uit de school tot 21 kalenderdagen na de vaststelling van de eerste symptomen. 1.8.2 Maatregelen die betrekking hebben op de andere leerlingen/studenten van de school Situatie 1 : Bevestigd geval of vermoeden bij een leerling/student die sinds minder dan drie weken hoest Er wordt een antibioticaprofylaxe aanbevolen bij de leerlingen/studenten die contact hadden met de zieke en : - acute infectiesymptomen vertonen en/of - het risico lopen een erge vorm te ontwikkelen en/of - nauw contact hebben met personen die een erge vorm kunnen ontwikkelen; - nauw contact hebben met een hoogzwangere vrouw.

Volgende personen lopen een verhoogd risico om een erge vorm te ontwikkelen : - kinderen jonger dan 1 jaar, in het bijzonder baby's tussen 1 en 3 maanden en te vroeg geborene baby's; - personen met een chronische hartziekte of longziekte; - personen met een zwak immuunsysteem.

Voor leerlingen/studenten die onvolledig of helemaal niet gevaccineerd zijn, moet een vaccinatie worden aanbevolen.

De schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of, bij gebrek aan zo'n arts, elke andere arts organiseert, in overleg met de schoolleiding, een actieve surveillance van de ziektegevallen om al vroeg een behandeling te kunnen aanbevelen als symptomen opduiken.

Situatie 2 : Bevestigd geval, waarbij zieke sinds meer dan drie weken hoest Voor leerlingen/studenten die onvolledig of helemaal niet gevaccineerd zijn, moet een vaccinatie worden aanbevolen.

De schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of, bij gebrek aan zo'n arts, elke andere arts organiseert, in overleg met de schoolleiding, een actieve surveillance van de ziektegevallen om al vroeg een behandeling te kunnen aanbevelen als symptomen opduiken. 1.8.3 Mededeling van inlichtingen door Kaleido-Ostbelgien, bestemd voor de leerlingen/studenten en/of hun ouders en voor de betrokken klas en de school De leerlingen/studenten en/of hun ouders worden geïnformeerd over de kenmerken van de ziekte en over de nadere regels voor de toepassing van de maatregelen. Aan de personen belast met de opvoeding van de minderjarige leerling respectievelijk de meerderjarige leerlingen/studenten wordt aanbevolen met hun huisarts te bespreken of de profylactische maatregelen die op de omgeving worden toegepast voor hen relevant zijn. 1.8.4 Algemene hygiënische maatregelen De hygiënische maatregelen die genomen worden bij ziekten die via de lucht worden overgedragen, moeten versterkt worden (zie deel II). 1.8.5 Melding bij de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten De schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of, bij gebrek aan zo'n arts, elke andere arts meldt het ziektegeval binnen 24 uur bij de inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten.

Wanneer de inspecteur als eerste verwittigd wordt, meldt hij het ziektegeval aan de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of, bij gebrek aan zo'n arts, aan elke andere arts. 1.9. Bof 1.9.1 Maatregelen die betrekking hebben op de zieke leerling/student Verwijdering uit de school tot klinische genezing. 1.9.2 Maatregelen die betrekking hebben op de andere leerlingen/studenten van de school Een vaccinatie via driewaardig MBR-vaccin wordt aanbevolen aan de leerlingen/studenten van de klas met negatieve of onbekende immuniteitsstatus. 1.9.3 Mededeling van inlichtingen door Kaleido-Ostbelgien, bestemd voor de leerlingen/studenten en/of hun ouders en voor de betrokken klas en de school Leerlingen/studenten en/of hun ouders worden ingelicht over de kenmerken van de ziekte en over de maatregelen. 1.9.4 Algemene hygiënische maatregelen De hygiënische maatregelen die genomen worden bij ziekten die via de lucht worden overgedragen, moeten versterkt worden (zie deel II). 1.9.5 Melding bij de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten Geen meldingsplicht. 1.10. Mazelen 1.10.1 Maatregelen die betrekking hebben op de zieke leerling/student Verwijdering uit de school tot klinische genezing. 1.10.2 Maatregelen die betrekking hebben op de andere leerlingen/studenten van de school Een vaccinatie via driewaardig MBR-vaccin wordt aanbevolen aan de leerlingen/studenten van de klas met onvolledige of onbekende immuniteitsstatus.

De vaccinatie wordt toegediend binnen 72 uur na contact met de zieke.

Indien de vaccinatie geweigerd wordt, wordt de leerling/student veertien kalenderdagen uit de school verwijderd.

Bij vermoeden van mazelen in een voorziening voor kinderopvang kan de inspecteur voor meldingsplichtige infectieziekten aanbevelen om alle kinderen te vaccineren die zes tot twaalf maanden oud zijn. 1.10.3 Mededeling van inlichtingen door Kaleido-Ostbelgien, bestemd voor de leerlingen/studenten en/of hun ouders en voor de betrokken klas en de school Leerlingen/studenten en/of hun ouders worden ingelicht over de kenmerken van de ziekte en over de maatregelen. 1.10.4 Algemene hygiënische maatregelen De hygiënische maatregelen die genomen worden bij ziekten die via de lucht worden overgedragen, moeten versterkt worden (zie deel II). 1.10.5 Melding bij de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten De schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of, bij gebrek aan zo'n arts, elke andere arts meldt het ziektegeval zo snel mogelijk bij de inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten.

Wanneer de inspecteur als eerste verwittigd wordt, meldt hij het ziektegeval aan de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of, bij gebrek aan zo'n arts, aan elke andere arts.

Het schoolhoofd informeert de dienst voor arbeidsgeneeskunde die bevoegd is voor het personeel van de school. 1.11. Rubella (rodehond) 1.11.1 Maatregelen die betrekking hebben op de zieke leerling/student Verwijdering uit de school tot klinische genezing. 1.11.2 Maatregelen die betrekking hebben op de andere leerlingen/studenten van de school De vaccinatie via driewaardig MBR-vaccin wordt aanbevolen aan de leerlingen/studenten van klassen met onvolledige of onbestaande vaccinatie of met onvoldoende antistoffen. 1.11.3 Mededeling van inlichtingen door Kaleido-Ostbelgien, bestemd voor de leerlingen/studenten en/of hun ouders en voor de betrokken klas en de school Leerlingen/studenten en/of hun ouders worden ingelicht over de kenmerken van de ziekte en over de maatregelen. 1.11.4 Algemene hygiënische maatregelen De hygiënische maatregelen die genomen worden bij ziekten die via de lucht worden overgedragen, moeten versterkt worden (zie deel II). 1.11.5 Melding bij de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten De gevallen worden niet gemeld bij de inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten, maar bij de arts van de dienst voor arbeidsgeneeskunde en dit via de school, zodat die arts aangepaste maatregelen kan nemen voor zwangere vrouwen en vrouwen op vruchtbare leeftijd. 1.12. Waterpokken 1.12.1 Maatregelen die betrekking hebben op de zieke leerling/student Verwijdering uit de school tot alle blaasjes verkorst zijn. Aan de personen belast met de opvoeding van een minderjarige leerling eventueel vragen om, zodra de zieke weer naar school gaat, diens nagels zorgvuldig te knippen om te voorkomen dat hij de blaasjes openkrabt (zie deel II). 1.12.2 Maatregelen die betrekking hebben op de andere leerlingen/studenten van de school Geen bijzondere maatregelen. 1.12.3 Mededeling van inlichtingen door Kaleido-Ostbelgien, bestemd voor de leerlingen/studenten en/of hun ouders en voor de betrokken klas en de school Leerlingen/studenten en/of hun ouders worden ingelicht over de kenmerken van de ziekte en over de maatregelen bij personen met een zwak immuunsysteem. 1.12.4 Algemene hygiënische maatregelen De hygiënische maatregelen die genomen worden bij ziekten die via de lucht of via direct contact worden overgedragen, moeten versterkt worden (zie deel II). 1.12.5 Melding bij de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten.

De gevallen worden niet gemeld bij de inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten, maar bij de arts van de dienst voor arbeidsgeneeskunde en dit via de school, zodat die arts aangepaste maatregelen kan nemen voor zwangere vrouwen. 1.13. Impetigo 1.13.1 Maatregelen die betrekking hebben op de zieke leerling/student De leerlingen/studenten die aan impetigo lijden, kunnen school lopen op voorwaarde dat de aandoening behandeld wordt en de blaasjes droog of bedekt zijn. Aan de leerling/student wordt eventueel gevraagd dat hij zijn vingernagels zorgvuldig knipt, zodat hij de blaasjes niet kan openkrabben.

Bij niet-behandeling, verwijdering uit de school tot klinische genezing. 1.13.2 Maatregelen die betrekking hebben op de andere leerlingen/studenten van de school Geen antibioticaprofylaxe. 1.13.3 Mededeling van inlichtingen door Kaleido-Ostbelgien, bestemd voor de leerlingen/studenten en/of hun ouders en voor de betrokken klas en de school Afhankelijk van het besmettingsgevaar worden de leerlingen/studenten en/of hun ouders geïnformeerd over de kenmerken van de ziekte en over de nadere regels voor de toepassing van de maatregelen. 1.13.4 Algemene hygiënische maatregelen De hygiënische maatregelen die genomen worden bij rechtstreeks overdraagbare huidziekten moeten versterkt worden (zie deel II). 1.13.5 Melding bij de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten : Geen meldingsplicht. 1.14. Scabiës (schurft) 1.14.1 Maatregelen die betrekking hebben op de zieke leerling/student : Geen verwijdering uit de school, op voorwaarde dat het gaat om correct behandelde gewone schurft. De huisarts moet de behandeling schriftelijk bevestigen. Aan de leerling/student wordt eventueel gevraagd dat hij zijn vingernagels zorgvuldig knipt, zodat hij de blaasjes niet kan openkrabben.

Bij niet-naleving van de behandeling, verwijdering van de school en toepassing van de maatregelen die een behandeling mogelijk maken.

Bij bevestigde gevallen van scabiës crustosa (Noorse scabiës) of bij sterke huiduitslag worden de betrokkenen behandeld en uit de school verwijderd tot ze genezen zijn. 1.14.2 Maatregelen die betrekking hebben op de zieke leerling/student : Er is sprake van een epidemie wanneer in een klas minstens twee gevallen in twee verschillende gezinnen van gewone scabiës binnen een periode van één maand optreden of één geval van scabiës crustosa optreden. In geval van een epidemie wordt scabiës opgespoord bij de leerlingen/studenten van de klas. 1.14.3 Mededeling van inlichtingen door Kaleido-Ostbelgien, bestemd voor de leerlingen/studenten en/of hun ouders en voor de betrokken klas en de school : In geval van een epidemie worden de leerlingen/studenten en/of hun ouders, alsook de school ingelicht over de kenmerken van de ziekte en de maatregelen. 1.14.4 Algemene hygiënische maatregelen : In geval van een epidemie moeten de hygiënische maatregelen die genomen worden bij rechtstreeks overdraagbare huidziekten versterkt worden (zie deel II). 1.14.5 Melding bij de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten : Geen meldingsplicht. In geval van een epidemie informeert de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien via de school de arts van de dienst voor arbeidsgeneeskunde die bevoegd is voor het personeel van de school. 1.15 Tinea capitis (hoofdschimmel) 1.15.1 Maatregelen die betrekking hebben op de zieke leerling/student In geval van vermoeden van antropofiele tinea capitis geen verwijdering uit de school, op voorwaarde dat de zieke correct behandeld wordt. De huisarts moet de behandeling schriftelijk bevestigen; vanaf dan kan de betrokkene weer naar school.

Bij niet-naleving van de behandeling wordt de zieke uit de school verwijderd; de nodige contacten moeten worden opgenomen om hem educatief en sociaal te begeleiden, onder meer via thuisonderwijs op maat. 1.15.2 Maatregelen die betrekking hebben op de zieke leerling/student Zodra in de klas een tweede geval wordt vastgesteld bij een leerling uit een andere familie, is sprake van een epidemie. De behandelende arts moet door identificatie van de bron vaststellen of het niet om een antropofiele schimmel gaat (overdraagbaar van mens op mens). Dan moet de ziekte bovendien bij alle leerlingen van de klas worden opgespoord. 1.15.3 Mededeling van inlichtingen door Kaleido-Ostbelgien, bestemd voor de leerlingen/studenten en/of hun ouders en voor de betrokken klas en de school Indien het om antroprofiele dermatofyten gaat, moeten de leerlingen/studenten en/of hun ouders geïnformeerd worden over de kenmerken van de ziekte en de nadere regels voor de toepassing van de maatregelen. 1.15.4 Algemene hygiënische maatregelen De hygiënische maatregelen die genomen worden bij rechtstreeks overdraagbare huidziekten moeten versterkt worden (zie deel II). 1.15.5 Melding bij de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten Geen meldingsplicht. In geval van een epidemie informeert de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien of, bij gebrek aan zo'n arts, elke andere arts de inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten. 1.16. Pediculose (besmetting met hoofdluizen) 1.16.1 Maatregelen die betrekking hebben op de zieke leerling/student Geen systematische verwijdering van de leerlingen/studenten die aan pediculose lijden (neten en luizen).

Alleen de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien kan, in overleg met de schoolleiding, in geval van een hardnekkige besmetting met hoofdluizen, het initiatief nemen voor een verwijdering uit de school voor hoogstens drie kalenderdagen.

De terugkeer naar school is alleen mogelijk met een medisch attest dat bevestigt dat betrokkene geen neten of luizen meer heeft of na een voorafgaand onderzoek door de dienst Kaleido-Ostbelgien. 1.16.2 Maatregelen die betrekking hebben op de zieke leerling/student Geen specifieke maatregelen. Bij een chronische besmetting zorgt Kaleido-Ostbelgien voor de nodige begeleiding volgens een interne strategie. 1.16.3 Mededeling van inlichtingen door Kaleido-Ostbelgien, bestemd voor de leerlingen/studenten en/of hun ouders en voor de betrokken klas en de school Leerlingen/studenten en/of hun ouders ontvangen informatie in geval van een besmetting met luizen in de school.

De ouders en de besmette leerlingen/studenten krijgen de aanbeveling een aangepaste behandeling te volgen en alle gezinsleden op neten of luizen te controleren, zodat ook zij zo snel mogelijk behandeld kunnen worden. 1.16.4 Algemene hygiënische maatregelen De hygiënische maatregelen die genomen worden bij rechtstreeks overdraagbare huidziekten moeten versterkt worden (zie deel II). 1.16.5 Melding bij de door de Regering aangewezen inspecteur die bevoegd is voor meldingsplichtige infectieziekten.

Geen meldingsplicht. 2. Versterking van de algemene hygiënische maatregelen in geval van besmettelijke ziekten 2.1 Algemene preventieve maatregelen die permanent in acht moeten worden genomen - Regelmatig onderhoud van de lokalen met zeep en water. - In het sanitair : terbeschikkingstelling van toiletpapier, stromend water, vloeibare zeep en papieren handdoeken om de handen te drogen. - Handhygiëne. 2.2 Specifieke maatregelen bij ziekten die via de lucht worden overgedragen - De kinderen leren om in een zakdoek te hoesten en in een zakdoek of in de elleboog te niezen. - De kinderen correct leren snuiten. - De lokalen voldoende verluchten. - Regelmatig handen wassen, vooral na contact met neusvocht. - Wegwerpzakdoeken ter beschikking stellen. 2.3 Specifieke maatregelen bij ziekten die fecaal-oraal worden overgedragen - Vloeibare zeep gebruiken om de handen te wassen en wegwerpbare doeken gebruiken om de handen te drogen, vooral vóór het hanteren van voedsel en na de stoelgang. - Het ruilen van materiaal (bijv. bekers, bestek enz...) vermijden. - Regelmatig onderhoud van het sanitair. Tot het regelmatig onderhoud van het sanitair behoort ook dat de volgende voorwerpen met water en zeep worden gereinigd : de deurklinken, kranen, de knoppen van de waterspoeling en de vloer. - Onderhoud van de keukens. - Levensmiddelenhygiëne in de keukens. 2.4 Specifieke maatregelen bij ziekten die via bloed worden overgedragen - Wanneer de slijmhuid of beschadigde huid bebloed is of wanneer het om een bijtwonde gaat, onmiddellijk de schoolarts van Kaleido-Ostbelgien verwittigen.

De met bloed besmette wonde niet laten bloeden, maar de volgende maatregelen treffen : 1° de wonde uitspoelen onder stromend water;2° ontsmetten;3° het ontsmettingsmiddel twee minuten laten inwerken;4° de wonde afdekken met een steriel verband. De bloedsporen op de neus- of mondslijmhuid grondig wegspoelen.

Bloedspatten in de ogen met helder water of fysiologisch serum wegspoelen. - In het algemeen vermijden dat huid en slijmvliezen in contact komen met bloed. - Handwonden van de verzorger altijd met een waterbestendige pleister afdekken. - Bij de verzorging of bij contact met bloed altijd handschoenen aantrekken. - Handen (voor en na elke verzorging), materiaal en besmette zones (ook linnen- en beddengoed) wassen en ontsmetten. - Vuile verbanden in zakken doen. De zakken veilig opbergen. De zakken samen met het gewone afval laten afhalen. - De naalden in daartoe bestemde collectors doen. De collectors door de arts of door de verpleegkundigen als afval laten afhalen. 2.5 Specifieke maatregelen bij ziekten die via rechtstreeks contact worden overgedragen - Geen kledingstukken ruilen, in het bijzonder geen mutsen, sjaals en handschoenen. - Voldoende afstand tussen de kledinghaken voorzien. - De kinderen niet met dezelfde borstel of dezelfde kam kammen. - Geen handdoeken ruilen. - Huidhygiëne. - Handhygiëne. - Kort geknipte vinger- en teennagels.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit 3508/EX/VIII/B/III van de Regering van 20 juli 2017 betreffende meldingsplichtige infectieziekten.

Eupen, 20 juli 2017.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, O. PAASCH De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, A. ANTONIADIS

^